1. Interactieve Beleidsvorming: inleiding

 

Het gemeentebestuur streeft continu naar een goede samenwerking tussen gemeente en samenleving. Een manier om dat te doen is die van interactieve beleidsvorming. Vanuit deze gedachte is de ambitie gevormd om bij diverse fasen in het beleidsontwikkelingsproces interactief te werken oftewel belanghebbenden te laten participeren. Hiermee kan de betrokkenheid en de inbreng van belanghebbenden worden vergroot en de kloof tussen politiek en burgers worden verkleind. Om dat voornemen te realiseren is een aantal stappen nodig:

 

  1. Formuleren van uitgangspunten voor interactieve beleidsvorming. Document: Participatienota Interactieve Beleidsvorming (9 juni 2005 – goedgekeurd door de gemeenteraad op 30 juni 2005).
  2. Vastleggen van inspraak en participatie. Document: Inspraak- en Participatieverordening (23 augustus 2005, geplande vaststelling in de gemeenteraad 24 november 2005).
  3. Opstellen handleiding voor gebruik van interactieve beleidsvorming. Document: Leidraad Interactieve Beleidsvorming (26 oktober 2005, geplande vaststelling gemeenteraad 24 november 2005).
  4. Samenstellen van een gereedschapkist met instrumenten voor interactieve beleidsvorming. Document: Gereedschapkist Interactieve Beleidsvorming (planning eerste kwartaal 2006).

 

 

Tijdschema:

2005                                        2006

 

06        07        08        09        10        11        12        01        02       

Nota                 X          X          X          X          X          X          X          X          X

Verordening                                          X          X          X          X          X          X

Leidraad                                                          X          X          X          X          X         

Gereedschapkist                                                                                             X         

 

 

 

 

 

 

De Leidraad Interactieve Beleidsvorming ligt nu voor u. Als bijlagen zijn toegevoegd:

I.                     Checklist Interactief of niet?

II.                   Voorbeelden van Interactieve Beleidsvorming (ook als bijlage bij de Participatienota gevoegd).

III.                  Links naar websites met informatie over Interactieve Beleidsvorming;

IV.                Overzicht wettelijk verplichte inspraakprocedures.

V.                  Eerste overzicht mogelijke instrumenten voor Interactieve Beleidsvorming.

 

 

 

2. Leidraad Interactieve Beleidsvorming

 

De Leidraad Interactieve Beleidsvorming is een handleiding en gebruiksaanwijzing om interactieve beleidsvorming in de praktijk te brengen. Interactieve beleidsvorming is een door de politiek en participanten gelegitimeerd proces, volgens een bepaalde procedure, met een vastgesteld budget en tijdspad. In dit proces is de ondersteuning vooraf geregeld, is vooraf bekend welke politieke en/of beleidsmatige speelruimte er is en welke rol de inbreng van belanghebbenden heeft in de uiteindelijke besluitvorming.

 

Voor gebruik van interactieve beleidsvorming bestaat bestuurlijk een aantal keuzemomenten. De eerste keuze is: wordt een onderwerp al dan niet interactief opgepakt? Zo ja, dan moeten er aansluitend keuzes gemaakt worden over de gradatie van het interactieve proces, de rolverdeling, de status van de geleverde inbreng, het te gebruiken instrument, de deelnemers, de kaders waar binnen het proces dient af te spelen.

 

Als hulpmiddel bij het maken van deze keuzes, en als spoorboekje voor het ingaan van een interactief beleidsproces, is deze Leidraad opgesteld.

De Leidraad Interactieve Beleidsvorming biedt daartoe de volgende hulpmiddelen:

 

  1. Randvoorwaarden                      Hulpmiddel: Participatienota

Inspraak /            

Participatieverordening

  1. Interactief of niet?                     Hulpmiddel: Schema + Checklist (bijlage I)
  2. Mate van interactiviteit               Hulpmiddel: Participatieladder
  3. Inrichting interactief proces        Hulpmiddel: Stappenplan
  4. Uitvoering interactief proces       Hulpmiddel: Spelregels

 

Deze hulpmiddelen zijn, uitgezonderd voor A. Randvoorwaarden (de Participatienota en Inspraak/Participatieverordening zijn eerder vastgesteld), in deze nota weergegeven.

 

 

 

2A. Randvoorwaarden

 

Interactiviteit kan niet alleen aan de orde zijn bij beleidsvoorbereiding, maar ook bij daaropvolgende planvorming en uitvoering van beleid. Soms gaat het ook om een combinatie van verplichte inspraak en niet verplichte participatie. In bijlage I staan voorbeelden van deze vormen.

 

Vier randvoorwaarden

Invulling van de vier randvoorwaarden duidelijkheid, flexibiliteit, communicatie en het (vroeg)tijdig betrekken van belanghebbenden is een belangrijke succesfactor voor een interactief beleidsvormingsproces.

 

Er moet duidelijkheid bij alle belanghebbenden bestaan over:

-          het verloop van het proces 

-          de rolverdeling

-          inbreng van wie

-          inbreng in welk stadium

-          de status van de geleverde inbreng 

-          welke vorm van inbreng (welke interactieve methode)

-          de mate van betrokkenheid

-          minimale randvoorwaarden aan het participatieproces, wil van (wezenlijke) invloed op de feitelijke besluitvorming sprake zijn (bijv. welke minimale respons)

-          de consequenties van interactieve beleidsvorming (wat wordt er mee gedaan in de feitelijke besluitvorming).

 

Het participatieproces moet flexibel zijn. Niet ieder onderwerp heeft een zelfde aanpak nodig. De mate waarin belanghebbenden invloed hebben kan per beleidsvoornemen of project verschillen. Interactieve beleidsvorming is met andere woorden steeds maatwerk. Dat betekent dat van geval tot geval moet worden bekeken of, in welke mate en op welke manier een bepaald beleidsprobleem interactief dient te worden aangepakt.

 

De derde randvoorwaarde is effectieve communicatie met de burger. Verwachte en feitelijke gang van zaken rond interactieve beleidsvorming dienen zoveel mogelijk met elkaar in lijn te blijven. In de communicatie moeten zoveel mogelijk eenduidige begrippen worden gehanteerd. Voor de burger en voor de gemeenteraad moet van tevoren duidelijk zijn wat men kan verwachten en welke invloed kan worden uitgeoefend.

 

Een vierde randvoorwaarde is het vroegtijdig betrekken van belanghebbenden. Daarmee wordt maximale ruimte geboden voor het geven van eigen inbreng en het benutten van brede expertise. Dit vergroot vervolgens ook het draagvlak voor de uitkomst(en).

 

Verdere aandachtspunten

Bedenk bij het afwegen of een beleidsproces interactief opgepakt gaat worden vooral:

 

-          Interactieve beleidsvorming kost tijd vanwege zorgvuldigheid van handelen en serieus nemen van de inbreng. Mogelijk spoort dit niet altijd met de gewenste snelheid van handelen.

-          Interactieve beleidsvorming is geen wondermiddel dat in alle gevallen verschillende meningen en opvattingen zal kunnen overbruggen. Het is mogelijk dat niet alle deelnemers tevreden zullen zijn met de uitkomsten. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het nemen van beslissingen blijft bestaan.

-          Bij de start van een interactief beleidvormingsproces moet duidelijk gecommuniceerd worden over het verwachtingspatroon van beide zijden: wat is de invloed van de burger, wat gaat er gebeuren, wat is het gewicht van de uitkomst(en) en wat wordt er mee gedaan.

-          Houd het aantal interactieve beleidsprocessen beperkt. Dat voorkomt enerzijds ‘moeheid’ en verminderde participatie (en daardoor lagere opbrengsten), anderzijds bespaart het flinke investeringen in tijd (ambtelijke capaciteit) en geld (een interactief beleidsproces kost geld).

-          Wees bewust van de consequenties die een interactief proces kan hebben. Er mogen geen verkeerde verwachtingen gewekt worden, dat leidt tot averechtse effecten.

-          Interactieve beleidsvorming is niet synoniem aan inspraak: bij interactieve beleidsvorming gaat het om wisselwerking, inspraak is een wettelijk verankerd recht en in een aantal in de Gemeentewet genoemde gevallen zelfs verplicht. Een interactief proces is een proces waarvoor de gemeente kán kiezen. Voorts geldt dat interactief werken gebeurt in een eerder stadium dan de inspraak. Voor inspraak is een concreet gemeentelijk beleidsvoorstel nodig. Interactief werken vindt haar startpunt juist als zo’n voorstel er nog niet is. De wettelijk voorgeschreven inspraak is gebonden aan vaste regels en termijnen. Inspraak richt zich specifiek op het naar voren brengen van bedenkingen en bezwaren tegen concrete voorstellen. Interactieve processen zijn daarentegen gericht op het vooraf meedenken, -werken, adviseren en zo mogelijk meebeslissen. Een en ander is vastgelegd in de Inspraak- en Participatieverordening (vastgesteld in de gemeenteraad 241105).

 

Conclusie

Het maken van afwegingen of een onderwerp voor interactieve beleidsvorming in aanmerking komt, en het instrument dat daarvoor ingezet wordt, heeft door dit alles een grote impact en noopt tot grote zorgvuldigheid.

 

 

 

2B. Interactief of niet?

 

Wanneer interactieve beleidsvorming wordt toegepast, en wanneer niet, is sterk afhankelijk van de aard en omvang van het beleidsvoornemen. Niet alle onderwerpen lenen zich voor een interactieve aanpak. Bovendien moet de impact,  omvang, complexiteit, mate van consensus, tijd, mate van beïnvloedbaarheid (speelruimte), nabijheid, communicatie en gevoeligheid bepaald worden. In schemavorm:

Tabel 1. Criteria ter bepaling of een onderwerp zich leent voor interactieve beleidsvorming

Criterium

Verband

Uitleg

A. Impact

+

Maatschappelijke impact van een issue

B. Omvang

+

De omvang van de groep (direct) belanghebbenden

C. Complexiteit

-

De ingewikkeldheid van een issue

D. Verdeeldheid

+

De mate waarin de raad (naar verwachting) verdeeld is over een issue

E. Tijd

 

-/+

 

-

De beschikbare tijd voor interactieve beleidsvorming:

(a)     de urgentie waarmee voor een issue een (beleids)oplossing moet worden gevonden

(b)     de doorlooptijd van een interactief traject

F. Beïnvloedbaarheid

+

De beïnvloedbaarheid van een issue (gaat het om een onderwerp waarover de gemeente gaat)

G. Nabijheid

+

Gaat het om een onderwerp dat dicht bij de burger staat

H. Communicatie

+

Alle issues waaraan een communicatieparagraaf vast zit

I. Gevoeligheid

-/+

De politieke gevoeligheid van een issue[1]

 

Bij de meeste van genoemde criteria bestaat een positief verband met de mate het gaat om een onderwerp dat zich leent voor interactieve beleidsvorming. Zo is bijvoorbeeld een onderwerp geschikt voor interactieve beleidsvorming als het dichtbij de burger staat (criterium G), terwijl dat juist minder het geval is indien het om een complex onderwerp gaat (criterium C). Bij andere criteria, zoals Tijd en Gevoeligheid, is het verband minder eenduidig. Zo kan een politiek gevoelig onderwerp zich bij uitstek lenen voor een interactieve aanpak, maar omgekeerd kan die gevoeligheid ook leiden tot koudwatervrees of terughoudendheid.

 

Naast de hantering van deze criteria om in algemene zin te beoordelen in hoeverre een bepaald onderwerp interactief aangepakt kan worden, kan ook een meer kwantitatieve afweging worden gemaakt. Een dergelijk afwegingsproces zou in drie stappen kunnen worden gemaakt:

  1. Bepaling van het relatieve gewicht van de criteria (bijvoorbeeld door 100 punten te verdelen over de in aanmerking komende criteria).
  2. Bepaling van de aard van het verband tussen het criterium en de geschiktheid van een onderwerp voor een interactieve aanpak (met name criterium E en I).
  3. Toekenning van een score per criterium om aan te geven in welke mate betreffend criterium van toepassing is (bijvoorbeeld middels een 5-puntschaal).[2]
  4. Berekening van een totaalscore door de toegekende scores te vermenigvuldigen met de toegekende wegingsfactor.
  5. Bepaling of de totaalscore voldoende hoog is om een interactieve aanpak te rechtvaardigen.

 

In schema ziet een dergelijke afweging er als volgt uit.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Als minimumvoorwaarde kan bijvoorbeeld worden gehanteerd dat geen van de criteria minder dan 3 scoort op een 5-puntsschaal, én dat de totaalscore tenminste 75% van het maximaal te behalen aantal punten bedraagt.

 

Indien bijvoorbeeld periodiek een afweging wordt gemaakt over welke onderwerpen in aanmerking komen voor een interactieve aanpak, kan volgens de hierboven geschetste systematiek worden nagegaan hoe in aanmerking komende onderwerpen scoren. Op basis van een lijst van de best scorende onderwerpen kan vervolgens in de Raad worden beslist waar een interactieve aanpak wordt gevolgd.

 

In bijlage I is een checklist opgenomen met achterliggende vragen die gesteld kunnen worden om het schema goed in te vullen.

 

 

 

2C. Mate van interactiviteit

 

Essentieel bij interactieve beleidsvorming is om vooraf te bepalen hoeveel invloed het gemeentebestuur aan participanten van het interactieve proces wil geven. Belanghebbenden kunnen in uiteenlopende gradaties invloed uitoefenen, variërend van informeren tot meebeslissen. Deze gradaties zijn uitgewerkt in de zogenaamde participatieladder.

 

Participatieladder

 

Participatie-vorm

Beschrijving

Rol van de participant

Informeren

Het college en de gemeenteraad bepalen zelf de agenda voor besluitvorming en informeren belanghebbenden hierover. Zij maken geen gebruik van de mogelijkheid om belanghebbenden een inbreng te geven in de beleidsontwikkeling.

Toehoorder

Raadplegen

Het college en de gemeenteraad bepalen in hoge mate zelf de agenda, maar zien belanghebbenden als gesprekspartners bij de ontwikkeling van beleid. De politiek verbindt zich echter niet aan de resultaten die uit de gesprekken voortkomen.

Geconsulteerde

Adviseren

Het college en de gemeenteraad stellen in beginsel de agenda samen, maar geven belanghebbenden gelegenheid om problemen aan te dragen en oplossingen te formuleren. Deze ideeën spelen een volwaardige rol in de besluitvorming en de ontwikkeling van beleid.

Adviseur

Coproduceren

Het college, de gemeenteraad en belanghebbenden komen gezamenlijk een agenda overeen. Daarna wordt samen naar oplossingen gezocht. De politiek verbindt zich in principe aan deze oplossingen met betrekking tot de uiteindelijke besluitvorming.

Samenwer-kingspartner

Meebeslissen

Het college en de gemeenteraad laten de beleids- en besluitvorming over aan de belanghebbenden. Daarbij heeft het ambtelijk apparaat een adviserende rol. De politiek neemt de resultaten over, na toetsing aan vooraf gestelde randvoorwaarden.

Medebeslisser

 

Bij de eerste participatievorm – informeren – is eigenlijk geen sprake van interactief werken. Vanaf trede 2 – raadplegen – is dat wel het geval.

De rol van de participanten bepaalt de keuze voor het interactieve instrument dat ingezet gaat worden.

 

 

2D. Inrichting interactief beleidsvormingsproces

 

Het college van burgemeester en wethouders is in beginsel belast met de voorbereiding en uitvoering van het gemeentelijk beleid en neemt de beslissing gebruik te maken van interactieve instrumenten. Indien de gemeenteraad echter aangeeft dat zij bij een bepaald onderwerp actieve participatie wenst bij het besluitvormingsproces (en in dat kader interactieve instrumenten wil inzetten), kan de procedure van vaststelling worden uitgebreid met het horen van de betreffende raadscommissie c.q. een raadsvoorstel en raadsbesluit. Doorgaans zal dit vooral het geval zijn bij onderwerpen van strategische aard.

 

Hoe te besluiten tot het interactief oppakken van een beleidsonderwerp? Daarbij wordt het volgende stappenplan gebruikt.

 

Stappenplan

 

1. Voordragen onderwerpen waarvoor een interactieve benadering nodig of gewenst is:

Periodiek door de gemeenteraad: op twee vaste momenten per jaar:

-          bij het vaststellen van de raadsagenda

-          bij het vaststellen van de programmabegroting

Hierbij gaat het om gemeentebrede, kaderstellende onderwerpen.

 

Ad hoc door het college van burgemeester en wethouders of door de gemeenteraad:

-          steeds wanneer zich een onderwerp aandient dat “vraagt” om een interactieve aanpak.

Hierbij gaat het met name om uitvoering van beleid.

 

Aangezien interactieve beleidsprocessen enerzijds tijd en geld kosten, en anderzijds bij te vaak toepassen hun waarde en effect verliezen, moet het aantal interactieve beleidsprocessen gedoseerd worden.

 

2. Opstellen plan van aanpak

Op verzoek van het gemeentebestuur ontwikkelt het ambtelijk apparaat vervolgens een plan van aanpak. In dit plan van aanpak worden naast de inhoudelijke aspecten in ieder geval opgenomen:

-          uitkomst doorlopen checklist

-          uitkomst participatieladder

-          voorstel te gebruiken instrument(en)

 

3. Beslissen of onderwerp interactief opgepakt gaat worden

Het plan van aanpak wordt voorgelegd aan de voor het desbetreffende onderwerp  verantwoordelijke raadscommissie. Deze commissie becommentarieert, amendeert, en aanvaardt dit voorstel dan wel wijst het af.

 

4.Opstellen startnotitie

Na akkoord van de raadscommissie wordt een ambtelijke startnotitie opgesteld. Daarin staat de organisatie van het interactieve proces (deelnemers, mate van participatie, rolverdeling, te gebruiken instrument(en), tijdpad, benodigde financiële middelen, benodigde ambtelijke inzet communicatieparagraaf, eventuele tussentijdse rapportages, evaluatie).

 

2E. Uitvoering interactief  beleidsvormingsproces

 

Tijdens een interactief beleidsvormingsproces worden volgende spelregels gehanteerd::

 

-         Vermijd in de communicatie zoveel mogelijk technisch en ambtelijk jargon;

-         De gemeente geeft bij interactieve vormen waarin sprake is van schriftelijke reacties van deelnemers, ook altijd een schriftelijke terugkoppeling;

-         De wijze van schriftelijke berichtgeving door de gemeente is van tevoren kenbaar gemaakt en kan variëren van een brief en/of gemeentelijke advertentie en/of internet en/of ter inzage leggen en afhalen bij verschillende openbare gelegenheden in de gemeente;

-         Bij interactieve vormen waarbij verslagen worden gemaakt worden deze verslagen aan de deelnemers kenbaar gemaakt;

-         Bij interactieve vormen waarbij de reacties worden benut voor de besluitvorming in college en/of raad worden zowel de reacties van de deelnemers als het antwoord van de gemeente op die reacties herkenbaar aan het college en/of raad aangeboden, en herkenbaar afgewogen;

-         De deelnemers worden van de openbare besluiten van het college zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een week na het collegebesluit schriftelijk op de hoogte gesteld;

-         Bij interactieve processen waarbij het collegebesluit gevolgd wordt door behandeling van het voorstel in de raadscommissie en/of raad worden de deelnemers aan het interactieve proces daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte gesteld, in verband met mogelijke benutting van het spreekrecht in de raadscommissie;

-         Uitnodiging van deelnemers geschiedt minimaal twee weken van tevoren, en als het gaat om een bijeenkomst waarbij belanghebbenden stukken moeten bestuderen worden deze stukken ook twee weken van tevoren meegestuurd;

-         Verslagen van bijeenkomsten (indien is afgesproken dat die gemaakt worden) dienen uiterlijk drie weken na de bijeenkomst aan de deelnemers te zijn toegestuurd; deze krijgen twee weken de kans om te reageren op het verslag;

-         De voorzitter van de bijeenkomst stelt uiteindelijk het verslag vast;

-         Bij voorkeur wordt voor interactieve processen een geschikte locatie gezocht in de relevante omgeving van het betreffende beleidsvoornemen of project.

 

 

3. Model Interactieve Beleidsvorming

 

De diverse documenten m.b.t. interactieve beleidsvorming vormen bij elkaar

het Model Interactieve Beleidsvorming (MIB). De documenten worden voor een goede hanteerbaarheid gebundeld in een handzaam en leesbaar boekwerk, dat als handleiding en gebruiksaanwijzing voor bestuur en ambtelijk apparaat bij toekomstige interactieve beleidsvormingsprocessen gebruikt wordt. Voor de inwoners van en organisaties in Delft wordt in foldervorm een populaire versie ontwikkeld.  

 

Aan de nu beschikbare documenten wordt begin 2006 nog het interactieve instrumentarium, de gereedschapkist interactieve beleidsvorming, toegevoegd.

 

4. Communicatie

 

Het Model Interactieve Beleidsvorming moet niet alleen bekend zijn bij bestuur en ambtelijk apparaat, ook de inwoners van en organisaties in Delft moeten daar kennis van kunnen nemen. Voor bekendmaking van het Model Interactieve Beleidsvorming worden als communicatiemiddelen ingezet:

-         Stadskrant

-         gemeentewebsite

-         wijkwebs

-         folder

 

5. Voorstellen

 

Op basis van deze nota wordt voorgesteld:

  1. Kennis te nemen van de Leidraad Interactieve Beleidsvorming.
  2. De documenten Participatienota Interactieve Beleidsvorming, Inspraak- en Participatieverordening, Leidraad Interactieve Beleidsvorming en de nog in ontwikkeling zijnde Gereedschapkist Interactieve Beleidsvorming tot een boekwerk Interactieve Beleidsvorming te bundelen.
  3. Het Model Interactieve Beleidsvorming te gebruiken bij toekomstige interactieve beleidsprocessen.
  4. Voor de inwoners van en organisaties in Delft in foldervorm een populaire versie van het Model Interactieve Beleidsvorming te ontwikkelen.  
  5. Aan de gemeenteraad voorstellen om bij het vaststellen van de raadsagenda twee onderwerpen te selecteren die voor interactieve beleidsvorming in aanmerking komen.  

 

Delft, 24 oktober 2005

Rob van den Berg

 



[1] Bijvoorbeeld: openingstijden winkels / kroegen, omgang met openbare ruimte / ruimtelijke inrichting, ontwikkeling / update van een stadsvisie, parkeerbeleid.

[2] Op die 5-puntschaal staat 1 voor “in het geheel niet van toepassing” en 5 voor “volledig van toepassing”.