-
Administratieve
indeling en professioneel ramen vastgoedexploitaties
-
Taakstelling
ad € 600.000,--
-
Doel
en verloop egalisatiereserves
Op
21 februari 2006 is in het college de nota “enkele stappen op weg naar
professioneel vastgoedbeleid” behandeld over de – financiële – administratie
van het gemeentelijk vastgoed. Het college is toen onder andere akkoord gegaan
met het principe om in de begroting de financiën met betrekking tot het
vastgoedbeheer professioneel te ramen[1]
en in 2007 hiertoe met voorstellen te komen. De raad is hierover op hoofdlijnen
geïnformeerd via de nota financieel perspectief en de Programmabegroting
2007-2010. In lijn met de genoemde beleidsnota is de begroting 2007 aangepast
op onderdelen. Aan het vakteam Vastgoed is tevens opdracht gegeven om binnen 4
jaar (te rekenen vanaf 1-1-2006) een tekort op de begroting van de
vastgoedexploitaties met een bedrag van € 600.000,-- terug te brengen, voor zover
als de marktomstandigheden dat zouden toelaten.
Naast
de opdracht aan het vakteam Vastgoed om binnen 4 jaar het tekort op de
begroting terug te brengen met € 600.000,-- is tevens aan het vakteam Vastgoed
gevraagd specifiek de eventuele verkoop van een 4-tal panden te onderzoeken.
Deze panden laten een tekort op de begroting zien van circa € 431.000,--. Omdat
de slaagkans van eigendomsoverdracht van met name 2 van deze 4 panden gering
wordt geacht (40%), en omdat de besprekingen over een mogelijke eigendomsoverdracht
lang kunnen gaan duren, is in 2006 de
begroting van deze panden incidenteel, tot en met 2008, aangepast[2].
Als eigendomsoverdracht uiteindelijk (deels) niet mogelijk blijk te zijn, zal
de begroting alsnog structureel aangepast moeten worden.
Deze
nota bevat voorstellen over de wijze waarop de toekomstig veronderstelde kosten
en opbrengsten, verband houdend met het bezit[3]
en de exploitatie van gemeentelijk vastgoed, in de begroting van de gemeente
Delft verwerkt kunnen worden. Deze voorstellen worden vertaald in de thans
voorliggende 53e
begrotingswijziging 2007. Daarnaast geeft deze nota inzicht in de stand
van zaken met betrekking tot de realisatie van de taakstelling ad € 600.000 en
in het doel en het verloop van de egalisatiereserves van het vastgoedbedrijf.
Deze
nota gaat uitsluitend over het gemeentelijk vastgoed dat administratief
onderdeel uitmaakt van de Algemene Dienst (=gemeentebegroting), met uitzondering van het gemeentelijk
vastgoed met een onderwijsfunctie. Deze zogenoemde onderwijspanden vallen
buiten de beleidsregie van het vakteam Vastgoed. Ook het gemeentelijk
vastgoedbezit dat geadministreerd wordt in het Grondbedrijf van de gemeente
Delft, maakt geen onderdeel uit van deze nota. Deze vastgoedexploitaties zijn
opgenomen in de diverse grondexploitaties.
Kort
omschreven hebben we het in deze nota over de financieel administratieve
organisatie van het Vastgoedbedrijf. Daarbij wordt aangetekend dat in het
Vastgoedbedrijf ook stukken niet-openbare grond en gemeentelijk (vis)water
administratief worden verwerkt. Deze laatste twee categorieën zijn nog niet
financieel geanalyseerd omdat prioriteit gegeven is aan het bebouwd onroerend
goed, omdat de gemeente Delft daar de meeste risico’s mee kan lopen.
Een
aantal vastgoedexploitaties in het Vastgoedbedrijf zijn niet in deze analyse
betrokken omdat ze thans onderdeel uitmaken van een andere bestuurlijke
besluitvormingsprocedure. De financiële consequenties behorend bij deze
exploitaties zijn c.q. worden in andere nota’s aan het college voorgelegd. Het
gaat dan in het bijzonder om de exploitaties van[4]:
Een
aantal kinderdagverblijven worden meer dan kostendekkend verhuurd. Op
bestuurlijk niveau is in november 2005 hierover afgesproken dat het verschil
tussen de exploitatiekosten en opbrengsten ten gunste wordt gebracht van het
desbetreffende beleidsterrein. In de praktijk werd hierin voorzien door
incidenteel (investerings)bijdragen te verstrekken ten laste van de reserve
“beleidspanden”. Om de rollenscheiding blijvend tot uitdrukking te brengen,
wordt voorgesteld een structureel bedrag van € 39.000,-- over te hevelen naar het beleidsveld
kinderopvang.
Het
gemeentelijk bezit in het vastgoedbedrijf wordt gerechtvaardigd door één van de
twee gemeentelijke doelen:
ü
In
bezit of gehuurd ten behoeve van de (eigen) gemeentelijke huisvesting
ü
In
bezit of gehuurd ten behoeve van de realisatie van gestelde beleidsdoelen
Op
dit moment heeft de gemeente Delft ook vastgoed in haar bezit dat thans niet
(meer) voldoet aan de hierboven genoemde doelstellingen. Het voornemen is om
met name dit “overig” bezit terug te brengen, mede met het oog op de
taakstelling van € 600.000.
Het
voorstel is om de begroting van het Vastgoedbedrijf ook in deze drie
hoofdcategorieën in te delen, elk met een eigen egalisatiereserve:
Dit zijn panden die door de gemeente Delft zelf in gebruik zijn
genomen. Het gaat dan om panden voor de huisvesting van het ambtelijk en
bestuurlijk apparaat, alsmede de gemalen, de gemeentelijke sporthallen en
zwembad Kerkpolder.
Dit zijn panden voor beleidsdoeleinden, die door derden worden gebruikt. Het gaat dan om bijvoorbeeld
welzijnsaccommodaties, culturele accommodaties en gezondheidscentra.
Dit zijn de panden die niet passen in de twee hierboven genoemde categorieën.
Tot
nu toe was de eigenaarrol van de gemeente Delft niet als apart te onderscheiden
beleidsveld in de begroting zichtbaar. Dit heeft tot gevolg dat de te
onderscheiden andere beleidsvelden, zoals bijvoorbeeld Maatschappelijke
Ontwikkeling of het Sportbedrijf, thans nog formeel belast zijn met de
financiële verantwoording van de uitgaven en opbrengsten, terwijl zij slechts
deels, op gebruikersniveau, invloed uit kunnen oefenen.
Hetzelfde
geldt voor panden in bezit of gehuurd ten behoeve van de eigen huisvesting,
waarover bijvoorbeeld het cluster Middelen of de sector Stadsbeheer een totale
verantwoording dient af te leggen, dus ook over de onderdelen vallend onder de
ambtelijke verantwoordelijkheid van het vakteam Vastgoed.
Om
de rollenscheiding tussen enerzijds de gemeente Delft als eigenaar van het
vastgoed (ambtelijk vertegenwoordigd door het vakteam Vastgoed) en de gemeente
Delft als verhuurder én gebruiker van het vastgoed (zowel intern als extern)
goed in beeld te brengen wordt voorgesteld om vanaf het begrotingsjaar 2008
panden in bezit ten behoeve van de eigen huisvesting als kostenplaats in de
begroting op te nemen (waarbij de kosten toegerekend worden naar de
kostenplaatsen van de betrokken organisatieonderdelen) en de overige panden als
product van vastgoed.
In
2007 zal alleen nog sprake zijn van een aanpassing van de vastgoedexploitaties
op de kostenplaatsen op basis van geactualiseerde calculaties. In het najaar
van 2007 volgt een technische begrotingswijziging voor 2008 en volgende
jaren om de scheiding tussen de kostenplaatsen en de producten aan te brengen.
De
gebruikelijke interne doorbelasting zal vanaf 2007 plaatsvinden op basis van de
- gecorrigeerde – begrotingsbedragen, en niet zoals te doen gebruikelijk op
basis van de rekeningcijfers. Hiermee wordt er voor gezorgd dat andere vakteams
niet langer financieel en beleidsinhoudelijk verantwoording hoeven af te leggen
voor vastgoedtechnische aangelegenheden. De verrekening van de servicekosten
(kosten elektra, water, gas, enz.) blijft wel op basis van nacalculatie, dus op
basis van de werkelijk gemaakte kosten.
Met
betrekking tot de interne doorbelasting wil Vastgoed overigens graag meedenken
aan een systeem waarbij deze doorbelasting tevens kan gaan werken als prikkel,
en niet beperkt blijft tot een administratieve handeling, om nog efficiënter en
effectiever te werken.
Het
voordeel van het werken met kostenplaatsen is dat het eenvoudig is om de integrale
kostprijs inzichtelijk te maken. Voor het vastgoed ten behoeve van de eigen
huisvesting is dit handig omdat deze kosten, samen met de kosten van een aantal
andere gemeentelijke activiteiten, gebundeld in het cluster Middelen, op
werkplekniveau worden doorbelast.
Het
voordeel van werken met de productenraming is dat het werkgebied van het
vakteam Vastgoed als apart beleidsterrein te onderscheiden is. Het college ziet
de baten en lasten als zelfstandig product “vastgoedexploitaties” terug in de
productenrekening/-raming. Voor de raad komt de informatie beschikbaar op het
hogere programmaniveau, in casu in Programma 12 “Ontwikkeling Grond &
Vastgoed”.
Op
pandniveau is een reële raming gemaakt van de toekomstig te verwachten uitgaven
en opbrengsten. Zoals verwacht laat een vergelijking met de huidige begroting
een tekort zien[5]. In
onderstaande tabel zijn de afwijkingen met de huidige begroting samengevat. Een
(-)bedrag is een nadeel.
Bedragen x € 1.000 |
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
|
|
|
|
|
|
Beleidspanden |
281 |
304 |
220 |
220 |
220 |
Gemeentelijke panden |
-780 |
-737 |
-812 |
-685 |
-685 |
Overige panden |
-155 |
-146 |
-367 |
-367 |
-367 |
Totaal tekort |
-654 |
-579 |
-959 |
-832 |
-832 |
Bij
deze doorkijk zijn aannames gedaan. De belangrijkste aanname betreft het
meerjarenonderhoud.
De
onderhoudswerkzaamheden zijn correctief en preventief van aard. Wijziging,
aanpassing of upgrading van het bestaande voorzieningenniveau zijn niet in de
raming opgenomen. Het eigenaaronderhoud gaat, kort gezegd, uit van een sobere
en doelmatige instandhouding. Deze sobere en doelmatige instandhouding vindt
ook zijn grondslag in de financiële verordening (artikel 17 “onderhoud kapitaalgoederen”).
Voor de begroting is van deze uitgaven een gemiddelde berekend. In
werkelijkheid zal het benodigd onderhoudsbedrag op pandniveau dus jaarlijks
verschillen. Dit heeft consequenties voor het werkelijk verloop van het saldo
van de respectievelijke egalisatiereserves.
Dat
de verzamelbegroting van de beleidspanden in bovenstaand tabel een overschot te
zien geeft, ten opzichte van de “panden gemeentelijke huisvesting” en “overige
panden”, heeft te maken met een andere, gelijkmatiger, verdeling van de
gemeentelijke apparaatskosten. De verdeling vindt plaats op basis van het
aantal m² bruto vloeroppervlak (BVO) en is daarmee op begrotingbasis
objectiever van aard.
Na
2008 loopt het tekort enigszins op ten opzichte van 2007 en 2008. Dit heeft te
maken met het feit dat de productenraming van 4 vastgoedexploitaties
incidenteel voor de jaren 2007 en 2008 is opgehoogd in afwachting van
vastgoedtechnische ontwikkelingen. In de concept programmabegroting 2008 en
volgende jaren is een voorstel opgenomen om de ramingen van een 4-tal
vastgoedexploitaties ook in 2009 met circa
€ 431.000 te verhogen (incl. inflatiecorrectie € 437.000). Als dit
voorstel wordt overgenomen, lopen de tekorten pas na 2009 enigszins op. Dit betekent
dat uiterlijk in het voorjaar 2009 bekend moet zijn of de verkoop van de
bovengenoemde 4 vastgoedexploitaties kans van slagen heeft of niet. Aangezien
het onderzoek naar de afstotingsmogelijkheden reeds in gang is gezet en de
onderhandelingen met mogelijk geïnteresseerde partijen in 2008 gestart kunnen worden, wordt dit zeker
haalbaar geacht.
Aan
het vakteam Vastgoed is opdracht gegeven om binnen 4 jaar (te rekenen vanaf
1-1-2006) een tekort van € 600.000,-- terug te brengen, voor zover als de
marktomstandigheden het toelaten. Het terugbrengen van het tekort kan bestaan
uit het afstoten van vastgoed, het verlagen van de kosten en verhogen van de
opbrengsten. Op dit moment ligt de prioriteit op het afstoten van vastgoed en
het verlagen van de uitgaven.
4.1
Afstoten van gemeentelijk vastgoed
Het
saneren van de gemeentelijke vastgoedportefeuille heeft tijd nodig. De
saneringsmogelijkheden worden deels ook bepaald door de juridische
mogelijkheden (voorwaarden en bepalingen (huur)overeenkomsten) en de
ontwikkelingen op de vastgoedmarkt. Concreet betekent dit dat op dit moment
gekeken wordt welke panden afgestoten kunnen worden en wanneer en in welke vorm
afstoting financieel economisch het meest geschikt c.q. gewenst is. Naar
verwachting worden eind 2007 / begin 2008 de eerste verkoopvoorstellen aan het
college van B&W voorgelegd.
4.2.
Verlagen van de uitgaven
De
meeste uitgaven hebben betrekking op de eigen formatie (inclusief de bijkomende
overheadkosten), het onderhoud, Onroerend Zaakbelasting (OZB) en premie
opstalverzekering. De formatie (voor technisch, administratief en juridisch
beheer) hangt samen met de omvang van de vastgoedportefeuille. Bij een
krimpende portefeuille ontstaat een punt dat de formatie teruggebracht kan
worden. Wij denken dat dit punt over een paar jaar bereikt wordt. Het
afstotingsprogramma sec legt nu immers ook beslag op de formatie. Het structureel verlagen van de
onderhoudsuitgaven is nauwelijks of niet mogelijk, omdat de gemeente Delft al
uitgaat van een sobere en doelmatige instandhouding. Wel kan door middel van
temporiseren een vertraging in het uitgavenpatroon gerealiseerd worden. De te
betalen OZB is een gegeven, deze uitgaven zijn niet of nauwelijks
beïnvloedbaar. De gemeente Delft is op dit moment veel geld kwijt aan premies
voor de opstalverzekering. Dit heeft uiteraard deels te maken met de omvang van
het gemeentelijk vastgoedbezit en het aantal monumentale panden. In overleg met
de collega’s van het vakteam Treasury & Riskmanagement zal, vanaf de tweede
helft van 2007, bekeken worden of en welke mogelijkheden er zijn om de kosten
voor opstalverzekering terug te dringen. Naar verwachting zullen de resultaten
voor het eerst in 2009 zichtbaar kunnen worden.
4.3
Inboeken taakstelling: uitdaging en spanningsveld
Het
is op dit moment niet exact bekend wanneer en welke besparingen ingeboekt
kunnen worden. Er zijn op dit moment al de nodige voorbereidingen getroffen en
het afstoten van een aantal panden is al concreet onder bestuurlijke aandacht.
Het gaat dan om het af stoten van de panden Hooikade 13 en 30. Het afstoten van
panden en het bezien van de uitgaven in het kader van de opstalverzekering, zal
zeker leiden tot een structurele besparing. Op incidentele basis kan het echter
zijn dat eerst kosten gemaakt moeten worden, voordat structureel het voordeel
in de boeken geschreven kan worden. Voorgesteld wordt om het “vastgoedbedrijf”
als financieel gesloten circuit te beschouwen. Dit betekent dat alle
afwijkingen van de begroting, inclusief de incidentele kosten, verbandhoudend
met het terugdringen van het begrotingstekort van € 600.000,--,
evenals de incidentele boekwinsten of – verliezen te verrekenen met de daarvoor
bestemde egalisatiereserves.
In
afwijking van de spelregel om winsten en verliezen ten opzichte van de
begroting binnen het vakteam Vastgoed te laten, is in het verleden bestuurlijk
besloten om bij het afstoten van een aantal vastgoedobjecten een – eventueel –
financieel voordeel voor andere doeleinden/objecten aan te wenden. Dit levert
een spanningsveld op met betrekking tot de realisatietermijn van de taakstelling
(2009). De taakstelling van € 600.000,-- werd opgelegd (februari 2006) nadat
eerder (in 2005) tot de alternatieve aanwending van de middelen is besloten. Zo
is bijvoorbeeld bestuurlijk besloten dat het
financieel voordeel bij verkoop van het voormalig buurthuis in Tanthof
aan de Abtswoude 13[6] ten gunste
komt van de sector Maatschappelijke Ontwikkeling en het financieel voordeel van
het afstoten van de voormalige gemeentelijke huisvestingspanden aan de Hooikade
13 en 30[7]
als dekking voor de exploitatie van het kantorencomplex “de Rode Haan” wordt
ingezet. De afgesproken dekking blijft gehandhaafd, maar onderzocht dient te
worden op welke wijze compensatie met betrekking tot de taakstelling kan
plaatsvinden.
De
verschillen tussen de vastgoedramingen en de rekeningcijfers zullen via de
daarvoor bestemde egalisatiereserves administratief worden verwerkt. De
verschillen zullen vooral ontstaan door verschillen tussen het gemiddeld
geraamd bedrag voor onderhoud en de werkelijke onderhoudsbedragen.
De raad voor te stellen om:
1. in te stemmen met de 53e
begrotingswijziging van het jaar 2007, die de financiële consequenties bevat
zoals merendeels opgenomen in de tabel 'overzicht verloop saldo
egalisatiereserves als gevolg van begrotingsmutaties vastgoedbedrijf'.
2. in 2009 opnieuw een
soortgelijke integrale analyse doen uitvoeren op de kosten en opbrengsten van
alle panden.
[1] In de nota wordt aangegeven,
dat sprake is van een omvangrijk exploitatietekort, met name omdat voorheen de
uitgaven voor (groot)onderhoud niet of nauwelijks structureel in de begroting
opgenomen waren. Gebruikelijk was dat daar op incidentele basis afzonderlijk
dekking (kredieten/reserves) voor geregeld werd. In 2006 is de beleidslijn
uitgezet dat op voorhand de exploitatie van het gemeentelijk vastgoed naar
behoren geraamd wordt. Dit betekent wel dat het ontstane exploitatietekort in
meerjarig perspectief opgelost moet worden.
[2] In de Programmabegroting zijn 2007 zijn hiertoe incidentele middelen ad € 431.000 voor 2007/2008 vrijgemaakt. Zie ook de laatste alinea op blz. 5 over het voorstel om de begroting ook in 2009 incidenteel met € 431.000 te verhogen.
[3] Gehuurd vastgoed wordt in deze nota gemakshalve ook aangeduid als gemeentelijk vastgoedbezit
[4] Tussen haakjes planning bestuurlijke terugkoppeling
[5] Het bij de nota “enkele stappen op weg naar professioneel vastgoedbeleid” gepresenteerde tekort bedroeg € 1,8 miljoen. Bij de Begroting 2007 is dat met een bedrag van € 386.000 structureel gecorrigeerd, waardoor een tekort van € 1,4 miljoen resteert. Ook als rekening gehouden wordt met de incidentele bijdrage voor 2007/2008 incidenteel € 6 ton is het oorspronkelijk tekort dus al deels teruggedrongen..
[6] Raad 30 juni 2005, registratienummer 560422 / stuk 96-I
[7] B&W 22 december 2005, registratienummer 818851)