1. Inleiding

 

De grondexploitatie Harnaschpolder Wonen is in het kader van het Meerjaren Programma Vastgoed 2006-2009 (MPV 2006) geactualiseerd en de Gemeenteraad vastgesteld. Deze vastgestelde grondexploitatie vormt het financiële kader voor het project. Vanaf januari is het planproces voortgezet en in november 2006 is het Uitwerkingsplan Voordijkshoorn aan het College van B&W en de Gemeenteraad ter besluitvorming voorgelegd. Het Uitwerkingsplan vloeit voort uit het bestemmingsplan Harnaschpolder Wonen waarin de verplichting tot uitwerken is vastgelegd.

De uitwerking in verkavelingsplannen en de opstelling van het Uitwerkingsplan is aanleiding geweest om de grondexploitatie te herzien. Het doel van de herziening is het inzichtelijk maken van de financiële consequenties en de (financiële) risico’s.

Het tekort op de grondexploitatie wordt geraamd op € 7,77 miljoen[1] nadelig op netto contante waarde prijspeil 1-1-2006.

 

In deze nota wordt op hoofdlijnen ingegaan op de grondexploitatie. De gedetailleerde toelichting is als geheime bijlage bijgevoegd.

 

 

2. Projecthistorie

 

In 2000 hebben de gemeente Delft en de toenmalige gemeente Midden-Delfland een samenwerkingsovereenkomst gesloten over de ontwikkeling van de Harnaschpolder. De in 2002 geactualiseerde structuurschets vormt de basis voor deze ontwikkeling. De structuurschets is uitgewerkt in een Masterplan en stedenbouwkundig programma van eisen, die in 2004 door de raad zijn vastgesteld. Op basis van deze stukken is een globaal bestemmingsplan met uitwerkingsverplichting opgesteld. In 2005 is het bestemmingsplan en in september 2006 het uitwerkingsplan voor deelgebied 1 door de raad vastgesteld.  Ondanks het globale karakter is dit bestemmingsplan in hoge mate bepalend voor de ontwikkelingsmogelijkheden binnen dit gebied. Naar mate de planontwikkeling vordert, worden ook de financiële ramingen beter onderbouwd. Hierdoor verandert ook het risico profiel. Ten tijde van de vaststelling van het Masterplan in 2004 werd uitgegaan van een negatief resultaat van 2,4 miljoen. In het MPV van 2005 werd een negatief saldo verwacht van € 2,1 miljoen met een risicoprofiel van (maximaal) € 10 miljoen. In 2006 bedroeg dit saldo € 2,3 miljoen nadelig met een vergelijkbaar risicoprofiel als 2005. Tijdens de stedenbouwkundige uitwerking van deelgebied 2 werd meer inzicht verkregen in de werkelijke ontwikkelpotentie van dit gebied. Hierdoor werd ook duidelijk dat het saldo zou verslechteren. Tegelijkertijd kon als gevolg van het betere inzicht ook het risicoprofiel naar beneden worden bijgesteld (van € 10 miljoen naar € 4 miljoen). Zowel in de programmabegroting als in het tussentijds MPV is reeds melding gemaakt van deze ontwikkeling.

 

 

3. Vastgestelde kaders

 

Voor het project Harnaschpolder Wonen zijn verschillende kaders vastgelegd. De grondexploitatie is opgesteld op basis van deze kaders.

·         Bestemmingsplan Harnaschpolder Wonen en de Uitwerkingsplannen Lookwatering West en Voordijkshoorn.

De ruimtelijke kaders zijn in deze documenten vastgelegd. Wijziging is slechts na een lange procedure mogelijk.

·         Beeldkwaliteitsplan

De kwaliteit van de openbare ruimte zoals genoemd in het beeldkwaliteitsplan waar een bepaald kostenniveau aan gekoppeld is.

·         Koopbasis overeenkomsten met de ontwikkelende partijen
In deze overeenkomsten zijn de bouwclaims en grondprijzen vastgelegd.

·         Gemeentelijk beleid zoals Waterstructuurvisie, Ecologieplan en parkeerbeleid
Het gemeentelijk beleid heeft aanzienlijke invloed op het ontwerp door bijvoorbeeld parkeernormen, ecologische structuren en de hoeveelheid waterberging.

·         Het MeerjarenProgramma Vastgoed 2006 (MPV 2006)
In het MPV 2006 is vastgelegd wat het verwachte plansaldo van het project is. Op basis hiervan worden, als er sprake is van een tekort op de grondexploitatie, financiële voorzieningen getroffen.

 


4. Financiële gevolgen grondexploitatie

 

Het resultaat van de grondexploitatie wordt geraamd op € 7,77 miljoen nadelig op netto contante waarde per 1-1-2006. Voor dit tekort moet een financiële voorziening getroffen worden.

 

De financiële gevolgen van de risico’s hebben een bandbreedte van € 3,93 miljoen nadelig en € 3,49 miljoen voordelig.

 

Schema: resultaat grondexploitatie en effect risico’s

Financieel

Totaal

 

 

Kosten

         92,55

mln.

 

Opbrengsten

         95,42

mln.

 

Rente

  - €        11,63

mln. nadelig

 

Eindwaarde (totaal tot 31-12-2011)

          8,75-

mln. nadelig

 

Contante waarde (per 1-1-2006)

- €          7,77

mln. nadelig

 

In het MeerjarenProgramma Vastgoed 2006 (MPV 2006) is het vorige bestuurlijk vastgestelde saldo vastgelegd. Op basis van het MPV 2006-2009[2] is binnen het Grondbedrijf een financiële voorziening getroffen van € 2,33 miljoen.

Volgens de huidige grondexploitatie is een voorziening nodig van € 7,77 miljoen, een verschil van € 5,44 miljoen.

 

 

5. Financiële verschillenanalyse

 

Het plansaldo in het MPV 2006 vormt het huidige financiële kader voor de grondexploitatie. Dit saldo werd geraamd op € 2,32 miljoen. Het verschil met tussen de huidige grondexploitatie en het MPV 2006 is € 5,44 miljoen nadelig. Er zijn verschillende oorzaken ter verklaring van het nadelige plansaldo.

 

De uitwerking van het globale plan naar een stedenbouwkundig plan heeft geleid tot deze grondexploitatie met het nadelige saldo. De ruimtelijke consequenties wat betreft de gestelde kaders konden in deze uitwerkingsfase pas inzichtelijk worden gemaakt.

Door de kwalitatieve eisen die aan het project gesteld zijn is het niet mogelijk om het saldo te optimaliseren. De kaders liggen daarvoor ook juridisch gezien (met name het bestemmingsplan) behoorlijk vast. Om het nadelige saldo te beperken is in een intensief proces van rekenen en tekenen het ontwerp geoptimaliseerd. Verdere optimalisatie binnen de kwalitatieve kaders is niet meer mogelijk.

·         Hoge verwervingskosten omdat het een kassengebied betrof waarvan het bekend was dat de bestemming zou wijzigen. Hoge investeringen voor verwerving leiden vervolgens ook tot hoge rentelasten.

·         Er is gekozen voor een groene en waterrijke wijk. Dit heeft geresulteerd in een percentage uitgeefbaar van 52%. In verhouding tot vergelijkbare plannen is dit aan de lage kant. Minder uitgeefbare grond betekent lagere opbrengsten. Ook ten opzichte van het Masterplan uit 2004 is er sprake van minder uitgeefbaar en meer groen. Ten tijde van het Masterplan was het impliciete uitgangspunt geen of nauwelijks groen rond de woningen te realiseren. Door voortschrijdend inzicht met betrekking tot de kwaliteit van de woonomgeving én aanvullend gemeentelijk beleid, is van dit impliciete uitgangspunt afgeweken.

·         De opbrengst per woning is relatief laag doordat gekozen is voor de realisatie van 30% sociale woningbouw.

·         Er is gekozen om 17.500 m2 meer waterberging te realiseren dan noodzakelijk is voor de waterbergingseisen van het plan zelf. Dit is het gevolg van het gemeentelijk beleid zoals vastgelegd in het Waterstructuurvisie. Als er een wateronderzoek komt, dan zal er met terugwerkende kracht nog dekking worden gezocht. Daarbij wordt gedacht aan een bijdrage van het Hoogheemraadschap en/of de realisatie van Waterwoningen.

 

 

6. Gevraagde besluiten

 

Aan het gemeentebestuur wordt gevraagd om:

 

·         De grondexploitatie Harnaschpolder Wonen vast te stellen met het saldo van € 7,77 miljoen nadelig op contante waarde per 1-1-2006.

·         Een bedrag van € 5,44 miljoen (prijspeil 1-1-2006) uit de Algemene Reserve beschikbaar stellen ter dekking van de extra benodigde financiële voorziening. Deze dekking met 2% aanpassen naar prijspeil 1-1-2007 en het bedrag te verhogen met

      € 155.000 tot (afgerond) € 5,60 miljoen.

·         De financiële risico’s te betrekken bij het Weerstandsvermogen dat aangehouden moet worden voor grondexploitaties.

·         De (saldoneutrale) financiële consequenties op te nemen in de 108e Raadsbegrotingswijziging.

·         Op grond van art. 10, lid 2, sub b WOB (Wet Openbaarheid van Bestuur) wordt voorgesteld de bijgevoegde rapportage aan te merken als geheim. Indien de financiële gegevens openbaar gemaakt zouden worden, dan schaadt dit de gemeente in haar onderhandelingspositie.

 



[1] dit bedrag is gelijk aan de te treffen financiële voorziening in de begroting per 1-1-2006

[2] registratienr. 20074591