Stuk
191 I Delft,
15 oktober 2007.
20323796
Onderwerp:
voorbereidingsbesluit Agnetapark.
Aan
de gemeenteraad.
Geachte
dames en heren,
Het
voorbereidingsbesluit heeft betrekking op het Agnetapark. Dit gebied is gelegen
in het noordwestelijke kwadrant van Delft. Het gebied wordt begrensd door de
spoorlijn in het oosten, de W.H. van Leeuwenlaan in het westen en het
bedrijventerrein DSM-Gist aan de noordkant. De zuidelijke grens van het
plangebied ligt op de zuidelijke perceelsgrens van de percelen Ruys de Beerenbrouckstraat 5-47 en Ruys de
Beerenbrouckplein 6-15.
Het
Agnetapark is een uit cultuurhistorisch oogpunt zeer belangrijke wijk. Het Oude
Park (1882-1884) is de eerste arbeiderswijk in ons land en een van de eerste
ter wereld, in de vorm van een tuindorp waarin ruime aandacht aan de leef- en
woonomstandigheden werd geschonken. Het oude Agnetapark is opgenomen in een ten
behoeve van Unesco opgestelde lijst van de 100 belangrijkste monumenten in ons
land. De uitbreiding van het Agnetapark met het 'Nieuwe Park' (1925-1929) is
eveneens van groot belang. De eraan ten grondslag liggende basisgedachte is
dezelfde als die van het Oude Park, maar qua stedenbouw en architectuur op
20ste-eeuwse leest geschoeid. De bebouwing van het Oude en Nieuwe Agnetapark is
sedert 6 februari 1986 als rijksmonument beschermd.
De
Monumentenwet schrijft in artikel 36 voor dat met betrekking tot een beschermd
stads- of dorpsgezicht een bestemmingsplan moet worden opgesteld dat in
voldoende mate beschermend is. De RDMZ heeft bij het beschermingsvoorstel voor
het gebied Agnetapark in een voorlopig oordeel aangegeven dat het vigerende
bestemmingsplan Noordwest, deelgebied 1 reeds voldoende beschermend is, alleen
komt de definitieve begrenzing van het beschermde gezicht 'Agnetapark' niet
overeen met de voorlopige begrenzing die op de plankaart van het
bestemmingsplan Noordwest, deelgebied 1 is weergegeven. Dat is een gevolg van
het feit dat tijdens het maken van het bestemmingsplan de definitieve
begrenzing nog niet bekend was. Voorts blijkt de aanleg van
onder meer gemeenschappelijke binnenterreinen, straatmeubilair, waterpartijen,
groenvoorzieningen, erfafscheidingen in de vorm van heggen en tuinhekjes niet
of niet voldoende beschermd. Verder is de op basis van het vigerende
bestemmingsplan Noordwest, deelgebied 1 toegestane omvang van de bij-, uit- en
aanbouwen uit cultuurhistorisch oogpunt niet gewenst is.
Tevens
wordt aangeraden om beschermende criteria en richtlijnen op te stellen voor het
slopen van gebouwen aan de rand van het begrenzingsgebied Agnetapark, zoals onder
andere het gebied van de Ruys de Beerenbrouckstraat en de Laan van Altena. Dit,
om te voorkomen dat karakteristieke bouwwerken die in hoge mate bijdragen aan
de kwaliteit van het gebied, niet zomaar kunnen verdwijnen en vervangen worden
door nieuwbouw. Voor het Agnetapark en omgeving is in het huidige
bestemmingsplan niet voorzien in een dergelijke regeling. Op grond van
het bovenstaande dient het bestemmingsplan Noordwest, deelgebied 1 op een
aantal punten te worden herzien.
Het
nu geldende voorbereidingsbesluit voor het plangebied loopt af op 10 oktober
2007. Om te voorkomen dat in afwachting van de gedeeltelijke herziening van het
bestemmingsplan Noordwest, deelgebied 1, door nieuwe ontwikkelingen die passen
in het geldende bestemmingsplan, de cultuurhistorische waarden van het
Agnetapark worden aangetast, is het noodzakelijk om opnieuw een
voorbereidingsbesluit te nemen.
Artikel 7 lid 3 van het Besluit
Luchtkwaliteit bepaalt dat bestuursorganen hun bevoegdheden kunnen uitoefenen,
mits de luchtkwaliteit ten gevolge van het uitoefenen van een bevoegdheid per
saldo gelijk blijft of verbetert. Het nemen van het voorbereidingsbesluit
Agnetapark heeft geen gevolgen voor de luchtkwaliteit. Met het nemen van dit
voorbereidingsbesluit wordt slechts beoogd kenbaar te maken dat voor het
plangebied een herziening van het geldende bestemmingsplan wordt voorbereid. Op
grond van het voorbereidingsbesluit kunnen, zoals hierboven al is aangegeven,
ongewenste bouwplannen (die niet passen in het in voorbereiding zijnde
bestemmingsplan) worden voorkomen.
Aan bouwplannen die wel gewenst zijn, kan
medewerking worden verleend middels een vrijstelling op grond van artikel 19
lid 2 of 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De eventuele bouwplannen in
het gebied waarvoor het voorbereidingsbesluit Agnetapark geldt, vallen namelijk
onder de situaties waarvoor op voorhand gedeputeerde staten een verklaring van
geen bezwaar hebben afgegeven, zoals is bedoeld in artikel 19 lid 2 Wet op de
Ruimtelijke Ordening. Of de bouwplannen zullen een zodanige beperkte betekenis
hebben dat deze vallen onder de gevallen als bedoeld in artikel 19 lid 3 Wet op
de Ruimtelijke Ordening. Voor het verlenen van vrijstelling op grond van
artikel 19 lid 2 of 3 Wet op de Ruimtelijke Ordening is het al dan niet gelden
van het voorbereidingsbesluit geen voorwaarde.
Dit alles zou slechts anders zijn indien
vrijstellingen zijn voorzien op grond van artikel 19 lid 1 Wet op de
Ruimtelijke Ordening. Alleen voor die vrijstellingen is het gelden van een
voorbereidingsbesluit wel van belang, omdat in artikel 19 lid 4 Wet op de
Ruimtelijke Ordening is voorgeschreven dat voor een vrijstelling op basis van
artikel 19 lid 1 Wet op de Ruimtelijke Ordening in bepaalde gevallen een
voorbereidingsbesluit nodig is om vrijstelling te kunnen verlenen. Voor
eventuele bouwplannen in het gebied waarvoor het voorbereidingsbesluit
Agnetapark geldt, is echter geen vrijstelling op grond van artikel 19 lid 1 Wet
op de Ruimtelijke Ordening vereist.
Dit
betekent dat de concentratie in de buitenlucht van de stoffen als bedoeld in
artikel 7 lid 1 van het Besluit Luchtkwaliteit 2005 ten gevolge van de
bevoegdheid tot het nemen van het voorbereidingsbesluit Agnetapark niet zal
wijzigen
Gelet
op het voorgaande stellen wij u voor te bepalen dat een bestemmingsplan wordt
voorbereid voor het binnen met een zwarte bolletjeslijn op de voor u ter inzage
gelegde tekening RO 13-22-19 aangegeven gebied, waartoe wij u een in ontwerp
opgemaakt besluit ter vaststelling aanbieden.
Hoogachtend,
Het
college van burgemeester en wethouders van Delft,
mr.
drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester.
mr. drs. H.G.L.M. Camps ,secretaris.
Stuk
191 II
20323796
De
raad der gemeente Delft;
gelezen
het voorstel van het college van 11 september 2007
gelet
op artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
b e
s l u i t :
I.
te
bepalen dat de vaststelling van een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het
binnen de met een zwarte stippellijn op de bij dit besluit behorende tekening
RO 13-22-19 aangegeven gebied;
II.
te
bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van 12 november 2007.
Aldus
vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 november 2007.
,burgemeester
,griffier
Belanghebbenden
in de zin van de Algemene wet bestuursrecht kunnen binnen 6 weken na
bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de
gemeenteraad van Delft, p/a Postbus 78, 2600 ME Delft.