Het
college van burgemeester en wethouders van Delft heeft op 24 oktober 2006 het
concept ontwikkelingsplan Bomenwijk deelplan 1 alsmede het concept beeldkwaliteitplan
Bomenwijk vrijgegeven voor inspraak. De concept plannen hebben daartoe ter inzage gelegen van 26 oktober t/m 8
november en zijn op 6 november 2006 besproken met belangstellenden in
partycentrum Het Witte Huis. Belangstellenden zijn in de gelegenheid gesteld
hun mondeling inspraakreacties naar voren te brengen.
Deze
reacties zijn opgenomen in het verslag inspraakbijeenkomst concept
ontwikkelingsplan Bomenwijk deelplan 1 van 7 november 2006. Dit verslag is als
bijlage bij deze notitie gevoegd.
Een
aantal inspraakreacties gaan over zaken die direct de verantwoordelijkheid van
Vestia betreffen. De beantwoording is door Vestia gedaan en als bijlage
bijgevoegd.
Inhoudelijk
Meerdere
insprekers vinden het ‘supermarktblok’, met name het woongebouw op de
supermarkt, te hoog. Men heeft zorgen over de mogelijke afname van
zonlicht door de hoogbouw.
De
gemeente is van oordeel dat de hoogbouw past binnen de structuur en de
ruimtelijke kaders van de Bomenwijk en met name ook de van Miereveltlaan. De zorgen
over verminderde zontoetreding neemt de gemeente serieus. Daarom heeft de
gemeente deze inzichtelijk gemaakt door in het ontwikkelingsplan een
schaduwsimulatie toe te voegen.
Insprekers
voorzien parkeerproblemen door de supermarkt. Er zouden onvoldoende
parkeerplaatsen overblijven voor bewoners en ook wordt getwijfeld of wel
voldoende plekken ten behoeve van de supermarkt in het plan zijn opgenomen.
De
parkeerbehoefte van de supermarkt is
bepaald conform het gemeentelijke beleid zoals vastgelegd in de nota parkeren
en stallen (2003, herijkt 2006). Het bewonersparkeren voor de nieuw te bouwen woningen wordt opgelost door het
realiseren van (een) gebouwde parkeervoorziening(en) onder de woningen. Bij het
ontwerpen van de inrichting van de openbare ruimte rond de supermarkt zal
aandacht zijn voor zaken als doorstroming, wild parkeren en dergelijke. Een
stoeploze inrichting, zoals een inspreker voorstelt, ligt hierbij niet voor de hand.
Er
is verwarring over de doelgroep van de supermarkt. Tevens worden vraagtekens
geplaatst bij de toegevoegde waarde van een supermarkt in de schaal van de
Bomenwijk. Hier zou kleinschalige detailhandel beter passen.
Het
realiseren van een supermarkt is een breed gedragen wens van de bewoners van de
wijk Vrijenban, waar de Bomenwijk deel van uitmaakt. De supermarkt is dan ook
niet bedoeld voor alleen de Bomenwijk. De ligging bij de entree van de
Bomenwijk is centraal in Vrijenban. Dat hierdoor de entree van de Bomenwijk
verandert, is onontkoombaar. Het beeldkwaliteitplan legt de kwaliteitseisen
voor de nieuwe entree vast. Dit was in het concept nog onvoldoende het geval.
Ook de geraadpleegde commissie Welstand en Monumenten is kritisch op dit punt.
Het beeldkwaliteitplan is derhalve aangevuld op het punt van de supermarkt.
Om
verwarring te voorkomen is in het ontwikkelingsplan de term ‘wijk’ waar het de
Bomenwijk betreft vervangen door ‘buurt’ en waar het geheel Vrijenban betreft
door ‘Vrijenban’ of ‘wijk Vrijenban’.
Insprekers
zijn van mening dat parkeren in voortuinen en op binnenterreinen niet
structureel zou moeten worden toegepast, maar slechts als noodoplossing. In het
beeldkwaliteitplan worden verschillende oplossingen aangedragen om parkeren in
de toekomst op te lossen. Hiervan zijn parkeren in de voortuinen en op binnenterreinen
twee van de mogelijke oplossingen. Het is geenszins de bedoeling hier in de
verdere planuitwerking structureel voor te kiezen. Het beeldkwaliteitplan geeft
dat ook aan. Duidelijk zal echter zijn dat hedendaagse parkeernormen niet
opgelost kunnen worden met alleen het traditionele langsparkeren.
Insprekers
zijn van mening dat platte daken niet in lijn zijn met de structuur van de
Bomenwijk.
In
het beeldkwaliteitplan is gekozen voor nieuwbouw die behalve een relatie met
het beeld en de architectuur van de bestaande bebouwing vooral ook onderling
sterk verband houdt. Hierbij is de keuze ‘alle nieuwbouw een plat dak’ of ‘alle
nieuwbouw een hellend dak’ aan de orde geweest. Gekozen is om hier genuanceerd
mee om te gaan. De maatregel verwoordt: De gebouwen hebben met uitzondering van
het supermarktblok , het blok J en de nieuwe appartementengebouwen een licht
hellende symmetrische langskap van max. 20º met de nok midden over het
bouwvolume. Daarnaast wordt een dakrandbeëindiging voorgeschreven bij zowel
platte als hellende daken die voor verdere eenduidigheid en eenheid zorgt. Dit
uitgangspunt blijft gehandhaafd.
Er
is angst voor bouwschade aan de van Miereveltlaan. Voorafgaand aan de
uitvoering van het bouwplan voor deelplan 1 worden waar nodig opnames gedaan
van bestaande bebouwing. Hierbij worden de gebruikelijke procedures gevolgd.
Insprekers
zijn van mening dat in het ontwikkelingsplan ten onrechte een uiteindelijk
aantal woningen wordt genoemd. De bedoelde zin geeft duidelijk aan dat het hier
een indicatie betreft en behoeft volgens de gemeente niet te worden aangepast.
Een soortgelijke opmerking betreft de waterkoppelingseis. Dit betreft inderdaad
niet deelplan 1, maar zal zoals vermeld, worden vastgelegd in bestemmingsplan
Noord-Oost. De zin gaat er juist over dat de koppeling niet in deelplan 1 is
vastgelegd.
Tekstuele
en tekenfouten
Insprekers
hebben een opmerking gemaakt over dat gesproken wordt van ‘verkopen’ van
parkeerplaatsen ten behoeve van bewoners van huurwoningen. Dit is een terechte
opmerking. De tekst in het ontwikkelingsplan is hierop aangepast.
Insprekers
constateren verschillende uitgangspunten op de verschillende kaarten in het
ontwikkelingsplan. Inderdaad zaten er verschillen in het kaarten en tekeningen.
Dit is inmiddels gecorrigeerd.
In
het ontwikkelingsplan wordt de suggestie gewekt dat de huidige appartementen 4
lagen hoog zouden zijn. In betreffende alinea was bedoeld ‘3 (en 4)’ te
vermelden, dit is andersom in de tekst van het ontwikkelingsplan terechtgekomen
en is gecorrigeerd.
Reactie
college B&W op advies commissie
In
het eerste deelplan voor aanpak Bomenwijk is de realisatie van een
supermarktvoorziening opgenomen. De commissie Welstand heeft hierover
indringend negatief geadviseerd en voorgesteld een andere locatie te zoeken. In
dit memo wordt aangeduid op welke wijze de kwaliteit van te realiseren
bouwplannen wordt geborgd en waarom op deze locatie wordt beoogd een supermarkt
te vestigen.
Het
volume en de locatie van de beoogde supermarkt betekent een aanzienlijke
wijziging in de huidige situatie. Het goed inpassen van het nieuwe gebouw vergt
daarom een architectonische inspanning. In het Beeldkwaliteitplan Bomenwijk
zijn dan ook specifieke maatregelen opgenomen om de vormgeving van de
supermarkt richting te geven. Om erop
toe te zien dat dit ook daadwerkelijk gebeurt, is een kwaliteitsteam ingesteld.
Dit ziet toe op de kwaliteit van de architectonische uitwerking, gedurende en
aan het eind van het ontwerpproces. Dit team adviseert aan de opdrachtgever.
Vervolgens
is er de Welstand Commissie die, als onderdeel van de bouwaanvraagprocedure, de
individuele bouwplannen aan het Beeldkwaliteitplan Bomenwijk zal toetsen en
adviseert aan B&W.
In
2004 werd duidelijk dat een supermarkt in de Delfgauwse Weije niet haalbaar
was. In ontmoetingen met bewoners is door hen de behoefte aangeven aan een
supermarktvoorziening. Dit betrof bewoners uit Vrijenban en vooral bewoners uit
de Bomenwijk. Op instigatie van bestuurders is dit signaal opgenomen in de
planvorming Bomenwijk.
Voordat
eventuele locaties ruimtelijke werden uitgewerkt is onderzocht of een
supermarkt voorziening in Bomenwijk
economisch levensvatbaar is. In samenwerking tussen gemeente Delft (CKE) en
Vestia Delft is hiertoe een zogenaamd distributie planologisch onderzoek (DPO)
uitgevoerd door WPM Consultants (maart 2004). Uit dit onderzoek kwam ondermeer
het volgende:
-
een
voorziening van minimaal van 900 m2 BVO is economisch relevant
-
er
is een voldoende groot verzorgingsgebied in Vrijenban voor een dergelijke
supermarkt
-
een
dergelijke voorziening levert voor bestaande winkelvoorzieningen geen extra
bedreiging; buurtwinkels leiden reeds een zorgelijk bestaan, dat verandert
hierdoor niet.
In
Bomenwijk zijn vervolgens een aantal locaties ruimtelijk onderzocht. Uit
ervaringen met Delfgauwse Weije was bekend dat het ‘achterin’ de wijk
neerzetten van een supermarkt niet zinnig was;
-
bereikbaarheid
voor vrachtverkeer is problematisch en levert meer risico op;
-
bereikbaarheid
voor bezoekers is lastig (‘waar is zit het?’);
-
verkeershinder
voor de buurt (bezoekers en vrachtverkeer).
-
de
voorziening is niet zichtbaar genoeg om aantrekkelijk te zijn voor een ondernemer.
Om
deze redenen moest de locatie aan de voorzijde van Bomenwijk (aan de Van
Miereveltlaan) worden gevonden. Het goed inpassen van de voorziening in de
bestaande buurt bleek moeizaam. Zo werden een aantal locaties onderzocht; een toelichting op 2 hiervan.
Lindenplein
Locatie
1 locatie
2
Er
is onderzocht in hoeverre een supermarkt van ca. 1.000 m2 op de hoek Lindenlaan
– tussen Elzenlaan en Goudenregenlaan kan worden gerealiseerd (locatie 1). Dit
bleek ruimtelijk – logistiek inpasbaar, maar stuitte op grote weerstand in de
omgeving. Bewoners vreesden dat de verkeersveiligheid in het gedrang kwam. Om
ondermeer die reden is van deze locatie afgezien.
Ook
de driehoek tussen Prunuslaan – Esdoornlaan – Lindenlaan (locatie 2) is
onderzocht als mogelijke plaats voor een supermarkt. Het teloor gaan van
geliefde en kwalitatieve goede woningen, het moeilijk inpasbare volume in deze
specifieke omgeving en logistieke problematiek waren voldoende argumenten om
ook af te zien van deze locatie.
De beoogde
locatie aan het Lindenplein heeft de volgende voordelen:
-
de
beoogde locatie is goed bereikbaar vanuit de buurt Bomenwijk en vanuit de wijk
Vrijenban
-
de
levendigheid van de supermarkt versterkt de sociale veiligheid
-
er
kan een voldoende groot verkoopoppervlak worden gerealiseerd om
levensvatbaarheid van de voorziening te garanderen
-
de
laadzone-oplossing aan de zuidzijde van de supermarkt zorgt ervoor dat het
vrachtverkeer grotendeels uit de woonbuurt blijft
-
de
benodigde parkeervoorziening voor de supermarktbezoekers is goed realiseerbaar
in de directe omgeving
de
voorziening kan op redelijk korte termijn worden gerealiseerd, waardoor een
tijdelijke voorziening niet noodzakelijk is.