Bij
brief van 22 februari 2007, ontvangen op 23 februari 2007, heeft de heer mr.
P.M. van Oordt namens u bezwaar gemaakt tegen de handelwijze van de gemeente
Delft bij de minnelijke aankoop van uw pand aan de Van Leeuwenhoeksingel 5 te Delft
in verband met de ontwikkelingen in de Spoorzone.
Uw bezwaren zijn
voorgelegd aan de Adviescommissie voor bezwaarschriften, Kamer III. Deze
commissie heeft ons geadviseerd uw bezwaren kennelijk niet-ontvankelijk te
verklaren, aangezien geen sprake is van besluiten waartegen op grond van de wet
bezwaar of beroep mogelijk is. Een afschrift van het advies, met kenmerk
III07-014, is inmiddels aan u toegestuurd.
Wij hebben geen redenen om af te wijken van het
advies van de commissie en nemen dit geheel over. Dit betekent dat wij uw
bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk verklaren.
Ten aanzien van de inhoud
van de namens u ingediende bezwaren merken wij daarnaast nog het volgende op.
Aan de aankoop van het
pand aan de Van Leeuwenhoeksingel 5 is een lange voorgeschiedenis vooraf
gegaan. Vanaf de eerste gesprekken over de verwerving van het pand door de
gemeente eind 1998 tot aan het moment van het sluiten van de koopovereenkomst
in september 2000 zijn verschillende deskundigen bij de onderhandelingen betrokken
geweest en zijn diverse taxaties opgesteld, zowel van uw zijde als van de zijde
van de gemeente.
Wij zijn van mening dat
de overeengekomen vergoeding in overeenstemming is met de op dat moment
geldende marktprijzen en zien dan ook geen aanleiding om thans op de gemaakte
afspraken terug te komen.
Wij maken u er op attent dat u tegen ons besluit om uw
bezwaren kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren binnen zes weken na de datum
van verzending van dit besluit een beroepschrift kunt indienen bij de Rechtbank Den Haag, Sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH te Den Haag.
het
college van burgemeester en wethouders van Delft,
,
burgemeester
,
secretaris