Stuk 18 I
535506 Delft,
11 januari 2005.
Onderwerp: Eerste
wijziging verordening onroerendezaakbelasting vanwege de
herwaardering
onroerende zaken 2005.
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
Bijgaand treft u aan de eerste wijziging op de
verordening onroerendezaakbelasting Delft 2005, zoals aangekondigd in het
raadsbesluit van 16 december 2005 tot vaststelling van de
belastingverordeningen 2005.
Zoals u zult weten, worden ter uitvoering van de
wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) alle onroerende zaken in de gemeente
Delft voor het komende waardetijdvak opnieuw gewaardeerd. De waarden die eind
februari zullen worden vastgesteld, zijn ‘de waarden in het economisch verkeer
per waardepeildatum 01-01-2003’.
Overigens heeft de wet WOZ per 1 januari 2005
enkele inhoudelijke wijzigingen ondergaan:
-
de waardebeschikking wordt tezamen met de aanslagen
gemeentelijke belastingen op 1 biljet afgedrukt
-
het tijdvak waarvoor de waarde geldt, wordt van 4
jaar verkort naar 2 jaar
-
de waardebepaling van onroerende zaken in aanbouw
is vereenvoudigd
-
kerken, waterbeheersingswerken en riool- en
afvalwaterwerken worden vrijgesteld
-
er geldt een aanpassingsdrempel voor de
vastgestelde waarde.
De waarden van woningen en die van niet-woningen
zijn in Delft in de periode 01-01-1999 tot 01-01-2003 gemiddeld gestegen
met 40,2 respectievelijk 9,1 procent.
Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat de tarieven
voor de onroerendezaakbelasting moeten worden herzien, om te waarborgen dat de
waardestijging niet leidt tot een navenante lastenstijging.
In dit voorstel worden ter vaststelling de tarieven
aangeboden, die berekend zijn op basis van de geprognosticeerde waarden per
peildatum 01-01-2003 van alle onroerende zaken in Delft. In de toelichting bij
het besluit wordt de berekening nader becommentarieerd.
Om zeker te stellen dat eind februari 2005 op basis
van aangepaste tarieven onroerendezaakbelasting kan worden geheven, stellen wij
u voor:
- vast te stellen de eerste wijziging
van de verordening onroerendezaakbelasting 2005, inclusief de bijbehorende
toelichting waarin het tijdvakpercentage wordt vastgesteld.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Delft,
mr.drs. G.A.A. Verkerk , burgemeester.
mr.drs. H.G.L.M. Camps ,secretaris.
De raad van de gemeente Delft;
gelezen
het voorstel van het College van 11 januari 2005;
gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet,
alsmede op het besluit tot vaststelling van de verordening onroerendezaakbelastingen
Delft 2005 van 16 december 2004;
b e s l u i t :
vast te stellen de eerste wijziging van de:
Verordening op de
heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen 2005.
(Verordening onroerendezaakbelastingen Delft 2005).
De tarieventabel komt als volgt te luiden:
“TARIEVENTABEL ONROERENDEZAAKBELASTINGEN DELFT 2005
Hoofdstuk
1
1 |
Het tarief bedraagt ter
zake van: |
|
|
1.1 |
de gebruikersbelasting
voor elke volle € 2.268,-- van de heffingsmaatstaf |
|
|
1.1.1 |
voor onroerende zaken
die in hoofdzaak tot woning dienen |
€ |
2,14; |
1.1.2 |
voor onroerende zaken
die niet in hoofdzaak tot woning dienen |
€ |
3,80; |
1.2 |
de eigenarenbelasting
voor elke volle € 2.268,-- van de heffingsmaatstaf |
|
|
1.2.1 |
voor onroerende zaken
die in hoofdzaak tot woning dienen |
€ |
2,67; |
1.2.2 |
voor onroerende zaken
die niet in hoofdzaak tot woning dienen |
€ |
4,74. |
Behoort bij en maakt deel uit van het raadsbesluit
van 16 december 2004 tot vaststelling van de verordening
onroerendezaakbelastingen Delft 2005.”
1. Deze wijziging treedt in werking met ingang van de
eerste dag na die van bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2005.
Aldus
vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 januari 2005.
,burgemeester.
,griffier.
TOELICHTING OP DE EERSTE WIJZIGING VAN DE
VERORDENING ONROERENDEZAAKBELASTINGEN
DELFT 2005
In het besluit tot vaststelling van de
belastingverordeningen 2005 (stuk 194, nummer 464445) is reeds aangekondigd,
dat zo spoedig mogelijk na het bekend worden van de kengetallen van de
herwaardering 2005 een herziening van de tarieven onroerendezaakbelasting (ozb)
nodig zou zijn. In dit wijzigingsbesluit vindt die herziening plaats.
Op 31-12-2004 is het taxatiewerk van alle
onroerende zaken in Delft in het kader van de herwaardering 2005 voor 95%
gereed; slechts delen van de binnenstad dienen nog te worden getaxeerd. De tarieven
ozb zijn bij de herberekening gecorrigeerd voor de getaxeerde waardestijgingen
van 40,2% respectievelijk 9,1%. Hierbij is rekening gehouden met een foutenmarge
in de taxatie.
TARIEVEN
Uitgangspunten
Bij de bepaling van de OZB-tarieven wordt een
aantal uitgangspunten gehanteerd. In de eerste plaats hebben wij als
uitgangspunt gehanteerd dat de lasten voor de burger gemiddeld genomen gelijk
dienen te blijven. Dit betekent dat een waardestijging van het onroerend goed
gecompenseerd wordt door een navenante daling van het te betalen tarief. Omdat
de opbrengst het resultaat is van de vermenigvuldiging van waarde en tarief,
betekent dit dat de te verwachten opbrengst voor en na de herwaarderingsoperatie,
voor de gemeente automatisch ook gelijk blijft.
Het tweede uitgangspunt is het gelijk houden van de
verhouding tussen de tarieven het eigenarendeel en het gebruikersdeel van de
OZB. Deze verhouding is gesteld op het wettelijk maximum van 125:100.
Tariefdifferentiatie woningen/niet-woningen
Het tarief van de belasting voor niet-woningen kan
binnen een bepaalde marge op een ander bedrag worden vastgesteld dan het tarief
voor woningen. In 2001 is voor het eerst gebruik gemaakt van deze mogelijkheid.
Deze tariefdifferentiatie heeft als doel het voorkomen van een
lastendrukverzwaring voor de eigenaren-gebruikers van woningen als gevolg van
een hogere waardeontwikkeling van woningen ten opzichte van niet-woningen.
Ook uit de waardebepalingen naar de nieuwe
waardepeildatum blijkt dat de waarden van woningen gemiddeld weer meer zijn
gestegen dan de waarde van niet-woningen. Derhalve zal het verschil in
tarifering toe moeten nemen.
De mate waarin tariefdifferentiatie kan worden
toegepast, is afhankelijk van de feitelijke waardeontwikkeling van woningen en
niet-woningen. De grens van de tariefdifferentiatie wordt bepaald door het
zogenaamde tijdvakpercentage. Dit
wordt berekend door de waardestijging van woningen te delen door de
waardestijging van niet-woningen en deze uitkomst te vermenigvuldigen met de
tariefdifferentiatie van het huidige tijdvak (zoals berekend in december 2000).
De marge waarbinnen het tarief voor niet-woningen
mag afwijken van dat voor woningen wordt voor een tijdvak begrensd door
enerzijds het percentage ter zake van het kalenderjaar 2000 en anderzijds het
tijdvakpercentage verhoogd met tien procentpunten (de wet biedt de gemeente de
mogelijkheid om de marge voor tariefdifferentiatie te verhogen met maximaal 10
procentpunten).
Tijdvakpercentage
Delft
De berekening van het tijdvakpercentage is als
volgt:
Tijdvakpercentage = tijdvakpercentage 2001-2004 x C
D
waarbij
C = de waarde-index woningen, zijnde de verhouding
tussen de totale geraamde waarde van woningen ter zake van het kalenderjaar
2005 (gebaseerd op peiljaar 2003), en de totale vastgestelde waarde van
woningen ter zake van het kalenderjaar 2004 (gebaseerd op peiljaar 1999);
D = de waarde index niet-woningen, zijnde de
verhouding tussen de totale geraamde waarde van niet-woningen ter zake van het
kalenderjaar 2005 (gebaseerd op peiljaar 2003), en de totale
vastgestelde waarde van niet-woningen ter zake van het kalenderjaar 2004 (gebaseerd
op peiljaar 1999);
C: € 7.196.280.505
= 1,475
€ 4.877.344.095
D: € 1.956.106.150
= 1,147
€
1.703.951.245
Het tijdvakpercentage voor het vorige tijdvak was
149%, zodat het nieuwe tijdvakpercentage uitkomt op:
149% x 1,475 = 191,608
1,147
Dit beteken dat de tariefdifferentiatie tussen
woningen en niet-woningen in de periode 2005-2007 niet meer mag bedragen dan
191%.
De voorgestelde tarieven leiden tot een
differentiatie van 177,5%. Het is logisch dat deze lager is dan de maximaal
toegestane differentiatie omdat ook voor de herwaardering de tariefsdifferentiatie
onder het maximum lag. De differentiatie bedroeg toen ongeveer 138%.
Voor het berekenen van het nieuwe tarief moet eerst
de gemiddelde waardestijging tussen 1999 en 2003 berekend worden. De
tijdvakberekening hierboven biedt daarvoor een goede basis. Lukraak de totale
waarde in 2005 en 1999 op elkaar delen is onzorgvuldig. Immers, in de loop der
tijd verandert de woning- en niet-woningvoorraad, bijvoorbeeld door sloop,
nieuw- of verbouw. Dit geeft een bepaalde verandering, die los staat van de
feitelijke waardeontwikkeling. Tussen twee taxaties in wordt deze voorraadverandering
verwerkt door een verdwenen pand te verwijderen of een nieuw pand toe te voegen
volgens de waarde die het bij de vorige taxatieronde in 1999 gehad zou
hebben. De totale vastgestelde waarde ter zake van het kalenderjaar 2004 geeft
dus de waarde van het actuele voorraad tegen het waardepeil van 1999.
De deling die hierboven wordt toegepast geeft dus
een goede basis voor de gemiddelde waardestijging in genoemde periode.
Voor het berekenen van de werkelijke prijsstijging
dient de getaxeerde totaalwaarde nog een correctie te ondergaan. Hoewel er bij
de uitvoering van de hertaxatie naar wordt gestreefd alle waarden op een zo
juist mogelijk niveau te stellen, dient bij het vaststellen van de tarieven
namelijk rekening te worden gehouden met negatieve effecten van
waardeverminderingen naar aanleiding van toegekende bezwaar- en
beroepschriften. Op basis van vorige herwaarderingen is in het rekenmodel
rekening gehouden met een vermindering van 5% op de nieuwe waarden als gevolg
van toegekende bezwaar- en beroepschriften. De waarde waarmee gerekend wordt is
dus 5% lager.
Dit levert een gemiddelde waardestijging op van
40,2% voor de categorie woningen en 9,1% voor de categorie niet-woningen (zie
bijlage 1).
Nu de gemiddelde waardestijging bekend is, kan het
tarief berekend worden. Aangezien de waardestijging gecompenseerd moet worden
door een lager tarief, betekent dit dat het nieuwe tarief gelijk is aan het
oude tarief gedeeld door de gemiddelde waardestijging.
Voor het tarief van eigenaren van woningen betekent
dit het volgende: het tarief van 2004 vermeerderd met 0,8% levert het “oude”
tarief voor 2005 voor herwaardering: 5,17 euro. De gemiddelde waardestijging is
40,2%. Het nieuwe tarief is dan 5,17 euro gedeeld door 1,402, is, 2,675 euro.
De andere tarieven worden op identieke wijze
berekend en vervolgens afgerond.
Wel moeten hierbij de tarieven eigendom en gebruik
dienen te voldoen aan de maximaal toegestane wettelijke verhouding van 125:100.
Het tarief OZB eigenarendeel woningen is daarom naar beneden afgerond in plaats
van naar boven afgerond.
Het bovenstaande leidt uiteindelijk tot de tarieven
zoals in de tarieventabel genoemd.