Verantwoordingsinformatie over het spoorzoneproject

Notitie voor de leden van de commissie Ruimtelijke Ordening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aad van Tongeren

Maart/april 2007

aad.van.tongeren@planet.nl

0624664489

 

 

 

 

 

 

Verantwoordingsinformatie over het spoorzoneproject

Notitie voor de leden van de commissie Ruimtelijke Ordening

 

1.       Vooraf

In de vergadering van de raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening van 15 februari 2007 is de voortgang van het project spoorzone besproken. Vanuit de commissie kwam de wens naar voren tot een meer systematische en meer complete opzet van de verantwoording van het college aan de gemeenteraad. Planning en realisatie zouden duidelijker naast elkaar gezet moeten worden. De CDA-fractie heeft voorgesteld daarvoor een opzet te maken op basis van bestaande afspraken die sinds het begin van het spoorzoneproject tussen raad en college zijn gemaakt. Deze notitie dient daarvoor.

 

2.       Inleiding en achtergronden

Het spoorzoneproject heeft een ongekende impact op de stad Delft. Het project kent vele dimensies:

·         Stedebouwkundig: een nieuwe inrichting voor een gebied van circa 2,5 km lang en 100 m breed in een bestaande stedelijke omgeving;

·         Civieltechnisch: er is een complex programma van eisen: spoortunnel, ondergronds en bovengronds station, ondergronds parkeren, ondergrondse fietsenstalling, stadskantoor, behoud windmolen en waltoren, grondwaterproblematiek DSM;

·         Financieel: overheidspartijen dragen aan de realisatie van het project ruim 500 miljoen bij. Het totale financiële beslag van het project, inclusief de realisatie van onroerend goed door marktpartijen, ligt aanzienlijk hoger (circa € 1 miljard). Afgezet tegen de totale Delftse jaarbegroting van ruim € 300 mln. is het project zonder meer groot te noemen;

·         Doorlooptijd: de planvorming en realisatie van het totale project beslaan een periode van ongeveer 20 jaar;

·         Complexe besluitvorming: bij de planvorming en realisatie van het project zijn een groot aantal partijen betrokken, zowel overheid, als marktpartijen.

 

De optelsom van deze elementen stelt hoge eisen aan de risicobeheersing van het project. Uitgangspunten en aannamen die tijdens de planvorming valide zijn, kunnen tijdens de loop van het project anders uitpakken.

 

Daar komt bij dat de gemeente Delft op basis van de afspraken tussen de overheidspartijen in het project (Ministerie van Verkeer&Waterstaat, Ministerie van VROM, gemeente Delft) de belangrijkste risicodrager van het project is[1]. In dat opzicht wijkt het spoorzoneproject sterk af van andere projecten voor nationale railinfrastructuur. Meestal ligt het risico voor kostenoverschrijdingen bij de rijksoverheid.

 

Vanwege de financiële risico’s voor de gemeente Delft en mogelijke effecten op de financiële positie van de gemeente is een gedegen controle vanuit de gemeenteraad nodig. Voorwaarde daarvoor is de beschikbaarheid van systematische verantwoordingsinformatie vanuit het college aan de gemeenteraad. Deze notitie beschrijft welke informatie daarvoor nodig is. De notitie baseert zich op bestaande afspraken tussen raad en college.

 

3.       De rol van het Ontwikkelingsbedrijf Spoorzone (OBS)

Verantwoording over het spoorzoneproject wordt afgelegd in de relatie tussen het college van B&W en de gemeenteraad. De planning, voorbereiding en realisatie van het project vinden echter niet plaats door de gemeente Delft zelf, maar door het Ontwikkelingsbedrijf Spoorzone BV (OBS). Uit overwegingen van efficiency heeft de gemeente er voor gekozen de bouw van de spoortunnel niet vanuit de ambtelijke organisatie uit te voeren, maar vanuit een afzonderlijk bedrijf met een eigen rechtspersoon.

 

Het OBS is een overheids BV met de gemeente Delft als enig aandeelhouder. De gemeenteraad heeft geen rechtstreekse relatie met het OBS. Er is sprake van een gemeentelijke deelneming, zoals beschreven in de nota Deelnemingenbeleid die op 17 oktober 2006 besproken is in de raadscommissie voor Bestuur en Werk.

 

De algemene rolverdeling tussen college, raad en rechtspersoon bij deelnemingen is in de specifieke situatie van het OBS verder ingevuld in een aantal achterliggende stukken bij het raadsbesluit van 23 februari 2006 tot instemming met de oprichting van het OBS[2]. Op basis van een overall-planning voor de periode 2006-2019 is aangegeven op welke momenten de raad besluiten kan nemen en welke verantwoordingsinformatie de raad op welk moment gaat krijgen. De documenten bij het raadsbesluit van 23 februari 2006 vormen daarom het vertrekpunt voor het overzicht van de informatie die aan de raad is toegezegd.

 

Het OBS is opgericht op 5 oktober 2006. Voordat het OBS gemeentelijke taken daadwerkelijk kan overnemen, moeten de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden over en weer worden vastgelegd. Dat gebeurt in een overeenkomst van lastgeving en mandaat. Deze overeenkomst is op dit moment nog niet afgesloten.[3]

 

Een ander basisdocument is de Bestuurlijke uitvoeringsovereenkomst van 5 oktober 2005 (BUOK). In dit document zijn de afspraken tussen de overheidspartijen (Verkeer&Waterstaat, VROM, gemeente Delft) vastgelegd. Ook dit document bevat afspraken over de wijze van verantwoording die relevant zijn voor de gemeenteraad.

 

4.       Financieel kader

De kosten van het totale spoorzoneproject liggen rond € 1 miljard. De overheidspartijen brengen, naar de stand van zaken per februari 2007, de volgende bedragen in:

 

Tabel 1

Financieel kader, stand van zaken per februari 2007

Overheidspartij

Bijdrage

Toelichting

Ministerie van Verkeer&Waterstaat

 € 272 mln.

Taakstellend budget, geïndexeerd

Ministerie van VROM

€ 75 mln.

Vast bedrag, niet geïndexeerd

Gemeente Delft

€ 45 mln.

w.o € 11 mln. uit EZH-middelen en gekapitaliseerde OZB-opbrengsten

Provincie Zuid-Holland

€ 30 mln.

 

Stadsgewest Haaglanden

€ 11 mln.

Bedrag uit Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR)

Opbrengsten uit grondexploitatie

€ 80 mln.

 

Totaal

€ 513 mln.

 

 

Het verschil tussen de totale kosten van circa € 1 miljard en de inbreng vanuit de overheid van ruim € 500 mln. heeft betrekking op de private ontwikkeling van kantoren en woningen. Betrokken partijen daarbij zijn Ballast Nedam en NS Vastgoed.

5.       Verantwoordingsinformatie

Twee vragen spelen hier:

a.       Welke informatie heeft de raad nodig om zijn controlerende rol te kunnen vervullen (de inhoud)?

b.       Via welke documenten en op welke moment krijgt de raad deze informatie (de planning- en controlcyclus)?

 

Op beide vragen wordt hieronder ingegaan aan de hand van afspraken die hierover eerder tussen raad en college zijn gemaakt. Voor de overzichtelijkheid worden deze afspraken opnieuw op een rijtje gezet.

 

Welke informatie heeft de raad nodig?

Een zinvolle en volwaardige verantwoording van het college aan de raad over het spoorzoneproject moet in ieder geval aan de volgende algemene uitgangspunten voldoen:

 

1.       Het college rapporteert periodiek aan de raad conform de afspraken die gemaakt zijn bij de besluitvorming in de gemeenteraad over het OBS op 23 februari 2006 en conform de inhoud van de Bestuurlijke uitvoeringsovereenkomst van 5 oktober 2005;

2.       Het college geeft de raad ieder jaar inzicht in de plannen voor het komende jaar en inzicht in de realisatie van plannen in het voorgaande jaar (zie verder onder Planning- en controlcyclus);

3.       Planning en realisatie worden afgezet tegen de oorspronkelijke planning van januari 2006 die ten grondslag heeft gelegen aan de besluiten over het OBS. Afwijkingen van deze planning worden gemeld en verantwoord;

4.       Het college geeft de raad inzicht in ontwikkelingen in het financiële kader, voor zover de gemeente Delft optreedt als risicodrager. Dit betreft zowel de kosten, als de inkomsten.

 

De stukken over het OBS en de Bestuurlijke uitvoeringsovereenkomst noemen daarnaast verschillende specifieke elementen voor verantwoording aan de raad:

 

Tabel 2

Verantwoordingsinformatie spoorzone

Onderwerp

Bron

Aanbestedingen

Europese aanbesteding spoortunnel:

·         1 januari 2007 aanneemsom bekend

·         1 april 2007 gunning aan een bouwcombinatie

·         1 april 2007 go/no go beslissing.

OBS, februari 2006

Architectenselectie Stadskantoor/station:

·         1 maart 2006 architect geselecteerd;

·         1 januari 2007 definitief ontwerp gereed .

OBS, februari 2006

Europese aanbesteding bouw Stadskantoor/station:

·         tweede helft 2007 aanbesteding

OBS, februari 2006

Plandocumenten

Kwaliteitskader, beeldkwaliteitspan, inrichtingsplan openbare ruimte:

·         januari 2007 gereed

OBS, februari 2006

Ontwerp ondergrondse deel (w.o. fietsenkelder):

·         1 januari 2007 definitief ontwerp gereed en naar gemeenteraad.

OBS, februari 2006

Definitief ontwerp Stadskantoor/station

·         1 januari 2007 definitief ontwerp gereed.

OBS, februari 2006

Ontwikkelingsplannen bouwkavels:

·         1 januari 2007 verkavelingsplannen

OBS, februari 2006

Financieel

Subsidieaanvraag en –toekenning VROM:

·         1 november 2005 subsidieaanvraag naar VROM

·         Eerste voorschot van € 25 mln. naar Delft. In volgende jaar verantwoording

·         € 50 mln. uitbetaald in 2008 op basis van een liquiditeitsbegroting in 2007

·         Financiële verantwoording in 2009

BUOK 5 oktober 2005

Subsidieaanvraag en –toekenning Verkeer&Waterstaat

·         Voor 1 januari 2006 subsidieaanvraag van Prorail aan V&W

·         Uitbetaling door V&W aan Prorail in 2011

·         Voorwaarde: ingebruikneming in 2011

BUOK 5 oktober 2005

Subsidie provincie Zuid-Holland:

·         Aanvraag en toekenning

Raadscommissie Duurzaamheid, augustus 2004

Subsidie Haaglanden (BOR):

·         Aanvraag en toekenning

GR 87 II, 2001

Eigen inbreng gemeente Delft

·         Wijze van dekking van gekapitaliseerde OZB-opbrengsten

·         Eventuele aan te trekken leningen in verband met voorfinancieringen

GR 113 II, 2001

BUOK 5 oktober 2005

Overig

Voortgangsrapportage:

·         Jaarlijks 1 april in de gemeenteraad

OBS, februari 2006

Onafhankelijke control vanuit de gemeente:

·         Aangewezen door de gemeente

Directiestatuut OBS, februari 2006

 

Welke planning- en controlcyclus is nodig?

Op dit moment is de situatie als volgt:

·         Het college gaat uit van een rapportage aan de raad over de activiteiten van het OBS als onderdeel van het Meerjarenprogramma vastgoed (MPV) en t-MPV. Deze documenten verschijnen in mei/juni respectievelijk oktober/november;

·         Activiteiten waarvoor een budget nodig is, komen aan de orde in de begroting en het jaarverslag;

 

Het is de vraag of deze inrichting van de informatievoorziening toereikend is. De informatie in het MPV en t-MPV is beknopt en kent een vaste structuur die zich beperkt zich tot enkele kerngegevens en een korte beschrijving van de stand van zaken van vastgoedprojecten. Dat is inherent aan de aard van het MPV. In vergelijking met de spoorzone zijn de projecten in het MPV aanzienlijk kleiner van omvang.

 

Als rekening wordt gehouden met de omvang van het project, de duur en de financiële risico’s voor de gemeente, ligt een uitgebreidere en specifieke rapportage over het spoorzoneproject meer voor de hand. Dat is overigens ook vastgelegd in de oprichtingsbesluiten van het OBS.[4] Vanwege de rolverdeling tussen OBS, college en raad zou een dergelijke rapportage uit twee delen moeten bestaan: een rapportage vanuit het OBS en een begeleidend document vanuit het college. Daar zou ook het oordeel van de gemeentecontroller over het project bij moeten worden gevoegd.

Het OBS is formeel opgericht op 5 oktober 2006. Vanaf dat moment is het OBS een zelfstandige rechtspersoon met een eigen begroting, jaarrekening en een eigen planning- en controlcyclus. De activiteiten in de periode tot 5 oktober 2006 vallen nog onder de reikwijdte van de gemeentebegroting en zullen dus verantwoord moeten worden in de jaarrekening 2006, die in juni 2007 in de raadscommissies en de raad behandeld wordt.

 

6.       Voorstel

De informatievoorziening vanuit het college aan de raad over het spoorzoneproject wordt als volgt ingericht:

 

1.       Het college rapporteert periodiek aan de raad conform de afspraken die gemaakt zijn bij de besluitvorming in de gemeenteraad over het OBS op 23 februari 2006 en conform de inhoud van de Bestuurlijke uitvoeringsovereenkomst van 5 oktober 2005. Daarbij wordt gerapporteerd over alle relevante elementen die in deze documenten zijn vastgelegd.

2.       Het college geeft de raad ieder jaar inzicht in de plannen voor het komende jaar en inzicht in de realisatie van plannen in het voorgaande jaar. Dat gebeurt tegelijkertijd met het MPV en t-MPV via afzonderlijke rapportages spoorzone.

3.       Planning en realisatie worden afgezet tegen de oorspronkelijke planning van januari 2006 die ten grondslag heeft gelegen aan de besluiten over het OBS. Afwijkingen van deze planning worden gemeld en verantwoord.

4.       Het college geeft de raad inzicht in ontwikkelingen in het financiële kader, voor zover de gemeente Delft optreedt als risicodrager. Dit betreft zowel de kosten, als de inkomsten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CDA Delft/AvT

Maart/april 2007

 



[1] Bestuurlijke Uitvoeringsovereenkomst, d.d. 5 oktober 2005, artikel 4.4

[2] GR 23 februari 2006, stuk 65 II

[3] Zie concept-overeenkomst tot lastgeving en mandaat d.d. februari 2006

[4] Procesplan Spoorzone Delft, oprichting OBS d.d. 10 januari 2006, pag. 6, onder punt 2.