Stuk 32 I Delft,
5 februari 2007.
20195484
Onderwerp: heroverwegingsbesluit inzake het bezwaar
gericht tegen het besluit op het verzoek om planschade van D.G. Kooman,
Zuiderstraat 288.
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
Op 1 juni 2006 is door de gemeenteraad van Delft
besloten de heer Kooman een planschadevergoeding toe te kennen van 10.500.
Het planschadeverzoek is ingediend op 2 september 2004 door Maat en Ruijgrok,
namens de heer D.G. Kooman, woonachtig op de Zuiderstraat 288.
Reclamant meent in het planschadeverzoek schade te
lijden als gevolg van de bepalingen van het onherroepelijk geworden
bestemmingsplan Zuidpoort, vastgesteld op 28 juni 2001.
Het verzoek is op 25 oktober 2004 ter beoordeling
in handen gesteld van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ). Het
advies van de SAOZ is op 2 februari 2005 ontvangen en met een concept
raadsbesluit op 24 maart 2005 naar Maat en Ruijgrok verstuurd met de
mogelijkheid binnen 4 weken zienswijzen in de dienen. Maat en Ruijgrok hebben
op 19 april 2005 gereageerd met de opmerking dat de heer Kooman een
WOZ-beschikking heeft ontvangen waarin de waarde van zijn pand 28% hoger is dan
de waarde volgens het planschadeadvies, nl. 325.087 versus 265.000. Dit
verschil vind reclamant te groot. Hierna is een second opinion gevraagd aan
Oranjewoud. Het advies van Oranjewoud, ontvangen op 23 maart 2006, bevestigt
het oorspronkelijk planschadeadvies van SAOZ.
Op 1 juni 2006 besluit de gemeenteraad tot het
toekennen van een planschadevergoeding van 10.500 aan de heer Kooman, conform
het advies van SAOZ. Het raadsbesluit is op 17 juli 2006 naar Maat en Ruijgrok
verstuurd, met de mogelijkheid bezwaar in te dienen. Op 28 augustus 2006 is van
de heer Kooman een bezwaarschrift ontvangen.
Verder heeft de heer Kooman op 7 april 2005 bezwaar
aangetekend tegen de WOZ-beschikking. Naar aanleiding hiervan is bij
beschikking van 19 mei 2006 de WOZ-waarde van zijn woning vastgesteld op
267.500. Tegen deze uitspraak heeft de heer Kooman op 27 juni 2006 beroep
aangetekend.
Het bovengenoemde gemeenteraadsbesluit van 1 juni
2006 tot toekenning van het verzoek om planschade, bekendgemaakt op 17 juli
2006, is een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet
bestuursrecht (Awb). De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift
bedraagt 6 weken. Het bezwaarschrift is tijdig ingediend. Ook is niet gebleken
van feiten of omstandigheden op grond waarvan tot niet-ontvankelijkheid
geconcludeerd zou moeten worden. Het bezwaar dient dan ook ontvankelijk te
worden verklaard.
In het bezwaarschrift voert reclamant aan dat het
verschil tussen de taxatie van SAOZ en de WOZ-waarde van zijn pand te groot is,
waardoor de taxaties niet aannemelijk zijn. Reclamant stelt dat de
WOZ-waardebepaling het meest reλel is wat betreft de waarde van zijn pand
voorafgaand aan het ingaan van de planologische maatregel en komt op een waarde
van 325.087 a 310.000. Reclamant
stelt dat de waarde na de planologische maatregel in het SAOZ-rapport wel
correct is, namelijk 254.500. Reclamant meent op grond daarvan aanspraak te
maken op een planschadevergoeding ter grootte van het verschil tussen deze twee
bedragen, namelijk zon 70.000 a 55.000.
Stuk 32 I pag.
2.
Op 8 november 2006 heeft de hoorzitting bij de
Adviescommissie voor bezwaarschriften (hierna: commissie) plaatsgevonden. De
commissie heeft op 7 december 2006 haar advies uitgebracht.
De commissie adviseert het bezwaarschrift tegen het
raadsbesluit van 1 juni 2006 tot toekenning van een schadevergoeding ex artikel
49 WRO groot 10.500,- ongegrond te verklaren en het bestreden besluit
in stand te laten.
Ten aanzien van het bezwaar van reclamant dat er
een te groot verschil zou bestaan tussen de taxatie in het kader van de
WOZ-waarde en de aan hem toegekende planschade merkt de commissie allereerst op
dat de WOZ-waarde van het pand van reclamant bij beschikking van 22 mei 2006 is
gewijzigd. Hierdoor bedraagt het verschil tussen de WOZ-waarde en de planschade
taxatiewaarde nog slechts 2.500,-.
Verder vindt de commissie dat bij de vaststelling van de hoogte van de
toegekende planschade en de WOZ-waarde dient te worden uitgegaan van
verschillende grondslagen, zodat zij daarom niet gelijk hoeven te zijn aan
elkaar. Voorts constateert de commissie dat het planschade-advies is uitgevoerd
door een hiertoe gespecialiseerd bureau namelijk de SAOZ. Ten aanzien van het
door hen uitgebrachte advies is, naar het oordeel van de Commissie, niet
gebleken van enigerlei gebrek in de inhoud of wijze van totstandkoming, zodat
verweerde zich naar het oordeel van de Commissie bij het nemen van het besluit
hierop heeft mogen baseren. Daarnaast is in het kader van een second opinion
advies gevraagd aan adviesbureau Oranjewoud Legal, waarin het eerder
uitgebrachte advies van de SAOZ wordt bevestigd.
Wij stellen u voor onder bijvoeging en verwijzing
naar het advies van de Adviescommissie voor bezwaarschriften het bezwaarschrift
van de heer D.G. Kooman (ontvangen 28 augustus 2006), gericht tegen het
raadsbesluit d.d. 1 juni 2006 tot toekenning van een schadevergoeding ex
artikel 49 WRO groot 10.500, ongegrond te verklaren, waartoe wij u een in
ontwerp opgemaakt besluit ter vaststelling aanbieden.
Hoogachtend,
mr. drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester
drs. Y. van Delft ,griffier
Stuk 32 II
20195484
De raad der gemeente Delft;
kennis genomen van het advies van de
Adviescommissie voor bezwaarschriften van 7 december 2006;
gelezen het voorstel van het college van 9 januari
2007;
gelet op artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening en 7:12 en 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;
b
e s l u i t:
het bezwaarschrift van de
heer D.G. Kooman, ontvangen 28 augustus 2006, gericht tegen het raadsbesluit
d.d. 1 juni 2006 tot toekenning van een schadevergoeding ex artikel 49 WRO groot
10.500 ongegrond te verklaren en het bestreden besluit in stand te
laten.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van 22 februari 2007.
,burgemeester
,griffier
Belanghebbenden in de zin van de Algemene wet
bestuursrecht kunnen binnen 6 weken na bekendmaking van dit besluit een
gemotiveerd beroepschrift indienen bij de
Rechtbank s Gravenhage, sector bestuursrecht,
postbus 20302, 2500 EH te Den Haag.