Stuk 166 I Delft, 11 september 2006.
20107364
Onderwerp: voorbereidingsbesluit Agnetapark.
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
Het voorbereidingsbesluit heeft betrekking op het Agnetapark. Dit gebied is gelegen in het noordwestelijke kwadrant van Delft. Het gebied wordt begrensd door de spoorlijn in het oosten, de W.H. van Leeuwenlaan in het westen en het bedrijventerrein DSM-Gist aan de noordkant. De zuidelijke grens van het plangebied ligt op de zuidelijke perceelsgrens van de percelen Ruys de Beerenbrouckstraat 5-47 en Ruys de Beerenbrouckplein 6-15.
Het Agnetapark is een uit cultuurhistorisch oogpunt zeer belangrijke wijk. Het Oude Park (1882-1884) is de eerste arbeiderswijk in ons land en een van de eerste ter wereld, in de vorm van een tuindorp waarin ruime aandacht voor de leef- en woonomstandigheden werd geschonken. Het oude Agnetapark is opgenomen in een ten behoeve van Unesco opgestelde lijst van de 100 belangrijkste monumenten in ons land. De uitbreiding van het Agnetapark met het 'Nieuwe Park' (1925-1929) is eveneens van groot belang. De eraan ten grondslag liggende basisgedachte is dezelfde als die van het Oude Park, maar qua stedenbouw en architectuur op 20ste-eeuwse leest geschoeid. De bebouwing van het Oude en Nieuwe Agnetapark is sedert 6 februari 1986 als rijksmonument beschermd.
De Monumentenwet schrijft in artikel 36 voor dat met betrekking tot een beschermd stads- of dorpsgezicht een bestemmingsplan moet worden opgesteld dat in voldoende mate beschermend is. De RDMZ heeft bij het beschermingsvoorstel voor het gebied Agnetapark in een voorlopig oordeel aangegeven dat het vigerende bestemmingsplan Noordwest, deelgebied 1 reeds voldoende beschermend is, alleen komt de definitieve begrenzing van het beschermde gezicht 'Agnetapark' niet overeen met de voorlopige begrenzing die op de plankaart van het bestemmingsplan Noordwest, deelgebied 1 is weergegeven. Dat is een gevolg van het feit dat tijdens het maken van het bestemmingsplan de definitieve begrenzing nog niet bekend was. Voorts blijkt de aanleg van onder meer gemeenschappelijke binnenterreinen, straatmeubilair, waterpartijen, groenvoorzieningen, erfafscheidingen in de vorm van heggen en tuinhekjes niet of niet voldoende beschermd. Verder is de op basis van het vigerende bestemmingsplan Noordwest, deelgebied 1 toegestane omvang van de bij-, uit- en aanbouwen uit cultuurhistorisch oogpunt niet gewenst is.
Tevens wordt aangeraden om beschermende criteria en richtlijnen op te stellen voor het slopen van gebouwen aan de rand van het begrenzingsgebied Agnetapark, zoals onder andere het gebied van de Ruys de Beerenbrouckstraat en de Laan van Altena. Dit, om te voorkomen dat karakteristieke bouwwerken die in hoge mate bijdragen aan de kwaliteit van het gebied niet zomaar kunnen verdwijnen en vervangen worden door nieuwbouw. Voor het Agnetapark en omgeving is in het huidige bestemmingsplan niet voorzien in een dergelijke regeling. Op grond van het bovenstaande dient het bestemmingsplan Noordwest, deelgebied 1 op een aantal punten te worden herzien.
Om te voorkomen dat in afwachting van de gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan Noordwest, deelgebied 1, door nieuwe ontwikkelingen die passen in het geldende bestemmingsplan, de cultuurhistorische waarden van het Agnetapark worden aangetast, is een voorbereidingsbesluit noodzakelijk.
Artikel 7 lid 3 van het
Besluit Luchtkwaliteit bepaalt dat bestuursorganen hun bevoegdheden kunnen
uitoefenen, mits de luchtkwaliteit ten gevolge van het uitoefenen van een
bevoegdheid per saldo gelijk blijft of verbetert. Het nemen van het
voorbereidingsbesluit Agnetapark heeft geen gevolgen voor de luchtkwaliteit.
Met het nemen van dit voorbereidingsbesluit wordt slechts beoogd kenbaar te
maken dat voor het plangebied een herziening van het geldende bestemmingsplan
wordt voorbereid. Op grond van het voorbereidingsbesluit kunnen, zoals
hierboven al is aangegeven, ongewenste bouwplannen (die niet passen in het in
voorbereiding zijnde bestemmingsplan) worden voorkomen.
Aan bouwplannen die wel
gewenst zijn, kan medewerking worden verleend middels een vrijstelling op grond
van artikel 19 lid 2 of 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De eventuele
bouwplannen in het gebied waarvoor het voorbereidingsbesluit Agnetapark geldt,
vallen namelijk onder de situaties waarvoor op voorhand gedeputeerde staten een
verklaring van geen bezwaar hebben afgegeven, zoals is bedoeld in artikel 19
lid 2 Wet op de Ruimtelijke Ordening. Of de bouwplannen zullen een zodanige
beperkte betekenis hebben dat deze vallen onder de gevallen als bedoeld in
artikel 19 lid 3 Wet op de Ruimtelijke Ordening. Voor het verlenen van
vrijstelling op grond van artikel 19 lid 2 of 3 Wet op de Ruimtelijke Ordening
is het al dan niet gelden van het voorbereidingsbesluit geen voorwaarde.
Dit alles zou slechts
anders zijn indien vrijstellingen zijn voorzien op grond van artikel 19 lid 1
Wet op de Ruimtelijke Ordening. Alleen voor die vrijstellingen is het gelden
van een voorbereidingsbesluit wel van belang, omdat in artikel 19 lid 4 Wet op
de Ruimtelijke Ordening is voorgeschreven dat voor een vrijstelling op basis
van artikel 19 lid 1 Wet op de Ruimtelijke Ordening in bepaalde gevallen een
voorbereidingsbesluit nodig is om vrijstelling te kunnen verlenen. Voor
eventuele bouwplannen in het gebied waarvoor het voorbereidingsbesluit
Agnetapark geldt, is echter geen vrijstelling op grond van artikel 19 lid 1 Wet
op de Ruimtelijke Ordening vereist.
Dit betekent dat de
concentratie in de buitenlucht van de stoffen als bedoeld in artikel 7 lid 1
van het Besluit Luchtkwaliteit 2005 ten gevolge van de bevoegdheid tot het
nemen van het voorbereidingsbesluit Agnetapark niet zal wijzigen
Gelet op het voorgaande stellen wij u voor te bepalen dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het binnen met een zwarte bolletjeslijn op de voor u ter inzage gelegde tekening RO 13-22-19 aangegeven gebied, waartoe wij u een in ontwerp opgemaakt besluit ter vaststelling aanbieden.
Hoogachtend,
Het college van burgemeester en wethouders van Delft,
mr. drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester.
mr. drs. H.G.L.M.
Camps ,secretaris.
Stuk 166 II
20107364
De raad der gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van 29 augustus 2006;
gelet op artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
b e s l u i t :
I. te bepalen dat de vaststelling van een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het binnen de met een zwarte stippellijn op de bij dit besluit behorende tekening RO 13-22-19 aangegeven gebied;
II. te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van 10 oktober 2006.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 september 2006.
,burgemeester
,griffier
Belanghebbenden in de zin van de Algemene wet bestuursrecht kunnen binnen 6 weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de gemeenteraad van Delft, p/a Postbus 78, 2600 ME Delft.