Geachte heer Huisman,

U heeft op 20 augustus jongstleden de vraag gesteld hoe onze gemeente de (financiële) risico’s beperkt ten aanzien van de exploitatie van de parkeergarages in Parking Delft B.V., waarbij u ook wilt weten wat de gevolgen van de negatieve kasstroom zijn voor de exploitatie van de gemeente.

 

Het beleidsuitgangspunt van college en raad, zoals vastgesteld in de tariefstelling voor 2008, is dat de drie garages van Parking Delft een positieve cumulatieve kasstroom in 2040 moeten hebben.

 

Twee elementen zijn van belang voor het monitoren van de terugverdienperiode, te weten de bezettingsgraad en de tarieven. Momenteel hebben onze beide geopende parkeergarages (Phoenixgarage en Zuidpoortgarage) bezettingsgraden die op een zodanig niveau liggen dat de terugverdienperiode niet in gevaar komt. Gezien de nog steeds toenemende automobiliteit, in combinatie met de aantrekkelijkheid van de Delftse binnenstad, is het niet onze verwachting dat de bezettingsgraad in de toekomst zal afnemen.

 

Onze gemeente heeft als 100% aandeelhouder van Parking Delft de mogelijkheid om de tariefstelling van de parkeergarages te bepalen.

 

Indien de gemeente – in een fictief voorbeeld – in de toekomst de tarieven op een zodanig niveau vaststelt dat de terugverdienperiode de 40 jaar gaat overschrijden, zal de gemeenteraad vanwege de dan ontstane onrendabele top een bijbehorende afwaardering van onze leningen aan Parking Delft budgettair moeten autoriseren.


De negatieve kasstroom van Parking Delft B.V. heeft, tenzij de terugverdienperiode wordt overschreden, geen gevolgen voor de exploitatie van de gemeente.

 

Wij vertrouwen u hiermee voldoende te hebben geďnformeerd.

 

Hoogachtend,

het college van burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

                                               , burgemeester

 

 

                                               , secretaris.