Stuk  25 I

481544                                                                                    Delft, 7 februari 2005.

 

Onderwerp: Verordening Gemeentegaranties Geldleningen 2004

 

Aan de gemeenteraad,

 

Geachte dames en heren,

 

Voor u ligt een nieuwe verordening voor het verstrekken van gemeentegaranties. De laatste nota dateert uit april 1992. Het garantiebeleid is tussentijds aangepast in verband met garantieverlening kinderopvang. In de afgelopen jaren is de organisatie ingrijpend gewijzigd (NEON); ook zijn de wettelijke kaders inmiddels aangescherpt. Alle reden om het garantiebeleid zowel inhoudelijk als in de te volgen procedures nog eens te herijken. De doelstelling van deze verordening is:

o          Inspelen op de jongste maatschappelijke ontwikkelingen;

o          Meer transparantie en eenduidigheid over garantieverstrekkingen bewerkstelligen;

o          Een scherper geformuleerd acceptatie-/toetsingsbeleid  binnen de gemeentelijke organisatie incorporeren;

o          Een actievere bewaking (en daardoor ook) verbetering van de risicopositie van de garantieportefeuille toe gaat passen;

o          Voor de betreffende vakteams standaardisatie van procedures op het gebied van acceptatie, (financiële) toetsing en periodieke beoordeling invoeren.

 

In grote lijnen wordt een bestendige gedragslijn gevolgd. Dit houdt in, dat geen rigoureuze afwijkingen op de bestaande nota “Garanties in Context” uit 1992 worden voorgesteld. Het accent van deze nota ligt op het gebied van uitkristalliseren van de acceptatie, risicobeheersing en toetsing.

 

Met een deze verordening wordt aan de formele vereisten van de wet voldaan en worden alle garanties die de gemeente verstrekt rechtmatig verleend. De Algemene wet bestuursrecht bevat een groot aantal bepalingen. In de gemeentelijke verordening worden bepalingen aangevuld.

 

Met invoering van de nieuwe voorwaarden, richtlijnen en bepalingen uit deze nota zijn wij van mening dat naast het feit het garantiebeleid van de gemeente Delft concreet, transparant en toetsbaar wordt, ook een vooraf gedefinieerde sluitende stelsel wordt geïntroduceerd. Voorts wordt door invoering van deze nota aansluiting gezocht met de gehanteerde beoordelings- en toetsingscriteria in het professionele veld.

 

Wij stellen u voor, onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie middelen en bestuur, in te stemmen met deze verordening.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft;

 

mr. drs. G.A.A. Verkerk             ,burgemeester.

 

mr. drs. H.G.L.M. Camps          ,secretaris.

Stuk 25 II

481544

 

 

De raad der gemeente Delft;

 

gelezen het voorstel van het college van 7 februari 2005;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; de Algemene subsidieverordening gemeente Delft 2002, de Wet FiDO en de artikelen 7:850 tot en met 7:870 uit het BW.

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de volgende Verordening Gemeentegaranties Geldleningen 2004

 

Begripsomschrijvingen

 

Artikel 1

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

garantie:                een financieringsinstrument, waarbij de gemeente zich tegenover een geldverstrekker verplicht in te staan voor de betalingsverplichtingen van een derde, waardoor deze geldverstrekker bereid is een lening te verstrekken of om een lening tegen gunstiger condities te verstrekken;

geldnemer:            een rechtspersoon naar burgerlijk recht ten behoeve waarvan de gemeente een borgstelling heeft verstrekt ten aanzien van de betaling van rente en aflossing indien deze in gebreke is;

geldverstrekker:      een bancaire instelling die aan een geldnemer een lening heeft verstrekt waarvan de gemeente de betaling van rente en aflossing waarborgt;

aanvrager(s):          een geldnemer die de gemeente verzoekt om borg te staan voor de betaling van rente en aflossing die de geldnemer aan geldverstrekker verschuldigd is;

de wet:                  de Algemene wet bestuursrecht;

 

Reikwijdte van het gemeentelijk garantiebeleid

 

Artikel 2. De criteria voor de garantieverstrekking

Om in aanmerking te komen voor garantieverstrekking moet aan de volgende hoofdvoorwaarden worden voldaan:

 

1.       de activiteiten waarvoor garantie gevraagd dienen een gemeentelijk publiek belang;

2.       er kan geen financiering op de markt kan worden verkregen en gemeentegarantie is strikt noodzakelijk

3.       de geldnemer is structureel in staat de verschuldigde rente en aflossing te dragen

4.       voor garantie komen alleen onroerende zaken in aanmerking. Overige bestedingsdoelen zijn uitgesloten.

5.       de betrokken maatschappelijke instelling wordt goed bestuurd;

6.       het risico, in verhouding tot de draagkracht van het voor het beleidsproduct beschikbare budget is aanvaardbaar.

 

Artikel 3. Eisen aan de garantie

1.         Indien de gemeente Delft een garantie verstrekt, strekt deze alleen tot zekerstelling aan de
geldverstrekker van de betaling van rente en aflossing indien een geldnemer in gebreke is
gebleven;

2.         In een garantie wordt geen afstand gedaan van de voorrechten die wettelijk aan een borg
toekomen;

3.         In een garantie worden geen bedingen opgenomen die de aansprakelijkheid van
de gemeente verhogen of uitbreiden boven of naast de betaling van rente en aflossing;

4.         Indien de gemeente krachtens een garantie een betaling heeft verricht in de plaats van een
in gebreke gebleven geldnemer, is de regresvordering in een eventueel faillissement van de
geldnemer bevoorrecht op eventuele andere vorderingen die een geldverstrekker op de
geldnemer heeft.

 

Bevoegdheden m.b.t. de garantieverlening


Artikel 4. Beslissingsbevoegdheid

1.          Het college is bevoegd te besluiten omtrent het verlenen, weigeren, vaststellen van garantie

2.          Het college kan nadere regels stellen omtrent de wijze van aanvragen van de garantie, de aanvraagtermijn, de gegevens die bij de aanvraag moeten worden overgelegd en de beslistermijnen, voor zover deze niet zijn geregeld.

 

Artikel 5. Beslissingstermijnen

1.          Het college beslist op een aanvraag voor een gemeentegarantie binnen acht weken na de ontvangst van de aanvraag;

2.          Het college kan een beslissing op een aanvraag voor een gemeentegarantie voor de duur van maximaal vier weken verdagen;

3.          Het college deelt een besluit tot verdaging schriftelijk mee aan de begunstigde, onder vermelding van de reden, en geeft daarbij aan de termijn waarbinnen de beslissing tegemoet kan worden gezien.

 

Artikel 6. Weigering van garantie

Het college kan de garantieverlening onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 Awb garantie weigeren, indien:

1.         de garantieverstrekking niet past binnen door de gemeente vastgesteld beleid;

2.         niet voldaan wordt aan de voorwaarden en criteria voor garantieverstrekking die bij of krachtens verordening of beleidsregel zijn vastgesteld;

3.         redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat de doelstellingen die met gemeentegarantieverlening beoogd zijn, zullen worden bereikt;

4.         de aanvrager ook zonder de garantieverstrekking over voldoende gelden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden;

5.         de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt.

 

 

 Artikel 7. Intrekking verstrekte garanties

Een verleende garantie kan onverminderd het bepaalde in art. 4:48 Awb, eerste lid, onderdelen b t/m d worden ingetrokken:

1.          indien de overeenkomst van geldlening, waarop de garantie betrekking heeft, niet binnen drie maanden na verzending van het betreffende besluit tot stand komt en de hoofdsom volgens het overeengekomen stortings- en aflossingsschema aan de geldnemer ter beschikking wordt gesteld;

2.          indien door toedoen of nalaten van de geldnemer het risico dat voor de gemeente uit de
verstrekte garantie voortvloeit significant wordt gewijzigd.

 

Indiening aanvragen tot verlening van garanties


Artikel 8. Tijdstip van aanvragen

Een aanvraag om gemeentegarantie als bedoeld in artikel 1. dient tenminste drie maanden voor het tijdstip waarop een geldlening wordt opgenomen, te worden ingediend. Het college kan in bijzondere gevallen een kortere termijn toestaan

 

Artikel 9. Verplichting tot gegevensverstrekking 

1.          Bij een aanvraag tot het verlenen van een gemeentegarantie worden overgelegd:

a.    alle bescheiden en gegevens “zoals aangeven en verlangd op de “aanvraagformulier”;

b.    een onderbouwing van de financieringsbehoefte;

c.    een drietal offertes van geldverstrekkers indien de hoofdsom van de af te sluiten lening
meer zal bedragen dan € 50.000 of een offerte van één geldverstrekker indien de
hoofdsom van de af te sluiten lening niet meer dan € 50.000 zal bedragen.
Indien de aanvrager er niet in slaagt voldoende offertes van geldverstrekkers te overleggen
kan in plaats van een offerte ook de schriftelijke verklaring van een of meer
geldverstrekkers worden overgelegd waaruit blijkt dat deze(n) niet bereid is c.q. zijn een
lening aan de aanvrager te verstrekken.

2.          Indien de aanvraag betrekking heeft op het beleidsveld sport dient deze vergezeld te gaan van een verklaring van de Stichting Waarborgfonds Sport dat deze instelling bereid is de helftvan het risico dat aan de lening is verbonden, te dragen.

 

Verplichtingen garantieontvanger

 

Artikel 10. Informatieplicht 

1.          De garantieontvanger doet tijdig opgave van een wezenlijke wijziging van de gegevens die bij de aanvraag om garantie zijn overgelegd.

2.          De garantieontvanger is verplicht alle informatie te verschaffen en medewerking te verlenen aan
onderzoeken die door het college nodig worden geacht en die relevant zijn voor de garantieverstrekking.

 

Overgangs- en slotbepalingen

 

Artikel 11. Afwijkingen van criteria en eisen

 Van de in artikelen 2 en 3 bepaalde criteria voor garantieverlening en daaraan gestelde eisen kan bij uitzondering door het college worden afgeweken. Afwijkingen worden schriftelijk gemotiveerd en ter kennis gebracht van de raad.

 

Artikel 12. Overgangsbepalingen

 Op garanties die reeds zijn verleend of vastgesteld voordat deze verordening in werking treedt is deze verordening niet van toepassing.

 

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel

1.          Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2005.

2.          Deze verordening wordt aangehaald als: verordening Gemeentegaranties Geldleningen.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 februari 2005.

 

 

mr. drs. G.A.A. Verkerk             ,burgemeester.

 

 

drs. Y. van Delft                        ,griffier.

 

 

Toelichting

 

Algemeen

Deze garantieverordening is een uitvloeisel van de herijking van het gemeentelijk garantiebeleid zoals beschreven in de nota “Gemeentegaranties: alleen als het noodzakelijk is”.

 

Garanties vallen onder het subsidiebegrip ex art. 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht derde tranche, in werking getreden op 1 januari 1998. Deze definitie vereist niet dat er sprake moet zijn van een geldstroom. Dit artikel definieert subsidie als "een aanspraak op financiële middelen". Het is dus voldoende dat er een geldstroom kan ontstaan ook al is dit afhankelijk van een voorwaarde (i.c. het niet, niet geheel of niet tijdig betalen door de debiteur). Bij de herziening van het gemeentelijk garantiebeleid moet dus ook rekening worden gehouden met titel 4.2 van de Awb.

 

Ingevolge art. 4:23 Awb moet aan het verstrekken van een gemeentegarantie een verordening ten grondslag liggen. Maar daarnaast geldt ook dat de Algemene subsidieverordening gemeente Delft 2002 van toepassing is. In art. 3 van die verordening wordt bepaald dat op grond van deze verordening subsidies kunnen worden verstrekt voor activiteiten op een aantal genoemde beleidsterreinen en, zo luidt de laatste zinsnede, voor activiteiten op andere beleidsterreinen waarmee een gemeentelijk belang gediend is. Gemeentegarantie voor geldleningen wordt niet expliciet genoemd maar kan gebracht worden onder ‘activiteiten op andere beleidsterreinen’.

 

In de garantieverordening is bepaald onder welke condities de gemeente gemeentegarantie kan verstrekken. Daarmee wordt bereikt dat garantieverstrekkingen op de verschillende beleidsterreinen een wettelijke grondslag hebben en daarmee voldaan is aan de bepaling hierover in de Awb. Deze verordening geldt alleen voor instellingen en niet voor individuen.

 

Deze verordening is opgezet overeenkomstig de algemene gemeentelijke subsidieverordening. Er is voor gekozen de artikelen van de Awb niet integraal in deze verordening op te nemen. Dat betekent wel dat degenen die zich bezighouden met garantieverstrekking naast deze verordening ook de (ingewikkelde) regels uit de Awb moeten kennen en toepassen.

 

In aanvulling op de vereisten van de Awb dient gemeentelijke garantieverlening te voldoen aan de wet FiDO. Het verstrekken van leningen moet passen in de publieke taak van de gemeente. Ook voor gemeentegaranties geldt het criterium "publiek belang". De wetgever laat het in eerste aanleg aan het gemeentebestuur over om het begrip "publiek belang" in te vullen. Ook zal er bij garantieverlening voor gewaakt moeten worden, dat er sprake is van de naar Europese regelgeving verboden staatssteun i.v.m. concurrentievervalsing

 

Toelichting per artikel

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De gemeentegaranties volgens deze verordening zijn een financieringsinstrument, waarbij de gemeente zich tegenover een geldverstrekker (meestal een bank) verplicht in te staan voor de betalingsverplichtingen van een derde, waardoor deze geldverstrekker bereid is een lening te verstrekken of om een lening tegen gunstiger condities te verstrekken.

 

Gemeentegaranties hebben betrekking op door derden (maatschappelijke instellingen) aangetrokken gelden, die zij zonder gemeentegarantie niet zouden kunnen verkrijgen.

 

Gemeentegaranties zijn een vorm van financiële steunverlening. Andere vormen zijn bijv. subsidieverlening, deelnemingen e.d. Ook zijn gemeentelijke garanties denkbaar in de vorm van projectgaranties of exploitatiegaranties. Deze vormen van garanties zijn evenwel geen onderdeel van de gemeentelijke bancaire functie.

 

Artikel 2 De criteria voor de garantieverstrekking

Een garantie wordt slechts verstrekt voor zover is gebleken dat het verstrekken van de garantie een noodzakelijke interventie van de gemeente is ten behoeve van het realiseren van de financiering van een activiteit of een object die c.q. dat (mede) dienstbaar is aan het realiseren van een actuele gemeentelijke beleidsdoelstelling.

 

Geen garantie wordt verstrekt ten behoeve van een aanvrager die volgens de statutaire doelstellingen werkzaam is op een beleidsterrein dat niet overwegend tot de bestuurszorg van de gemeente wordt gerekend. De aanvrager of een aan de aanvrager gelieerde rechtspersoon ontplooit geen commerciële activiteiten en heeft geen winstoogmerk. Uitgangspunt is ook, dat er geen instelling of andere overheidsorganisatie is, die tot taak heeft ten behoeve van de aanvrager of ten behoeve van de financiering van de activiteit c.q. het object zekerheden te verschaffen;

 

Geen garantie wordt verstrekt op een reeds verstrekte lening of ingeval de aanvrager reeds een overeenkomst heeft gesloten met een geldverstrekker tot het verkrijgen van een geldlening. Uit verklaringen van tenminste twee van elkaar onafhankelijke bancaire instellingen moet blijken dat zij niet bereid zijn zonder gemeentelijke garantie een geldlening te verstrekken, ook niet op basis van een onderpand dat de geldnemer als zekerheid zou kunnen verstrekken.

 

De financieringsattitude van de gemeente Delft is risicomijdend. Gegeven de wettelijke kaders is de gemeente slechts in uitzonderlijke gevallen bereid een garantie voor de betalingsverplichtingen van een lening jegens een geldgever af te geven.

 

Om in aanmerking te komen voor garantieverstrekking moet aan de volgende specifieke voorwaarden worden voldaan:

 

1.       De aanvraag moet passen binnen het kader van Publiek Gemeentelijk Belang:

o      Publiek belang valt specifiek onder de bestuurszorg van de gemeente Delft

o      Bekostiging en financiering van de entiteit die garantie aanvraagt valt niet onder de zorg of plicht van een andere (overheids)instelling of entiteit, en maakt hiervan geen deel uit

o      De entiteit maakt dan geen deel uit van een holding, of groepsstructuur, of andere entiteit c.q. instelling, waardoor vervaging van “grenzen”, “taak”, “opdracht”en “vermogen” plaatsvindt.

o      De aanvrager vormt geen (bestuurlijke) alliantie of partnership met een andere publieke of privaatrechtelijke onderneming en staat niet garant, in welke vorm dan ook, voor natuurlijke personen en of privaat / publiekrechtelijke ondernemingen

 

Door de aanwezigheid van het sectorale waarborgfonds voor woningbouw, hoeft geen aanvullende garantie te worden verleend voor deze sector

o      Voor andere sectoren waar een waarborgfonds actief is (zoals kinderopvang en sport), dienen deze fondsen eerst te worden aangesproken

o      Privaatrechtelijke ondernemingen en particulieren komen niet in aanmerking voor garantieverstrekking, tenzij de aandelen van de privaatrechtelijke onderneming voor het merendeel in handen zijn van de gemeente Delft en/of anderszins sprake is van Publiek Gemeentelijk Belang. Wat tot uitdrukking komt in het gemeentelijk beleid c.q. de gemeentebegroting.

o      Particulieren komen niet in aanmerking voor garantieverstrekking,

 

2.       De aanvrager moet aantonen dat geen financiering op de markt kan worden verkregen en dat gemeentegarantie strikt noodzakelijk is;

 

3.       De geldnemer is structureel in staat de verschuldigde rente en aflossing te dragen De terugbetalingscapaciteit van de aanvraag worden bepaald op basis van objectieve criteria:

o     De (integrale) terugbetalingcapaciteit voor de lening, alsmede de reeds vergeven zekerheden door de instelling, juridische structuur en het management, moet eerst via een gestandaardiseerde aanvraag worden beoordeeld

o     De terugbetalingcapaciteit wordt bepaald aan de hand van de contante waarde van de toekomstige kasstromen

o     Uit de berekeningen moet per saldo een positieve positie blijken

o     De toekomstige kasstromen worden bepaald door de parameterset van de gemeente. Deze set kan periodiek worden aangepast

o     De parametrisering en normering zijn door de aanvrager niet aanvechtbaar. De gemeente kan evenwel rekening houden met de specifieke parameters en normen van de aanvrager, mits dit door de aanvrager aannemelijk gemaakt kan worden.

 

4.       Voor garantie komen alleen onroerende zaken in Delft voor eigen gebruik, ter ondersteuning van de exploitatie van de instelling en bedrijfsproces hiervoor in aanmerking, zoals kantoorgebouw, bedrijfshal, werkplaats en dergelijk.. Andere bestedingsdoelen zijn uitgesloten

o      Ten behoeve van de gemeente zal altijd 1e recht van hypotheek worden gevestigd.

o      De hypothecaire inschrijving en de achterliggende lening dienen te worden afgebouwd.

o      De looptijd is gekoppeld aan de bedrijfswaarde / indirecte opbrengstwaarde van het onroerend goed (discounted cash flow) tot een maximum van 20 jaar

o      De feitelijke financiering mag nooit meer dan 0,05% meer bedragen dan een vergelijkbare lening voor decentrale overheden op basis van koers 100

o      Eenmaal gegeven garanties zullen jaarlijks moeten worden beoordeeld

o      Voor de toekenning van de gemeentegarantie is de aanvrager “upfront” een vergoeding (leges) verschuldigd.

o      Alle overige kosten die al of niet verband houden met de garantie komen nooit voor rekening van de gemeente.

 

5.       de betrokken maatschappelijke instelling wordt goed bestuurd; In de aanvraag zal tot uiting moeten komen in hoeverre de instelling gericht is continuïteit van de bedrijfsvoering, waarbij risico’s worden beheerst en bewaak.

 

6.       het risico, in verhouding tot de draagkracht van het voor het beleidsproduct beschikbare budget is aanvaardbaar.

 

Artikel 3. Eisen aan de garantie

Indien de gemeente Delft een garantie verstrekt, strekt deze alleen tot zekerstelling aan de geldverstrekker van de betaling van rente en aflossing indien een geldnemer in gebreke is gebleven. Indien de gemeentegarantie aangesproken wordt is de regresvordering in een eventueel faillissement van de geldnemer bevoorrecht op eventuele andere vorderingen die een geldverstrekker op de geldnemer heeft.

 

Artikel 4. Beslissingsbevoegdheid

In dit artikel is de bevoegdheidsverdeling geregeld, die aansluit bij de Wet dualisering gemeentebestuur. De bevoegdheidsverdeling komt neer op kaderstelling voor de garantieverstrekking door de raad, waarbinnen het college besluit over de garantieverstrekking.

 

Artikel 5. Beslissingstermijnen

Het niet in deze verordening opnemen van beslistermijnen zou betekenen dat de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing zou zijn. Ingevolge die wet geldt een ‘redelijke termijn’, die na acht weken verstreken is, zij het dat verdaging (ook met een ‘redelijke termijn’) mogelijk is.

 

Artikel 6. Weigering van garantie

Spreekt voor zich.

 

Artikel 7. Intrekking verstrekte garanties

In artikel 4:48 van de wet is bepaald onder welke omstandigheden een verleende subsidie kan worden ingetrokken. Deze regeling wordt hier waar mogelijk van toepassing verklaard op verleende garanties. Daarnaast zijn enkele intrekkinggronden toegevoegd die specifiek zijn toegesneden op garanties. Het betreft het niet binnen drie maanden tot stand komen van de onderliggende overeenkomst of het niet storten en opnemen van de hoofdsom conform het stortings- en aflossingsschema.

 

Een intrekkinggrond die – noodzakelijk – een ruimere formulering heeft betreft de mogelijkheid een verleende garantie in te trekken indien door toedoen of nalaten van de geldnemer het risico dat de gemeente loopt significant wordt gewijzigd. Hierbij kan worden gedacht aan het gaan uitvoeren van activiteiten die grote financiële risico’s met zich meebrengen, het niet treffen van maatregelen om vermogensverlies te voorkomen zoals het afsluiten van verzekeringen en wanbeheer.

 

De artikelen 4:48 en 4:49 van de Awb regelen de intrekking of wijziging met terugwerkende kracht. Voor gemeentegaranties is dit als volgt te interpreteren:

a.         de activiteiten hebben niet of niet geheel plaatsgevonden;

b.         de garantieontvanger heeft niet voldaan aan de verplichtingen;

c.         de garantieontvanger heeft onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt en die zouden tot een andere beschikking tot garantieverlening geleid hebben;

d.         de garantieverlening was anderszins onjuist en de garantieontvanger wist dit of kon dit weten;

e.         de garantieontvanger heeft na de garantieverstrekking niet voldaan aan de verplichtingen.

 

Artikel 8. Tijdstip van aanvragen

Spreekt voor zich.

 

Artikel 9. Verplichting tot gegevensverstrekking 

Bij een aanvraag tot het verstrekken van een gemeentegarantie zijn in wezen dezelfde gegevens relevant als bij de beoordeling van een subsidieaanvraag. Bij een garantie dienen echter ook de financieringsbehoefte van de geldnemer en de offerte(s) van de geldverstrekkers te worden beoordeeld. Een geldnemer en een geldverstrekker zijn te allen tijde verplicht om aan het gemeentelijke bestuursorgaan dat de garantie heeft verstrekt, desverlangd alle gevraagde informatie te verstrekken die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het houden van toezicht op de naleving van de aan de garantie verbonden voorschriften en voor de beoordeling van het actuele risico dat voor de gemeente uit de verstrekte garantie voortvloeit.

 

Voor een goed toezicht op de naleving van de aan een garantie verbonden voorschriften is het noodzakelijk om te kunnen beschikken over de nodige gegevens. Evenzeer is het nodig dat de gemeente kan beschikken over de nodige andere gegevens (te denken valt aan gegevens over de bedrijfsvoering en activiteiten van de debiteur) om te kunnen beoordelen hoe het risico dat de gemeente op zich neemt zich ontwikkelt. Deze informatie is nodig voor de beantwoording van de vraag of de beleidsproducten en de eventuele voorzieningen die de gemeente aanhoudt, zich op het juiste peil bevinden.


Artikel 4:37 van de Awb noemt zeven standaardverplichtingen die altijd opgelegd kunnen worden. Het zijn verplichtingen die betrekking hebben op:

a.      de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie (voor deze verordening: lees garantie) wordt verleend;

b.      de administratie;

c.      het verstrekken van gegevens die nodig zijn voor een beslissing over de garantie;

d.      de risico's die verzekerd moeten zijn;

e.      het stellen van zekerheid voor voorschotten die verleend zijn;

f.        het verantwoorden van de verrichte activiteiten en de uitgaven en inkomsten;

g.      het beperken of wegnemen van nadelige gevolgen voor derden.

 

De verlangde gegevens en bescheiden worden gestructureerd door middel van een standaard aanvraagformulier. Dit formulier dient volledig, juist en naar waarheid te worden ingevuld en ingediend.

 

Artikel 10. Informatieplicht 

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 11. Afwijkingen van criteria en eisen

Zal slechts bij uitzondering van toepassing zijn. Het college brengt dit gemotiveerd ter kennis van de gemeenteraad.

 

Artikel 12. Overgangsbepalingen

Deze verordening geldt voor nieuwe garanties die na 1 maart 2005 aangevraagd worden.

 

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2005.