Concept
Het college van Burgemeester
en wethouders van Delft,
gelet op artikel 4 lid 1 van
de ‘Verordening op de benoeming van openbare ruimte en de toekenning van
huisnummer 2006’,
b e s l u i t
vast te stellen de
navolgende
De algemene bepalingen van
de ‘Verordening op de benoeming van openbare ruimte en de toekenning van
huisnummers 2006’ zijn van overeenkomstige toepassing.
De wijze van toekenning van de
nummers geschiedt conform de nummering van de reeds bestaande bebouwing. Indien
dat leidt tot een onlogische wijze van nummering wordt de meest logische wijze
van nummering aangehouden bij voorkeur overeenkomstig systeem C zoals
beschreven onder 3 in NEN-1773 (uitgave 1983, 2e druk), tenzij dat systeem
leidt tot een onlogisch wijze van nummering. In die gevallen wordt gekozen voor
een systeem overeenkomstig A of B zoals beschreven onder 3 in NEN-1773 (uitgave
1983, 2e druk).
Het materiaal dat wordt
toegepast voor de vervaardiging van al dan niet te verlichten
nummeraanduidingen, is in overeenstemming met het over de uitvoering van de
aanduidingen gestelde in NEN 1774 (uitgave 1959).
Na bekendmaking treedt deze regeling tegelijk in werking met de
Verordening op de benoeming van openbare ruimte en toekenning van huisnummer
2006.
Aldus vastgesteld in de
vergadering van het College van Burgemeester en wethouders van Delft van
, burgermeester.
, secretaris.
Ten behoeve van de wijze van
nummering heeft het Nederlands Normalisatie Instituut een tweetal norm bladen
opgesteld, te weten NEN 1773 en NEN 1774. In de technische
uitvoeringsvoorschriften worden deze normbladen van toepassing verklaard.
Om te voorkomen dat te veel
wordt vastgehouden aan een bepaalde systeem is er voor gekozen om in de eerste
plaats de nummering van reeds bestaande bebouwing aan te houden. Daardoor
ontstaat een logische wijze van nummering. Daarbij kan gedacht worden aan
hernummering, maar ook ingeval er één of meerdere objecten worden opgericht in
een reeds bestaande woonwijk. Indien er sprake is van een nieuwbouwproject of
een hernummering waarbij niet langer kan worden aangesloten bij de wijze van
nummering van reeds bestaande bebouwing is er voor gekozen om een zo logisch
mogelijk systeem te hanteren. Het verdient voorkeur om systeem C toe te passen
zoals genoemd in de NEN 1773. Echter, indien een ander systeem (eventueel ook
genoemd in de NEN) de voorkeur geniet, wordt daarvoor gekozen. Op die wijze
ontstaat een voor een ieder logische wijze van nummering.
Expliciet niet is opgenomen
de bepaling dat de rechthebbende van één of meerdere objecten die nummers zelf
aanbrengt op de objecten. In de Verordening zelf is namelijk onder artikel 3
lid 4 reeds bepaalt dat de rechthebbende op een object zelf het nummer
aanbrengt.
Hierdoor ontstaat de
situatie dat het college nog slechts nummers toekent, maar dat het feitelijk
aanbrengen daarvan in principe plaatsvindt door de rechthebbende (bij
nieuwbouw: de stichter) van het object en niet langer van gemeentewege.
Onder artikel 3 lid 2 van
dit voorschrift is bepaald dat verzamelgebouwen moeten worden voorzien van een
bord waarop staat aangegeven welke nummers tot dat gebouw behoren. Het gaat
hier dan om een zogenaamd verzamelbord. In artikel 4 lid 3 is bepaald dat een
dergelijk bord qua vormgeving moet aansluiten bij de gebruikelijke nummerborden
die worden gebruikt indien een object wordt voorzien van één nummer.