Stuk 21 I 

537522                                                                                                           Delft, 11 januari 2005.

 

 

Onderwerp:       Verordening hoorcommissie artikel 23 WRO.

 

Aan de gemeenteraad

 

Geachte dames en heren,

 

In het kader van het verlichten van de werkdruk voor de commissie Duurzaamheid, is reeds eerder besloten tot instelling van een aparte commissie voor het horen van indieners van zienswijzen van bestemmingsplannen. De kern is dat deze commissie uit een geringer aantal leden kan bestaan dan de commissie Duurzaamheid. Wel moeten de leden lid zijn van de commissie Duurzaamheid.

 

Onderstaande verordening regelt dat een klein comité vanuit de gemeenteraad indieners van zienswijzen kan horen conform art. 23 lid 1 onderdeel d WRO.

 

Gelezen het  bovenstaande stellen wij u voor, gelet op het bepaalde in artikel 82 van de Gemeentewet en in overeenstemming met het advies van de commissie Middelen & Bestuur, onderstaande conceptverordening regelende de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de Commissie van het horen als bedoeld in artikel 23 lid 1 onderdel d van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) [Verordening hoorcommissie artikel 23 WRO], vast te stellen.

 

Verordening regelende de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de

Commissie voor het horen als bedoeld in artikel 23 lid 1 onderdeel d van de Wet op de

Ruimtelijke Ordening (WRO) [citeertitel: Verordening hoorcommissie artikel

23 WRO]

 

Artikel 1 Taak

1. De “hoorcommissie artikel 23 WRO” is een adviescommissie van de raad.

2. De taak van deze commissie betreft het horen van indieners van zienswijzen naar aanleiding van artikel 23 WRO en hiervan verslag uitbrengen aan de raad.

 

Artikel 2 Lidmaatschap, voorzitterschap

1. De commissie bestaat uit tenminste vijf leden en ten hoogste uit elf leden en eveneens even zo vele plaatsvervangende leden.

2. De commissieleden en plaatsvervangende commissieleden worden benoemd door de raad uit de leden en plaatsvervangend leden van de commissie Duurzaamheid.

3. De voorzitter van de commissie Duurzaamheid fungeert als voorzitter van de hoorcommissie artikel 23 WRO. De leden kiezen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter.

4. Bij afwezigheid van de voorzitter en diens plaatsvervanger wijzen de aanwezige leden van de commissie uit hun midden een voorzitter aan.

5. De voorzitter en de leden hebben zitting tot de datum waarop de zittingsperiode van de raad afloopt.

6. Het lidmaatschap eindigt tussentijds zodra men ophoudt lid te zijn van de commissie Duurzaamheid c.q. de raad.

 

Artikel 3 Voorzitter

1. De voorzitter is bevoegd zonodig leden van het college van burgemeester en wethouders, andere deskundigen of belanghebbenden voor het verstrekken van inlichtingen uit te nodigen.

2. De voorzitter stelt degene die een zienswijze heeft ingediend als bedoeld in artikel 1 schriftelijk in de gelegenheid zich persoonlijk of bij gemachtigde te doen horen in de vergadering van de commissie waarin de zienswijze wordt behandeld.

 

Artikel 4 Secretariaat

Het secretariaat van de commissie wordt vervuld door de griffie.

 

Artikel 5 Vergaderingen

1. De commissie vergadert zo spoedig mogelijk na afloop van de termijn van ter inzage legging.

2. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

3. De vergaderingen worden door de voorzitter belegd. Hij zorgt dat elk lid en indieners, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste 10 dagen vóór de vergadering wordt opgeroepen.

4. De voorzitter is verantwoordelijk voor de orde van de vergadering en kan maatregelen nemen om deze ordelijk te laten verlopen

5. Van de vergaderingen wordt een verslag gemaakt.

 

Artikel 6 Quorum

1. Het horen geschiedt door de voorzitter en minimaal de helft van het aantal leden.

2. Indien het vereiste aantal leden niet is opgekomen, kan de voorzitter bepalen dat de vergadering toch doorgang vindt indien de indieners van zienswijzen die ter vergadering zijn verschenen daarmee kunnen instemmen.

3. Indien de zitting in verband met het ontbreken van het vereiste aantal leden geen doorgang vindt en lid 2 niet is toegepast, dan schrijft de voorzitter binnen een week een nieuwe vergadering uit.

 

Artikel 7 In behandeling nemen stukken

Een zienswijze als bedoeld in artikel 1, wordt door het college zo spoedig mogelijk na afloop van de termijn van ter inzage legging in handen van de hoorcommissie gesteld.

 

Artikel 8 Horen

De commissie gaat over tot het horen indien op grond van het bepaalde in artikel 23 lid 1 onderdeel d van de WRO zienswijzen naar voren zijn gebracht tegen het ontwerp van een bestemmingsplan.

 

Artikel 9 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de voorzitter.

 

Artikel 10 Verordening op de raadscommissies 2002

Artikel 2 lid 2 van de Verordening op de raadscommissies 2002 wordt als volgt gewijzigd:

Na ‘ ruimtelijke ordening, ‘ wordt toegevoegd de zinsnede: ‘ met uitzondering van het horen van indieners van zienswijzen als bedoeld in artikel 23, lid 1 onderdeel d van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ‘.

 

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening hoorcommissie artikel 23 WRO”.

 

 

Hoogachtend,

 N.A.J.M. van Doeveren                     ,voorzitter

                                                   

Y. van Delft                                         ,griffier.

 

 


 

Stuk 21 II           

537522                                                                           

 

 

De raad der gemeente delft,

 

gelezen het voorstel d.d. 11 januari 2005;

 

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende verordening:

 

Verordening regelende de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de

Commissie voor het horen als bedoeld in artikel 23 lid 1 onderdeel d van de Wet op de

Ruimtelijke Ordening (WRO) [citeertitel: Verordening hoorcommissie artikel

23 WRO]

 

Artikel 1 Taak

1.       De “hoorcommissie artikel 23 WRO” is een adviescommissie van de raad.

2.       De taak van deze commissie betreft het horen van indieners van zienswijzen naar aanleiding van artikel 23 WRO en hiervan verslag uitbrengen aan de raad.

 

Artikel 2 Lidmaatschap, voorzitterschap

1.       De commissie bestaat uit tenminste vijf leden en ten hoogste uit elf leden en eveneens even zo vele plaatsvervangende leden.

2.       De commissieleden en plaatsvervangende commissieleden worden benoemd door de raad uit de leden en plaatsvervangend leden van de commissie Duurzaamheid.

3.       De voorzitter van de commissie Duurzaamheid fungeert als voorzitter van de hoorcommissie artikel 23 WRO. De leden kiezen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter.

4.       Bij afwezigheid van de voorzitter en diens plaatsvervanger wijzen de aanwezige leden van de commissie uit hun midden een voorzitter aan.

5.       De voorzitter en de leden hebben zitting tot de datum waarop de zittingsperiode van de raad afloopt.

6.       Het lidmaatschap eindigt tussentijds zodra men ophoudt lid te zijn van de commissie Duurzaamheid c.q. de raad.

 

Artikel 3 Voorzitter

1.       De voorzitter is bevoegd zonodig leden van het college van burgemeester en wethouders, andere deskundigen of belanghebbenden voor het verstrekken van inlichtingen uit te nodigen.

2.       De voorzitter stelt degene die een zienswijze heeft ingediend als bedoeld in artikel 1 schriftelijk in de gelegenheid zich persoonlijk of bij gemachtigde te doen horen in de vergadering van de commissie waarin de zienswijze wordt behandeld.

 

Artikel 4 Secretariaat

Het secretariaat van de commissie wordt vervuld door de griffie.

 

Artikel 5 Vergaderingen

1.       De commissie vergadert zo spoedig mogelijk na afloop van de termijn van ter inzage legging.

2.       De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

3.       De vergaderingen worden door de voorzitter belegd. Hij zorgt dat elk lid en indieners, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste 10 dagen vóór de vergadering wordt opgeroepen.

4.       De voorzitter is verantwoordelijk voor de orde van de vergadering en kan maatregelen nemen om deze ordelijk te laten verlopen

5.       Van de vergaderingen wordt een verslag gemaakt.

 

Artikel 6 Quorum

1.       Het horen geschiedt door de voorzitter en minimaal de helft van het aantal leden.

2.       Indien het vereiste aantal leden niet is opgekomen, kan de voorzitter bepalen dat de vergadering toch doorgang vindt indien de indieners van zienswijzen die ter vergadering zijn verschenen daarmee kunnen instemmen.

3.       Indien de zitting in verband met het ontbreken van het vereiste aantal leden geen doorgang vindt en lid 2 niet is toegepast, dan schrijft de voorzitter binnen een week een nieuwe vergadering uit.

 

Artikel 7 In behandeling nemen stukken

Een zienswijze als bedoeld in artikel 1, wordt door het college zo spoedig mogelijk na afloop van de termijn van ter inzage legging in handen van de hoorcommissie gesteld.

 

Artikel 8 Horen

De commissie gaat over tot het horen indien op grond van het bepaalde in artikel 23 lid 1 onderdeel d van de WRO zienswijzen naar voren zijn gebracht tegen het ontwerp van een bestemmingsplan.

 

Artikel 9 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de voorzitter.

 

Artikel 10 Verordening op de raadscommissies 2002

Artikel 2 lid 2 van de Verordening op de raadscommissies 2002 wordt als volgt gewijzigd:

Na ‘ ruimtelijke ordening, ‘ wordt toegevoegd de zinsnede: ‘ met uitzondering van het horen van indieners van zienswijzen als bedoeld in artikel 23, lid 1 onderdeel d van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ‘.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening hoorcommissie artikel 23 WRO”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van 27 januari 2005.

 

 

 

                                                          ,burgemeester,

 

                                                     

 

                                                          ,griffier.