Raadsvoorstel

 

Aan de gemeenteraad

 

Van                 : college van B&W

Datum              : 16 december 2008

Pfh.                 : Wethouder Arbeidsmarkt, Inkomen en Emancipatie

Steller              : Cherry Prins        

tel.nr.               : 5388[GD1] 

e-mail               : cprins@delft.nl

Programma        : Arbeidsmarkt, Inkomen en Emancipatie[GD2] 

Registratie nr.     : 913272

Stuk                 : #*Wordt ingevuld door Griffie*#

 

Onderwerp        : Verordening Langdurigheidstoeslag

 

Gevraagde beslissing:

1.               Vaststellen verordening Langdurigheidstoeslag

 

 

 

Samenvatting

Door wetswijziging vaststellen Verordening Langdurigheidstoeslag op basis huidige beleidsregels.

 

 

1.       Aanleiding

Een belangrijk instrument i.h.k.v. armoedebestrijding is de langdurigheidstoeslag (LDT).  Dit is een jaarlijkse toeslag voor mensen met een langdurig laag inkomen. De voorwaarden van de LDT zijn bij wet  geregeld. Door een wetsvoorstel  zijn gemeenten vanaf 01-01-09 verplicht een verordening te maken waarin zij zelf regelen:

 

2.       Bevoegdheid

Het vaststellen van een verordening is een Raadsbevoegdheid. In dit geval ligt deze bevoegdheid vast in artikel 8 van de Wet Werk en Bijstand. 

 

 

3.       Historie / relatie met eerdere besluiten/ proces

In januari 2009 zijn gemeenten verplicht een verordening langdurigheidstoeslag te hebben. Om in het kader van het armoedebeleid zowel binnen het beleid, als binnen de begroting passende maatregelen te nemen is echter meer tijd nodig om te bezinnen op welke manier deze beleidsvrijheid kan worden ingevuld. Daarom wordt voorgesteld om voor ongeveer een half jaar een tijdelijke oplossing te kiezen: de huidige beleidsregels (vastgesteld mei 2007) vast te stellen in een tijdelijke verordening. In deze periode zal een nieuwe verordening worden voorbereid.

 

Voorwaarden

De huidige voorwaarden in de vastgestelde beleidsregels:

  1. Het college verstaat onder zeer geringe hoogte en zeer geringe duur van inkomsten uit of in verband met arbeid zoals genoemd in artikel 36 eerste lid onder b van de WWB, € 1.500,- per jaar, mits deze inkomsten niet tot gevolg hebben dat het recht op uitkering ingevolge de WWB wordt onderbroken. 
  2. Het college verstaat onder het onvoldoende trachten algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en te aanvaarden zoals genoemd in artikel 36 eerste lid onder c van de WWB, gedragingen die leiden of hebben geleid:
    a) tot een maatregel op grond van hoofdstuk 2 van de Afstemmingsverordening;
    b) of een maatregel opgelegd door het UWV. 
  3. Geen recht op een langdurigheidstoeslag heeft de aanvrager die in de voorgaande 60 maanden gerekend vanaf de peildatum:
    a) vaker dan het maximum van 1 keer een maatregel is opgelegd die valt onder de eerste of tweede categorie;
    b) een maatregel is opgelegd die valt onder de derde of vierde categorie.
  4. Geen recht op een langdurigheidstoeslag ontstaat tijdens detentie. De periode bedoeld in artikel 36 eerste lid onder a wordt verlengd met de periode van detentie.

Wanneer men WWB ontvangt als aanvulling op een parttime baan heeft men op dit moment geen rechtop de LDT. Men ontvangt immers inkomen uit arbeid. De situatie van deze mensen is qua inkomenssituatie niet wezenlijk anders dan die van mensen die een volledige uitkering ontvangen. Voor mensen met een kleine baan en een aanvulling vanuit de WWB voelt dit onrechtvaardig. Hier is sprake van een vorm van armoedeval. Voorgesteld wordt voorwaarde 1 te laten vervallen.

Voorwaarde  2 komt te vervallen i.v.m. de wetswijziging per 01-01-09.

Voorwaarde  3 wordt als zeer onrechtvaardig gezien omdat wanneer men een maatregel opgelegd heeft gekregen men vijf jaar lang geen recht heeft op de toeslag. Men wordt dus als het ware dubbel gesanctioneerd.

Ditzelfde geldt voor mensen die binnen een periode van vijf jaar een korte tijd zijn uitgestroomd naar werk en weer teruggevallen zijn in de bijstand. Ook hier is sprake van een armoedeval. Voorgesteld wordt deze voorwaarde te laten vervallen.

 

Voorgesteld wordt de huidige beleidsregels (vastgesteld mei 2007) uitgezonderd voorwaarden 1 en 3 vast te leggen in een tijdelijke verordening. Voorwaarde 2 komt per 01-01-09 te vervallen i.v.m. de wetswijziging.

 

Bedrag

Voorheen werden de bedragen halfjaarlijks vastgesteld vanuit het Rijk. Vanaf 1 januari 2009 zijn gemeente zelf verantwoordelijk voor het vaststellen van de bedragen. Het gaat om drie verschillende normen, voor: alleenstaanden, alleenstaande ouders en gehuwden. In de onderhavige verordening is gekozen voor het gebruik van percentages van de norm, zodat deze bedragen automatisch mee worden genomen met de ontwikkeling de bijstandsnorm.

 

4.       Wat willen we bereiken? (Beoogd effect)

Voldoen aan de wettelijke verplichting om een verordening vast te stellen en tegelijkertijd de ruimte te scheppen die nodig is voor een gedegen beleidsafweging.  Plus in de tussenliggende periode voorwaarde 1 en 3 alvast te laten vervallen.

 

5.       Wat gaan we daarvoor doen? (Oplossingsrichtingen / kanttekeningen)

Huidige beleidsregels uitgezonderd voorwaarden 1 en 3 vastleggen in een tijdelijke verordening.

 

6.       Wat mag het kosten? (Financiële paragraaf )

[GD3] Niet van toepassing. 

 

7.       Communicatie

Omdat het gaat om continuering van beleid is geen extra communicatie nodig. Wel zal de Verordening gepubliceerd moeten worden.

 

8.       Verdere procedure

Medio 2009 de verordening herzien.

 

Bijlagen:

·        Verordening Langdurigheidstoeslag

 

 

Hoogachtend,

 

Het college van burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

mr. drs. G.A.A. Verkerk                   ,burgemeester.

 

 

mr. drs. H.G.L.M. Camps                  ,secretaris.

 

 


Raadsbesluit

 

 

Datum              : 29 januari 2009

Registratie nr.     : 913272

Stuk                 : #*Wordt ingevuld door Griffie*#

 

Onderwerp         : Verordening Langdurigheidstoeslag

 

De raad van de gemeente Delft;

 

Gelezen het voorstel van het college van 16 december 2008;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de Verordening Langdurigheidstoeslag Delft

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van #* DD/MM/JJJJ *#

 

 

                   ,burgemeester.

 

 

 

                   ,griffier.

 

 

 


 [GD1]Hier staat het telefoonnummer van de steller van het voorstel

 [GD2]Hier komt de naam te staan van het betreffende programma uit de programmabegroting

 [GD3]In dit deel worden de financiële consequenties beschreven. Het gaat hier om de dekking van het raadsvoorstel. Zijn er extra (structurele/incidentele) middelen voor nodig en waar wordt dat uit gedekt. Financiële afwijkingen ten opzichte van de programmabegroting vergen te allen tijde een beslispunt in het voorstel. Zie bijlage voor verdere specificering