Raadsvoorstel                                                                       

 

Aan de gemeenteraad

 

Van                     : college van B&W

Datum                  : 26 augustus 2008

Pfh.                     : A. Koning

Steller                  : M.M. de Vaal

tel.nr.                   : 2602034

e-mail                  : mdvaal@delft.nl

Programma          :

Registratie nr.       : 372763

Stuk                    : 119 I

 

Onderwerp        : Heroverwegingsbesluit inzake het bezwaar gericht tegen het besluit tot afwijzing van het planschadeverzoek van de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen, Ezelsveldlaan 99 te Delft.

 

Gevraagde beslissing:

Het bezwaarschrift van de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen gericht tegen het raadsbesluit d.d. 22 februari 2007 tot afwijzing van het verzoek om toekenning van een schadevergoeding ex artikel 49 WRO (d.d. 6 april 2007 ontvangen 10 april 2007) gegrond te verklaren en het bestreden besluit te herroepen, in die zin dat alsnog een planschadevergoeding ter hoogte van €22.000,- wordt toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2005 tot de dag van uitbetaling.

 

 

 

Samenvatting

Op 31 augustus 2005 hebben de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen, Ezelsveldlaan 99, een verzoek om planschade ingediend als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Aanvragers stellen schade te leiden als gevolg van het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan "Zuidpoort", meer specifiek door de daarin opgenomen bouwmogelijkheden ten aanzien van het zogenoemde veld 9.

 

Het planschadeverzoek is om advies in handen gesteld van Oranjewoud. Op 22 juni 2006 heeft Oranjewoud advies uitgebracht, wat door de gemeenteraad is overgenomen. Bij besluit van 22 februari 2007 is het verzoek om planschade afgewezen.

Tegen dit besluit is op 6 april 2007, ontvangen 10 april 2007, bezwaar gemaakt. Op 3 september 2007 heeft de hoorzitting bij de Adviescommissie voor bezwaarschriften plaatsgevonden. De Adviescommissie voor bezwaarschriften heeft vervolgens in afwachting van nadere informatie de behandeling van het bezwaarschrift aangehouden. Op 2 april 2008 heeft een tweede hoorzitting van de Adviescommissie voor bezwaarschriften plaatsgevonden. De Adviescommissie voor bezwaarschriften adviseert het tegen het raadsbesluit d.d. 22 februari 2007 tot afwijzing van het planschadeverzoek ex artikel 49 WRO ingediende bezwaarschrift (van 6 april 2007) gegrond te verklaren en het bestreden besluit te herroepen, in die zin dat alsnog een planschadevergoeding ter hoogte van €22.000,- wordt toegekend.

 

De Adviescommissie stelt vast dat Houdringe in zijn rapport van 1 augustus 2007 een planologische vergelijking heeft gemaakt tussen het oude regime en het nieuwe regime. Houdringe komt tot de conclusie dat in onderhavig geval als gevolg van het bestemmingsplan Zuidpoort sprake is van een planologisch nadeligere situatie, ten gevolge waarvan schade ontstaat. De planologische vergelijking die Houdringe in zijn rapport van 1 augustus 2007 heeft gemaakt komt de Adviescommissie niet onjuist voor. De Adviescommissie is dan ook van mening dat voldoende vast is komen te staan dat in onderhavig geval sprake is van een verslechterde planologische situatie als gevolg waarvan planschade ontstaat.

 

De Adviescommissie staat vervolgens voor de vraag of de door de planwijziging ontstane planschade redelijkerwijs ten laste van de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen dient te blijven. Hiertoe dient te worden beoordeeld of de planologische wijziging voorzienbaar was. Of sprake is van voorzienbaarheid van de planologische wijziging op grond waarvan het daaruit voortvloeiende nadeel redelijkerwijs voor rekening dient te blijven van degene die stelt schade te hebben geleden, moet worden beoordeeld aan de hand van het antwoord op de vraag of bezien vanuit de positie van een redelijk denkende en handelende eigenaar aanleiding bestond om rekening te houden met de kans dat de planologische situatie in ongunstige zin zou veranderen.

 

De Adviescommissie stelt vast dat verweerder hieromtrent heeft aangegeven zich op het standpunt te stellen dat wat betreft veld 9, uitsluitend een maximale bouwhoogte van 5 bouwlagen voorzienbaar was. Volgens verweerder was een bouwhoogte van 6 bouwlagen niet voorzienbaar, aangezien in alle - in het kader van de voorzienbaarheid van belang zijnde – stukken uitsluitend werd gesproken over een bouwhoogte van 5 bouwlagen. De Adviescommissie stelt dat de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen schade hebben geleden als gevolg van de realisatie ter plaatse van 5 ŕ 6 bouwlagen en dat niet gesteld kan worden dat deze schade voor hun rekening dient te blijven.

 

Wat betreft de hoogte van de planschadevergoeding merkt de Adviescommissie nog op van oordeel te zijn dat afgegaan kan worden op de door Houdringe bepaalde waardevermindering ter hoogte van € 22.000,-. Dit bedrag komt de Adviescommissie redelijk voor en door de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen is bovendien niet aannemelijk gemaakt dat de door Houdringe bepaalde waardedaling van de woning, niet juist zou zijn.

 

De Adviescommissie adviseert het bezwaar gegrond te verklaren en het bestreden besluit te herroepen, in die zin dat alsnog een planschadevergoeding ter hoogte van € 22.000,- aan de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen wordt toegekend.

 

Vervolgens is overwogen om contrair te gaan aan het hierboven samengevatte advies van de Adviescommissie voor bezwaarschriften. Houdringe heeft in zijn rapport van 1 augustus 2007, in tegenstelling tot het advies van de Adviescommissie, de schade van de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen namelijk voorzienbaar geacht. Verweerder heeft zich achter voormeld rapport van Houdringe geschaard, door zich op het standpunt te stellen dat alleen de schade als gevolg van de realisering van de 6de bouwlaag niet voorzienbaar was. De woning van de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen bevindt zich op de begane grond. De schade in onderhavig geval wordt derhalve niet veroorzaakt door specifiek de 6de bouwlaag, maar door een hoger gebouw dan in het verleden was toegestaan. De kans dat op veld 9 een hoger gebouw mogelijk zou worden gemaakt dan in het verleden was toegestaan, is door Houdringe in het geval van de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen voorzienbaar geacht.

 

Alvorens contrair te gaan is advies ingewonnen. In dit advies, d.d. 29 juni 2008 is geconstateerd dat naast dat Houdringe in haar rapport van 1 augustus 2007 de schade van de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen voorzienbaar acht, Houdringe heeft aanbevolen om in overweging te nemen de schade niet voor rekening van de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen te laten blijven. In het advies wordt vastgesteld dat er in de sfeer van voorzienbaarheid dusdanig iets aan de hand is – en dat is dan een onvoorziene extra hoogte -, dat gesproken kan worden van een reden om de schade toch te vergoeden. Gelet hierop, wordt geadviseerd dat er onvoldoende motivering is om contrair aan het advies van de Adviescommissie voor bezwaarschriften te besluiten.

 

 1.        Aanleiding

Op 31 augustus 2005 hebben de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen, Ezelsveldlaan 99, een verzoek om planschade ingediend als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Aanvragers stellen schade te leiden als gevolg van het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan "Zuidpoort", meer specifiek door de daarin opgenomen bouwmogelijkheden ten aanzien van het zogenoemde veld 9.

 

Het planschadeverzoek is om advies in handen gesteld van Oranjewoud. Op 22 juni 2006 heeft Oranjewoud advies uitgebracht, wat door de gemeenteraad is overgenomen. Bij besluit van 22 februari 2007 is het verzoek om planschade afgewezen.

Tegen dit besluit is op 6 april 2007, ontvangen 10 april 2007, bezwaar gemaakt.

 

2.         Bevoegdheid

Op grond van artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening, zoals gold ten tijde van het verzoek om planschade van de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen, en artikel 6:4 van de Algemene wet bestuursrecht is de gemeenteraad bevoegd om een heroverwegingsbesluit te nemen op het bezwaarschrift van de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen gericht tegen de afwijzing van hun verzoek om planschade, d.d.6 april 2007.

 

3.         Historie / relatie met eerdere besluiten/ proces

Het bezwaarschrift van de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen is gericht tegen het besluit van de raad van 22 februari 2007, waarin het planschadeverzoek van de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen van 31 augustus 2005 is afgewezen.

 

4.         Wat willen we bereiken? (Beoogd effect)

Het beoogd effect is het nemen van een beslissing op het bezwaarschrift van de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen, d.d. 6 april 2007, zoals bedoeld in artikel 7:11 Algemene wet bestuursrecht (Awb).

                                                                                                                                 

5.         Wat gaan we daarvoor doen? (Oplossingsrichtingen / kanttekeningen)

Voorgesteld wordt om onder verwijzing naar het advies van de Adviescommissie voor bezwaarschriften, het rapport van Houdringe, d.d. 1 augustus 2007 en het advies d.d. 29 juni 2008, die integraal onderdeel uitmaken van dit besluit, het tegen het raadsbesluit d.d. 22 februari 2007 tot afwijzing van het planschadeverzoek ex artikel 49 WRO ingediende bezwaarschrift (van 6 april 2007) gegrond te verklaren en het bestreden besluit te herroepen, in die zin dat alsnog een planschadevergoeding ter hoogte van €22.000,- wordt toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2005 tot de dag van uitbetaling.

 

6.         Wat mag het kosten? (Financiële paragraaf )

Geadviseerd wordt om onder verwijzing naar het advies van de Adviescommissie voor bezwaarschriften, het rapport van Houdringe, d.d. 1 augustus 2007 en het advies d.d. 29 juni 2008, een planschadevergoeding ad € 22.000,- toe te kennen. Op basis van jurisprudentie (ABRS 29 september 1994, AB 1995, 210) dient bij het toekennen van een vergoeding overeenkomstig het bepaalde in artikel 6:119 lid 2 BW wettelijke rente vergoed te worden vanaf de datum van ontvangst van het verzoek om planschade tot de dag van uitbetaling. Dit betreft een rentevergoeding over het (basis)schadebedrag die de afgelopen jaren schommelde tussen de 4% en 8% per jaar.

 

7.         Communicatie

Op grond van artikel 7:12 Algemene wet bestuursrecht wordt 'de beslissing op het bezwaar bekendgemaakt door toezending aan degenen tot wie zij is gericht'.

 

8.         Verdere procedure

Belanghebbenden in de zin van de Algemene wet bestuursrecht kunnen binnen 6 weken na bekendmaking van het raadsbesluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de Rechtbank 's Gravenhage.

 

Bijlagen:

·         Het advies van de Adviescommissie voor bezwaarschriften, Kamer I, d.d. 25 april 2008, ontvangen 28 april 2008, nr I07-041.

·         Het rapport van Houdringe, d.d. 1 augustus 2007, nr. 154-270-07.

·         Het advies, d.d. 29 juni 2008.

 

Hoogachtend,

 

Het college van burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

mr. drs. G.A.A. Verkerk             ,burgemeester.

 

 

 

mr. drs. H.G.L.M. Camps                      ,secretaris.

 

 


Raadsbesluit                                                                                                         

 

 

Datum                  : 25 september 2008

Registratie nr.       : 372763

Stuk                    : 119 II                     

 

Onderwerp            : Heroverwegingsbesluit inzake het bezwaar gericht tegen het besluit tot afwijzing van het planschadeverzoek van de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen, Ezelsveldlaan 99 te Delft.

 

 

De raad van de gemeente Delft;

 

Gelezen het voorstel van het college van 26 augustus 2008;

 

Voor de motivering van ons besluit wordt verwezen naar de overwegingen in het advies van de de Adviescommissie voor bezwaarschriften, Kamer I, d.d. 25 april 2008, ontvangen 28 april 2008, nr I07-041, het rapport van Houdringe, d.d. 1 augustus 2007, nr. 154-270-07 en het advies van 29 juni 2008.

 

BESLUIT:

 

Het bezwaarschrift van de heer E.M. Kouwe en mevrouw C. van Daalen gericht tegen het raadsbesluit d.d. 22 februari 2007 tot afwijzing van het verzoek om toekenning van een schadevergoeding ex artikel 49 WRO (d.d. 6 april 2007 ontvangen 10 april 2007) gegrond te verklaren en het bestreden besluit te herroepen, in die zin dat alsnog een planschadevergoeding ter hoogte van €22.000,- wordt toegekend, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 augustus 2005 tot de dag van uitbetaling.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 september 2008.

 

 

                       ,burgemeester.

 

 

 

                       ,griffier.

 

 

 

 

 

Belanghebbenden in de zin van de Algemene wet bestuursrecht kunnen binnen 6 weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de Rechtbank ’s Gravenhage, sector bestuursrecht, postbus 20302, 2500 EH te Den Haag.