De rechten en
plichten
van bewoners en
Vestia Delft geregeld
Inhoudsopgave
Inleiding 3
1. Doelstellingen
en kaders 4
2.
Bewonersparticipatie 6
3. Herhuisvesting 7
4. Huurbeleid en
huurtoeslag 12
5. Vergoedingen 13
6. Extra diensten
voor ouderen, gehandicapten en anderen die dat nodig hebben 15
7. Beheer en
leefbaarheid 16
8. Bijzondere
bepalingen 17
Bijlage:
begrippen en dergelijke 18
Inleiding
De Bomenwijk in
Delft wordt in de periode 2006 – 2020 grondig aangepakt. De aanpak van Vestia
Delft is bedoeld om meer variatie in woningen te krijgen, zodat huidige en
nieuwe bewoners meer keuze hebben in de wijk en er langer en beter naar hun zin
kunnen wonen. Daarvoor zijn verschillende maatregelen nodig. Deze maatregelen
hebben effect op bewoners van de wijk en hun woonsituatie. Dit sociaal plan
beschrijft welke rechten en plichten bewoners en Vestia Delft hebben bij de
aanpak van de Bomenwijk. Door op voorhand goede afspraken te maken, kan Vestia
Delft bijvoorbeeld de herhuisvesting van bewoners zorgvuldig en soepel laten
verlopen. Voor bewoners van de Bomenwijk neemt het sociaal plan een deel van de
onzekerheid weg over hun positie. Bovendien biedt het sociaal plan uitzicht op
compensatie van mogelijke kosten die bewoners moeten maken in verband met de
aanpak van de Bomenwijk.
Het sociaal plan is
tot stand gekomen in nauw overleg tussen de Bewonerswerkgroep Bomenwijk en
Vestia Delft. De totale aanpak van de Bomenwijk duurt zo’n 10 tot 15 jaar.
Daarom wordt voor de aanpak gewerkt met een aantal deelplannen. De afspraken
uit dit sociaal plan vormen een solide basis voor elk van deze deelplannen. In
de loop van de tijd kan het echter noodzakelijk zijn een aantal afspraken aan
te passen aan de actualiteit. Deze aanpassingen komen tot stand in overleg met
betrokken partijen.
Het sociaal plan is
een onderdeel van het document ‘Aanpak Bomenwijk: afspraken en intenties’, dat
is ondertekend op 8 maart 2006 door Vestia Delft en de gemeente Delft en op 7
maart 2006 is bekrachtigd door een besluit van B&W. Woensdag 8 maart 2006
geldt tevens als officiële startdatum van de aanpak van de Bomenwijk en is een
belangrijke datum voor de rechten en plichten zoals genoemd in dit sociaal
plan.
In dit sociaal plan staan onder andere afspraken over:
§
Inspanningen en verplichtingen van Vestia Delft om te zorgen voor een
goede positie van bewoners tijdens de aanpak van de Bomenwijk;
§
Rechten en plichten voor bewoners die vanwege de aanpak moeten
verhuizen, zoals de urgentie en de tegemoetkoming verhuiskosten;
§
De ‘Bomenwijkgarantie’ voor bewoners die voor de officiële start van de
aanpak
(7 maart 2006) in de Bomenwijk wonen en hier graag willen blijven wonen of
terugkeren;
§
Het ondersteunen van bewoners bij het vinden van een andere woning;
§
De wijze waarop informatie wordt gegeven aan bewoners;
§
De inspanningen om
overlast voor bewoners van de
Bomenwijk te beperken en de zorg voor beheer en leefbaarheid tijdens de
aanpak.
1. Doelstellingen en kaders
1.1 Doel
Dit sociaal plan heeft als doel:
·
Duidelijkheid te verschaffen over rechten en plichten van Vestia Delft
en haar huurders;
·
De onduidelijkheid voor de bewoners zo veel mogelijk weg te nemen en
zekerheid te bieden daar waar mogelijk;
·
De aanpak van de Bomenwijk zo soepel mogelijk te laten verlopen;
Daarvoor is een samenhangend pakket aan maatregelen opgesteld. Kort
samengevat heeft Vestia Delft met de Bewonerswerkgroep Bomenwijk afgesproken
om:
·
Een maximale inspanning te leveren om alle bewoners naar wens te
herhuisvesten;
·
Bewoners die dat wensen de garantie te geven dat zij in de wijk kunnen
blijven wonen of hier kunnen terugkeren (Bomenwijkgarantie);
·
De verhuis- en herinrichtingskosten die bewoners moeten maken, met een
vast bedrag te compenseren;
·
Maatwerk te leveren als dat nodig is;
·
De leefbaarheid in het complex en de directe omgeving daarvan op peil te
houden tijdens de aanpak.
1.2 Geldigheid sociaal plan
Vestia Delft en de Bewonerswerkgroep Bomenwijk hebben op 7 maart 2006
overeenstemming bereikt over dit sociaal plan.
Het sociaal plan bevat bepalingen die voor alle bewoners gelden én
bepalingen die alleen gelden in specifieke situaties. In hoofdlijnen geldt de
volgende onderverdeling:
Algemene bepalingen
De bepalingen uit hoofdstuk 2 (bewonersparticipatie), hoofdstuk 4
(huurbeleid en huurtoeslag), hoofdstuk 7 (beheer en leefbaarheid) en hoofdstuk
8 (bijzondere bepalingen) gelden voor alle bewoners van de Bomenwijk.
Bepalingen die
gelden na aanwijzing tot actiegebied
De bepalingen uit hoofdstuk 3 (herhuisvesting), hoofdstuk 5
(vergoedingen) en hoofdstuk 6 (extra diensten) gelden alleen voor individuele
bewoners[1],
van wie de woning behoort tot het deel van de wijk dat is aangewezen tot
actiegebied.
De aanwijzing tot actiegebied vindt plaats op het moment dat de
herhuisvesting moet beginnen van bewoners, die vanwege sloop of ingrijpende
renovatie gedwongen moeten verhuizen. Meestal is dat ongeveer anderhalf jaar
voordat de sloop of renovatie daadwerkelijk begint. De bewoners worden op de
hoogte gesteld van de aanwijzing tot actiegebied en de consequenties die dit
voor hen heeft. Dat gebeurt in ieder geval schriftelijk, maar eventueel ook via
een voorlichtingsbijeenkomst.
Alleen bewoners die vóór 7 maart 2006
(ingangsdatum sociaal plan) in de Bomenwijk wonen, kunnen gebruik maken van de
Bomenwijkgarantie (zie hoofdstuk 3.6). Nieuwe bewoners die ná deze datum in de
Bomenwijk komen wonen, kunnen wel rechten aan het sociaal plan ontlenen, maar
kunnen géén beroep doen op de Bomenwijkgarantie.
1.3 Evaluatie
Vóór de start van de aanpak in een volgend actiegebied, evalueren
partijen de werking van het sociaal plan en het nakomen van de afspraken. Alle
partijen verplichten zich tot het aanleveren van alle relevante informatie om
de evaluatie te kunnen uitvoeren. Op basis van deze evaluatie kunnen onderdelen
van dit sociaal plan gewijzigd worden na instemming van beide partijen.
2. Bewonersparticipatie
2.1 Bewonerswerkgroep
De Bewonerswerkgroep Bomenwijk is voor Vestia Delft de gesprekspartner
bij de aanpak van de Bomenwijk. Zij vertegenwoordigt de belangen van bewoners
in de Bomenwijk en dient namens de bewoners de ideeën en voorstellen in. Zij zorgt ervoor dat bewoners van de
Bomenwijk zo goed mogelijk in staat worden gesteld hun inbreng te leveren bij
de discussies over de aanpak. Met de Bewonerswerkgroep worden afspraken gemaakt
over:
§
De wijze waarop bewoners vertegenwoordigd zijn bij het ontwikkelen van
de plannen voor de Bomenwijk als geheel en voor de verschillende deelplannen;
§
De wijze waarop bewoners van de wijk gedurende het hele traject worden
geïnformeerd over de plannen voor de aanpak, zowel door Vestia Delft als door
de Bewonerswerkgroep;
§
Het zonodig/desgewenst oprichten van een bewonerscommissie per deelplan
of actiegebied;
§
De wijze waarop bewonerscommissies worden betrokken bij de uitwerking
van de deelplannen.
Vestia Delft levert aan de Bewonerswerkgroep en/of eventuele
bewonerscommissies middelen om externe ondersteuning in te huren. Gezamenlijk zorgen partijen
ervoor dat zoveel mogelijk bewoners bij de aanpak worden betrokken.
2.2 Communicatie met bewoners
Vestia Delft en de Bewonerswerkgroep informeren bewoners regelmatig
schriftelijk over de voortgang van het project en andere relevante onderwerpen.
Bij de aanwijzing van elk actiegebied worden bewoners schriftelijk en eventueel
via een voorlichtingsbijeenkomst op de hoogte gesteld van de inhoud en volgorde
van de aanpak in dit gebied, de stand van zaken van de totale aanpak Bomenwijk,
de planning, de herhuisvesting en het beheer. Ook ontvangen zij een exemplaar
van het sociaal plan. In het
kader van de
herhuisvesting wordt met alle bewoners uit het betreffende actiegebied een
individueel gesprek gevoerd.
Vestia Delft zorgt voor een goede bereikbaarheid voor vragen van
bewoners, onder andere door een informatiepunt in de wijk in te richten. Dit
gebeurt zolang dit wenselijk, nodig en op financieel verantwoorde wijze te
exploiteren is. Vestia Delft maakt hierover afspraken met de Bewonerswerkgroep.
3. Herhuisvesting
3.1 Inventarisatie gegevens,
inschrijving en overige informatie
Vóórdat een gebied wordt aangewezen tot actiegebied, houdt Vestia Delft
een individueel inventarisatiegesprek met elke bewoner (hoofdhuurder) van het
actiegebied, die vanwege de aanpak moet verhuizen. Zodra het gebied
daadwerkelijk als actiegebied is aangewezen, kunnen al deze bewoners gebruik
maken van de voorrangsregeling. Voor hen wordt dezelfde urgentiedatum
aangehouden. Het individueel inventarisatiegesprek vindt plaats op kantoor of
tijdens een huisbezoek. Tijdens
dit gesprek worden de volgende punten behandeld:
-
Inventarisatie
van de verhuiswensen en bespreken welke wensen realiseerbaar zijn. Als de
bewoner aangeeft dat hij/zij in de Bomenwijk of alleen in Delft een andere
woning wil krijgen, wordt hiervan een aantekening gemaakt;
-
Inventarisatie
van de wens van verschillende bewoners om bij elkaar in de buurt te blijven
wonen;
-
Uitreiken van
en uitleg over het sociaal plan;
-
Uitreiken
folder van Vestia Delft over het beleid Zelf Aangebrachte Verbeteringen (ZAV);
-
Uitreiken van
de procedure herhuisvesting;
-
Gezamenlijk
verzorgen van de inschrijving via internet of het invullen van een woonbon;
-
Uitleg geven
over de werking van de urgentie;
-
Schetsen van
de mogelijkheden van de huurtoeslag en uitreiken folder;
-
Nagaan of er
behoefte is aan specifieke hulp, zoals hulp bij het reageren op advertenties
voor woningen en/of bij de verhuizing.
Bij het gesprek kan
op verzoek van de bewoners altijd een derde persoon aanwezig zijn. Indien
gewenst zorgt Vestia Delft voor een tolk. De uitkomsten van het gesprek worden
schriftelijk vastgelegd. Bewoners krijgen een exemplaar van dit verslag met het
verzoek dit voor akkoord te tekenen. Bij wijzigingen van verhuiswensen wordt dit
ook weer schriftelijk vastgelegd.
Vestia Delft en de
Bewonerswerkgroep spreken af dat de bewonerswerkgroep na de inventarisatie per
actiegebied een niet op naam gestelde samenvatting van de uitkomsten ontvangt.
Deze wordt bij de evaluatie van het sociaal plan gebruikt.
3.2 Huuropzegging
Op het moment dat
een gebied tot actiegebied wordt aangewezen, zegt Vestia Delft de
huurovereenkomst formeel schriftelijk op, op grond van ‘dringend eigen
gebruik’. De opzegging wordt vergezeld van een bevestiging van ontvangst die
met een bijgesloten antwoordenvelop moet worden teruggestuurd.
3.3 Urgentie
Op het moment dat een gebied als actiegebied wordt aangewezen, heeft
Vestia Delft voor alle hoofdhuurders van het actiegebied een urgentie
aangevraagd. Elke bewoner krijgt daarbij een zoekprofiel (uitwerking: zie
bijlage 1).
a
De urgentie wordt toegekend voor één jaar. Is er na dat jaar nog geen
vervangende woonruimte gevonden, dan wordt nagegaan of verlenging van de
urgentie noodzakelijk is.
b
De urgentie geeft voorrang op andere woningzoekenden in de regio
Haaglanden (Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden Delfland,
Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer). De voorrang
geldt voor woningen die voldoen aan het zoekprofiel dat de bewoner bij zijn
urgentie heeft meegekregen. De urgentie in het kader van de vernieuwing geeft
géén voorrang op:
o Urgent
woningzoekenden met een sociaal/medische indicatie.
o Woningzoekenden
die een andere woning aanvragen in het kader van ‘lokaal maatwerk’[2].
c
Volwassen
inwoners krijgen geen zelfstandige voorrangsmogelijkheid; zij dienen mee te
verhuizen met de bewoner.
3.4 Aanbieden en toewijzen
woningen
Vrijkomende
woningen in de wijk worden als volgt aangeboden:
a
Woningen die
in de exploitatie blijven of komen:
-
De woning komt
in de krant met de voorwaarde dat deze woning mogelijk aan een
herstructureringskandidaat wordt toegewezen;
-
Bewoners
kunnen op deze woning reageren;
-
De woning
wordt als eerste aangeboden aan urgenten uit een actiegebied, omdat het cruciaal
is dat deze bewoners geherhuisvest worden;
-
Vervolgens aan
mensen uit een aansluitend actiegebied, aan mensen die doorgeschoven zijn en
hebben aangegeven in de wijk te willen blijven wonen en aan mensen die gebruik
willen maken van de terugkeerregeling. De woonduur in de Bomenwijk wordt
hierbij als volgordecriterium gebruikt.
b
Woningen voor
senioren:
De volgorde bij toewijzing van woningen voor senioren wordt in overleg
met de Bewonerswerkgroep nader uitgewerkt.
c
Woningen die
op termijn aangepakt worden:
-
De woning
wordt direct aangeboden aan mensen die te kennen hebben gegeven gebruik te
willen maken van de mogelijkheid tot doorschuiven.
-
Woningen die
in een actiegebied liggen en gesloopt gaan worden, worden zo veel mogelijk
tijdelijk verhuurd
Om de volgorde te
bepalen waarin kandidaten in aanmerking komen voor een woning, wordt de
regeling gehanteerd uit de regionale verordening (zie bijlage 1: begrippen en
dergelijke).
Bij
woningtoewijzing hanteert Vestia Delft de passendheidsnormen volgens de
regionale huisvestingsverordening Haaglanden 2005. Voor een toelichting wordt
verwezen naar de oppervlaktetabel passendheid (bijlage 1) en de
huurinkomentabel Haaglanden 1 januari t/m 30 juni 2006 (bijlage 2).
3.5 Zoekproces
1.
Bewoners moeten zelf met hun urgentie reageren op woningen die in de
woonkrant of op internet (www.woonnet-Haaglanden.nl)
via het aanbodmodel worden aangeboden. Bewoners met een urgentie krijgen op
kosten van Vestia Delft de woonkrant thuis bezorgd tot het moment van
verhuizen. Dit geldt zolang de woonkrant nog in papieren vorm verschijnt.
2.
Vestia Delft
houdt het zoekgedrag van bewoners bij en stimuleert zo nodig het zoeken. Als
bijvoorbeeld na enkele maanden blijkt dat de betreffende bewoner nog geen
enkele woonbon heeft ingevuld, neemt Vestia Delft contact op met deze bewoner
om te onderzoeken of aanvullende hulp of uitleg nodig is.
3.
Aanbiedingen,
weigeringen en redenen tot weigering worden schriftelijk vastgelegd. Over de
redenen tot weigering wordt een rapport gemaakt met het oog op een eventuele
huurbeëindigingprocedure.
3.6 Herhuisvesting in de
wijk: de Bomenwijkgarantie
Vestia Delft vindt
de binding van bewoners met de Bomenwijk een belangrijke waarde voor de wijk.
Bij de aanpak van de Bomenwijk wordt daarmee rekening gehouden. Daarom geeft
Vestia Delft aan alle bewoners die vanwege de aanpak moeten verhuizen en die op
7 maart 2006 in de Bomenwijk wonen, de garantie dat zij in de Bomenwijk in een
financieel en anderszins passende gerenoveerde of nieuwe woning kunnen
terugkeren, als zij dit willen. Deze nieuwe woning is dan:
1.
Een sociale
huur- of sociale koopwoning als ze daar op basis van hun inkomen voor in
aanmerking komen; óf
2.
Een duurdere
huur- of koopwoning in de gewenste prijscategorie, als ze op basis van hun
inkomen niet in aanmerking voor een sociale huurwoning komen.
Om gebruik te maken
van de Bomenwijkgarantie, moeten bewoners zelf actief reageren op woningen in
de Bomenwijk.
Voor de Bomenwijkgarantie geldt een aantal afspraken:
1.
Voldoende passend woningaanbod
Vestia Delft zorgt in de Bomenwijk voor
voldoende sociale huurwoningen voor bewoners die daarvoor in aanmerking komen.
Voor bewoners die niet in aanmerking komen voor een sociale huurwoning, zorgt
Vestia Delft voor voldoende aanbod in de bij deze bewoners passende
prijscategorieën.
2.
Het reserveren van woningen voor
Bomenwijkers
Vestia Delft spreekt met de gemeente Delft
af dat alle vrijkomende woningen in de Bomenwijk voor
herstructureringskandidaten uit de Bomenwijk gereserveerd kunnen worden. Dit
geldt mits de woningen voldoen aan de passendheidseisen en het zoekprofiel van
de kandidaten. De woningen die niet door herstructureringskandidaten worden
benut, worden via de reguliere verhuurprocedure aangeboden aan andere
kandidaten.
3.
Tijdelijke herhuisvesting: doorschuiven of terugkeren
Op het moment van noodzakelijke verhuizing
is niet altijd de gewenste woning in de wijk beschikbaar. Bewoners krijgen dan
van Vestia de keuze om:
- binnen de Bomenwijk door te schuiven naar een woning die op een
later moment wordt aangepakt en pas daarna definitief te verhuizen
(doorschuifregeling).
- te
verhuizen naar een woning buiten de wijk, met de intentie om in een later
stadium terug te keren naar de Bomenwijk
(terugkeerregeling).
Beide mogelijkheden worden hieronder verder
toegelicht.
Doorschuifregeling
Urgente bewoners die in de
Bomenwijk willen blijven wonen, krijgen de mogelijkheid om tijdelijk door te
schuiven naar een vrijkomende woning die later aangepakt zal worden. De te
betrekken woning moet minimaal drie jaar later aangepakt worden dan de te
verlaten woning. De bewoners hebben dan de mogelijkheid om definitief te
verhuizen naar een inmiddels gerealiseerde nieuwe of gerenoveerde woning in de
eerste deelplannen of een andere keuze te maken.
Bewoners die gebruik maken van de
mogelijkheid tot doorschuiven, worden vooraf geïnformeerd over de vermoedelijke
duur van de periode die zij in hun tijdelijke woning kunnen blijven wonen. Zij
kunnen daarmee rekening houden bij de besluiten die zij nemen over hun
investering in de woning. Wanneer de bewoner doorschuift naar een woning met
hetzelfde puntenaantal als de huidige woning, betaalt de bewoner maximaal de
huidige huur. Gaat de bewoner naar een kleinere of grotere woning, dan wordt de
huur wel aangepast. Bij aanbiedingen van woningen aan doorschuifkandidaten
wordt de woonduur in de Bomenwijk als volgordecriterium gebruikt.
Op het moment dat het gebied waarin de
doorschuifwoning als actiegebied wordt aangewezen, krijgt de bewoner weer te
maken met de rechten en plichten uit het sociaal plan. Dat wil zeggen
dat de bewoner weer gedwongen moet verhuizen, urgent wordt en voor de tweede keer recht heeft op de
verhuiskostenvergoeding. Met deze nieuwe urgentie, die hoort bij het betreffende
actiegebied, kan de bewoner zowel op woningen in als buiten de Bomenwijk
reageren. Een bewoner kan niet meer gebruik maken van zijn urgentie uit een
vorige fase. Wel wordt het zoekprofiel op basis van het oorspronkelijke
inventarisatiegesprek geformuleerd.
Een bewoner kan ook vaker dan eenmaal
doorschuiven naar een later aan te pakken woning, als er tenminste genoeg
woningen hiervoor vrijkomen. Na de actiegebiedaanwijzing van deze tijdelijke
woning, krijgt de bewoner opnieuw een urgentie, vanwege de noodzaak dat hij het
huis moet verlaten. De verhuiskostenvergoeding komt vanaf dat moment te
vervallen. Deze wordt maximaal twee keer toegekend per huishouden.
Terugkeerregeling
De terugkeerregeling geldt voor bewoners die niet in één keer in de
Bomenwijk definitieve herhuisvesting kunnen vinden en een woning buiten de
Bomenwijk betrekken met de intentie om terug te keren in de wijk. Zij moeten
wel tijdens de inventarisatie hebben aangegeven in de wijk te willen blijven
wonen. Voor de terugkeerregeling zijn de volgende afspraken gemaakt:
1)
Vestia Delft
houdt een lijst bij van bewoners die tijdens de inventarisatieronde aangeven
dat zij in de Bomenwijk willen terugkeren. Vestia Delft informeert deze
bewoners over het vrijkomende aanbod in de wijk. Voor deze bewoners is geen
tweede verhuiskostenvergoeding beschikbaar, aangezien zij niet nogmaals
gedwongen worden te verhuizen.
2)
De
terugkeerregeling vervalt na twee jaar, mits bewoners in die periode drie keer
in de gelegenheid gesteld waren de terugkeerregeling te gebruiken. Dat wil
zeggen dat de bewoner in die twee jaar minimaal drie keer in de gelegenheid is
geweest te reageren op een woning die passend was bij het zoekprofiel.
3.7 Herhuisvesting in de
wijk: Spijtoptantenregeling
Spijtoptanten zijn bewoners die na gedwongen verhuizing een nieuwe
woning hebben geaccepteerd binnen of buiten de Bomenwijk, maar in een later
stadium terug willen komen op deze herhuisvesting. Vestia Delft en de
Bewonerswerkgroep hebben afgesproken voor de spijtoptantenregeling aan te
sluiten bij de afspraken op bestuurlijk niveau tussen Stadsgewest en SVH
(Vereniging Sociale Verhuurders Haaglanden). Naar verwachting zal in maart 2006
hierover besluitvorming plaatsvinden.
3.8 Koopwoningen in de wijk
Bestaande woningen in de wijk die kunnen worden verkocht, worden eerst
aan de zittende huurders aangeboden. De volgorde bij verkoop van nieuwe
woningen of bestaande woningen die leegkomen wordt in overleg met de
Bewonerswerkgroep nader uitgewerkt.
3.9 Herhuisvesting buiten de
wijk
Bewoners die niet in de Bomenwijk willen terugkeren, maar tijdens de
inventarisatie hebben aangegeven dat zij wel binnen Delft willen blijven wonen,
hoeven met hun urgentie niet te reageren op woningen buiten Delft en krijgen
van Vestia Delft hier ook geen aanbiedingen voor.
3.10 Procedure
verhuizing
Vestia maakt ter ondersteuning van het verhuisproces een uitgebreide
checklist, waarin alle stappen zijn opgenomen die Vestia en/of de bewoner moet
zetten om de verhuizing goed te laten verlopen. In deze checklist zijn ook de
procedures opgenomen die doorlopen moeten worden bij andere instanties
(bijvoorbeeld voor het aanvragen van huurtoeslag voor de vervangende woning).
3.11 Huurbeëindigingprocedure
Tijdig vóór de geplande aanpak van een actiegebied biedt Vestia Delft aan
de bewoner met urgentie die nog geen andere woning gevonden heeft tenminste
éénmaal en maximaal driemaal een vervangende woning aan. Als er met de bewoner met urgentie niet op
tijd overeenstemming over de ontbinding van de huurovereenkomst wordt bereikt,
wordt de ontbinding van de huurovereenkomst door Vestia Delft aan de rechter
voorgelegd. Vestia Delft laat het belang van de bewoner zwaar wegen. Bij de
beslissing om al dan niet een juridische procedure te starten, is de voortgang van
de aanpak van de Bomenwijk echter doorslaggevend.
Bij het starten van een huurbeëindigingprocedure is er een passende
woning beschikbaar. De laatste geweigerde woning wordt hiervoor beschikbaar
gehouden.
3.12 Oplevering woning
De woning wordt bij het inleveren van de sleutels onbewoond, leeg van
meubilair en stoffering (bezemschoon) en veilig opgeleverd. De woning hoeft
niet in oude staat te worden teruggebracht. Net als bij normale verhuizingen
moet de woning wel goed bewoonbaar worden opgeleverd. Deze woningen worden
immers mogelijk tijdelijk verhuurd. Nadat de bewoner de sleutel van de nieuwe
woning heeft ontvangen, komt Vestia Delft langs voor de inspectie en in overleg
met de nieuwe huurder worden nadere afspraken gemaakt over de oplevering van de
woning. Zo kan bijvoorbeeld in overleg met Vestia Delft besloten worden de
vitrage en overgordijnen te laten hangen om de woning een bewoond aanzien te
geven. Ook wordt dan afgesproken of zelf aangebrachte verbeteringen moeten
worden verwijderd en onder welke voorwaarden (correct, veilig, zonder risico's
op schade door lekkage, kortsluiting e.d.). Afspraken, gemaakt tijdens de
inspectie, worden schriftelijk vastgelegd.
De datum van de laatste inspectie en het inleveren van de sleutels is in
principe een maand na de huuringangsdatum van de nieuwe woning.
Voor het te volgen
huurbeleid en de huurtoeslag, gelden de volgende afspraken:
1.
Vanaf het
moment dat een gebied wordt aangewezen als actiegebied wordt voor de betreffende
te slopen en ingrijpend te renoveren woningen de huur niet meer verhoogd.
2.
Woningen die
nog niet in een actiegebied liggen en die ook nog niet door ingrijpende
renovatie zijn aangepakt, krijgen tijdens het vernieuwingstraject een
huurverhoging van maximaal het inflatiepercentage, zoals vastgelegd in de
consumentenprijsindices (CPI) van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Hiervoor geldt dat dit wel moet passen binnen de geldende wettelijke kaders van het
huurbeleid.
3.
Voor de eengezinswoningen die te maken krijgen met grootonderhoud en
verbetering geldt het reguliere huurbeleid.
4.
Bij tijdelijke verhuur in het kader van de leegstandswet wordt 65% van
de maximale huur volgens het woningwaarderingstelsel gehanteerd.
5.
Bij overige vrijkomende woningen in de wijk wordt de huur volgens het
reguliere beleid aangepast.
6.
De
servicekosten van de lege woningen (zoals bijvoorbeeld de kosten voor
portiekverlichting) komen voor rekening van Vestia Delft.
7.
Vestia Delft
wijst bewoners op de mogelijkheid om huurtoeslag aan te vragen en op de te
volgen procedure. Indien gewenst is Vestia Delft behulpzaam bij het aanvragen
van huurtoeslag.
5.1 Tegemoetkoming verhuis-
en herinrichtingskosten
Sloop of ingrijpende verbetering
Bewoners die hun
woning moeten verlaten vanwege sloop of ingrijpende verbetering, hebben recht
op een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten. Deze
tegemoetkoming bestaat uit € 5.085,- per huishouden (prijspeil 1 januari
2006). Dit bedrag wordt jaarlijks
geïndexeerd met het door het CBS vastgestelde inflatiepercentage, het CPI.
Ingrijpende renovatie, niet in bewoonde
staat
Bewoners die een
wisselwoning betrekken (als renovatie niet in bewoonde staat mogelijk is) en na
oplevering van hun oude woning weer terugkeren naar hun oorspronkelijke woning,
krijgen een extra wisselwoningvergoeding van € 1.015,28.
Uitbetaling van de tegemoetkoming
De uitbetaling van de tegemoetkoming verhuis- en herinrichtingskosten
vindt plaats in 2 termijnen:
1. De eerste termijn (€ 4.000,-) wordt overgemaakt direct na
ontvangst van de schriftelijke huuropzegging.
2. De tweede termijn
(€ 1.085,-) wordt overgemaakt aan de bewoner nadat de sleutels zijn ingeleverd
en de laatste inspectie heeft plaatsgevonden en alles in orde is bevonden.
De uitbetaling van de wisselwoningvergoeding vindt plaats op het moment
dat de bewoner het wisselwoningcontract heeft ondertekend.
5.2
Ongeriefvergoeding
bij groot onderhoud en verbetering
Bij groot onderhoud
en verbeteringsprojecten waarbij de bewoner niet de woning hoeft te verlaten,
hebben bewoners recht op een ongeriefvergoeding van Vestia. Hiervoor geldt de
regeling ongeriefvergoeding Vestia Delft.
De aanpak van de Bomenwijk wordt in verschillende deelplannen
gerealiseerd. Elk deelplan bestaat uit meerdere actiegebieden. De urgentie en
andere bepalingen uit het sociaal plan gelden pas zodra het gebied van hun
woning concreet als actiegebied is aangewezen. Vervroegde verhuiskostenvergoeding is bedoeld voor bewoners, die wonen
in een te slopen of te renoveren woning uit een volgend deelplan, maar
vooruitlopend op de aanpak toch alvast wensen te verhuizen. Omdat deze bewoners
nog niet in een actiegebied wonen, worden zij nog niet urgent. Ze hebben dus
geen voorrang op andere woningzoekenden.
Wanneer bewoners uit andere delen van de Bomenwijk naar verwachting geen
kans hebben op een passende woning op het moment dat het gebied waarin zij
wonen aan de beurt is, kunnen zij bij vervroegde herhuisvesting ook aanspraak
maken op de vervroegde verhuiskostenvergoeding. Ook voor hen geldt dat zij geen
urgentie krijgen. Dit geldt in het eerste deelplan bijvoorbeeld bij oplevering
van seniorenwoningen. Voorwaarde is dat de vrijkomende woning dan tijdelijk
verhuurd kan worden. De maximale termijn voor tijdelijke verhuur is vijf jaar.
Alle bewoners uit het gebied van deelplan 1 die gedwongen moeten
verhuizen door sloop of ingrijpende renovatie, komen direct na 7 maart 2006 in
aanmerking voor een verhuiskostenvergoeding. Het aanwijzen van gebieden waar de vervroegde verhuiskostenvergoeding
geldt, gebeurt verder bij de uitwerking van de deelplannen. Uitgangspunt is
dat voor alle bewoners dezelfde rechten en plichten gelden.
5.4 Overige vergoedingen
Om het betalen van
‘dubbele huur’ tijdens de verhuisperiode te voorkomen, kan de bewoner na de
datum van de huuropzegging nog een maand in de te verlaten woning blijven
wonen, zonder daar huur voor te betalen.
Vestia Delft
vergoedt vanaf de datum dat een gebied als actiegebied is aangewezen de
jaarlijkse inschrijfkosten in het woningzoekendenregister en leges voor de
urgentieaanvraag, totdat vervangende woonruimte is gevonden.
De Gemeente Delft
heft geen leges voor de huisvestingsvergunning voor de nieuwe woning. Als de
bewoner verhuist naar een andere gemeente zal de corporatie de daar berekende
leges aan de huurder vergoeden.
Vestia Delft
berekent geen normale administratie- en contractkosten voor de nieuwe woning en
vergoedt de door een andere verhuurder berekende kosten aan de verhuisde
bewoner.
5.5 ZAV beleid
Het beleid voor de
Zelf Aangebrachte Verbeteringen (ZAV) van Vestia Delft geldt ook bij gedwongen
verhuizingen in het kader van dit sociaal plan. De vertrekkende bewoner krijgt
een vergoedingsvoorstel van Vestia Delft. De ZAV-vergoeding wordt berekend op
het moment van inspectie.
5.6 Uitbetaling
vergoedingen
Voor alle vergoedingen geldt dat deze alleen per bank- of girorekening
worden uitbetaald.
Herhuisvesting is een ingrijpend proces. Vooral voor ouderen en
gehandicapten. Voor bijzondere groepen zal Vestia
Delft zich extra inspannen de verhuizing steeds zo goed en soepel mogelijk te
begeleiden. Daarbij hanteert Vestia Delft het principe van individueel
maatwerk. Toch kan een aantal algemene uitgangspunten in dit sociaal plan
worden genoemd:
-
Voor
mensen met een moeilijk zoekprofiel, kan vooruitlopend op de
actiegebiedaanwijzing de urgentiestatus worden aangevraagd. Dit zijn mensen van
wie op grond van hun objectieve woonsituatie verwacht kan worden dat het vinden
van passende woonruimte een knelpunt gaat vormen. Denk bijvoorbeeld aan
gehandicapten met een aangepaste woning. Urgent woningzoekenden uit een actiegebied gaan wel voor op deze
bijzondere situaties.
-
Voor
mensen die het nodig hebben, biedt Vestia Delft begeleiding bij het zoekproces.
Vestia Delft inventariseert de knelpunten en zorgt voor ondersteuning op maat,
bijvoorbeeld door deze mensen te attenderen op voor hen passende woningen in de
krant of door voor hen te reageren.
-
Voor
ouderen en gehandicapten die absoluut niet in staat zijn om zaken zelf te
regelen en geen beroep kunnen doen op hun sociale netwerk, kan Vestia Delft
ondersteuning bij de verhuizing regelen of de verhuizing regelen. De kosten
hiervoor worden in mindering gebracht op de verhuiskostenvergoeding.
-
Vestia Delft zorgt dat onder de verantwoordelijkheid van het Centrum
Indicatiestelling Zorg (CIZ) de aanpassingen voor gehandicapten over gebracht
worden of opnieuw aangebracht worden in de vervangende woning. De bewoner
vraagt dit aan bij het CIZ. Vestia Delft kan, indien nodig, een bemiddelende
rol spelen. Wanneer het niet lukt om de vervangende woning op tijd gereed te
krijgen, wordt de huurbetaling voor de vervangende woning opgeschort tot het
moment dat de noodzakelijke voorzieningen zijn aangebracht en de bewoner dus
gebruik kan maken van de vervangende woning. De gehandicapte bewoner kan tot
die tijd in de oude woning blijven. Voorwaarde is wel dat de nieuwe
huurovereenkomst is ondertekend en dat de sloopplanning dit toelaat. Anders
wordt een passende oplossing gevonden.
-
Vestia Delft gaat onderhandelen met een verhuisbedrijf en/of
klussenwinkel om voordelige prijsafspraken voor Bomenwijkbewoners te maken.
-
Vestia Delft
stelt een “sociaal fonds” beschikbaar. Uit dit fonds worden eventuele goederen
en diensten (verhuisbedrijf; klussen die rond de verhuizing moeten gebeuren)
geleverd. Vestia Delft stelt hiervoor in overleg met de Bewonerswerkgroep
nadere criteria vast, passend bij de lokale situatie. Denk bijvoorbeeld aan:
o
Het geval dat
er sprake is van zeer specifieke omstandigheden voor de individuele bewoner;
o
De situatie
dat een bewoner geen eigen sociaal netwerk heeft;
o
De situatie
dat de bewoner over absoluut onvoldoende financiële middelen beschikt;
o
Het geval dat
problemen van de bewoner aantoonbaar ernstig zijn en door de noodzakelijke
verhuizing vanwege sloop veroorzaakt zijn.
Beroepen op het
sociaal fonds worden in de toetsingscommissie beoordeeld en verwerkt tot een zwaarwegend
advies voor Vestia Delft.
7.1 Beheerplan
Excellent en
nauwkeurig beheer is een voorwaarde voor een succesvolle aanpak van de
Bomenwijk. Vestia Delft en de gemeente Delft zetten zich extra in voor het
beheer van de wijk tijdens de vernieuwing van de Bomenwijk. Samen met
betreffende instanties (brandweer, politie, maatschappelijke organisaties en
Bewonerswerkgroep) worden beheerafspraken vastgelegd in een beheerplan
Bomenwijk.
7.2 Maatregelen
in verband met zorgvuldig beheer en onderhoud
Betrokken partijen
stellen een beheerplan op, waarin onder meer de volgende afspraken worden
vastgelegd:
-
Leegkomende
woningen in een actiegebied worden zo veel mogelijk tijdelijk verhuurd, tot een
moment zo dicht mogelijk bij de daadwerkelijke start van de sloop.
-
Leegkomende
woningen in delen die nog actiegebied moeten worden en die op de nominatie
staan aangepakt te gaan worden, worden zoveel mogelijk gebruikt voor mensen die
willen doorschuiven en anders normaal verhuurd.
-
Overige
woningen worden normaal verhuurd, waarbij de toekomstige bewoners geïnformeerd
worden over de plannen in de wijk.
-
Corporatie en
gemeente spannen zich in om betrokken instanties, zoals Reiniging, Brandweer en
Politie, te betrekken bij het leveren van de noodzakelijke extra inspanningen
om veiligheid en leefbaarheid in de wijk/complex/straat op een aanvaardbaar
peil te houden.
-
Om vervuiling
en vernieling tegen te gaan, wordt extra toezicht gehouden in de wijk. Ook
worden openbare ruimtes schoongehouden, wordt post van leegstaande woningen
verwijderd, etc.
-
Vestia Delft
voert klachtenonderhoud uit aangepast aan de levensverwachting van de woning. Voor
woningen die langer dan vijf jaar blijven staan, geldt het reguliere onderhoudsbeleid.
Dit betekent dat er volgens de onderhoudsplanning zoveel mogelijk de
noodzakelijke maatregelen worden uitgevoerd, dat bij mutatie maatregelen worden
uitgevoerd om de woningen verhuurklaar te krijgen en dat noodzakelijk
reparatieonderhoud wordt uitgevoerd. Voor woningen waarvan verwacht wordt dat
er binnen vijf jaar een ingreep plaatsvindt, geldt een terughoudend
onderhoudsbeleid. Dat wil zeggen dat gerepareerd wordt wat stuk is en wat nodig
is vanuit het oogpunt van veiligheid, maar dat er geen keukens en badkamers
vernieuwd worden en dat er geen planmatige activiteiten meer plaatsvinden.
-
Woningen die
definitief leeg blijven, worden ‘ontmanteld’ (verwijderen/afsluiten van
nutsvoorzieningen en van nog bruikbare onderdelen). Daarna wordt de woning goed
dichtgezet of een ‘bewoond aanzien’ gegeven.
8.1 Toetsingscommissie
De aanpak in de
Bomenwijk heeft voor veel bewoners vergaande consequenties. Omdat niet altijd
alles tot in detail geregeld kan zijn, wordt een toetsingscommissie ingesteld.
De toetsingscommissie heeft tot taken:
-
Een zwaarwegend
advies uit te spreken over die situaties waarin het sociaal plan niet voorziet
of waarin het sociaal plan aantoonbaar ongunstiger uitpakt voor een bewoner in
vergelijking met andere bewoners;
-
Een
zwaarwegend advies uit te spreken over de beroepen op het sociaal fonds;
-
Een
zwaarwegend advies uit te spreken over de aan de toetsingscommissie voorgelegde
geschillen.
De
toetsingscommissie wordt samengesteld uit een vertegenwoordiger namens Vestia
Delft, een vertegenwoordiger namens de Bewonerswerkgroep en een in gezamenlijk
overleg te benoemen onafhankelijke voorzitter.
Zowel Vestia Delft
als bewoners kunnen situaties voorleggen aan de toetsingscommissie. De
toetsingscommissie beoordeelt de individuele gevallen en neemt binnen drie
weken een beslissing over deze situaties. Dit besluit is een zwaarwegend advies
aan Vestia Delft en wordt in principe overgenomen door Vestia Delft. Vestia
Delft deelt binnen één week na het advies van de toetsingcommissie het besluit
schriftelijk en voorzien van een motivatie mee aan de betreffende bewoner.
Er wordt een dossier aangelegd van situaties die aan de
toetsingscommissie worden voorgelegd en de bijbehorende besluiten. Dit dossier
speelt een rol in de evaluatie van het sociaal plan.
8.2 Klachtenregeling
Als een bewoner ontevreden is over de manier waarop hij of zij door
Vestia Delft bij de uitvoering van het sociaal plan benaderd is, dan kan de
bewoner dit aan Vestia meedelen, zodat Vestia Delft de klacht kan herstellen.
Mocht een bewoner dan nog niet tevreden zijn, dan treedt de klachtenregeling in
werking.
Klachten van bewoners – eventueel vertegenwoordigd door de
Bewonerswerkgroep of de betreffende bewonerscommissie – die verband houden met
de uitvoering van dit sociaal plan, worden als volgt behandeld:
-
De bewoner van de te slopen of te renoveren woning waarvoor dit sociaal
plan van toepassing is, legt zijn klacht schriftelijk of mondeling voor aan de
toetsingscommissie. De toetsingscommissie doet binnen drie weken na ontvangst
van de klacht een uitspraak.
-
Als de klager niet tevreden is over de afhandeling van de klacht, kan
hij zich schriftelijk wenden tot de Geschillencommissie Huursector. Deze stelt
een onderzoek in en doet uiterlijk na vier weken uitspraak over de
rechtmatigheid van de klacht.
-
Indien de bewoner ook dan nog niet tevreden is over de afhandeling, kan
hij/zij de zaak voorleggen aan de rechter.
Delft, 8 maart 2006
Vestia Delft Bewonerswerkgroep Gemeente Delft
Bijlage 1 Begrippen en
dergelijke
1. Kaders voor dit sociaal plan
Partijen zijn voor
dit sociaal plan gebonden aan de bestaande wet- en regelgeving en
prestatieafspraken op landelijk, regionaal en lokaal niveau. Mochten deze
regelingen of afspraken wijzigen, dan overleggen partijen over eventuele
noodzakelijke aanpassingen van het sociaal plan. Intentie hierbij is dat
gezocht wordt naar oplossingen, waarmee gemaakte afspraken met en gedane
toezeggingen aan bewoners kunnen worden nagekomen.
Een bewoner/huurder heeft een geldige op zijn/haar naam gestelde
huurovereenkomst voor onbepaalde tijd met Vestia Delft, bezit een
huisvestingsvergunning en staat ingeschreven in het bevolkingsregister op het
betreffende adres in de Bomenwijk. Ook worden hiermee diens eventuele
echtgenoot, geregistreerde partner en/of medehuurder(s) bedoeld.
3. Zoekprofiel
Herstructureringskandidaten vanuit de Bomenwijk krijgen afhankelijk van
hun huidige woningtype voor de herhuisvesting bij hun urgentie het volgende zoekprofiel:
HUIDIG WONINGTYPE
VAN KANDIDAAT |
GELIJKWAARDIG
WONINGTYPE |
Eengezinswoning |
Eengezinswoning
en verder alle woningen
met uitzondering van aangepaste of aan te passen benedenwoning voor mensen
met een handicap |
Benedenwoning |
Benedenwoning
en verder alle woningen
met uitzondering van aangepaste of aan te passen benedenwoningen voor mensen
met een handicap |
Bovenwoning |
-
Bovenwoning/portiekwoning -
Bovenmaisonnette - flat met of
zonder lift 1e etage en
hoger |
In
aanvulling hierop krijgen bepaalde huishoudens een toevoeging op het
zoekprofiel:
- Toevoegen van het woningtype ‘eengezinswoning’ indien:
·
Het huishouden
van de hoofdbewoner uit minimaal vier personen bestaat, waarvan tenminste twee
kinderen jonger dan 12 jaar.
·
Het huishouden
van de hoofdbewoner naast de hoofdbewoner minimaal vier thuiswonende kinderen
omvat.
- Toevoegen van het woningtype ‘benedenwoning/gelijkvloers of
traploos bereikbaar’ indien:
·
Één van de
bewoners in het huishouden 65 jaar of ouder is.
Verder dient de herstructureringskandidaat – voor wat betreft
gezinssamenstelling en inkomen - te voldoen aan de voorwaarden voor de woning
zoals omschreven in de advertentie in de ‘woonkrant’.
4. Lokaal maatwerk
Met lokaal maatwerk
wordt bedoeld dat enkele lokale voorrangsregels kunnen worden opgenomen om de
problematiek van de grote stad op te lossen of het behoud van sociale cohesie
in buurtgemeenten te stimuleren. Dit is in de Regionale huisvestingsverordening
Stadsgewest Haaglanden onder artikel 22, lid 1.b. te vinden. Bij de volgordebepaling
bij toewijzing speelt lokaal maatwerk een rol. Woningzoekenden die een beroep
doen op lokaal maatwerk gaan vóór op woningzoekenden met een voorrang in het
kader van herstructurering. Woningzoekenden die in aanmerking kunnen komen voor
lokaal maatwerk zijn:
-
De
woningzoekende die een eengezinswoning of 5-kamerwoning (minimaal 80 m2 en
onder de huurprijsgrens) achterlaat en verhuist naar een niet-eengezinswoning
of naar een eengezinswoning met een huurprijs hoger dan de huurprijsgrens;
-
De woningzoekende
van 65 jaar en ouder die een zelfstandig voor verhuur beschikbaar komende
woonruimte achterlaat en verhuist naar een voor ouderen geschikte woning;
-
De
woningzoekende van 65 jaar en ouder, die verhuist naar een specifiek voor
ouderen gebouwd of verbouwd complex (maximaal 50% van de eerste verhuring van
dit complex);
-
De
woningzoekende, van maximaal 27 jaar, die verhuist naar een specifiek voor
jongeren gebouwd complex (maximaal 50% van de eerste verhuring);
-
De
woningzoekende die bij de eerste verhuring van nieuwbouwwoningen in de sociale
sector in een herstructureringsgebied gaat wonen (maximaal 50% van de woningen
in dit complex).
4.
Volgordebepaling
Bij de bepaling
van de volgorde van de kandidaten voor een woning in de
Bomenwijk wordt
eerst de (in artikel 3.6 van dit sociaal plan geformuleerde)
Bomenwijkgarantie
toegepast. Op grond van deze Bomenwijkgarantie hebben
herstructureringskandidaten uit de Bomenwijk
bij toewijzing van vrijkomende woningen in
de wijk voorrang op
kandidaten van elders.
Bij de verdere volgordebepaling worden de
regels van de Regionale
herhuisvestingsverordening aangehouden. Deze
luiden als volgt:
1)
In het geval
dat meerdere herstructureringskandidaten op dezelfde woning reageren, gaat de
kandidaat met een verlengde voorrangsverklaring voor.
2)
Indien dit
niet van toepassing is, gaat de kandidaat van wie de voorrangsverklaring het eerst
eindigt, voor.
3)
Indien ook dit
niet van toepassing is, gaat de kandidaat voor, waarvan de hoofdhuurder bij
toekenning van de voorrangsverklaring de hoogste leeftijd heeft.
4)
Deze laatste
regel is niet van toepassing indien een van de kandidaten met gelijke
vervaldatum voor de urgentie uit de Bomenwijk komt en reageert op een woning in
de Bomenwijk.
5)
Indien beide
kandidaten uit de Bomenwijk reageren op een woning in de Bomenwijk, gaat de
kandidaat met de langste woonduur in de te verlaten woning voor.
6)
Een urgente
behoudt zijn in de te verlaten woning opgebouwde inschrijfduur gedurende de eerste twee jaar na zijn
verhuizing. Dit wordt schriftelijk bevestigd bij het verlaten van de woning.[3]
6. Passendheid
a. Oppervlaktetabel
Woonoppervlakte |
Omvang Huishouden |
Tot 80 m2 |
Maximaal 5
personen |
50-80 m2 indien
type: eengezinswoning maisonnette |
Minimaal 2
personen Anders gezegd:
alleenstaande mogen niet in een eengezinswoning of een maisonnette |
80-110 m2 |
Minimaal 4
personen |
Vanaf 110 m2 |
Minimaal 6
personen |
b. Huurinkomentabel
SVH-richttabel 1
“regulier bezit’ voor de periode 1
januari 2006 – 1 juli 2006 (maandinkomens)
Subsidiabele huur in € |
1 persoon jonger dan 65 jaar |
1 persoon vanaf 65 jaar |
2 personen jonger dan 65 jaar |
2 personen vanaf 65 jaar |
vanaf 3 personen jonger dan 65 jaar |
vanaf 3 personen vanaf 65 jaar |
0 - 474,88 |
tot 1.660 |
tot 1.490 |
tot 2.260 |
tot 1.980 |
tot 2.260 |
tot 1.980 |
474,89 - 508,92 |
van 1.660 – 4.310 |
van 1.490– 4.310 |
van 2.260 – 4.310 |
van 1.980– 4.310 |
tot 2.260 |
tot 1.980 |
508,93 – 604,72 |
van 1.660 – 4.310 |
van 1.490 – 4.310 |
van 2.260 – 4.310 |
van 1.980 – 4.310 |
van 2.260- 4.310 |
van 1.980 – 4.310 |
vanaf 604,73 [4] |
vanaf 1.660 |
vanaf 1.490 |
vanaf 2.260 |
vanaf 1.980 |
vanaf 2.260 |
vanaf 1.980 |
(minimaal vereiste inkomens naar beneden
afgerond op € 10)
De bij de tabel gehanteerde uitgangspunten zijn:
kleine
woningen (1 tot en met 3 kamers) beschikbaar voor alle 1- en
2-persoonshuishouden tot de aftoppingsgrens voor 1- en 2 persoonshuishoudens
herstructureringskandidaten
moeten tot aftoppingsgrenzen kunnen huren ongeacht inkomen tot maximaal €
4.310.
dispensatie
inkomenstoets tot huurprijsgrens voor
·
grote
gezinnen in grote woningen (min. 6 pers. in min. 5 kamerwoning van 80 m2
woonoppervlak (woonkamer en slaapkamer) of 95 m2 bruto kernoppervlak. Dit wordt
momenteel in Den Haag reeds gehanteerd. Verzoek is om dit ook in andere
gemeenten toe te passen.
·
gehandicapten
in aangepaste woningen
·
ouderen in
aanleunwoningen
·
65-plussers in
specifieke ouderenwoningen
·
55-plussers in
woningen in een complex groepswonen door Ouderen
7. Globale doorlooptijd
herhuisvestingproces
Het tempo van de
herhuisvesting is bepalend voor het tempo van de vernieuwing. Dit betekent dat
Vestia Delft alle herhuisvestingkandidaten de tijd wil gunnen om een
vervangende woning te vinden. Toch kan er iets in het algemeen gezegd worden
over de doorlooptijd van het herhuisvestingproces. Vestia Delft verwacht dat de
herhuisvesting van de bewoners in een actiegebied ongeveer 1 tot 1,5 jaar gaat
duren. Dit is ook afhankelijk van het aantal te herhuisvesten bewoners in een
actiegebied. De urgentie wordt in eerste instantie voor één jaar afgegeven.
Mocht het nodig zijn, dan wordt deze verlengd. In het algemeen hebben bewoners
ongeveer een jaar tot anderhalf jaar de tijd om zelf een woning te zoeken.
Daarna gaat Vestia Delft met het oog op de juridische huurbeëindigingprocedure
een woning aanbieden. Maar stel het
geval dat een groot deel van de bewoners al na een half jaar verhuisd zijn, dan
begint Vestia Delft eerder met de procedure, maar niet nadat de overgebleven
bewoners hierover zijn geïnformeerd. Gaat het herhuisvestingproces minder snel,
dan start ook het aanbiedingsproces later.
[1] In bijlage 1 is een definitie van bewoner opgenomen.
[2] In de bijlage is een definitie van lokaal maatwerk opgenomen.
[3] Er is geen sprake meer van woonduur, alleen van inschrijfduur. Wel is
er een overgangsregeling voor doorstromers: zij kunnen tot 1-1-2009 (p.36
haaglandse verordening) 1/3 van hun woonduur als basisinschrijfduur krijgen.
Vanaf 1-1-2007 is dit beperkt tot een maximum van 4 jaar.
[4] Voor deze woningen boven de huursubsidiegrens hoeft er in feite geen inkomensgrens gesteld te worden. Deze inkomensgrenzen zijn gesteld vanuit het idee dat het gewenst is het werkapparaat een richting te geven. Sommige gemeenten hanteren hier nibud grenzen.