Voorstel
:
1
In te stemmen met het doen van het voorstel tot gunning van de Spoortunnel
c.a. in de Stuurgroep Rijk-Gemeente
eind juni 2008.
2
Middels dit document de gemeenteraad wensen/bedenkingen voorafgaand aan de
Stuurgroep Rijk-Gemeente te laten uiten.
1.
Inleiding
Op
5 oktober 2005 zijn een aantal overeenkomsten (o.a. BUOK) gesloten ter
realisatie van het project Spoorzone. Dit was een belangrijke stap in de wens
van de gemeente om het huidige spoorviaduct te vervangen door een tunnel en
daarmee de leefbaarheid van de stad te verbeteren en ruimte te maken voor
capaciteitsvergroting van de spoorlijn en een belangrijk deel van de stad te
kunnen herontwikkelen. In de aanloop naar de ondertekening van deze
overeenkomsten zijn een aantal raadsbesluiten genomen m.b.t.
·
de
bijdrage van de gemeente Delft en de dekking daarvan;
·
het
aanvaarden van de risico’s op basis van een risicoanalyse;
·
het
Masterplan Spoorzone waarin de kwalitatieve en kwantitatieve uitgangspunten
voor de herontwikkeling zijn vastgelegd
·
het
bestemmingsplan en Mer voor het totale gebied
2.
Hoofdlijnen BUOK
In
de BUOK Rijk-Gemeente is het volgende vastgelegd :
·
De
herontwikkeling van de Spoorzone Delft zal plaatsvinden voor rekening en risico
van de gemeente Delft, waarbij het Rijk voor de realisatie van de tunnel € 269
miljoen excl. BTW bijdraagt uit het MIT en voor de herontwikkeling in het kader
van het BIRK-budget € 75 miljoen. De gemeente dekt de resterende kosten en
risico’s af met haar eigen bijdrage van € 45 miljoen, de opbrengsten uit de
grondontwikkeling, groot € 78 miljoen, de bijdrage van de Provincie
Zuid-Holland, groot € 30 miljoen en de bijdrage van Haaglanden, groot €
11,4 miljoen.
·
Aan
de risicoparagraaf ligt een Business Case ten grondslag die kosten en opbrengsten
in de tijd gezet met elkaar in verband brengt en gebaseerd is op de ramingen
van scope 3 (zie bijlage 1: scopes).
·
Vastgelegd
is dat de gemeente een tunnel van tenminste 2000 m1 moet realiseren en dat de
gemeente binnen de beschikbare middelen de hoogst mogelijke scope moet laten
maken. Uitgangspunt hierbij is dat de
tunnel gefaseerd wordt aangelegd, omdat viersporigheid door het Rijk pas
noodzakelijk werd geacht rond 2030-2035. Het realiseren van een wand en een dak
van de derde en vierde tunnelbuis voorkomt dat de stad in een later stadium
opnieuw open zou moeten. Bij tegenvallend aanbestedingsresultaat zou eventueel
afgescoped kunnen worden naar scope 4.
3.
Aanbestedingsproces
Op basis van de in de BUOK opgenomen verplichting om een zo hoog
mogelijke scope te bouwen is op voorstel van ProRail met instemming van de
Stuurgroep Rijk-Gemeente de aanbesteding gestart op basis van scope 2. Binnen
de Aanbestedingsrichtlijn Nutsbedrijven, waaronder ProRail haar aanbestedingen
moet uitvoeren, is een onderhandelings-periode voorzien die het mogelijk maakt onderdelen uit de aanbeste-ding weg te
laten en zo te onderhandelen tot gunning mogelijk is binnen het beschikbare
bedrag.
Op de kennisgeving van de aanbesteding hebben zich 5 gegadigden gemeld,
waarvan er vier door ProRail gecertificeerd waren.
De uitvraag aan gegadigden is gebaseerd op functionele specificaties,
zodat de gegadigden zelf verantwoordelijk zijn voor ontwerp en uitvoering. Dit
beperkt de verantwoordelijkheden voor de opdrachtgever enerzijds en anderzijds
wordt maximaal gebruik gemaakt van de creativiteit van de markt.
Met de komst van het nieuwe kabinet en het daarbij gesloten
regeerakkoord, dat uitgaat van 5% reizigersgroei in de trein ontstond een
nieuwe situatie. Tijdens het aanbestedingsproces is door V&W de Landelijke
Markt- en CapaciteitsAnalyse uitgevoerd, waaruit bleek dat op de spoorlijn Den
Haag-Rotterdam zich al veel eerder dan
in 2030-2035 een capaciteitstekort zal voordoen. Een van de mogelijke
oplossingen voor dit tekort is het uitbreiden van de infrastructuur. Inmiddels
is hiervoor door V&W een planstudieproces gestart. Mede omdat dit tracé
onderdeel uitmaakt van het Urgentieprogramma Randstad, heeft de minister
tijdens het aanbestedingsproces extra bedragen toegezegd om de tunnel
toekomstvast te maken.
Door het bovenstaande is in het aanbestedingsproces vertraging
ontstaan, omdat er een tijdlang onduidelijkheid was m.b.t. de te realiseren
scope en de daarbij behorende kosten en risico’s.
Vanuit de verwevenheid van spoortunnel en de “bijbestellingen” van
Delft:
·
het
bouwrijp maken van de benodigde bouwkavels voor de stedelijke ontwikkeling;
·
de
realisatie van de Parkeergarage onder de stadsgracht;
·
de
inrichting van de openbare ruimte in het tunneltracé conform het ontwerp van Busquets;
is er uit oogpunt van risicobeheersing voor gekozen om naast de
spoortunnel, deze onderdelen in combinatie met de tunnel door ProRail te laten
aanbesteden. Bij de gunning zullen ook deze onderdelen van het werk gegund
worden.
4.
Gewijzigde bestuurlijke afspraken
De gemeente heeft in de Stuurgroep Rijk-Gemeente
stelselmatig aangegeven dat gezien de kostenstijging in de bouw en de daar
sterk van afwijkende index in het MIRT, de gemeente niet verder kon gaan dan
het realiseren van scope 4. Voor de regio was deze uitkomst teleurstellend,
omdat de regio – net zoals Delft – al jaren vindt dat de flessenhals in het
spoor al in de tunnel bij Delft opgelost moet worden. Op grond hiervan heeft
het Rijk, dat mede uit oogpunt van toekomstvastheid, en de uitkomst van de LMCA
een externe audit laten doen naar de te verwachten kosten voor scope 2B en de
daarbij behorende risico’s en de mogelijkheden voor Delft om deze risico’s te
dragen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn onderwerp geweest van intensief
bestuurlijk overleg tussen Rijk, Regio en Delft. In dit overleg is
geconcludeerd dat scope 2B gegund zal worden. Voor de definitieve
keus voor scope 2B is een hogere gemeentelijke bijdrage benodigd van 5 miljoen; en de gemeente loopt nog een maximaal risico
van 5 miljoen op de realisatie van de spoortunnel dat zal worden gedekt binnen
de BC van de Spoorzone. Hiertoe wordt een apart voorstel voorgelegd.
5.
Voorstel tot gunning
Gezien de eerdere besluitvorming in de Raad en de
afspraken zoals vastgelegd in de BUOK kan nu aan de Stuurgroep Rijk-Gemeente
het voorstel tot gunning worden voorgelegd, zodra de op 13 mei jl. bestuurlijk
gemaakte afspraken definitief zijn vastgelegd.
E.I. Bijleveld-van der Hoeven