Bijlage jaar verslag 1998 Instituut Sociaal Raadslieden | ||
![]() lijst ingekomen stukken |
Onderwerp Jaarverslag 1998
Van uw jaarverslag 1998 hebben wij met interesse kennisgenomen. Wij waarderen de wijze waarop het Instituut Sociaal Raadslieden zich inzet voor veel burgers in Delft, waarbij vooral burgers uit de kwetsbare hoeken van de samenleving geholpen worden. Uit het jaarverslag blijkt dat het jaar 1998 voor het Instituut Sociaal Raadslieden zonder commotie is verlopen. Hierdoor konden de medewerkers van het Instituut Sociaal Raadslieden hun werk beter en zonder grote spanningen doen en leverden derhalve goed werk. Dit beschouwen wij als een positieve ontwikkeling. Het aantal hulpvragen vanwege schulden en budgettaire problemen neemt ook in 1998 een grote plaats in in de werkzaamheden van uw Instituut. U constateert dat het aantal vragen (312 keer) over schulden en andere budgettaire problemen in het recente verleden fors is toegenomen maar de laatste drie jaar is gestabiliseerd. Desalniettemin blijft de schuldproblematiek in Delft een belangrijk aandachtspunt en zullen wij dat als signaal oppakken. U signaleert dat de verruiming van de mogelijkheid tot kwijtschelding van gemeentelijke belastingen in de afgelopen twee jaar veel vragen voor het Instituut Sociaal Raadslieden heeft opgeleverd. U geeft hierbij aan dat mogelijke uitvoeringsproblemen bij de betreffende gemeentelijke afdeling ook een oorzaak kan zijn voor de toename van het aantal vragen. Wij zullen uw opmerking onder de aandacht brengen bij de afdeling belastingen. U geeft tevens aan dat 57% van de hulpvragen bij het Instituut Sociaal Raadslieden wordt gesteld door allochtone burgers in Delft. Deze cliënten zijn afkomstig uit Turkije, Suriname, Nederlandse Antillen, Marokko en voor een groot deel uit andere landen. Een verklaring voor dit hoge aantal allochtone cliënten kan de grote instroom van nieuwkomers in Delft sinds 1997 zijn. In Delft hebben zich namelijk sinds circa 1997 relatief veel nieuwkomers uit Irak en Somalië gehuisvest. Binnen de gemeente Delft wordt daarom momenteel gewerkt aan een gerichte samenwerking tussen onderdelen van de gemeente op het gebied van werk, inkomen, onderwijs en zorg om deze nieuwkomers en daarnaast andere allochtonen in Delft beter op te vangen. Vanwege de ervaring en kennis van het Instituut Sociaal Raadslieden met allochtone cliënten vernemen wij graag van u signalen of aanbevelingen om de opvang van allochtone burgers in Delft verder te verbeteren. Uit uw jaarverslag blijkt dat naar sociaal-economisch positie gemeten uw cliënten zich bevinden in de kwetsbare hoeken van de samenleving, waarin ze steeds vaker te maken krijgen met situaties en problemen die ze niet aankunnen, regels die ze niet begrijpen en instanties waar ze alleen maar op "stuiten". Wij denken dat dat te maken kan hebben met uw constatering dat de cliënten, sociaal-economisch gezien, geen dwarsdoorsnede van de Delftse bevolking zijn: slechts een kwart had werk. Twee van de drie cliënten had een uitkering, bijna de helft van de cliënten had een bijstandsuitkering en 2 % van de cliënten is student. Daarnaast heeft u in uw bestand relatief veel cliënten die een eenoudergezin vormen: 18%. Zulke huishoudens komen ruim drie keer zo vaak bij het Instituut Sociaal Raadslieden als andere. Dat betekent dat het Instituut Sociaal Raadslieden inderdaad werk verzet voor burgers die het daadwerkelijk nodig hebben. Het Instituut Sociaal Raadslieden is een punt waar mensen terecht kunnen die in de maatschappij hun weg niet kunnen vinden. U sluit het jaarverslag 1998 af met een terugblik op het 25-jarig bestaan van het Instituut Sociaal Raadslieden, waarvan wij met belangstelling kennis hebben genomen. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Delft, |
|
![]() |
![]() |