Op dinsdag 8 februari 2005 is het bestemmingsplan Delftse Poort Zuid behandelt in de commissie Duurzaamheid van de Gemeente Delft.

 

De voorzitter opent de hoorzitting en heet aanwezigen welkom. Op de agenda staat de hoorzitting en de behandeling van het bestemmingsplan Delftse Poort Zuid (Ikea). Van de hoorzitting wordt separaat verslag gemaakt en dat verslag zal in de verdere procedure van het bestemmingsplan worden meegenomen.

Hij geeft aan dat één indiener van de schriftelijke zienswijzen zich gemeld heeft om zijn zienswijze mondeling toe te lichten, te weten de heer R. Block namens Xotus Delft, Green Holding. Hij geeft het woord aan de indiener van zienswijze.

 

Dhr Block: Inspreker meldt dat hij een korte aanvulling zal geven op de door hem ingediende zienswijzen. Er wordt in de nota zienswijzen aangegeven dat indiener het niet eens is met de luchtkwaliteit. Volgens inspreker is er echter in het geheel geen onderzoek verricht naar de luchtkwaliteit, waardoor de uitgangspunten en conclusies in twijfel worden getrokken. Hij kan geen verder aanvulling op zijn zienswijze geven, omdat het onderzoek niet verricht is.

In het plan wordt aangegeven dat er mitigerende maatregelen worden getroffen. Er wordt bijvoorbeeld aangegeven dat een vegetatiedak op Ikea technisch niet te realiseren is. Inspreker betwijfelt dit. Het is afhankelijk van de wil en de bereidheid om het te betalen. 

Tevens merkt hij op dat het externe veiligheidsonderzoek niet overeen komt het verkeerskundig onderzoek. In dit onderzoek wordt aangegeven dat de verkeersontsluiting perfect is, terwijl in het externe veiligheidsonderzoek wordt aangegeven dat het verkeer op drukke tijden verstopt raakt. Voorts is er geen rekening met evenementen en congressen.

 

De voorzitter vat de opmerkingen van de heer Block samen:

-          Er is zorg over het niet onderzoeken en meten van de luchtkwaliteit;

-          De verhouding tussen het verkeersonderzoek en het externe veiligheidsonderzoek klopt niet;

-          Er wordt afgevraagd hoe het zit met evenementen en congressen;

-          Inspreker merkt op dat bepaalde mitigerende maatregelen wel mogelijk zijn. In de plannen is onterecht vermeld dat bepaalde maatregelen niet mogelijk zijn en niet uitgevoerd kunnen worden.

 

Een commissielid stelt de vraag waarop inspreker de bevindingen baseert dat gegevens omtrent het luchtkwaliteit niet te vertrouwen zijn.

De heer Block geeft aan dat bij een bestemmingsplan een onderzoekt behoort te zijn verricht naar het luchtkwaliteit. In Nederland wordt er niet voldaan aan het Besluit Luchtkwaliteit. Als een gebouw vergroot wordt, wordt de luchtkwaliteit slechter. Daarmee kan naar zijn idee het bouwwerk niet gerealiseerd worden. Er is geen onderzoek naar de luchtkwaliteit verricht. Daarover kan inspreker verder niet discussiëren. Het onderzoek naar de luchtkwaliteit is achterwege gebleven, terwijl het er wel bij hoort te zitten.

 

Een commissielid merkt op dat inspreker in Den Haag woont. Het is niet duidelijk in welke hoedanigheid de vragen gesteld worden.

De heer Block geeft aan dat een ieder zienswijzen op een bestemmingsplan mag indienen.

Het commissielid verduidelijkt dat hij nieuwsgierig is of de opmerkingen vanuit bijvoorbeeld een vereniging worden gedaan.

De heer Block  geeft aan dat hij langs de snelweg A13 woont. Hij staat vaak met de auto vast wegens Ikea en de files. Zijn zorg omtrent de luchtkwaliteit is daarmee ook duidelijk.

Het commissielid stelt dat hij daarmee een onderdeel van de luchtvervuiling is.

 

Een commissielid merkt op dat de voorzitter heeft aangegeven dat de opmerkingen ook namens Xotus worden gedaan.

De heer Block bevestigt dit.

Het commissielid vraagt of hij langs de weg woont en werkt bij Xotus.

De heer Block  geeft aan dat hij niet bij Xotus, maar voor Xotus werkt. Inspreker is niet in dienst van Xotus.

Een commissielid vraagt of de vragen gesteld worden namens Xotus en of er een relatie aanwezig tussen Xotus (Staalduinse Boch) die ook zienswijzen heeft ingediend en inspreker als belanghebbende van Xotus dit nu ook doet.

De heer Block geeft aan dat hij de vragen namens beide stelt en dat er contact opgenomen wordt met de andere indiener van de zienswijzen. Inspreker wil met deze indiener verder. Het is duidelijk dat er een relatie aanwezig is.

 

Vervolgens ontstaat er een discussie tussen de commissieleden en de voorzitter omtrent het belang van de vraag in welke hoedanigheid de inspreker zijn opmerkingen maakt.

 

De voorzitter sluit de hoorzitting en dankt de heer Block voor zijn inbreng.