inleiding

Het college van burgemeester en wethouders van Delft heeft op 10 juni de concept gebiedsvisie Delftse Hout vrijgegeven voor inspraak en overleg. De concept visie heeft daarop ter inzage gelegen van 1 t/m 14 juli 2008. Op 10 juli heeft een informatieavond plaatsgevonden. Daar is door middel van pa­nelen met tekeningen, foto’s en tekst de concept gebiedsvisie getoond. Van de gemeente waren drie deskundigen aanwezig voor het beantwoor­den van vragen en het geven van nadere toelichting. Bij een inspraakloket is gele­genheid geboden mondeling een reactie op de concept visie te geven. De informatieavond is door ruim 30 mensen bezocht. Naast de mondelinge reacties zijn er schriftelijke reacties binnengekomen, per e-mail en per brief.

Deze notitie geeft het standpunt van het college weer, naar aanleiding van de geregistreerde inspraakreacties.

totstandkoming (concept) gebiedsvisie Delftse Hout

De gebiedsvisie maakt deel uit van het gebiedsprogramma Delftse Hout. Voorafgaand aan het opstellen van de gebiedsvisie hebben diverse gebrui­kersonderzoeken en enquêtes plaatsgevonden. In 2007 is een gebruikers­onderzoek uitgevoerd met telefonische enquêtes onder inwoners van 9 ge­meenten en enquêtes van bezoekers ter plaatse in het gebied. Daarnaast hebben inwoners van Delft de mogelijkheid gekregen via het Delft Internet Panel (DIP) hun mening over de Delftse Hout kenbaar te maken in een zogenaamde DIP-meting. Tijdens het proces van opstellen van de visie zijn specifiekere vragen voorgelegd via het toegespitste Delftse Hout Internet Panel (DHIP). Op de wijkmarkten najaar 2007 is aandacht besteed aan de op handen zijnde gebiedsvisie middels informatiepanelen.

 

In de ambtelijke werkgroep is een SWOT analyse uitgevoerd, die uitgebreid is besproken in het platform Delftse Hout. De uitkomsten van genoemde onderzoeken en enquêtes zijn gebruikt om de uitgangspunten van gebieds­visie te bepalen. Omdat de wensen en eisen niet stapelbaar bleken, is een scenariostudie uitgevoerd. Het platform Delftse Hout is in december 2007 uitgenodigd voor een workshop, waarbij de in woorden benoemde scena­rio’s zijn doorgewerkt. Daarna heeft bureau Bosch Slabbers, die ook de work­shop begeleidde, de scenario’s verder uitgewerkt tot wervende beelden, met als doel inzichtelijk te maken dat er keuzes gemaakt moeten worden. De resultaten zijn gepresen­teerd aan het platform Delftse Hout. De scenario’s waren behulpzaam voor het bepalen van de uitgangspunten die aan de concept gebiedsvisie ten grondslag liggen.

Uit het gebruikersonderzoek kwam naar voren, dat voorzieningen specifiek voor jongeren gemist worden. Dit heeft kunnen uitmonden in een project Scholen voor Duurzaamheid aan het Hugo Grotiuscollege. Twee ‘adviesbu­reaus’ samengesteld uit leerlingen van klassen 4 VWO hebben voorstellen ontwikkeld voor de Delftse Hout, specifiek voor jongeren. Binnen de school zijn daarbij enquêtes uitgevoerd. De belangrijkste voorstellen die (wegens een ongelukkige gebeurtenis op de school) niet tijdig in de concept gebieds­visie terecht konden komen, worden als inspraakreactie meegenomen.

opbouw visie

Zowel uit de reacties tijdens de informatiebijeenkomst als uit schriftelijke en gemailde reacties blijkt de opbouw van de gebiedsvisie niet altijd duidelijk te zijn geweest. Daarom wordt deze in het kort toegelicht.

 

In hoofdstuk 3 van het boekje wordt de visie verwoord. Deze bestaat uit een viertal overkoepelende uitgangspunten, namelijk:

§       het gebied te beschouwen tussen Delft en Zoetermeer

§       natuur en recreatie in een stadsparksetting

§       het verminderen van afgesloten c.q. geprivatiseerde terreinen

§       het verbeteren van waterkwaliteit en bruikbaarheid van het water

 

Daarnaast worden 7 ingrepen voorgesteld, namelijk:

1.     ruimtelijk raamwerk benoemen en zichtbaar maken

2.     middels assen de Delftse Hout sterker met (de binnenstad van) Delft verbinden

3.     clusters met verschil in sfeer, programma en intensiteit benoemen, dit betekent in feite een heroverweging van de zonering uit de gebiedsvisie 1993

4.     het toevoegen van noord-zuid verbindingen

5.     het parkeren verplaatsen naar de randen van het gebied

6.     verschillende routesystemen ontwikkelen

7.     ontwikkelen van een huisstijl

 

Hoofdstuk 4 gaat verbeeldend om met mogelijkheden en kansen. Deze zijn illustrerend voor de mogelijkheden die de daadwerkelijke visie in zich heeft. Bij verdere doorwerking zal moeten blijken welke van de getoonde mogelijk­heden en kansen daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden.

 

In hoofdstuk 5 wordt de visie als programma in de tijd gezet. Hier is aange­geven dat de eerste 2 jaar lopende projecten zullen worden afgerond en nieuwe benoemd. De bovenvermelde ingrepen zullen dus als projecten nader worden ingevuld en ontworpen. De uitvoering is op de ‘middelkorte’ en ‘middellange’ termijn.

 

Vragen en reacties van insprekers die om een fasering hebben verzocht of heldere keuzes ten aanzien van de concrete uitwerking, zijn naar onze mening hiermee beantwoord.

 

inspraak- en informatieavond

Zowel mondeling als schriftelijk is gereageerd op de vorm van de informatie­avond. Een presentatie en plenaire discussie had de voorkeur gehad.

 

De verschillende ruimtelijke planvormen die door de gemeente Delft worden gemaakt, kennen eigen procedures, veelal via een raadsbesluit vastgelegd. Vooralsnog is over de procedure voor het ontwikkelen van gebiedsvisies geen raadsbesluit genomen. Omdat gebiedsvisies in vorm en doelstelling gelijk zijn aan ontwikkelingsvisies, wordt de procedure gevolgd die daarvoor is vastgelegd in het raadsbesluit “Evaluatie beleid ontwikkelingsplannen” (22 december 2005).

Deze procedure is als volgt: “de concept visie wordt ter inzage gelegd voor de duur van 2 weken. In die periode wordt een informatieavond georgani­seerd waarin gelegenheid wordt geboden voor mondelinge inspraak. Van de inspraak wordt een verslag gemaakt. De visie en het verslag worden ter behandeling aangeboden aan de raad (commissie Ruimtelijke Ordening)”. Het college kiest ervoor de gebiedsvisie als kaderstellend beleid te laten vaststellen door de raad.

 

De gekozen vorm van de informatieavond is een aanvulling op het ter inza­ge leggen van een product, in dit geval een gebiedsvisie. Daarbij kan de individuele geïnteresseerde burger vragen stellen en nadere toelichting krijgen. Van het signaal van de opgetreden onduidelijkheid is notie geno­men, het kan worden meegenomen bij een volgende beleidsevaluatie.

 

In de definitieve gebiedsvisie Delftse Hout wordt de procedure toegelicht met de volgende tekst:

 

“1.6 Procedure

De gebiedsvisie heeft als concept ter inzage gelegen van 1 tot en met 14 juli 2008. Op 10 juli heeft een inspraak- en informatieavond plaats­gevonden. In hoofdstuk 5. is aangegeven dat het concretiseren en uitvoeren van de gebiedsvisie plaatsvindt in de komende jaren. Het ontwikkelingsprogramma bestaat in de eerste plaats uit het definiëren van deelprojecten, het ontwerpen daarvan en het in beeld brengen van financieringsstromen. Daarmee geeft de gebiedsvisie voldoende ruimte om de inspraakreacties waar gewenst mee te nemen in de verschillende deelprojecten. “

inspraakreacties

algemeen

De mening van de belangstellenden wijst verschillende kanten op. Aan de ene kant werd de gebiedsvisie bestempeld als een schrikwekkend project, een onzalig plan. Daartegenover staan complimenten voor gedurfde beel­den, en een verfrissend proces om tot de concept gebiedsvisie te komen. Verschillende insprekers geven suggesties die reeds in de visie staan ver­woord. Zo wordt onder andere de wens uitgesproken het parkeren naar de randen te verplaatsen, noord-zuid verbindingen te realiseren en meer bank­jes te plaatsen, omdat de huidige bankjes verdwenen zijn.

inhoudelijke opmerkingen

De jongeren zien graag een aantal extra voorzieningen ontstaan als redenen voor bezoek. Zij noemen een openlucht bioscoop en horeca. Daartegenover wordt met name door de KNNV de wens uitgesproken nog nadrukkelijker de natuur te benoemen in de huidige en toekomstige bestemming.

 

In de visie wordt gekozen voor “natuur en recreatie in een stadsparksetting”, Dat wil zeggen dat in ieder geval voor delen van het gebied wel degelijk re­creatie eerst mag komen. In de uitwerking in deelprojecten zal aandacht zijn voor mogelijkheden voor evenementen (openluchtvoorstelling, openlucht­bioscoop) en horeca. De clustering met verschillende gebruiksintensiteiten zorgt ervoor dat de natuurwaarden daardoor ook een element van de Delftse Hout blijven vormen.

 

Insprekers reageren tegen het mogelijk verdwijnen van volkstuinen omwille van de voorgestelde Koepoortas. De gemeente realiseert zich dat de mo­gelijkheden ook afhankelijk zijn van ontwikkelingen rond de A13, die – zoals bekend – onder de rijksoverheid valt. De angst voor waardevermindering en onverkoopbaarheid van de volkstuinen zijn daarmee erg prematuur. De gemeente is blij met de toezegging van de insprekers om mee te willen denken over een betere doorloopbaarheid en mogelijke verbreding van het middenpad en zal daar graag op terugkomen.

 

Verschillende insprekers zetten vraagtekens bij het ‘verdwijnen’ van par­keerterreinen. Parkeren bij het strand en het Rieten Dak zou bijvoorbeeld mogelijk moeten blijven, maar ook P1 zou behouden moeten worden.

Parkeren opvangen langs de hoofdentrees is een project op zich, dat zeker de nodige studie en afwegingen vergt. Daarin worden genoemde bezwaren en vragen meegenomen. De hoofdgedachte, het meer naar de randen brengen van het parkeren, zodat binnen het gebied minder auto’s komen, is als kwalitatieve verbetering uitgangspunt waar het college aan vast wil blijven houden.

 

Insprekers spreken hun zorg uit over het mogelijk verbreden van de A13. Daarnaast wordt het verdiept aanleggen als onrealistisch gezien (binnen de gebiedsvisie Delftse Hout).

De A13 is een rijksweg en valt daarmee onder het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Op dit moment wordt een milieu effect rapportage uitgevoerd waarbij de aanleg van de A4 Delft – Schiedam wordt vergeleken met het verbreden van de A13 (MER A4 - A13). De gemeente wil in de MER reeds een aantal kwaliteiten laten vastleggen, omdat duidelijk is, dat een verbre­ding van de A13 verstrekkende gevolgen kan hebben. Het simpelweg rijstroken toevoegen aan de bestaande weg is op meerdere plaatsen voor de gemeente geen optie. Een eventuele verdiepte aanleg biedt kansen voor Delft en de Delftse Hout, zowel op het gebied van de gewenste betere rela­tie Delft – Delftse Hout als op het gebied van milieu.

 

Verschillende insprekers maken opmerkingen over het aansluiten en rond­gaan van de verschillende routes, het aansluiten van fietsverbindingen naar Balijbos en Floriade, het aansluiten op het fietsknooppuntennet Midden-Delfland en conflicten tussen verschillende gebruiksgroepen (wandelaars – fietsers).

In de gebiedsvisie wordt voorgesteld ‘nieuwe routesystemen’ te ontwikke­len. Dit leidt in het vervolgtraject tot een project waarin reeds aanwezige routes in kaart worden gebracht en een systeem wordt ontworpen voor verschillende gebruikersgroepen. Hierbij zal voldoende aandacht worden besteed aan eventuele knelpunten, confrontaties, en mogelijkheden en aansluitingen in groter verband.

 

Een aantal insprekers ziet graag in het Midden-Delfland gebied ook een plas met strand. De gemeente neemt notie van de opmerking, maar gaat hier in relatie tot de gebiedsvisie Delftse Hout niet verder op in.

 

Er wordt een voorstel gedaan om in de visie de ‘derde dimensie’ meer te betrekken. De inspreker geeft aan dat de visie nu reageert op de kaart­onderlegger (kaart anno 1711) en daarmee de natuurlijke onderlegger, de bodem, over het hoofd ziet. Voorgesteld wordt de verschillen in hoogte die de bodem heeft, te versterken door delen op te hogen, en daarmee de visie ‘meer diepgang’ te geven. De ophogingen geven andere boomsoorten een kans.

De voorstellen zijn interessant en zullen worden betrokken in de verdere doorwerking in (deel) projecten.

 

Een insprekende bewonersgroep ziet het als een gemiste kans dat sport­park Biesland in de visie op zijn huidige plek blijft. De sportvelden ver­plaatsen naar bijvoorbeeld de Brasserskade wordt realistischer gevonden dan de A13 verdiept aanleggen. De plek van het sportpark Biesland zou zich bij uitstek lenen voor integratie met de Delftse Hout, waar het park­landschap kan worden uitgebreid.

Het gezichtspunt is in het voorbereidingstraject ook overwogen. Besloten is het sportpark Biesland op de huidige plek in de gebiedsvisie op te nemen.

 

In de gebiedsvisie is in hoofdstuk 4 als mogelijke kans aangegeven dat “mocht in de toekomst een herontwikkeling van het Xotusterrein aan de orde zijn” het te overwegen is, hier in combinatie met het te ontwikkelen programma (gebouwd) parkeren te ontwikkelen. De eigenaar van de Xotus locatie geeft aan het hier niet mee eens te zijn en bovendien niet op de hoogte van de gebiedsvisie te zijn. Tevens wordt aangegeven dat hij reeds met de gemeente in gesprek is over mogelijke herontwikkeling van de locatie.

Inderdaad is er meerdere malen contact geweest tussen de eigenaar en de gemeente. Op dit moment is er niet een voldoende concreet plan om op te nemen in de gebiedsvisie. Wel is er eerder een plan getoond, met een be­hoorlijke vastgoedontwikkeling, dat vrijwel volledig voorzien is van gebouwd parkeren onder de gebouwen. Dat heeft de opstellers van de gebiedsvisie geïnspireerd dit parkeren dubbel te benutten, op werktijden voor de werkne­mers, in de weekeinden voor recreanten. Het betreft hier een mogelijke kans, die zich aandient bij herontwikkeling. Verdere directe uitwisseling over de locatie Xotus past niet in het kader van de gebiedsvisie; er wordt verwe­zen naar de andere contacten die de eigenaar met de gemeente heeft.

technische voorzieningen

Door verschillende insprekers worden meer technische voorzieningen ge­vraagd: meer bankjes, meer en beter fietsparkeren rond de Grote Plas en strandzone, kluisjes om persoonlijke spullen op te bergen, voorgesteld door de ‘adviesbureaus’ van het Hugo Grotiuscollege. Zij vroegen tevens om meer voorzieningen en een betere staat van onderhoud van het (duik)eiland in de Grote Plas. De voorzieningen en aanvullingen worden meegewogen in de verdere uitwerking van de reeds lopende projecten. Als één van de eerste zaken zal ook de huisstijl worden opgepakt, zodat de komende twee jaar ‘het nu’, zoals een inspreker het noemde, voldoende aandacht krijgt.

 

Betreffende de opmerkingen over het nut van het voorgestelde helofyten­filter kan worden gemeld, dat alle ingrepen ten gunste van waterkwaliteit in projectverband eerst verder zullen worden uitgezocht alvorens aangelegd te worden.

 

Een soortgelijke opmerking is te maken over de wens van enkele sportclubs die een hek willen behouden om vandalisme tegen te gaan. De doorloop­baarheid van de (sport)gebieden vergt nadere studie in projectverband, waarbij zaken als veiligheid zeker aan de orde komen.

 

Gesuggereerd wordt de noord-zuidverbinding via de Noordeindseweg vooral voor fietsers te bestemmen. Dat is ook in de visie zodanig verwoord (“lommerrijke fietsroute”). De suggestie om ook de Bieslandseweg in de noord-zuid verbindingen te betrekken zal worden meegenomen.

conclusie

De gebiedsvisie beschrijft de ontwikkelrichting op hoofdlijnen. Hierbinnen worden de komende twee jaar projecten gedefinieerd die verder uitgewerkt en ontworpen zullen worden. Zo werkt de visie als onderlegger voor een aantal deelplannen. Daarmee geeft de gebiedsvisie voldoende ruimte om de inspraakreacties waar gewenst mee te nemen in de verdere concretisering.

 

De gebiedsvisie wordt aan de gemeenteraad voorgelegd. Daarbij wordt onderhavige notitie gevoegd, opdat de raad kennis kan nemen van de inspraakreacties en het standpunt van het college daarin.

 

Aan de raad wordt voorgesteld

-        de gebiedsvisie definitief vast te stellen