Eind juni hebben wij van u het Voorlopig ontwerp Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 ontvangen. Als onderdeel van het RSP-proces is ons gevraagd een bestuurlijke reactie te geven op het Voorlopig ontwerp.

 

Het Voorlopig ontwerp RSP is door ons zeer positief ontvangen.

Wij onderschrijven de bestuurlijke visie en de ambities voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van het Stadsgewest, en de uitwerking van de visie naar een regionale agenda.

 

Wij zijn met name verheugd dat het Technologisch Innovatief Complex (TIC) Delft in de top 3 van gebiedsontwikkelingen is opgenomen in het RSP en zijn er van overtuigd dat het TIC belangrijke kansen biedt voor het verstevigen van de concurrentiepositie van de Randstad. In een reactie op het Urgentieprogramma Randstad, die wij hebben doen uitgaan naar minister Eurlings, hebben wij dan ook aangegeven er van overtuigd te zijn dat het Technologisch Innovatief Complex het aangewezen project is om op het gebied van cultuur en/of kennis toegevoegd te worden aan het Urgentieprogramma, en verwijzen hierbij naar het Voorlopig ontwerp RSP.

 

Ook vinden wij het positief dat in het RSP nadrukkelijk aandacht besteed wordt aan het behoud en de ontwikkeling van groene en recreatieve structuren. Vaak zijn groen en recreatie een sluitpost. Het is goed om te constateren dat in het RSP het belang onderkend wordt van kwalitatief hoogwaardige groene en recreatieve structuren ter verhoging van de leefbaarheid en vanuit de duurzaamheidsgedachte.

 

Onze primaire inhoudelijke opmerkingen hebben betrekking op het beleidsthema bereikbaarheid/verkeer en vervoer.

 

In het Voorlopig ontwerp RSP is het vervoer over water vooralsnog onderbelicht gebleven. Het provinciaal beleid is gericht op het stimuleren van de beroepsgoederenvaart over vaarwegen en het stimuleren van zo genoemde natte bedrijfsterreinen. In dit kader wordt door de provincie voor het Rijn-Schiekanaal gestreefd naar diverse aanpassingen om de capaciteit van het vaarwater voor de beroepsgoederenvaart te vergroten. Het stimuleren van de toeristisch-economische functie van het kanaal blijft in dit beleid echter onderbelicht. In Delft wordt momenteel gewerkt aan een standpuntbepaling omtrent het gebruik van het Rijn-Schiekanaal. Hierin kiest Delft primair voor recreatievaart, conform de intentie van het in januari 2006 gestarte Regionaal Samenwerkingsverband Water-Stad-Land. De kansen voor recreatievaart op de Schie gelden in het bijzonder voor het traject Delft-Zuidkolk/Leidschendam, in aansluiting op de recreatievaartverbinding met het Westland. In relatie tot vervoer over water blijft voor Delft de aanwezige watergebonden bedrijvigheid het uitgangspunt en werkt Delft mee aan capacteitsvergroting (opheffen knelpunten) van de Schie op het gedeelte Delft-Zuidkolk/Rotterdam, zodat dit deel van de Schie zijn huidige positie in het goederenvervoer kan behouden.

Wij verzoeken u om in het RSP een visie en beleidskader op te nemen over verkeer en vervoer over water, inclusief het Rijn-Schiekanaal, en hierbij rekening te houden met de standpuntbepaling van Delft.

 

In paragraaf 3.4 van deel A wordt de regionale visie gegeven op goede verbindingen binnen en buiten Haaglanden. Naar onze mening mist in dit hoofdstuk een passage over het belang van de hart-op-hart verbinding tussen Den Haag centrum en Rotterdam centrum, zowel over de weg als met het openbaar vervoer. Voor het openbaar vervoer is een capaciteitsuitbreiding van het treinverkeer door middel van een geheel viersporig tracé tussen Den Haag en Rotterdam hierin essentieel.

Een goede doorstroming op de A13 is met name van belang voor de kenniseconomie (mensen), terwijl de A4-corridor juist inzet op de distributie-economie (goederen). Bij het definitief samenstellen van het pakket aan maatregelen, dat moet leiden tot een betere doorstroming van het randstedelijk hoofdwegennet (HWN), pleiten wij voor een integrale benadering van alle relevante planstudie- en verkenningsprojecten, inclusief de milieu-aspecten en stedelijke en landschappelijke inpassingsaspecten.

 

Met betrekking tot de ontwikkeling van Rijswijk-Zuid vinden wij het interessant de kansen en mogelijkheden te onderzoeken voor een tramverbinding. Te denken valt aan een uitbreiding van het tramnetwerk in relatie tot de, op relatief korte afstanden gelegen, tramlijnen 1/19, 17 en toekomstig 37. Dit aandachtspunt hebben wij recent ook aan de gemeente Rijswijk meegegeven in het kader van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau Planm.e.r. voor Rijswijk-Zuid.

 

Daarnaast hebben wij de volgende secundaire opmerkingen.

 

In hoofdstuk 1 van deel A wordt ingegaan op de bijdrage die Haaglanden levert aan een concurrerende Randstad. Het bijgevoegde kaartbeeld
(kaart 1) beperkt zich tot het gebied tussen Schiphol en de Nieuwe Waterweg. Wij denken dat een kaartbeeld van de gehele Randstad met daarop weergegeven de ruimtelijk-economische relaties tussen Noord- en Zuidvleugel een welkome aanvulling vormt op de visualisatie van de Haaglandse bijdrage aan het verstevigen van het investeringsklimaat en daarmee de internationale concurrentiepositie van de Randstad.

 

Op kaart 1 ‘Ontwikkelingsbeeld 2030’ is geen onderscheid aangebracht tussen het bestaande hoofdwegennet en de geplande toevoegingen. Wij vragen u dit onderscheid in het kaartbeeld en/of de legenda alsnog op te nemen. Deze aanpassing heeft ook consequenties voor een aantal afgeleide kaartbeelden.

 

In deel B van het RSP staat in de legenda van kaart 2 ‘De top 3+7 van Haaglanden’ Technologisch Innovatief Centrum, dit moet zijn Complex.

 

In paragraaf 12.6 ‘Werken’ van deel B worden verschillende formuleringen gebruikt voor het areaal bedrijventerreinen. Met betrekking tot Rijswijk-Zuid wordt gesproken over uitgeefbaar bedrijfsoppervlakte en in de tabellen wordt de term bedrijventerreinen in ha gebruikt. Wij interpreteren de in het RSP gehanteerde getallen als bruto bedrijventerrein, maar de term bedrijfsoppervlakte suggereert een netto bedrijfsareaal. Wij pleiten voor een eenduidige formulering voor de omvang van het bestaande en geprognosticeerde areaal bedrijventerreinen om onduidelijkheid hierover te voorkomen.

 

Bij kaart 16 ‘Regionaal fietsroutenet 2015’ plaatsen wij de kanttekening dat er onlangs door Delft een voorstel tot wijziging op het net is ingediend ter plaatse van de geplande Faradaybrug in Delft Zuid. In geval van inwilliging van het voorstel zien we dit graag aangepast op de kaart in het RSP.

 

Wij steunen u in de ambitie het definitief RSP in het eerste kwartaal van 2008 vast te stellen en zijn gaarne bereid gezamenlijk met u en de andere Haaglandengemeenten nader invulling te geven aan deel C van het RSP: het Uitvoeringsprogramma 2008-2012.

 

Hoogachtend,

 

het college van burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

 

                                                                , burgemeester

 

 

 

                                                                , secretaris