Stuk 37 I                                                                                             Delft, 5 februari 2007.

20209199

 

Onderwerp: Besluit op het verzoek om planschade van mevrouw A.J.A. Vermeulen, Ezelsveldlaan 69

 

 

Aan de gemeenteraad.

 

Geachte dames en heren,

 

1.         Inleiding en inhoud planschadeverzoek

Op 31 augustus 2005 heeft mevrouw A.J.A. Vermeulen (hierna: aanvraagster) een verzoek ingediend om planschade als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: WRO).

Aanvraagster stelt schade te leiden als gevolg van het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan “Zuidpoort”, meer specifiek door de daarin opgenomen bouwmogelijkheden ten aanzien van de zogenoemde velden 10 en 9.

 

2.         Juridisch kader

Per 1 september 2005 is een nieuwe wettelijke planschaderegeling van kracht geworden. Omdat het verzoek is ingediend voor 1 september 2005 is het oude artikel 49 WRO van toepassing.

Op grond van artikel 49 van de WRO kent de gemeenteraad aan belanghebbende die, ten gevolge van bepalingen van het bestemmingsplan dan wel door verleende vrijstellingen als onder meer bedoeld in artikel 19 van de WRO, schade lijdt of zal lijden welke niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende door aankoop, onteigening of anderszins is verzekerd, op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe. Het moet gaan om schade ten gevolge van rechtmatige en rechtsgeldige planologische besluiten, waardoor een planologische rechtstoestand wordt gewijzigd.

Bij de beoordeling van schadeverzoeken ex artikel 49 WRO moet een vergelijking worden gemaakt tussen de elkaar opvolgende planologische regimes, in dit geval bestemmingsplan “IIA In de Veste” (goedgekeurd op 5 mei 1976) en bestemmingsplan “Zuidpoort” (onherroepelijk sinds 16 juli 2003). Op basis daarvan moet eerst worden onderzocht of sprake is van een planologisch nadeel. Daartoe moeten de bouw- en gebruiksmogelijkheden van beide bestemmingsplannen worden vergeleken, waarbij niet de feitelijke situatie van belang is, maar de situatie die het bestemmingsplan in theorie mogelijk maakt.

Op 19 december 2002 heeft de gemeenteraad van Delft de Planschadeverordening 2002 vastgesteld. Deze verordening bepaalt welke procedurevoorschriften er binnen de gemeente Delft voor de behandeling van verzoeken om planschade als bedoeld in artikel 49 WRO in acht moeten worden genomen.

 


Stuk 37 I                                                                                 pag. 2.

 

 

3.         Verloop procedure

Op 31 augustus 2005 heeft aanvraagster een verzoek om planschade ingediend (bijlage 1). De aanvraag is ingekomen op 1 september 2005. Op 24 november 2005 heeft de gemeenteraad het verzoek om planschade om advies voorgelegd aan het onafhankelijk in planschadezaken gespecialiseerde bureau Oranjewoud (bijlage 2).

Bij het verzoek om advies zijn de onderstaande stukken als bijlage gevoegd:

·         verzoek om vergoeding van planschade;

·         nadere informatie omtrent de locatie;

·         foto’s van de locatie;

·         een uitsnede van de plankaart van het structuurplan Delft 1983;

·         de toelichting en voorschriften van het bestemmingsplan “IIA In de Veste” (1976) met het daarbij behorende vaststellingsbesluit en goedkeuringsbesluit;

·         het bestemmingsplan “Zuidpoort”, inclusief plankaart en met het bijbehorende vaststellingsbesluit;

·         voorbereidingsbesluiten voor het gebied Zuidpoort;

Bij schrijven van 8 mei 2006 heeft de gemeente deze informatie aangevuld met:

·         het Masterplan Zuidpoort uit 1990

·         de nota Beslispunten Zuidpoort uit 1991

·         Plan van aanpak Zuidpoort uit 1995

·         het schetsplan Zuidpoort uit 1997

 

Oranjewoud heeft op 9 december 2005 een bezoek gebracht aan aanvraagster en haar in de gelegenheid gesteld het verzoek mondeling toe te lichten. Eveneens is de betreffende onroerende zaak in- en uitwendig bezichtigd en is de nabije omgeving opgenomen.

Op 27 februari 2006 heeft Oranjewoud een concept advies uitgebracht aan de gemeenteraad. Oranjewoud heeft op 22 juni 2006 een definitief advies uitgebracht dat inhoudelijk overeenkomt met het eerder uitgebracht concept advies (bijlage 3). Op 30 juni 2006 heeft de gemeente aanvraagster in de gelegenheid gesteld op dit advies te reageren. Van deze mogelijkheid heeft aanvraagster geen gebruik gemaakt.

 

4.         Beoordeling verzoek om planschade

Ontvankelijkheid

Aanvraagster was ten tijde van de inwerkingtreding van de nieuwe planologisch regeling, op 26 maart 2002, eigenaresse van het pand aan de Ezelsveldlaan 69. Gelet op artikel 49 WRO en artikel 3 van de Planschadeverordening 2002 is aanvraagster ontvankelijk in haar verzoek om planschade.

 

Inhoudelijke beoordeling

Aanvraagster stelt dat zij schade leidt als gevolg van het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan “Zuidpoort”, meer specifiek door de daarin opgenomen bouwmogelijkheden ten aanzien van de zogenoemde velden 10 en 9.

 

Vanwege de in het nieuwe plan neergelegde bouwmogelijkheden op de velden 10 en 9 moet er rekening mee worden gehouden dat in zekere mate het uitzicht en de privacy is veranderd. Van een achteruitgang is echter geen sprake, althans niet in die mate dat een redelijk denkend en handelend koopgegadigde daarmee rekening zal houden bij het bepalen van de prijs die hij voor de woning wenst te betalen.


Stuk 37 I                                                                                 pag. 3.

 

 

De (mogelijke) bebouwing op veld 10 wordt bovendien voor een groot deel aan het oog onttrokken door de veel dichterbij gelegen reeds aanwezige bebouwing van het Techniek Museum. De verstorende invloed van de bebouwing op veld 9 is, door de zijdelingse ligging ten opzichte van de woning, sowieso vrij gering.

Overigens zou de planologische vergelijking met een strikte benadering van het begrip “maximale invulling” zelfs leiden tot de conclusie dat aanvraagster in een voordeliger positie is gebracht. In het voorheen vigerende planologische regime was immers bebouwing mogelijk ter plaatse van het Techniek Museum tot een hoogte van 18 meter over de volle breedte, daar waar volgens het huidige planologische regime slechts een bouwhoogte van maximaal 11 meter is toegestaan.

Ook voor het overige is het bestemmingsplan “Zuidpoort” niet als een voor aanvraagster nadelige ontwikkeling aan te merken.

 

Door Oranjewoud wordt geadviseerd het door aanvraagster ingediende verzoek af te wijzen. Wij kunnen ons vinden in het advies van het bureau.

 

Onder verwijzing naar dit advies dat integraal onderdeel uitmaakt van dit besluit stellen wij u voor het verzoek om planschade af te wijzen.

 

Hoogachtend,

 

Het college van burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

 

mr. drs. G.A.A. Verkerk             ,burgemeester.

 

 

 

mr. drs. H.G.L.M. Camps                      ,secretaris.


Stuk 37 II

20209199

 

 

De raad der gemeente Delft;

 

gelezen het voorstel van het college van 23 januari 2007;

 

gelet op artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Planschadeverordening 2002;

 

b e s l u i t:

 

het door mevrouw A.J.A. Vermeulen ingediende planschadeverzoek af te wijzen.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 februari 2007.

 

 

 

                                                           ,burgemeester.

 

 

 

                                                           ,griffier.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Belanghebbenden in de zin van de Algemene wet bestuursrecht kunnen binnen 6 weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de gemeenteraad van Delft, p/a Postbus 78, 2600 ME Delft.