Programmabegroting
2008
Concept
Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur op
xx
en door het Algemeen Bestuur op xx.
Inhoudsopgave
1. Aanbieding programmabegroting
2008
Op grond van artikel 23 van de gemeenschappelijke regeling Bedrijvenschap
HarnaschPolder leggen wij u de programmabegroting 2008 voor. Hierin worden de
activiteiten en de daarmee samenhangende geldstromen voor het project
ontwikkeling bedrijventerrein HarnaschPolder geraamd.
De programmabegroting is de kaderstellende begroting voor het Algemeen
Bestuur en vormt de grondslag voor het door het Dagelijks Bestuur te voeren
beheer. De indeling van de jaarrekening 2008 dient aan te sluiten op deze
begroting.
Wij stellen u voor de programmabegroting voor het jaar 2008 vast te
stellen.
Namens het Bestuur,
de secretaris, xx mei 2007
Ir. A. Vitner
de voorzitter, xx mei 2007
de heer P. van den Berg
2.
Samenstelling bestuur en management
Ten tijde van het opstellen van de begroting 2008 bestaat het Dagelijks
Bestuur uit:
Voorzitter de heer P.
van den Berg, wethouder gemeente Midden-Delfland
Leden de heer
H.P.M. Kool, wethouder gemeente Den Haag
de heer
drs. R. Vuijk, wethouder gemeente Delft
Secretaris de heer ir.
A Vitner, gemeente Midden-Delfland
Het Algemeen Bestuur bestaat naast bovenstaande personen uit:
Leden de heer I.
Gülsen, gemeente Den Haag
Vacant /
gemeente Den Haag
de heer
P. Kiela, gemeente Delft
de heer
N.A.J.M. van Doeveren, gemeente Delft
de heer
C.W. Vooijs, gemeente Midden-Delfland
de heer
G.J.P.J. van Dooremaal, gemeente Midden-Delfland
De voorzitter van het Dagelijks Bestuur is ook de voorzitter van het
Algemeen Bestuur.
Het bestuur wordt vanuit het bedrijvenschap ondersteund door:
Directeur de heer drs.
D. van der Harst, via de gemeente Den Haag
Secretaris de heer ir
A. Vitner, via de gemeente Midden-Delfland
Controller de heer
W.P. de Vries, via de gemeente Delft
Het Algemeen Bestuur vergadert minimaal drie keer per jaar.
Voor de vergaderingen is een reglement van orde vastgesteld op 22 januari 2004.
In principe zijn de vergaderingen openbaar. Het Dagelijks Bestuur vergadert
minimaal 4 keer per jaar.
3. Beleidsbegroting
3.1 Inleiding
In deze begroting 2008 is slechts één programma uitgewerkt, aangezien het
bedrijvenschap alleen het programma Ontwikkeling gronden kent. Het programma is
gericht op de ontwikkeling van een bedrijventerrein voor de vestiging van een
mix van standaard en hoogwaardige bedrijven in de HarnaschPolder met de
doelstelling om in voldoende mate te kunnen voorzien in de vraag naar
bedrijventerrein in de regio Haaglanden. De hoofdactiviteiten om dit te
realiseren bestaan uit de verwerving van gronden, het bouw- en woonrijp maken
hiervan en de uitgifte van deze gronden aan bedrijven.
Het Besluit
Begroting en Verantwoording (hierna: BBV) heeft als uitgangspunt gediend voor
het opstellen van deze begroting. Aanvullend zijn de nadere voorschriften in
acht genomen, zoals uiteengezet in correspondentie van de Provincie
Zuid-Holland, waaronder Themacirculaires en Circulaires Financieel Toezicht.
3.2 Vooruitblik 2008
2008 wordt een jaar dat zich in vele opzichten
zal onderscheiden van voorgaande jaren. Op het gebied van financieel beheer en
financieel toezicht zullen de afgesproken mijlpalen zijn behaald. Het
bedrijvenschap zal met ingang van 2008 niet meer onder preventief toezicht
staan van de provincie. Daarnaast zullen de operationele werkzaamheden rondom
financieel beheer worden uitgevoerd conform de vastgestelde Planning- en
Controlcyclus en zal de uitvoering van de werkzaamheden en de hierbij
behorende taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in overeenstemming zijn
met het in 2007 te formaliseren handboek Administratieve Organisatie.
Naar verwachting zal, ook wegens de hoge
prioritering door het managementteam, overeenstemming zijn over concrete
invulling van ontwikkelclaims van de gemeenten en Verwelius en hebben de
lopende onderhandelingen met de v.o.f. Harnasch Poort tot een voldoende
concreet kader voor uitgifte geleid. Blijvende aandacht heeft de politieke
ontwikkelingen rondom het definitief doortrekken van de rijksweg A4. Het
bedrijvenschap heeft op deze besluitvorming vooralsnog geen invloed, maar
volgt, vanwege de stimulerende impuls voor gegadigden om zich te vestigen in de
HarnaschPolder, deze ontwikkelingen nauwlettend. Als gevolg van de realisatie
van de reconstructie tweede fase van de Harnaschknoop, welke in 2007 volledig
operationeel zal zijn, is de HarnaschPolder vanuit alle richtingen optimaal
bereikbaar.
Aangevuld met een concrete aanpak ten aanzien
marketingcommunicatie-werkzaamheden zal nog duidelijker zichtbaar zijn dat de
ontwikkeling van het bedrijventerrein volop gaande is. Vanwege reeds
gemaakte afspraken over een omvangrijke levering van grond aan het
bedrijvenschap medio 2007, is het mogelijk in grotere eenheden percelen voor te
belasten en bouwrijp te maken. De percelen in Hoog-Harnasch en de percelen in
Woud-Harnasch direct ten westen van de Harnaschdreef komen hiermee naar
verwachting halverwege 2008 beschikbaar voor uitgifte. Bovenstaande heeft tot gevolg dat in het jaar 2008 belangrijke en
omvangrijke gronduitgiften worden verwacht.
3.3 Programmaplan Ontwikkeling gronden
Het bedrijvenschap is een samenwerkingsverband in de vorm van een
gemeenschappelijke regeling tussen de gemeenten Den Haag, Delft en
Midden-Delfland. De regeling is in werking getreden per 1 januari 2004 en is
aangegaan voor een periode van tien jaar. De regeling kan krachtens een gezamenlijk
besluit van de deelnemende gemeenten eerder worden beëindigd en/of verlengd.
Nadere afspraken zijn vastgelegd in de Gemeenschappelijke Regeling
Bedrijvenschap HarnaschPolder, het Samenwerkingsconvenant Schipluiden-Delft-Den
Haag en het Uitvoeringsconvenant.
De kerngegevens van het bedrijvenschap zijn als volgt:
Omschrijving |
Totaal gebied |
Woud-Harnasch |
Hoog-Harnasch |
Vrij-Harnasch |
Ruimtegebruik in ha |
|
|
|
|
- totaal |
77,2 |
26,5 |
25,5 |
25,2 |
- uitgeefbaar |
51,1 |
19,9 |
14,0 |
17,2 |
-
infrastructuur + openbaar groen en water |
26,1 |
6,6 |
11,5 |
8,0 |
|
|
|
|
|
3.4 Paragrafen
Het BBV
schrijft de vorm en de inhoud van de begroting en jaarverslag voor. In dit
besluit wordt een aantal paragrafen verplicht gesteld voor opname in zowel de
begroting als in het jaarverslag. In de jaarrekening 2008 dient derhalve in
overeenstemming met onderstaande paragrafen verantwoording te worden afgelegd
over de feitelijke realisatie. In het hiernavolgende worden de paragrafen
benoemd en uitgewerkt, danwel wordt gemotiveerd aangegeven om welke reden het
Algemeen Bestuur de paragrafen niet van toepassing acht.
3.4.1 Paragraaf lokale heffingen
De gemeenschappelijke regeling geniet geen inkomsten uit lokale heffingen,
aangezien het opleggen van lokale heffingen niet tot de taken van de
gemeenschappelijke regeling behoort. Deze paragraaf is derhalve niet van
toepassing.
3.4.2 Paragraaf weerstandsvermogen
De paragraaf
weerstandsvermogen beschrijft in welke mate het bedrijvenschap in staat is om
financiële tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat het beleid hierop dient
te worden aangepast. Om een oordeel te kunnen geven over het weerstandsvermogen
is inzicht nodig in de omvang en de achtergronden van deze risico’s en de
beschikbare weerstandscapaciteit. Het bedrijvenschap inventariseert de risico’s
periodiek en kwantificeert deze zo goed als mogelijk is. Verslag hierover vindt
plaats via de jaarlijkse actualisatie van de grondexploitatieberekening, de
laatst vastgestelde heeft een peildatum van 1 januari 2007. Momenteel besteedt
het bedrijvenschap, in het kader van de ontwikkelingen op het gebied van
financieel beheer (zie paragraaf bedrijfsvoering), veel aandacht aan het
inbedden van dit risicomanagement in de Planning- en Controlcyclus. Het
bedrijvenschap kan hierdoor risico’s nog beter inventariseren en kwantificeren
en tevens tijdig, indien mogelijk, passende beheersmaatregelen treffen.
Het
weerstandsvermogen is van belang voor de beoordeling van de gezondheid van de
financiële positie van het bedrijvenschap. Op dit moment is de
weerstandscapaciteit niet op voldoende niveau, aangezien het saldo van de
grondexploitatieberekening negatief toont en het bedrijvenschap niet beschikt
over eigen vermogen.
Bij het
actualiseren van de grondexploitatieberekening zijn zowel incidentele als
structurele risico’s, uitgezet tegen de looptijd van het plan, opgenomen in de
geactualiseerde grondexploitatieberekening. In de komende jaren wordt ernaar
gestreefd, op grond van actualisaties en optimalisaties van deze grondexploitatieberekening,
de weerstandscapaciteit te verbeteren.
3.4.3 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
Het bedrijvenschap beschikt niet over kapitaalgoederen, aangezien de
gronden in ontwikkeling en de investeringen worden opgenomen onder de
balanspost Onderhanden werk. Deze investeringen staan niet duurzaam ten dienste
van de bedrijfsuitoefening van het bedrijvenschap.
Openbare gronden worden in eigendom, beheer en onderhoud overgedragen aan
de gemeente Midden-Delfland, nadat de openbare werken voor afgeronde gedeelten
zijn gerealiseerd. Voor zover de openbare gronden nog niet zijn overgedragen
aan de gemeente Midden-Delfland, behoort het beheer en onderhoud hiervan tot de
taken van het bedrijvenschap. Zodra de uitgeefbare gronden volledig bouwrijp
zijn opgeleverd en de openbare ruimte is overgedragen aan Midden-Delfland,
wordt de gemeenschappelijke regeling opgeheven.
3.4.4 Financieringsparagraaf
Voor de
financiering van het onderhanden werk, om tijdig in te kunnen spelen op
verschuivingen binnen de tijdsplanning en om tijdig te kunnen voldoen aan de
financiële verplichtingen is het wenselijk te beschikken over voldoende
financiële middelen in de vorm van een financiering met een passende
flexibiliteit. Deze paragraaf richt zich op de treasuryfunctie; de wijze waarop
het bedrijvenschap omgaat met haar financiële geldstromen en vermogensposities.
Conform
het Uitvoeringsconvenant treedt de gemeente Den Haag op als financier van het
bedrijvenschap. Hiertoe zijn met de gemeente Den Haag drie maatwerkleningen afgesloten
tegen een vast rentepercentage. De aflossing van deze leningen zal plaatsvinden
in 2008, 2010 en 2012. In 2006 heeft de werkelijke financieringsbehoefte van
het bedrijvenschap de genoemde drie maatwerkleningen overschreden. Als gevolg
hiervan is in 2006 extra financiering aangetrokken en is, om het steeds
aantrekken van tijdelijke financiering te voorkomen, gezocht naar een optimale
financieringsportefeuille.
Hiertoe
is in 2007 een zo realistisch mogelijke inschatting gemaakt van de toekomstige
kasstromen, om zo de verwachte liquiditeitsbehoefte voor de looptijd van het
project te bepalen. De totstandkoming van de herfinanciering in 2007 heeft tot
gevolg dat de betalingen en ontvangsten van het bedrijvenschap continu op
maandniveau vergeleken dienen te worden met de verwachtingen voor die
betreffende maand. Uit oogpunt van rendement wordt bepaald op welke wijze zo
gunstig mogelijk overtollige gelden kunnen worden uitgezet, danwel gelden
kunnen worden aangetrokken. Uiteraard binnen de door het Dagelijks en Algemeen
Bestuur gestelde kaders. In de begrotingscijfers is het financiële effect van
de herfinanciering verwerkt.
De financieringsactiviteiten en treasurytransacties dienen te passen binnen
geldende wet- en regelgeving, zoals de Wet Fido en nadere eisen gesteld door de
toezichthouder in de vorm van een Beleidskader Financieel toezicht. Het
aantrekken van de herfinanciering is, conform voorgeschreven in de financiёle
verordering, voorgelegd aan de toezichthouder ter goedkeuring.
Voor overschrijding van de kasgeldlimiet in 2007 en verder verkrijgt het
bedrijvenschap ontheffing van de toezichthouder, echter onder nadrukkelijke
voorwaarden. Zo dient jaarlijkse beoordeling van de geactualiseerde
liquiditeitsbegroting en bijbehorend kasstroomoverzicht door de toezichthouder
plaats te vinden in het eerste kwartaal van elke boekjaar. De toezichthouder
kan dan bepalen wat de hoogte van de ontheffing wegens overschrijding van de
kasgeldlimiet is en kan formeel vrijstellig hiervoor verlenen. Het ligt in de
verwachting dat, wegens het nakomen van de verplichtingen richting de
toezichthouder (zie ook 3.5), ook de komende jaren ontheffing zal worden
verkregen, aansluitend op de financieringsbehoefte.
Het bedrijvenschap heeft niet als doelstelling leningen te verstrekken aan
derden en zal geen overtollige middelen beleggen. De financieringsmutaties in
2008, zullen vanwege de afgeronde herfinanciering in 2007,vooral bestaan uit het
actief aantrekken en wegzetten van gelden via daggeld en deposito. Het
bedrijvenschap kent hierin een risicomijdend karakter.
Het verloop van de cashflow en de cumulatieve boekwaarde gedurende de
looptijd van 2007 tot en met eind 2013, conform de geactualiseerde
grondexploitatie van 1/1/2007, is in onderstaande tabel weergegeven.
Voor
het bedrijvenschap is het van belang dat de ontwikkeling van de werkzaamheden
in de pas lopen met de in de grondexploitatieberekening opgenomen ramingen van
kosten en opbrengsten en de daarbij behorende tijdsplanning. De activiteiten
van het bedrijvenschap laten zich echter niet eenvoudig ramen. Het verschuiven
van werkzaamheden rondom de kernprocessen investeringen, grondverwervingen en
gronduitgiften in de tijd is derhalve inherent aan de aard van de activiteiten
en hebben mogelijk gevolgen voor de financiering, het beslag op de
financieringsmiddelen en dus ook de boekwaarden.
3.4.5 Paragaaf bedrijfsvoering
De paragraaf
betreffende de bedrijfsvoering behandelt de stand van zaken en de
beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering.
Het bedrijvenschap is georganiseerd als een projectorganisatie. Op
bestuurlijk niveau heeft het Algemeen Bestuur alle bevoegdheid die niet in of
ingevolge de regeling aan het Dagelijks Bestuur of de voorzitter is opgedragen
(artikel 7). Voor het Dagelijks Bestuur zijn diverse taken opgedragen zoals
beschreven in artikel 14 lid 1 van de gemeenschappelijke regeling. De
dagelijkse leiding van het bedrijvenschap berust bij de directeur, ondersteund
door het Managementteam.
De totale detachering komt in 2008 naar verwachting uit op circa 3,6 fte.
De afspraken over inzet van medewerkers uit de deelnemende gemeenten zijn
vastgelegd in met de gemeenten afgesloten detacheringovereenkomsten. Behalve de
kernbezetting zijn in de grondexploitatie ook de externe functies opgenomen ter
ondersteuning van het managementteam. Onder de post plankosten worden deze
kosten geraamd.
Administratieve
organisatie.
De spelregels
ten aanzien van het financiële beleid en beheer, de organisatie, de financiële
administratie en het kasbeheer van het bedrijvenschap zijn vastgelegd in de
financiële verordening. Op hoofdlijnen zijn de taken, verantwoordelijkheden en
bevoegdheden van de belangrijkste functies bij het bedrijvenschap beschreven. In het begrotingsjaar 2008 zal de
uitvoering van de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in
overeenstemming zijn met het in 2007 te formaliseren handboek Administratieve
Organisatie.
In de
(wettelijk verplichte) controleverordening zijn regels opgenomen inzake de
uitvoering van de controle op het gebied van getrouwheid en rechtmatigheid van
de administratie en de jaarrekening door een registeraccountant.
3.4.6 Paragaaf verbonden partijen
Het bedrijvenschap heeft geen bestuurlijke relaties gecombineerd met
financiële belangen in andere partijen. Er is derhalve geen sprake van
verbonden partijen.
Het bedrijvenschap is een samenwerkingsverband in de vorm van een
gemeenschappelijke regeling tussen de gemeenten Den Haag, Delft en
Midden-Delfland. De deelnemende gemeenten participeren risicodragend.
3.4.7 Paragaaf grondbeleid
Het bedrijvenschap voert een actief grondbeleid. Het beleid heeft tot doel
het realiseren van de ruimtelijke plannen van het bedrijventerrein. Deze is erop
gericht om alle werkzaamheden uit te voeren die tot het traditionele
grondproductieproces behoren, bestaande uit de voorbereiding, de (coördinatie
van de) uitvoering en de afronding (c.q. overdracht).
Aan het
produceren en afzetten van bouwrijpe grond zijn aanzienlijke financiële en
beleidsmatige risico’s verbonden. De risico’s voor de grondexploitatie zijn
voor rekening van het bedrijvenschap. Om deze risico’s te actualiseren en
beheersbaar te houden, wordt jaarlijks de grondexploitatieberekening geactualiseerd.
Ten behoeve van de uitgifte van kavels zijn verkoopvoorwaarden en
reserverings- dan wel optievoorwaarden opgesteld alsook een uitgifteplan
(verkaveling, grondprijsbeleid) met uitgiftecriteria. Dit uitgiftebeleid valt
binnen de afgesproken juridisch-planologische kaders, het
Samenwerkingsconvenant. Voor de uitgifte ten behoeve van woningbouw zijn geen
aparte verkoopvoorwaarden en een uitgifteplan opgesteld.
In januari 2007 heeft het Dagelijks Bestuur de grondprijzenbrief 2007
vastgesteld, welke als kader zal worden gehanteerd voor de verkoop van kavels
voor woningen en bedrijfsgebouwen in 2007. Naast een kader voor de te hanteren
grondprijzen, beschrijft deze grondprijzenbrief ook uitgangspunten voor het
uitgiftebeleid. De grondprijzenbrief wordt jaarlijks geëvalueerd en herzien. In
de grondexploitatieberekening zijn de ramingen opgenomen conform de
uitgangspunten in deze grondprijzenbrief.
Gezien de relevantie voor het bedrijvenschap wordt in deze paragraaf
uitvoering stilgestaan bij de volgende onderwerpen.
Grondexploitatieberekening
Met de grondexploitatieberekening en de daarbij behorende planning wordt
inzicht gegeven in de meerjarige ontwikkeling van het resultaat op de
bouwgrondexploitatie en is als zodanig het belangrijkste inhoudelijke beheers-
c.q. sturingsinstrument van het bedrijvenschap. Gelet op de financiële risico’s
en de lange doorlooptijd vindt een jaarlijkse herziening van de
grondexploitatieberekening en planning plaats. In de jaarlijkse herziening
worden de gerealiseerde kosten en opbrengsten meegenomen, de verwachte kosten
en opbrengsten geraamd, rekening houdend met de invloed van rente- en
prijswijzigingen. De looptijd van de exploitatie is tot en met 2013.
Deze herziene grondexploitatieberekening per 1 januari 2007 is een
financieel toetsingskader voor de samenstelling van de begroting 2008 en de
meerjarenbegroting 2009 – 2013. Volgens deze geactualiseerde
grondexploitatieberekening wordt uitgegaan van een saldotekort van € 3,0
miljoen (contant per 1/1/2007) aan het einde van de geplande planlooptijd.
Resultaatverdeling
Over de verdeling van het nadelig saldo zijn met de deelnemende partijen
afspraken gemaakt in de Gemeenschappelijke Regeling. Bij een nadelig resultaat
tot een maximum van € 5.445.362,- wordt dit resultaat voor gelijke delen ten
laste van de deelnemende gemeenten gebracht. Indien het nadelig saldo hoger is
dan dit bedrag, wordt het meerdere ten laste gebracht van de gemeenten Den Haag
en Delft in de verhouding 65/35. Het bestuur heeft aan het managementteam de
taakstellende opdracht gegeven om, rekeninghoudende met planschadekosten, het
verlies te beperken tot maximaal € 4,6 miljoen. Uitgaande van de huidige
grondexploitatieberekening zullen de deelnemende gemeenten een bedrag ter
grootte van circa € 990.000 per deelnemer bijdragen. Tussentijds wordt geen
winst uitgekeerd, maar, bij een positief saldo, pas na afloop van de
exploitatie.
Voorzieningen
voor plantekorten
Tot en met 2005 is een bedrag gedoteerd aan de verliesvoorziening van € 4,7
miljoen. Als gevolg van de geactualiseerde grondexploitatieberekening per
1/1/2007, met een verwacht negatief planresultaat van € 3,0 miljoen netto
contant, is de voorziening verlaagd tot het niveau van deze € 3,0 miljoen. Het
is de verwachting dat dit negatieve saldo de komende jaren kan worden
teruggebracht tot een minder negatief resultaat en eventueel een sluitend
saldo.
Risico’s bij
uitvoering grondbeleid
Bij de herziening van de grondexploitatie wordt een risico-analyse
samengesteld. In deze risico-analyse wordt inzichtelijk gemaakt welke kansen en
bedreigingen zich kunnen voordoen en wat daarvan de financiële consequenties (kunnen)
zijn. Het bedrijvenschap onderkent de volgende belangrijkste risico’s:
Voor een overzicht van de risico’s en de zo mogelijke kwantificering ervan
wordt verwezen naar paragraaf 4.3.
3.5 Financieel Toezicht
De provincie
Zuid-Holland is als toezichthouder belast met het houden van toezicht op het
bedrijvenschap. Het toezicht vindt grondslag in wet- en regelgeving, waaronder
de Gemeentewet, de Wet dualisering gemeentebestuur en het BBV. Nadere invulling
van de toezichtfunctie regelt het provinciaal beleidskader Financieel toezicht.
Het object van
toezicht is een reëel sluitende begroting en meerjarenraming en de
jaarrekening. De toezichthouder vormt op grond van beoordelingselementen een
oordeel, waarop zij vervolgens passend toezichtregime bepaalt. Zolang de
begrotingspositie naar mening van de toezichthouder materieel in evenwicht is,
de jaarrekening sluitend is en tevens wordt voldaan aan de wettelijke termijnen
voor inzending van begroting en jaarrekening, is het toezicht terughoudend.
Momenteel valt
het bedrijvenschap onder preventief toezicht als gevolg van het niet tijdig
indienen van producten in het verleden aan de toezichthouder. Prioriteit
verdient het daarom om in ieder geval te voldoen aan de wettelijke
inlevertermijnen zoals deze door de toezichthouder zijn vastgesteld. Daarom is
hoogste prioriteit gegeven aan het interne proces van opstellen, vaststellen en
goedkeuren van zowel de jaarrekening als begroting, zodat deze producten aan de
toezichthouder conform planning kunnen worden toegezonden. Aanvullend toetst de
toezichthouder de aspecten materieel evenwicht van de dan geldende begroting,
het jaarrekeningresultaat en het naleven van cq. voldoen aan wettelijke wetten
en regels, ter bepaling van het toe te passen toezichtregime. Het
bedrijvenschap zal met ingang van 2008 weer kunnen terugvallen onder
terughoudend toezicht.
3.6 Rechtmatigheid
Het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten (hierna: BAPG)
schrijft voor dat de accountant bij de controle van de jaarrekening van het
bedrijvenschap moet vaststellen dat de baten, lasten en balansmutaties tot
stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met van toepassing
zijnde wettelijke regelingen.
Om de voorkomen dat in 2007 baten, lasten en balansmutaties plaatsvinden
buiten de begroting, wordt de primaire begroting 2007, opgesteld aan de hand
van de grondexploitatieberekening per 1 januari 2006, geactualiseerd. De
begrotingswijziging 2007 is daarom gebaseerd op de jaarschijf 2007 uit de
geactualiseerde grondexploitatieberekening per 1 januari 2007. Deze
grondexploitatieberekening zal in de vergadering van het Algemeen Bestuur van
28 juni 2007 worden vastgesteld, nadat de deelnemende gemeenten hiermee hebben
ingestemd. Afhankelijk van de ontwikkelingen bij het bedrijvenschap, wordt een
aanvullende begrotingswijziging ter goedkeuring aangeboden.
4. Financiële
begroting
4.1 Inleiding
Zoals uiteengezet in paragraaf 3.1 dient het BBV als
uitgangspunt bij het opstellen van deze begroting. Artikel 3 van het BBV
schrijft voor dat de begroting een zodanig inzicht dient te geven dat een
verantwoord oordeel kan worden gevormd over de financiële positie en over de
baten en lasten. De financiële begroting (artikel 7 BBV) bestaat uit het
overzicht van baten en lasten en de toelichting (4.2) en de uiteenzetting van
de financiële positie en toelichting (4.3).
4.2 Overzicht
van baten en lasten en de toelichting
De begroting 2008 bestaat uit de jaarschijf 2008 van deze laatst
geactualiseerde grondexploitatieberekening en bevat voor zowel lasten als baten
ramingen. Naarmate de tijd voortschrijdt, worden geschatte lasten en baten vervangen
door een boekwaarde (gerealiseerde kosten en opbrengsten).
|
Programmarekening |
|
|
|
|
|
|
|
|
Omschrijving |
|
Begroting 2008 |
|
Begroting 2007 |
|
Begroting 2007 |
Realisatie 2006 |
|
|
|
|
|
(geactualiseerd) |
|
|
|
|
Kosten |
|
|
|
|
|
|
|
|
Voorbereidingskosten |
|
- |
|
- |
|
- |
(604) |
|
Verwervingen |
|
4.160 |
|
6.081 |
|
3.533 |
12.244 |
|
Tijdelijk
beheer |
|
(100) |
|
(97) |
|
-142 |
36 |
|
Sloop
en sanering |
|
480 |
|
1.980 |
|
676 |
543 |
|
Bouwrijpmaken |
|
3.896 |
|
4.603 |
|
2.821 |
1.148 |
|
Woonrijpmaken |
|
541 |
|
- |
|
526 |
7 |
|
Plankosten |
|
908 |
|
1.297 |
|
828 |
840 |
|
Overig |
|
1.063 |
|
894 |
|
670 |
53 |
|
Financiering |
|
3.872 |
|
3.231 |
|
3.138 |
2.796 |
|
Dotatie
aan de voorziening |
|
- |
|
- |
|
- |
- |
|
Totaal kostprijs
bouwgrond |
|
14.820 |
|
17.990 |
|
12.050 |
17.064 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opbrengsten |
|
|
|
|
|
|
|
|
Opbrengst
gronduitgiften |
|
50.079 |
|
1.290 |
|
14.322 |
- |
|
Overige
opbrengsten |
|
1.274 |
|
820 |
|
699 |
211 |
|
Vrijval
van de voorziening |
|
- |
|
- |
|
- |
1.757 |
|
Mutatie Onderhanden Werk |
|
-36.532 |
|
15.881 |
|
-2.970 |
16.853 |
|
Totaal opbrengst bouwgrond |
|
14.820 |
|
17.990 |
|
12.051 |
18.821 |
|
Resultaat |
|
- |
|
- |
|
- |
1.757 |
|
Bedragen
x €1000,-- |
|
|
|
|
|
|
|
In de kolom ‘begroting 2007’ is opgenomen de primaire begroting, gebaseerd
op de vastgestelde grondexploitatieberekening op 3 juli 2006 in het Algemeen
Bestuur. De kolom ‘begroting 2007 (geactualiseerd)’ en ‘begroting 2008’ is gebaseerd
op de geactualiseerde grondexploitatieberekening per 1-1-2007.
De volgende toelichting kan ten aanzien van de lasten en de baten worden
gegeven.
Lasten
Verwerving
Opgenomen is de raming volgens de grondexploitatieberekening en planning
voor grondaankopen in met name de deelgebieden Hoog-Harnasch en Vrij-Harnasch.
De meeste van de nog te verwerven kavels betreffen Woud-Harnasch, welke in 2009
zullen worden verworven. Het ligt in de verwachting dat in 2008 Hoog-Harnasch
volledig is verworven.
Tijdelijk
Beheer
Onder deze post worden de baten en de lasten geraamd van de met de
aangekochte gronden samenhangende beheerskosten en beheersopbrengsten
(waaronder administratieve kosten, eigendomslasten en pachtopbrengsten). Per
saldo wordt voor 2007 en 2008 een bijdrage geraamd, aangezien de percelen
Harnaschkade 1-3A en 11a gedurende deze periode worden verpacht.
Sloopkosten
en bodemsaneringskosten
Teneinde de gronden bouwrijp te kunnen maken en te kunnen verkopen worden
de daarop aanwezige opstallen, voornamelijk kassen, gesloopt en indien nodig
voorbewerkt. De lasten bestaan voornamelijk uit de sloop van kassen en
bijbehorende opstallen en uit het aansluiten op cq. afsluiten van onder andere
elektriciteits-, gas- en waternetten. Lasten zullen met name betrekking hebben
op de deelgebieden Vrij-Harnasch en Woud-Harnasch (WH3)
Bouwrijpmaken
Onder de kosten bouwrijpmaken zijn opgenomen de geraamde kosten voor onder
andere grondwerk, drainage, aanleg van kunstwerken. Volgens de planning zullen
in 2008 met name werkzaamheden plaatsvinden ten aanzien van voorbelasten in
Woud-Harnasch en treffen van voorbereidingswerkzaamheden voor de aanleg van
kabels en leidingen. De betreffende clusters (WH1 ABCD) zullen naar verwachting
in 2008 bouwrijp zijn. In Hoog-Harnasch (ABCD) zal in 2007 worden gestart met
het voorbelasten. In 2008 zal dit naar verwachting worden afgerond, zodat ook
hier kan worden aangevangen met de bouwrijpwerkzaamheden. In Vrij-Harnasch
bestaan de werkzaamheden uit het voorbelasten en het voorbereiden van de aanleg
van kabels en leidingen.
Woonrijpmaken
Voor het eerst in de begroting 2008 worden opgenomen de ramingen voor
woonrijpmaken. De lasten bestaan voornamelijk uit voorbereidingen en de
daadwerkelijk uitvoering ervan in Hoog-Harnasch (ABCD) en Vrij-Harnasch (VH1b
en f en VH2).
Plankosten
Hieronder worden verantwoord de (gedetacheerde) apparaatslasten en de
algemene kosten van voorbereiding, toezicht en uitvoering voor de uit te voeren
werkzaamheden door het bedrijvenschap. De lasten bestaan voornamelijk uit
gedetacheerde medewerkers van de deelnemende gemeenten Den Haag,
Midden-Delfland en Delft. Deze lasten zijn in lijn met de
detacheringsovereenkomsten met de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling.
De overige lasten bestaan uit inhuur voor commerciële activiteiten, voor
communicatie en promotie en voor ondersteuning uitgifte en stedenbouwkundige
advisering. Specifiek voor deze kosten is een plankostenbegroting opgesteld
voor de gehele looptijd, onderverdeeld naar functies en externe inzet. Deze
plankostenbegroting wordt beschouwd als een taakstellende begroting. De
plankosten zijn conform deze begroting verwerkt in de
grondexploitatieberekening en de begroting 2008.
Overige kosten
Hieronder worden kosten verantwoord
welke niet onder andere noemers kunnen worden gerangschikt. Te noemen zijn een
dotatie aan het Fonds bovenwijks, waaronder het Groenfonds, kosten voor
archeologische onderzoeken en een post voor onvoorzien.
Financieringssaldo
Onder deze post worden de kosten voor het in
2008 te calculeren bedrag aan rente over de aangetrokken geldleningen
opgenomen. In de raming is rekening gehouden met de rente uit hoofde van de
herfinanciering.
Opbrengsten
Gronduitgiften Bedrijven en Woningbouw
In 2008 wordt een bedrag geraamd uit hoofde van gronduitgiftes van € 50
miljoen. De enigszins vertraagde gronduitgifte die zichtbaar is geworden in het
afgelopen jaar, zal naar verwachting in 2008 goed op gang komen. Diverse kavels
in het gebied zullen medio 2008 bouwrijp worden opgeleverd. Deze kavels zullen, samen met de kavels die
reeds bouwrijp zijn, naar verwachting geleverd kunnen worden in 2008. De in
2007 doorgevoerde optimalisatie zal in 2008 vruchten gaan afwerpen. Het aantal
m2 uitgeefbaar terrein is toegenomen, daarnaast kan het inrichtingsplan voor
Woud-Harnasch worden afgerond en bestaat meer duidelijkheid over de
verkavelingswijze en daarmee de afzetmogelijkheden. De interesse van de markt
is op dit moment zeer duidelijk zichtbaar.
Bijdragen
De geraamde bijdragen bestaan voornamelijk uit de subsidies “Tender
investeringsprogramma’s provincies” (TIPP) en “Ontwikkelingsfonds
Bedrijventerreinen (OFB), te ontvangen van de provincie, gelet op de voortgang
van de investeringen in 2008.
4.3.
Financiële positie en de toelichting
Bij de herziening van de grondexploitatie welke ten grondslag ligt aan de
samenstelling van de begroting 2008 is met een gevoeligheidsanalyse nagegaan in
hoeverre de diverse nog te beïnvloeden kosten- en opbrengstenposten kansen
bieden tot optimalisatie dan wel bedreigingen in zich hebben tot verslechtering
van het saldo.
Onderstaande tabel is een samenvatting van de risico’s zoals deze voor de
grondexploitatieberekening is opgesteld. Op basis van een inschatting van de
toekomstige ontwikkelingen is vervolgens de kans ingeschat dat dit dan ook
werkelijk voorkomt. Aangenomen is de kans hoog, gemiddeld en laag (resp. 75%,
50% en 25%). Dit
leidt tot een gewogen bandbreedte.
Bedragen x € 1000,--
De conclusie die getrokken kan worden uit bovenstaande tabel is dat de
benoemde gevoeligheid na weging een bandbreedte ten opzichte van het saldo
contant per 1 januari 2007 -/- € 4,5 miljoen tot +/+ € 3,0 miljoen aangeeft.
Het bovenstaande geeft aan dat het project risicovol blijft en weinig ruimte
laat tot het tegemoet komen aan wensen en verlangens bij zowel kopers van
kavels als bij de eigenaren van nog te verwerven percelen. Met name het risico
op zelfrealisatie is een risico die in belangrijke mate zowel de voortgang van
het project als ook het saldo van de grondexploitatie bepaald.
5. Vaststelling begroting door Algemeen Bestuur
Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Bedrijvenschap
HarnaschPolder, gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur:
Besluit
De begroting van de gemeenschappelijke regeling Bedrijvenschap
HarnaschPolder voor het jaar 2008 vast te stellen op de daarvoor in de staat
van baten en lasten vermelde bedragen.
Aldus besloten door het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling
Bedrijvenschap HarnaschPolder in de openbare vergadering d.d. xxx.
Namens het Bestuur,
de secretaris, xx mei 2007
Ir. A. Vitner
de voorzitter, xx mei 2007
de heer P. van den Berg
Bijlage 1
Meerjarenraming 2009 tot en met 2013
De geactualiseerde grondexploitatieberekening per 1 januari 2007 is tevens
de basis voor de budgettering in de (meerjaren-)begroting.
In onderstaande tabel is opgenomen de fasering van de kosten en opbrengsten
en het daarmee samenhangende resultaat van het plan voor de hele looptijd (2009
– 2013) van het plan.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Omschrijving |
Prognose |
Prognose |
Prognose |
Prognose |
Prognose |
|
|
|
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Kosten |
|
|
|
|
|
|
|
Verwervingen |
11.940 |
- |
- |
- |
- |
|
|
Tijdelijk
beheer |
- |
- |
- |
- |
- |
|
|
Sloopkosten
/ sanering |
2.686 |
- |
- |
- |
- |
|
|
Bouwrijpmaken |
2.613 |
7.516 |
3.464 |
- |
- |
|
|
Woonrijpmaken |
2.714 |
1.570 |
2.633 |
2.112 |
- |
|
|
Plankosten |
881
|
737 |
701 |
541
|
496 |
|
|
Overige
kosten |
480
|
495 |
340 |
350
|
360 |
|
|
Fonds
bovenwijks |
514 |
858 |
1.003 |
1.215 |
- |
|
|
Totaal |
21.828 |
11.176 |
8.141 |
4.218 |
856 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opbrengsten |
|
|
|
|
|
|
|
Grondverkopen |
20.286
|
20.895
|
36.928
|
18.752 |
- |
|
|
Bijdragen |
1.020 |
1.333 |
- |
- |
- |
|
|
Totaal |
21.306 |
22.228 |
36.928 |
18.752 |
- |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Resultaat
voor financieringslasten |
(522) |
11.052 |
28.787 |
14.534 |
(856) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Financieringslasten |
2.229 |
2.352 |
1.961 |
754 |
315 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Resultaat na financieringslasten |
(2.751) |
8.700 |
26.826 |
13.780 |
(1.171) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bedragen
x €1.000 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|