Van : college van B&W
Pfh. :
A.L. Koning
Steller : Margot de Vaal/ Maurice
Klaver
tel.nr. : 2034/ 2116
e-mail : mdevaal@delft.nl/ mklaver@delft.nl
Programma : [programmanaam[JMP2]]
Registratie nr. : 355543
Stuk : [Wordt ingevuld door Griffie[JMP3]]
Onderwerp :
nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro)
Gevraagde
beslissing:
1. Ten aanzien van
de structuurvisie:
-
Eén structuurvisie voor het gehele grondgebied vast
te stellen;
-
Na vaststelling van de thans in voorbereiding
zijnde structuurvisie voor het gehele grondgebied, de mogelijkheid open te
houden om in de toekomst structuurvisies voor gedeelten van het grondgebied van
Delft vast te stellen.
2. Ten aanzien van
het bestemmingsplan/ de beheersverordening:
-
Het project Actualiseren en Uniformeren
Bestemmingsplannen (AUB) met bestemmingsplannen af te ronden;
-
In een later stadium kan bij de dan reguliere
actualiseringsronde alsnog gekozen worden voor het toepassen van de
beheersverordening als instrument;
-
Afwijking van het vigerend bestemmingsplan mogelijk
te maken met een postzegelbestemmingsplan
-
Bij de bestemmingsplannen in het kader van het AUB
conform huidig praktijk gebruik te maken van het voorontwerpbestemmingsplan met
inspraak voor een ieder.
3. Ten aanzien van
het projectbesluit/ de ontheffing:
-
Nieuwe ontwikkelingen, die afwijken van het
vigerend bestemmingsplan mogelijk te maken met toepassing van (postzegel)bestemmingsplannen
en in beginsel niet te werken met projectbesluiten;
-
Voor postzegelplannen alleen de formele procedure
doorlopen, met dien verstande dat tijdens de periode van ter visie leggen van
het ontwerpbestemmingsplan een informatieavond wordt georganiseerd waar
mondelinge zienswijzen kunnen worden ingebracht;
-
De "Woninguitbreidingen", zoals opgenomen
in het aangepaste Handboek bestemmingsplannen 2007, met een
paraplubestemmingsplan voor het gehele grondgebied in één keer te regelen.
4. Ten aanzien van
de grondexploitatiewet:
-
Primair in te zetten op anterieure
privaatrechtelijke overeenkomsten met ontwikkelende partijen;
-
Een 'go/no go'-beslismoment vast te leggen indien
geen privaatrechtelijke overeenkomst kan worden afgesloten bij gewenste
ruimtelijke ontwikkelingen.
5. Ten aanzien van
de in het raadsbesluit opgenomen actielijst:
- In te stemmen met de te voeren acties en het
tijdspad die er aan verbonden is.
Vanwege de komende inwerkingtreding van de nieuwe
Wro is de gemeente gestart met een implementatietraject om de gemeentelijke
organisatie voor te bereiden op de nieuwe wetgeving en deze te verankeren in de
gemeentelijke procedures en processen. De gemeente is met dit traject reeds
sinds 2004 bezig (project Actualiseren en Uniformeren Bestemmingsplannen (AUB),
waardoor de gemeente voldoende tijd heeft ingebouwd om tijdig alle 120
bestemmingsplannen van de gemeente Delft te actualiseren op basis van uniforme
voorschriften en uitgangspunten en samen te voegen tot ca 20.
Aangezien de komende inwerkingtreding voor meer
planvormen gevolgen heeft dan alleen voor het bestemmingsplan, is in
samenwerking met Oranjewoud een Plan van Aanpak opgesteld om de verdere
organisatorische consequenties voor het gemeentelijk apparaat in kaart te krijgen.
Hierin wordt door de gemeenteraad aangegeven hoe zij om zal gaan met haar
bevoegdheden.
1. Aanleiding
Op 1 juli 2008 treedt de nieuwe Wet ruimtelijke
ordening (Wro) in werking, waarin tevens de Grondexploitatiewet is opgenomen.
2. Bevoegdheid
De gevraagde beslissingen zijn onder verwijzing
naar de nieuwe regels Wet ruimtelijke ordening een raadsbevoegdheid.
3. Historie
/ relatie met eerdere besluiten/ proces
Om te komen tot het Plan van Aanpak heeft
allereerst een inventarisatie plaatsgevonden van onze huidige beleidsdocumenten
en werkwijze. De resultaten van de inventarisatiefase zijn
verwoord in de discussienota “Invoering nieuwe Wet ruimtelijke ordening
Gemeente Delft”. In deze nota zijn de gevolgen weergegeven van de nieuwe
Wro voor de bestaande gemeentelijke aanpak. In de nota worden ook de
keuzemogelijkheden beschreven welke de gemeenteraad heeft bij de implementatie
van de nieuwe Wro. Van de verschillende implementatiemogelijkheden zijn tevens
de voor- en nadelen voor de gemeentelijke proces- en productvoering beschreven.
Deze discussienota is op 18 maart jl. in het
college en op 3 april jl. in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening besproken.
4. Wat
willen we bereiken? (Beoogd effect)
In dit raadsvoorstel willen we de nieuwe planvormen
van de nieuwe Wro summier behandelen om deze inzichtelijk te maken voor de raad
om vervolgens een beslissing te nemen met betrekking tot de raadsbevoegdheden
in het kader van de nieuwe Wro. Uit de overgang van de huidige naar de nieuwe
wet vloeien een aantal acties voort. Bij de uit te voeren acties die betrekking
hebben op raadsbevoegdheden, wordt tevens inzichtelijk gemaakt, wanneer deze
aan de raad op zijn vroegst kunnen worden voorgelegd.
Hieronder zullen de voorstellen summier worden
toegelicht:
Een gemeentelijke structuurvisie is belangrijk voor
de belangenbehartiging richting buurgemeenten en andere overheden en is door de
wetgever ook verplicht voor het gehele gemeentelijke grondgebied. De wetgever
laat het echter aan de gemeente zelf over of zij kiest voor één of meerdere
structuurvisies, zolang deze het gehele grondgebied beslaan. Op dit moment
wordt één structuurvisie voor het gehele grondgebied voorbereid. Mocht na
vaststelling van deze structuurvisie blijken dat bijvoorbeeld vanuit ruimtelijk
dan wel financieel oogpunt een herziening nodig is voor een gedeelte van het
grondgebied van Delft, dan staat het voor de raad open om alleen voor dat
gedeelte een nieuwe structuurvisie vast te stellen.
Verder kan de structuurvisie gebruikt worden om de
grondexploitatie te maximaliseren, als (ontwikkelings)locaties onderling met
elkaar verbonden worden. Bovenplanse verevening is alleen toegestaan als
hieraan aandacht is besteed in de visie. Op deze wijze kan een overzicht
ontstaan van samenhangende projecten, mede in het kader van het kostenverhaal.
De wetgever legt bij de inwerkingtreding van de
nieuwe Wro opnieuw het primaat bij het bestemmingsplan. In gebieden waar geen
ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien, kan in plaats van een
bestemmingsplan een beheersverordening worden vastgesteld. Was onder de huidige
WRO reeds de plicht om tijdig het bestemmingsplan te actualiseren, onder de
nieuwe Wro is een sanctie verbonden aan het niet tijdig vaststellen van een
bestemmingsplan of een beheersverordening. Als er niet tijdig is
geactualiseerd, kunnen bouw- en
vrijstellingsleges niet langer worden gevorderd.
In 2004 heeft de gemeenteraad reeds ingestemd met
het project Actualiseren en Uniformeren van Bestemmingsplannen (AUB) om alle,
bij aanvang van het project ca 120, bestemmingsplannen van de gemeente Delft
samen te voegen tot ca 20 bestemmingsplannen en deze te actualiseren op basis
van de uniforme voorschriften en uitgangspunten. Een voorontwerp bestemmingsplan
is wettelijk niet verplicht, maar wel gebruikelijk in Delft bij het AUB
project. Volgens de planning zijn met het AUB-project in 2010 alle nieuwe
bestemmingsplannen vastgesteld en geldt voor het gehele grondgebied een actueel
planologisch regime, zodat ruim voldaan wordt aan de verplichting in de Wro. De
planning moet in het kader van de nieuwe Wro wel weer herzien worden. De
beheersverordening is daarentegen op dit moment nog onbekend en kent een
bepaald afbreukrisico.
Onder de huidige WRO worden nieuwe ontwikkelingen
bij de gemeente Delft als uitzonderingssituatie gezien en wordt alleen
medewerking aan een vrijstelling verleend indien met de ontwikkelende partij
overeenkomsten zijn gesloten. Grote ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt met
behulp van Ontwikkelingsplannen, kleine (zoals de zgn. planologische
kruimelgevallen) met Ruimtelijke Onderbouwingen. Deze twee laatste
mogelijkheden vervallen bij de inwerkingtreding van de nieuwe Wro. Om de
tweedeling in grootte van projecten ook onder de nieuwe Wro te kunnen
ondervangen, kan medewerking worden verleend aan de zgn. planologische
kruimelgevallen (komt ongeveer overeen met het huidige artikel 19 lid 3)
gecombineerd met een aantal oude artikel 19 lid 2-gevallen middels een
ontheffing. Voor de grote ontwikkelingen kan bij afwijking van het vigerend
bestemmingsplan medewerking worden verleend door een projectbesluit of een
partiele herziening bestemmingsplan (postzegelplan). De procedure die gevolgd
moet worden voor een projectbesluit is zowel inhoudelijk als formeel nagenoeg
hetzelfde als voor een bestemmingsplan. Kiezen voor een projectbesluit betekent
daarnaast dat dat besluit in principe binnen één jaar in een bestemmingsplan of
beheersverordening moet worden ingepast. Gebeurt dit niet, dan kunnen geen
leges worden geïnd of wordt het vorderen van leges opgeschort totdat het
projectbesluit in het bestemmingsplan is opgenomen. Bovendien staat tegen een
projectbesluit beroep in twee instanties open (rechtbank en Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State(AbRS) en bij het bestemmingsplan
uitsluitend beroep bij AbRS.
·
Grondexploitatie
Voor iedere ontwikkeling die onder de Wro met een ruimtelijk plan wordt mogelijk gemaakt, dient een exploitatieovereenkomst of een exploitatieplan opgesteld te worden. Het grote verschil met de nieuwe Wro is het feit dat dwingend wordt voorgeschreven dat de grondexploitatie van ontwikkelingen wordt vastgelegd. In de huidige werkwijze van de gemeente wordt hier al aan voldaan; medewerking vindt in principe uitsluitend plaats indien met de ontwikkelende partij sluitende afspraken zijn gemaakt in het kader van een exploitatieovereenkomst en afwenteling van planschade. In dit privaatrechtelijke spoor zijn twee soorten overeenkomsten; anterieure en postieure overeenkomsten. Anterieure overeenkomsten zijn exploitatieovereenkomsten die worden gesloten voordat er een exploitatieplan wordt gemaakt of in geval er helemaal geen exploitatieplan wordt gemaakt. Posterieure overeenkomst zijn exploitatieovereenkomsten die na vaststelling van het exploitatieplan worden gesloten en dan dus niet van het exploitatieplan mogen afwijken. Ook onder de nieuwe Wro is het publiekrechtelijke spoor (exploitatieplan) niet verplicht, als de gemeente met de ontwikkelende partij er privaatrechtelijk met een overeenkomst uitkomt.
5. Wat
gaan we daarvoor doen? (Oplossingsrichtingen / kanttekeningen)
-
Voorgesteld wordt om na 1 juli 2008 één
structuurvisie voor het gehele grondgebied vast te stellen, met daarin:
·
aangegeven de gebieden met, respectievelijk zonder
ruimtelijke ontwikkelingen;
·
bij gebieden met ruimtelijke ontwikkeling: bepalen
gewenste/noodzakelijke ruimtelijke ontwikkelingen in onderlinge samenhang (met
bovenplanse kostenverhaalmogelijkheid);
·
de grondslag voor financieel kostenverhaal
(grondexploitatie, financiële paragraaf);
·
aandacht voor bovengemeentelijke projecten.
-
Voorgesteld wordt om na de vaststelling van de
thans in voorbereiding zijnde structuurvisie voor het gehele grondgebied, de
mogelijkheid open te houden om in de toekomst structuurvisies voor gedeelten
van het grondgebied van Delft vast te stellen.
-
Voorgesteld wordt het AUB-project met
bestemmingsplannen af te ronden.
-
In een later stadium kan bij de dan reguliere
actualiseringsronde alsnog gekozen worden voor het toepassen van de
beheersverordening als instrument
-
Bij de bestemmingsplannen in het kader van het AUB
conform huidig praktijk gebruik te maken van het voorontwerpbestemmingsplan met
inspraak voor een ieder.
-
Voorgesteld wordt om nieuwe ontwikkelingen, die
afwijken van het vigerend bestemmingsplan, mogelijk te maken met toepassing van
(postzegel)bestemmingsplannen en in beginsel niet te werken met
projectbesluiten.
-
Voor postzegelplannen alleen de formele procedure
doorlopen, met dien verstande dat tijdens de periode van ter visie leggen van
het ontwerpbestemmingsplan een informatieavond wordt georganiseerd waar
mondelinge zienswijzen kunnen worden ingebracht.
-
Voorgesteld wordt de
"Woninguitbreidingen", zoals opgenomen in het aangepaste Handboek
bestemmingsplannen 2007, met een paraplubestemmingsplan voor het gehele
grondgebied in één keer te regelen. Dit zijn de 'kruimelgevallen' die op basis
van artikel 19.3 WRO met een vrijstellingsprocedure kunnen worden toegestaan;
·
Hierin dienen de in het nieuwe Besluit ruimtelijke
ordening (Bro) opgenomen "Gevallen van geringe planologische
betekenis" te worden betrokken.
-
Voorgesteld wordt om primair in te zetten op
anterieure privaatrechtelijke overeenkomsten met ontwikkelende partijen.
-
Voorgesteld wordt een 'go/no go'-beslismoment vast
te leggen indien geen privaatrechtelijke overeenkomst kan worden afgesloten bij
gewenste ruimtelijke ontwikkelingen.
6. Wat
mag het kosten? (Financiële paragraaf )
De huidige budgetten van Ruimtelijke Ordening zijn ontoereikend om de werkzaamheden als gevolg van de nWRO op te vangen. De financiële consequenties van de nWRO worden momenteel inzichtelijk gemaakt en zullen tijdens de voorbereiding van de programmabegroting 2009-2012 worden afgewogen.
7. Communicatie
Publicatie van dit onderwerp is niet wettelijk
verplicht, maar om de werkwijze van de gemeente Delft wel breder bekend te
maken, zal een persbericht rond de inwerkingtreding van de nieuwe Wro worden
vrijgegeven.
8. Verdere
procedure
Bij dit raadsbesluit is een actiepuntenlijst
gevoegd die inzichtelijk maakt wanneer acties worden uitgevoerd die betrekking
hebben op raadsbevoegdheden.
Hoogachtend,
Het college van burgemeester en wethouders van
Delft,
mr. drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester.
mr. drs. H.G.L.M.
Camps ,secretaris.
Datum : 26-06-2008
Registratie nr. : 355543[JMP4]
Stuk : [Wordt ingevuld door Griffie[JMP5]]
Onderwerp : nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro)
De raad der gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van 13 mei
2008;
gelet op de nieuwe regels van de Wet ruimtelijke
ordening
BESLUIT:
1. Ten aanzien van de structuurvisie:
-
Eén structuurvisie voor het gehele grondgebied vast
te stellen;
-
Na vaststelling van de thans in voorbereiding
zijnde structuurvisie voor het gehele grondgebied, de mogelijkheid open te
houden om in de toekomst structuurvisies voor gedeelten van het grondgebied van
Delft vast te stellen.
2. Ten aanzien van het bestemmingsplan/ de
beheersverordening:
-
Het project Actualiseren en Uniformeren
Bestemmingsplannen (AUB) met bestemmingsplannen af te ronden;
-
In een later stadium kan bij de dan reguliere
actualiseringsronde alsnog gekozen worden voor het toepassen van de
beheersverordening als instrument;
-
Afwijking van het vigerend bestemmingsplan mogelijk
te maken met een postzegelbestemmingsplan
-
Bij de bestemmingsplannen in het kader van het AUB
conform huidig praktijk gebruik te maken van het voorontwerpbestemmingsplan met
inspraak voor een ieder.
3. Ten aanzien van het projectbesluit/ de
ontheffing:
-
Nieuwe ontwikkelingen, die afwijken van het
vigerend bestemmingsplan mogelijk te maken met toepassing van
(postzegel)bestemmingsplannen en in beginsel niet te werken met
projectbesluiten;
-
Voor postzegelplannen alleen de formele procedure
doorlopen, met dien verstande dat tijdens de periode van ter visie leggen van
het ontwerpbestemmingsplan een informatieavond wordt georganiseerd waar
mondelinge zienswijzen kunnen worden ingebracht;
-
De "Woninguitbreidingen", zoals opgenomen
in het aangepaste Handboek bestemmingsplannen 2007, met een
paraplubestemmingsplan voor het gehele grondgebied in één keer te regelen.
4. Ten aanzien van de grondexploitatiewet:
-
Primair in te zetten op anterieure
privaatrechtelijke overeenkomsten met ontwikkelende partijen;
-
Een 'go/no go'-beslismoment vast te leggen indien
geen privaatrechtelijke overeenkomst kan worden afgesloten bij gewenste
ruimtelijke ontwikkelingen.
5. Ten aanzien van de in het raadsbesluit opgenomen
actielijst:
- In
te stemmen met de te voeren acties en het tijdspad die er aan verbonden is.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van 26 juni 2008
Bijlage
·
Actiepuntenlijst met tijdschema
Wat |
Wanneer |
Beleid voor Ontwikkelingsplannen en Ruimtelijke
Onderbouwingen vervangen door Beleid voor postzegelbestemmingsplan met
ruimtelijke consequenties |
Vierde kwartaal 2008 |
Opstellen paraplubestemmingsplan
woninguitbreidingen (+ algemeen geldende ontheffingen) |
Vierde kwartaal 2008 |
Aanpassen delegatie- en mandaatbesluit |
Derde/Vierde kwartaal 2008 |
Actualiseren beleidsnota's over onderwerpen
waarvoor verevening mogelijk is (detailhandelsbeleid, grondbeleid etc.) |
Loopt samen op met opstellen structuurvisie;
tweede helft 2009 |
Beleidsnota 19 lid 3 WRO vervangen |
Derde/vierde kwartaal 2008 |
Gemeentelijk planschadebeleid aanpassen |
Derde kwartaal 2008 |
Aanpassen Handboek 2007 - op SVBP2008 - postzegelbestemmingsplan |
Verplichting is opgeschort tot 1 juli 2009;
midden 2009 |
Verplichting
tot digitaliseren is opgeschort tot 1 juli 2009; midden 2009 |
Wat |
Wro |
Wanneer |
Aanpassen Regeling Planschade 2005 |
Artikel 6.1 e.v. |
Derde kwartaal 2008 |
Aanpassen legesverordening
bouwvergunningen/ontheffingen |
|
Derde kwartaal 2008 |
Opstellen wijze van overleg met overige
instanties (conform Code Interbestuurlijke Verhoudingen) |
Artikel 3.8 en 3.11 |
Vierde kwartaal 2008 |
Aanpassen inspraakverordening - aan procedures bestemmingsplan en/of beheersverordening - aan procedures post- zegelbestemmingsplan |
|
Derde kwartaal 2008 |
In stand houden geldende Exploitatieverordening
Delft 2002 voor alle WRO-zaken |
|
Zo lang als projecten cf WRO lopen |
Pagina:
1
[JMP1]Dit betreft de datum
van de vergadering van het Presidium, in principe de derde maandag voorafgaand
aan de raad. (zie RIS) evt kan dit opengelaten worden dan vult de griffie dit
in.
Pagina:
1
[JMP2]Hier komt de naam te
staan van het betreffende programma uit de programmabegroting
Pagina:
1
[JMP3]Dit betreft het
raadsstuknummer, de griffie vult dit nummer in.
Pagina:
1
[JMP4]Het registratienummer
dat ook op het besluitvormingsformulier wordt gezet.
Pagina:
1
[JMP5]Dit betreft het
raadsstuknummer, de griffie vult dit nummer in.