Nota Begroting Spoorzone

 
 


1.                   Inleiding

De financieel-technische relatie tussen gemeente Delft en OBS is complex, enerzijds vanwege fiscale aspecten anderzijds omdat de bekende gemeentelijke bijdrage aan de Spoorzone-ontwikkeling ad € 45 miljoen (prijspeil oktober 2005) zich in een lange reeks van jaren (ca 30) zal terugverdienen vanuit opbrengsten gemeentefonds, OZB en compensatie bouwleges. Dat maakt het ook begrotingstechnisch complex. De nota “Begroting Spoorzone” beschrijft de te hanteren begrotingsstructuur met een voorstel om de vigerende meerjarenbegroting 2008-2011 hierop aan te passen. Deloitte Accountants heeft geadviseerd in de begrotingstechnische oplossing opdat deze voldoet aan de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording. Deloitte Belastingadviseurs heeft geadviseerd met betrekking tot de fiscale relatie van de gemeente met het Ontwikkelbedrijf Spoorzone.

 

In deze Nota “Begroting Spoorzone” wordt in aanvulling op de gemeentelijke bijdrage ad € 45 miljoen rekening gehouden met een aanvullende bijdrage ad € 5 miljoen in verband met de laatste ontwikkelingen met de scopewijziging naar scope 2B. Dit wordt via afzonderlijk raadsvoorstel aan de gemeenteraad voorgelegd. Voor de definitieve keus voor scope 2B is een hogere gemeentelijke bijdrage benodigd van € 5 miljoen. De hogere gemeentelijke bijdrage is financierbaar volgens het mechanisme dat geschetst wordt in de nota Begroting Spoorzone, een gesloten systeem waarbij de gemeentelijke bijdrage zich op termijn terugverdient via OZB, gemeentefonds en compensatie bouwleges.

 

Als uitvloeisel van de begrotingsstructuur voor de (bijdragen aan de) Spoorzone stellen wij voor de financiële verordening aan te passen.

 

De totaal te verstrekken gemeentelijke bijdrage ad € 50 miljoen wordt zoals gezegd op termijn weer terugverdiend. De financieel te volgen werkwijze moet via begrotingswijziging verwerkt worden in de meerjarenbegroting 2008-2011 (en daarop volgende meerjarenbegrotingen). De begroting van de gemeente Delft is dan meerjarig ingericht op de financiën met betrekking tot de ontwikkeling van de Spoorzone.

 

 

2.                   Fiscaliteiten

Voor de fiscale relaties in en rondom OBS is een afzonderlijke analyse gemaakt. Aan de inspectie is voorgelegd de gemeente Delft en OBS als een fiscale eenheid te beschouwen, omdat sprake is van een financiële, organisatorische en economische verwevenheid. De belastinginspecteur zal hier binnenkort een standpunt over innemen.

 

De fiscale relaties tussen gemeente en OBS hebben betrekking op met name grondtransacties, detachering van personeel, inrichting openbare ruimte, ontwikkeling van onder meer parkeergarages en stadhuis. Er is daarbij sprake van interne prestaties (OBS aan gemeente), de gemeente kan door OBS betaalde BTW weer gecompenseerd krijgen via het BTW-compensatiefonds (BCF).

 

Over de subsidiegelden zal in de regel geen BTW over verschuldigd zijn, omdat geen sprake is van een subsidievergoeding voor een prestatie aan de subsidiegever of aan een individualiseerbare derde.

 

 

3.                   Gemeentelijke bijdragen

Het overzicht aan bijdragen ziet er als volgt uit:

a.       De eigen gemeentelijke bijdrage ad € 45 miljoen wordt door de gemeente met OBS in drie tranches van € 15 miljoen voor 2006, 2007, 2008 beschikbaar gesteld. Vanaf 5 oktober 2005 (het moment van de definitieve overeenkomst) geeft de gemeente ook prijscompensatie overeenkomstig de nominale ontwikkeling voor subsidies. Het gehele bedrag ad € 45 miljoen staat tot op heden nog bij de gemeente gedeponeerd. Vanaf het moment dat de respectievelijke tranche ter beschikking is gekomen van OBS wordt deze rentedragend.

b.       Aanvullend verstrekt de gemeente een bijdrage van € 5 miljoen voor de realisatie van scope 2B. Het prijspeil zal naar verwachting bepaald worden op de datum van de op scope 2B aan te passen Bestuurlijke Overeenkomst.

 

OBS beschikt overigens over een eigen treasurybeleid, waarbij ook deposito’s bij andere instellingen dan de gemeente mogelijk zijn.

 

 

4.                   Gemeentebegroting 2008 e.v.

De meerjarenbegroting van Delft kan nu definitief ingericht worden op het project spoorzone. Daarbij wordt uitgegaan van een rendabel krediet (financieel actief) voor de bijdrage verstrekking aan OBS. De werkwijze met betrekking tot dit ‘rendabele’ krediet is, dat jaarlijks op het totale krediet rente wordt bijgeschreven; de gemeentebegroting wordt hiermee niet belast. Het krediet is rendabel omdat toekomstig te verkrijgen inkomsten uit het gebied Spoorzone die direct met dit project samenhangen (OZB-opbrengsten, gemeentefonds en compensatie voor bouwleges) op termijn het gemeentelijk voorschot van € 50 miljoen zullen compenseren.

 

Met de accountant is de volgende werkwijze besproken:

1.       OBS ontvangt in tranches € 50 miljoen. Dit bedrag is minimaal gelijk aan gemeentelijke activa die hiermee worden gerealiseerd. Op basis hiervan kan gesteld worden, dat het om de realisatie van materiële vaste activa, al dan niet economisch nut (gebouwen, etc.) of maatschappelijk nut (openbare ruimte, etc.) gaat.

2.       Het bedrag ad € 50 miljoen wordt als voorschot onder de financiële vaste activa verantwoord. Er dient daarbij jaarlijks een afrekening plaats te vinden. Onder afrekening wordt verstaan een opgave van gemaakte kosten door OBS in het betreffende jaar; dit komt tot uitdrukking in zowel de gemeenterekening als de jaarrekening OBS. Dit bedrag wordt als materieel actief (in ontwikkeling of gerealiseerd) verantwoord en wordt verrekend met het voorschot onder de financiële vaste activa.

3.       Vervolgens wordt bepaald de wijze van afschrijven. Bij economisch nut geldt de economische levensduur en bij maatschappelijk nut gelden wat flexibeler mogelijkheden. Een afschrijvingstermijn van 30 jaar lijkt verdedigbaar. De jaarlijkse afschrijvingslast[1] wordt als last verantwoord.

4.       Hier staan qua dekking de inkomsten tegenover. Deze zijn redelijk te matchen, omdat inkomsten toenemen, naarmate er meer is gerealiseerd.

Door deze verwerkingswerkwijze ontstaat er voor de gemeentebegroting een gesloten systeem van uitgaven en inkomsten in kader van ontwikkeling spoorzone. Deze werkwijze borgt, dat de gemeentebegroting niet belast wordt met vrij te maken exploitatiebudgetten. Vanzelfsprekend geldt bij de daadwerkelijke uitvoering van deze verwerkingswijze dat het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de eigen financiële verordening er naast worden gelegd, om te toetsen of aan alle spelregels is voldaan. Een tussenstap kan nog blijken noodzakelijk te zijn. Een actief in ontwikkeling kan onder de voorraden moeten worden verantwoord als onderhanden werk. Onderdelen die afgerond zijn kunnen dan weer overgeheveld worden naar de materiële vaste activa. Dit wordt bij de jaarrekening 2008 nader uitgewerkt.

 

Aanvullende uitgangspunten voor de inrichting van de gemeentebegroting zijn:

1.       Het restant van het in de EZH-reserve[2] geoormerkte deel voor de Spoorzone wordt gestort in de nog te vormen reserve “spoorzone”; de reserve “spoorzone” is onderdeel van het geschetste gesloten systeem.

2.       De ontvangsten OZB, algemene uitkering Gemeentefonds en compensatie van bouwleges worden direct geboekt op de betreffende producten in de gemeentebegroting: Bouwvergunningen, Gemeentefonds en Lokale heffingen. Deze zullen via resultaatsbestemming in de reserve “Spoorzone” worden gestort.

3.       De kostenplaats Programma’s en Projecten blijft bestaan, onder budgethouderschap van de directeur Programma’s en Projecten. De medewerkers van de gemeente Delft die bij OBS werkzaam zijn worden vanuit de Directie Programma’s en Projecten gedetacheerd. OBS sluit dienstverleningsafspraken met de gemeente Delft waarin concreet prijs, af te nemen producten/ diensten en kwaliteit aangegeven zijn. De salariskosten inclusief alle overige personele vergoedingen van de medewerkers van de directie Programma’s en Projecten worden geregistreerd op de kostenplaats Programma’s en Projecten

4.       Op de kostenplaats Programma’s en Projecten worden budgetten voor de overige producten waaraan de medewerkers van DPP bijdragen, ter beschikking gesteld. Het betreft m.n. de producten GMT (uren directeur DPP), en kosten die OBS maakt voor het Nieuwe Kantoor. Er worden geen uren geschreven op deze producten; op de budgetten vindt geen nacalculatie plaats. Op de kostenplaats zal ook de doorbelasting vanuit de cluster Middelen worden geboekt.

5.       Het product spoorzone wordt gebruikt voor de doorbelasting van de kostenplaats Programma’s en Projecten aan de gemeentelijke resultatenrekening.

 

Bij oplevering van de door OBS in opdracht van de gemeente realiseerde wegen, straten, pleinen en het water aan de gemeente gaat het beheer over op de gemeente, dit volgens de dan geldende regels. Uitvoering van het beheer en raming van de beheerskosten gebeurt te zijner tijd volgens de gemeentelijke regelgeving.

 

Als uitvloeisel van de begrotingsstructuur voor de (bijdragen aan de) Spoorzone stellen wij voor de financiële verordening aan te passen. Artikel 6 “vaste activa” geeft aan, dat de afschrijving van activa start op 1 januari na het jaar van ingebruikname. Vanwege de materialiteit en de duur van het project is het echter te adviseren om de afschrijving in delen/fasen tot aan de ingebruikname van het geheel te laten plaatsvinden. Lid 20 van artikel 6 van dezelfde verordening geeft aan, dat het college van de verschillende bepalingen in dit artikel 6 kan afwijken. Aan de toelichting van dit artikel kan toegevoegd worden: “Van deze bepaling wordt gebruik gemaakt voor het project Ontwikkeling Spoorzone. Vanwege de materialiteit van het project ontwikkeling spoorzone en de realisatie van materiële vaste activa (onder meer voor de investeringen in de openbare ruimte, parkeerplaatsen, fietsenstallingen, OV-knoop) zal de afschrijving in delen/fasen tot aan de ingebruikname van het geheel plaatsvinden.”

 

 

6.                   Advies

Met inachtneming van het voorgaande stellen wij u voor aan de raad voor te stellen om te besluiten:

1.       het restant van het in de EZH-reserve geoormerkte deel voor de Spoorzone ad € 2.578.308 te storten in een afzonderlijke reserve spoorzone

2.       de financiële verordening te wijzigen inhoudende dat de afschrijving op de voor de gemeente gerealiseerde materiële vast activa vanwege de materialiteit van het project in delen/fasen tot aan de ingebruikname van het geheel gaat plaatsvinden

3.       de 45e wijziging van de gemeentebegroting vast te stellen

 

 

Strategie&control

Bert den Uijl

 



[1] In de financiële verordening wordt uitgegaan van afschrijving na ingebruikname, vanwege de materialiteit van het project zal echter uitgegaan worden van delen/fasen tot aan de ingebruikname van het geheel, zodat per deel/fase afgeschreven gaat worden.

[2] Dit restantbedrag bedraagt per 31/12/2007: € 2.578.308