Stuk 35 I Delft,
5 februari 2007.
20213093
Onderwerp: Besluit
op het verzoek om vergoeding van planschade van de heer E.M. Kouwe en mevrouw
C. van Daalen, Ezelsveldlaan 99
Aan de
gemeenteraad.
Geachte dames en
heren,
1. Inleiding en inhoud planschadeverzoek
Op 31 augustus 2005
hebben de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen (hierna: aanvragers) een
verzoek ingediend om planschade als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO).
Aanvragers stellen
schade te leiden als gevolg van het onherroepelijk worden van het
bestemmingsplan “Zuidpoort”, meer specifiek door de daarin opgenomen
bouwmogelijkheden ten aanzien van het zogenoemde veld 9. Aanvragers hebben
nadrukkelijk opgemerkt dat zij ten tijde van de aankoop van hun woning niet op
de hoogte waren en ook niet konden zijn van de vorenbedoelde ontwikkeling.
2. Juridisch kader
Per 1 september 2005 is
een nieuwe wettelijke planschaderegeling van kracht geworden. Omdat het verzoek
is ingediend voor 1 september 2005 is het oude artikel 49 WRO van toepassing.
Op grond van
artikel 49 van de WRO kent de gemeenteraad aan belanghebbende die, ten gevolge
van bepalingen van het bestemmingsplan dan wel door verleende vrijstellingen
als onder meer bedoeld in artikel 19 van de WRO, schade lijdt of zal lijden
welke niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan een
vergoeding niet of niet voldoende door aankoop, onteigening of anderszins is
verzekerd, op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding
toe. Het moet gaan om schade ten gevolge van rechtmatige en rechtsgeldige
planologische besluiten, waardoor een planologische rechtstoestand wordt
gewijzigd.
Bij de beoordeling
van schadeverzoeken ex artikel 49 WRO moet een vergelijking worden gemaakt
tussen de elkaar opvolgende planologische regimes, in dit geval bestemmingsplan
“IIA In de Veste (goedgekeurd op 5 mei 1976 ) en bestemmingsplan “Zuidpoort”
(onherroepelijk sinds 16 juli 2003). Op basis daarvan moet eerst worden
onderzocht of sprake is van een planologisch nadeel. Daartoe moeten de bouw- en
gebruiksmogelijkheden van beide bestemmingsplannen worden vergeleken, waarbij
niet de feitelijke situatie van belang is, maar de situatie die het
bestemmingsplan in theorie mogelijk maakt.
Op 19 december 2002
heeft de gemeenteraad van Delft de Planschadeverordening 2002 vastgesteld. Deze
verordening bepaalt welke procedurevoorschriften er binnen de gemeente Delft
voor de behandeling van verzoeken om planschade als bedoeld in artikel 49 WRO
in acht moeten worden genomen.
Stuk 35 I pag. 2.
3. Verloop procedure
Op 30 augustus 2005
hebben aanvragers een verzoek om planschade ingediend (bijlage 1). De aanvraag
is ingekomen op 31 augustus 2005. Op 24 november 2005 heeft de gemeenteraad het
verzoek om planschade om advies voorgelegd aan het onafhankelijk in
planschadezaken gespecialiseerde bureau Oranjewoud (bijlage 2). Bij het verzoek
om advies zijn de onderstaande stukken als bijlage gevoegd:
·
verzoek om
vergoeding van planschade;
·
nadere
informatie omtrent de locatie;
·
foto’s van de
locatie;
·
een uitsnede
van de plankaart van het structuurplan Delft 1983;
·
de toelichting
en voorschriften van het bestemmingsplan “IIA In de Veste” (1976) met het
daarbij behorende vaststellingsbesluit en goedkeuringsbesluit;
·
het
bestemmingsplan “Zuidpoort”, inclusief plankaart en met het bijbehorende
vaststellingsbesluit;
·
voorbereidingsbesluiten
voor het gebied Zuidpoort;
Bij schrijven van 8
mei 2006 heeft de gemeente deze informatie aangevuld met:
·
het Masterplan
Zuidpoort uit 1990
·
de nota
Beslispunten Zuidpoort uit 1991
·
Plan van
aanpak Zuidpoort uit 1995
·
Het Schetsplan
Zuidpoort uit 1997
Oranjewoud heeft op
24 januari 2006 een bezoek gebracht aan aanvragers en hun in de gelegenheid
gesteld het verzoek mondeling toe te lichten. Eveneens is de betreffende
onroerende zaak in- en uitwendig bezichtigd en is de nabije omgeving opgenomen.
De gemeente heeft
Oranjewoud op 9 december 2005 een mondelinge toelichting gegeven op het
verzoek. Op 27 februari 2006 heeft Oranjewoud een concept advies uitgebracht
aan de gemeenteraad.
Oranjewoud heeft op
22 juni 2006 een definitief advies uitgebracht dat inhoudelijk overeenkomt met
het eerder uitgebrachte concept advies (bijlage 3). Op 30 juni 2006 heeft de
gemeente aanvragers in de gelegenheid gesteld op dit advies te reageren. Van
deze mogelijkheid hebben aanvragers geen gebruik gemaakt.
4. Beoordeling verzoek om planschade
Aanvragers waren
ten tijde van de inwerkingtreding van de nieuwe planologisch regeling, op 26
maart 2002, eigenaren het pand aan de Ezelsveldlaan 99. Gelet op artikel 49 WRO
en artikel 3 van de Planschadeverordening 2002 zijn aanvragers ontvankelijk in
hun verzoek om planschade.
Aanvragers stellen
schade te leiden als gevolg van het onherroepelijk worden van het
bestemmingsplan “Zuidpoort”, meer specifiek door de daarin opgenomen
bouwmogelijkheden ten aanzien van het zogenoemde veld 9.
Stuk 35 I pag. 3.
Vanwege de in het
nieuwe plan neergelegde bouwmogelijkheden op veld 9 is het uitzicht vanuit de
woning van aanvragers er niet op achteruit gegaan. Gezien de in het nieuwe plan
aangehouden aanmerkelijk grotere afstand tot de mogelijke bebouwing is wat het
uitzicht betreft zelfs sprake van een voordeel. Ook de privacy en de
lichttoetreding tot de woning zijn, vergeleken met de bouwmogelijkheden onder
het oude planologische regime, niet verslechterd. Dit hangt samen met de
grotere afstand van de hogere bebouwing volgens het nieuwe planologische regime
en het feit dat de gebruiksbepalingen van de planologische regimes elkaar per
saldo weinig ontlopen.
Ook voor het overige is het bestemmingsplan “Zuidpoort” niet als een
voor aanvragers nadelige ontwikkeling
aan te merken.
Samenvattend is het
oordeel van Oranjewoud dat de ruimtelijke ontwikkelingen de planologische
positie van aanvragers niet hebben verslechterd.
Door Oranjewoud
wordt geadviseerd het door aanvragers ingediende verzoek af te wijzen. Wij
kunnen ons vinden in het advies van het bureau.
Onder verwijzing
naar dit advies, dat integraal onderdeel uitmaakt van dit besluit, stellen wij
u voor het verzoek om planschade af te wijzen.
Hoogachtend,
Het college van
burgemeester en wethouders van Delft,
mr. drs. G.A.A.
Verkerk ,burgemeester.
mr. drs. H.G.L.M. Camps ,secretaris.
Stuk 35 II
20213093
De raad der
gemeente Delft;
gelezen het
voorstel van het college van 23 januari 2007;
gelet op artikel 49
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Planschadeverordening 2002;
b e s l u i t:
het door de heer E.M.
Kouwe en mevrouw C. van Daalen ingediende planschadeverzoek af te wijzen.
Aldus vastgesteld
in de openbare raadsvergadering van 22 februari 2007.
,burgemeester.
,griffier.