Stuk 226 I Delft,
4 december 2006.
20163685
Onderwerp:
heroverwegingsbesluit inzake het
bezwaar tegen
het voorbereidingsbesluit
TU-Noord.
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
In de openbare raadsvergadering van 25 april 2006 is bepaald
dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het noordelijk TU-gebied. Dit
gebied is gelegen tussen de binnenstad en de aula van de TUD. Dit besluit is
bekend gemaakt in de Stadskrant van 7 mei 2006 en de Staatscourant van 5 mei
2006.
Tegen dit voorbereidingsbesluit is door L.C. van Doorn
namens de Stichting Commissie Natuur en Milieu Delft (hierna: reclamant I) op
19 juni 2006 en de heer S.F.M. Snel (hierna: reclamant II) eveneens op 19 juni 2006 een bezwaarschrift
ingediend.
De bezwaarschriften zijn in handen gesteld van de
Adviescommissie voor bezwaarschriften (hierna: commissie). De commissie heeft
op 18 oktober 2006 geadviseerd om het bestreden besluit in stand te laten.
Tevens adviseert de commissie het bezwaar van reclamant I niet ontvankelijk te
verklaren, omdat er geen rechtstreeks verband is tussen het belang van
reclamant I bij de bescherming van de natuur in Delft en het onderhavige
voorbereidingsbesluit. De commissie heeft vervolgens geadviseerd om het bezwaar
van reclamant II ongegrond te verklaren. De commissie acht een verband tussen
de gestelde verslechtering van de luchtkwaliteit en het voorbereidingsbesluit
niet aanwezig.
Wij stellen u voor om conform het bijgevoegde advies van de
commissie, te bepalen dat het bezwaarschrift van reclamant I niet ontvankelijk
en het bezwaarschrift van reclamant II ongegrond wordt verklaard, waartoe wij u
een in ontwerp opgemaakt besluit ter vaststelling aanbieden.
Hoogachtend,
Het college van burgemeester en wethouders van Delft;
mr. drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester.
mr. drs. H.G.L.M.
Camps ,secretaris.
Stuk 226 II
20163685
De raad der gemeente Delft;
kennis genomen van het advies van de Adviescommissie voor
bezwaarschriften van 18 oktober 2006;
gelezen het voorstel van het college van 14 november 2006;
gelet op artikel 7:12 en 7:13 van de Algemene wet
bestuursrecht.
b e s l u i t:
I. te verklaren dat de bezwaren van L.C.
van Doorn namens de Stichting Commissie Natuur en Milieu niet ontvankelijk zijn
en de bezwaren van de heer S.F.M. Snel ongegrond zijn;
II. te bepalen dat dit besluit aan
reclamanten wordt toegezonden onder vermelding van de beroepsmogelijkheid van
artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21
december 2006.
,burgemeester.
,griffier.
Belanghebbenden in de zin van de Algemene wet bestuursrecht
kunnen binnen 6 weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd
beroepschrift indienen bij de Rechtbank ’s Gravenhage, sector bestuursrecht,
postbus 20302, 2500 EH te Den Haag.