30 March 2000

Bijlage 1: Op weg naar een samenhangend opvang- en integratiebeleid


naar agenda

 

werkmateriaal voor de bijeenkomst commissie extern 21 april

De vraag "Hoe kan de opvang van vreemdelingen in Delft ingericht worden en aan welke voorwaarden of criteria moet de opvang van vreemdelingen in Delft voldoen", staat centraal. op 21 april tijdens een bijeenkomst van de commissie extern. Voor die vergadering zijn tevens uitgenodigd instellingen, organisaties en ambtenaren, die betrokken zijn bij de opvang van vreemdelingen in Delft en vertegenwoordigers van migrantenorganisaties.

Delft heeft jaarlijks met een toestroom van ‘vreemdelingen’ te maken. Onder vreemdelingen wordt verstaan asielzoekers, toegelaten vluchtelingen, gezinsherenigers en VVTV-ers (Voorwaardelijke Vergunning tot Verblijf). Gemeenten leveren een grote bijdrage aan de opvang van vreemdelingen. Voor veel gemeenten heeft de toestroom van vreemdelingen tot gevolg dat het voorzieningen niveau onder druk komt te staan. Dit geldt ook voor Delft. Om de kwaliteit van het voorzieningenniveau te waarborgen is afstemming tussen de verschillenden partijen, die met de opvang van vreemdelingen te maken hebben, nodig.

Deze noodzaak was een belangrijke conclusie van een "Quick scan, vreemdelingen in Delft" die in opdracht van het college door Regioplan is uitgevoerd.

Binnen de gemeente is als vervolg op deze Quick scan een projectgroep gestart, die bestaat uit vertegenwoordigers van de verschillende gemeentelijke diensten en waarbij ook Stichting Vluchtelingen Werk (SVD) is aangesloten. Deze werkgroep is een (beleids)plan aan het ontwikkelen voor opvang voor en integratie van vreemdelingen. Voor het ontwikkelen en uitvoeren van dit plan is uw kennis en ervaring ook van belang.

Dit werkmateriaal (tevens de basis voor een stappenplan) wordt u toegestuurd als gespreksmateriaal voor de besprekingen op 21 april. Samen met de aanwezigen willen we deze opzet uitbreiden en nader invullen.

"Op weg naar een samenhangend integratiebeleid" was de titel van de notitie ter begeleiding van het rapport van Regioplan, toen dat aan de raadscommissie Werk, Zorg, en Onderwijs werd aangeboden. Daarin werd de volgende doelstelling van het project geformuleerd.

Doelstelling van het project:

Het formuleren van een visie op de integratie van vreemdelingen. Daarbij draait het erom te omschrijven wat nodig is om nieuwkomers in de Delftse samenleving een goede start te kunnen laten maken, wat nodig is aan verdere ondersteuning en wat gedaan kan worden om verdere integratie te bevorderen. (NB.: Zeker met het laatste aspect uit deze doelstelling komen we op het terrein van het migrantenbeleid, of beter gezegd het beleid voor oudkomers. Met het integratiebeleid wordt beoogd nieuwkomers- en oudkomersbeleid onder één noemer te brengen.)

Het vormen van een visie op de verhouding tussen de kwaliteit en kwantiteit van de opvang en het draagvlak daarvoor in de samenleving en de daarbij behorende organisatie.

In stappen betekent dat:

De mogelijkheden onderzoeken om de bestemming van de geldstromen, door onderlinge afstemming, te optimaliseren

De gegevensbestanden onderling uitwisselbaar en vergelijkbaar maken en daardoor in kaart brengen wat het verschil tussen taakstelling en werkelijke instroom is en welke harde gegevens gebruikt kunnen worden om waar mogelijk de geldstromen op het passende niveau te brengen.

De bestaande kennis en ervaring bundelen en optimaal inzetten

De bestaande netwerken en externe contacten voor elkaar inzetten.

In verschillende stappen op de daarbijbehorende wijze de betrokkenen inschakelen bij het te vormen beleid en het vormen van de organisatie.

Afstemming van het ad hoc beleid naar een gezamenlijke integrale aanpak op basis van inzicht , kennis en ervaring en draagvlak in de

samenleving o.a. door middel van een goed proces van interactieve beleidsvorming.

Samenhang aanbrengen tussen de diverse registraties , geldstromen en het voorzieningen patroon. Vormgeven aan een optimale organisatievorm voor de samenwerking tussen de diverse beleidsvormende en uitvoerende afdelingen en instanties en instellingen.

Het te ontwikkelen stappenplan beoogt nader vorm te geven aan de wijze waarop deze doelstelling zal worden gerealiseerd.

Daarbij zijn vooral de stappen f en g het einddoel om naar te streven: samenhangend beleid vanuit een centrale regie.

Daarnaast is er een aantal knelpunten waar nu al aan gewerkt wordt, aangezien die geen uitstel dulden. (zie verder in deze notitie)

Wat is integratie ?

Ter discussie bieden we hier een voorlopige definitie het begrip integratie :

De weg die iemand (soms gedeeltelijk samen met naaste familie/vrienden) aflegt om in een nieuwe samenleving thuis te raken.

Dat wil zeggen van volledig onbekend komen tot een situatie waarin je jezelf redelijk veilig voelt, met je omgeving kan communiceren, woont, werkt of een vorm van inkomen hebt, de weg naar opleidingen, gezondheidszorg, maatschappelijke hulpverlening, verenigingsleven etc. op eigen krachten kan vinden.

Vragen daarbij zijn :

Wat kan de rol van de zelforganisaties van de betrokken groepen zijn in dit proces en in hoeverre hebben organisaties van de autochtone bevolking daarbij wellicht ook een rol ?

Stelling:

Iedere vreemdeling die twee jaar in Nederland verblijft heeft er recht op werk te zoeken en alle onderwijs/scholingsvormen die hij/zij wenst te volgen.

 

De betrokken instellingen en instanties

Om te laten zien welke instellingen op welke wijze bij dit proces betrokken zijn geven wij u eerst een overzicht van de instellingen die professioneel diensten aanbieden en daartoe met de clienten bij aanmelding een intakegesprek voeren en / of gegevens registreren. (zie bijlage 1)

Voor een uitgebreidere beschrijving van de activiteiten verwijzen we naar het rapport van Regioplan.

Vervolgaanpak

Naast de meer professionele begeleiding door instellingen wordt op verschillende manieren in Delft op meer informele wijze hulp geboden aan individuele en groepen vreemdelingen. Om een samenhangende aanpak te realiseren zal er een helder beeld moeten komen van wat er in Delft kan op het gebied van de opvang, hulpverlening en integratie van vreemdelingen. Dit beeld zal door de volgende manier moeten ontstaan:

Wij nemen ons voor op drie verschillende wijzen inzicht te krijgen in het aanbod en de mogelijkheden, maar ook de wenselijkheden van de inburgering van vreemdelingen in Delft.

Hierbij proberen we steeds op gepaste manier de bij het proces betrokken mee te laten denken. Betrokkenen zijn niet alleen de vreemdelingen zelf en de hulpverleners, maar ook de burgers van Delft.

Integratie is een wederzijds proces: nieuwkomers zoeken naar wegen om zich een plek in de nieuwe omgeving eigen te maken, de burgers van Delft maken kennis met diverse nieuwe burgers die met eigen cultuur in onze samenleving ontvangen moeten worden.

Ervaringen in beeld brengen:

Navraag doen bij een aantal inwoners die in voorgaande jaren een integratietraject hebben doorlopen. Daarbij houden we rekening met verschil in tijdstip van afronden van het traject om te zien hoeveel tijd en wat er nodig is na het afronden van het formele traject om een werkelijk ingeburgerde bewoner van Delft te worden. (traject afgesloten in bijv. 97, 95, 93)

Weergave van de wettelijke verplichtingen. Voor de verschillende verblijfsstatussen gelden verschillende wettelijk verplichte acties om nieuwkomers een inburgeringsaanbod te doen. In grote lijnen gaat het dan om: (zie verder bijlage II en het rapport van Regioplan)

asielzoekers (geen status, in afwachting van behandeling van hun verzoek tot verblijf in Nederland)

mensen met een voorlopige vergunning tot verblijf

mensen met een vergunning tot verblijf (A.status en immigranten)

Alleenstaande minderjarige asielzoekers, hoewel onder hen jongeren met en zonder status zijn is hun opvang specifiek geregeld.

Dit kan vrijwel geheel door de regelingen en verplichtingen te omschrijven, maar op enkele punten is aanvulling vanuit de betrokken instellingen heel nuttig.

Bijdragen ROA en zorgwet vvtv (voorwaardelijke vergunning tot verblijf) met taakstelling en daarbij behorende vergoedingen

Onderwijswetgeving en regelingen : onderwijsachterstandenbeleid en regeling tegemoetkoming bij exceptionele toename aantal schoolgaande asielzoekers en verordening OALT (onderwijs allochtone levende talen).

Bijdragen WIN (wet op inburgering nieuwkomers), met bijdragen per contract en per afgesloten traject/ behaald diploma etc.

De geldstromen en hun wettelijke basis en de wettelijke verplichtingen tot opvang

 

asielzoekers

voorwaardelijke status

status

onderwijs

vallen tot 16 jaar onder de leerplicht (GOA en tegemoetkoming exceptionele toename asielzoekers in onderwijs)

educatie/ inburg.

dagbesteding /

taallessen

recht op enige eductie (zorgwet vvtv)

verplichting tot inburgering (WIN)

werk

niet:

zeer beperkt

werk of bemiddeling

zorg

geen uitkering

wel GGD/ juridische ond.ersteuning

leefgeld (zorgwet vvtv)

indien zonder inkomen: uitkering volgens ABW

welzijn/

participatie

maatschappelijke opvang en begeleiding: geldt "moreel" voor allen,

wettelijk (met vergoeding) alleen voor vvtv en tijdens WIN

huisvesting

alleen zelfzorgers op eigen gelegenheid, dan wel in opvang in ROA woningen

recht op huisvesting binnen vvtv,

volgens taakstelling zorgwet vvtv (‘99: 25)

recht op huisvesting eigen keuze

(taakstelling’99: 1)

 

Werkhypothesen:

Om met de betrokkenen in goed overleg te kunnen gaan over afspraken wat we in Delft nodig vinden om te bereiken in het kader van de inburgering gaan we per groep zoals hierboven aangegeven een omschrijving te maken van een pakket van aanbiedingen waar de nieuw komende bewoner op kan terugvallen. Deze omschrijvingen zijn onder te verdelen in verschillende "domeinen" . Het gaat om de gebieden wonen, werken/inkomen, scholing, zorg (medisch, maatschappelijk, ..) en participatie (deel kunnen nemen aan verenigingen, cursussen, uitgaansleven enz.) De pakketten die zo ontstaan in overleg met maatschappelijk aanbieders, enkele sleutelfiguren uit de betrokken afnemers en politiek, vormen dan het uitgangspunt om in bredere kring ter bespreking te stellen en geen vastgestelde uitkomsten .

Het resultaat moet zijn een aantal werkhypothesen die het niveau bepalen van het aanbod in Delft, zowel de inrichting en organisatie van datgene wat iedere gemeente wettelijk verplicht is, als van datgene wat we in Delft de nieuwe inwoners willen bieden als aanvulling op die verplichtingen om hen optimaal binnen de gemeente een plek te vinden en zich thuis te voelen. Daarbij speelt ook een rol dat het welbevinden van de allochtone burgers van Delft niet alleen van de vreemdelingen zelf afhangt. Het begrip van de autochtone bevolking en daarmee het draagvlak voor het gastvrij ontvangen van vreemdelingen zullen vormen van samenwerking en begrip voor elkaar nodig maken.

Op 21 april vormt de commissievergadering van de commissie extern de eerste aanzet tot brede communicatie over de uitwerking van het beleid.

De uitkomsten van deze avond zullen tevens de basis zijn tot het opstellen van een plan waarin de vormen en tijdstippen van overleg worden uitgewerkt.

In het stappenplan zullen de volgende onderwerpen nader worden uitgewerkt en zal tevens worden aangegeven hoe we verder zullen gaan met het uitwerken van de werkhypothesen.

Verder na 21 april:

Om ook al tijdens het project zo effectief mogelijk te werken en om ervaring op te doen in de mogelijkheden van afstemming is de projectgroep nu al aangewezen als centraal punt van waar uit de regiefunctie wordt gerealiseerd. Daartoe wordt nu al door de projectgroep in kaart gebracht welke geldstromen bestaan en wordt de besteding in de projectgroep op elkaar afgestemd,

Dat betekent: ten eerste:

De aanvulling op en actuele stand van zaken op het gebied van registraties en dienstverleningsaanbod.

Inzicht in de huidige geldstromen in samenhang met de verplichtingen die de gemeente heeft/ danwel rechten die de vreemdelingen kunnen doen gelden.

Ten tweede houdt de projectgroep zich bezig met een verdere uitwerking van de mogelijkheid een sleutel te hanteren om registraties vergelijkbaar te maken. Op deze wijze wil de projectgroep sneller in beeld hebben voor welke groep vreemdelingen een aanvulling op de financiële voorzieningen in te zetten is; hiermee kan de gemeentelijke regierol verder worden ingevuld.

Ten derde streeft de projectgroep naar de vorming van een eenduidige reserve om alle egalisatie en noodmaatregelen op het terrein van integratiebeleid voorzover mogelijk in onderlinge afweging en vanuit een regiepunt te regelen. Het concrete voorstel zal in mei aan het stappenplan worden toegevoegd.

De eerstkomende stappen:

Op basis van deze gegevens en de werkhypothesen kunnen de volgende stappen gezet worden. Deze worden weergegeven in het stappenplan zoals dat in mei aan de commissie zal worden aangeboden.

Onderdeel daarvan is zeker het zo snel mogelijk in onderlinge samenwerking vanuit de centrale regie oplossingen vinden voor de volgende knelpunten:

overbruggingsfinanciering opvang in onderwijs, organisatie van centrale opvang en noodzaak tot tijdige uitstroom uit die opvang naar regulier onderwijs, helderheid over welke kinderen met of zonder documenten.

Opvang AMA’s en AMA+ en contacten met Stichting "De Opbouw" : huisvesting, opvang, begeleiding en ondersteuning bij schuldhulpverlening à Iedereen is er mee bezig, maar er niet 1 duidelijke aanpak. Hier moet snel 1 gemeenschappelijke lijn worden getrokken en er moet worden vastgesteld wat de wettelijk rechten/plichten zijn en wat er wettelijk moet worden aangeboden.

Kinderopvang: Om aan de vraag naar kinderopvang voor deze groep te kunnen voldoen is het nodig rekening te houden met:

- flexibiliteit (snel beschikbaar )

- te realiseren in een bestaande locatie in de buurt van de Röntgenweg en van Taalplus.

- te verzorgen door een erkende instelling voor kinderopvang

Er wordt overleg gepleegd om een oplossing te zoeken die aan al deze voorwaarden voldoet.

Structurele oplossing voor schuldhulpverlening.

 

Bijlage 1:

instelling

aanbod in het kort

burgerzaken

inschrijving GBA/en hulp bij melding Vreemdelingendienst

doorverwijzing via loket nieuwkomers

ev. afspraak bij bureau nieuwkomers

SVD

sociale begeleiding

juridische ondersteuning

sociaal-culturele activiteiten

project samen met SJD hulp 17-18 jarige AMA’s

ondersteunen gemeenschappen

toeleiding naar vele instanties

so/ bowon

woonruimteverdeling

voorlichting en informatie over woonruimte en regels aan migranten

bureau nieuwkomers

trajecten t.b.v. integratie conform WIN

begeleiding in het kader van WIN

doorverwijzing

contracten i.v.m. integratie conform WIN

Vreemdelingendienst

verblijfsvergunning; identificatiebewijs, informatie op papier over procedure

basisonderwijs

onderwijs aan de kinderen

extra:

onderwijs voor de ouders waar nodig

inschakeling GGD, schoolarts, inentingen,

jeugd en zedenzaken

schoolmaatschappelijkwerk

voortgezet onderwijs

onderwijs

extra:

schoolmaatschappelijk werk

2 melkertmed. (Turks/ Irakees) tolk en wegwijs

"opvang" na schooltijd

DMZ uitkeringen

 

 

 

 

 

opvang asielzoekers volgens ROA

opvang vreemdelingen met voorwaardelijke vergunning tot verblijf volgens zorgwet vvtv

verstrekken Abw-uitkeringen

uitvoering bijzondere bijstand (voor bijv. aanvullend taalonderwijs of inrichtingskosten)

uitvoering sanctiebeleid WIN v.w.b. uitkeringsgerechtigden

DMZ met int.kerk.sociaal fonds

verstrekken zak- en kleedgeld aan gedupeerden koppelingswet

arbeidsvoorziening

 

 

 

 

 

 

inschrijving –administratieve intake;

kans meting (b.v. cito nivo 3 / NL taal)

toewijzing naar Bureau nieuwkomers (Wet op inburgering / taal niveau.)

Als bemiddelbaar: fasering : vacatures / vervolg afspraak / Buro Werkplan / terugkoppeling naar uitkerende instanties als niet kan helpen

ROC taalpluseducatie

opleidingen conform contracten met de afd.onderwijs-volwasseneducatie

voor 18 kinderen kinderopvang

leerlingzaken

als taak leerplicht

Sinds oktober 1998 jaar is begonnen met de intake van Nieuwkomers doordat er problemen waren gesignaleerd met AMA’s en te weinig plaatsen in het voortgezet onderwijs.

st. Jeugdhulpverlening

alleen voor AMA’s via de Opbouw

SJD beheert kleine wooneenheden voor St. de Opbouw;

Begeleiding naar gelang de behoeften van de jongeren; werkplan voor 3 maanden waarbinnen ook leertrajecten in instellingen:

st. de Opbouw

voert voogdij en zorgt voor een vervangend oudersysteem middels plaatsing in gastgezinnen of door inschakeling SJD

st. Welzijn Delft

ondersteuning zelforganisaties

activiteiten organiseren ter bevordering van emancipatie en participatie van allochtonen

intermediair tussen maatschappelijke organisaties en migrantenorganisaties op het gebied van onderwijs, sport, huisvesting, leefomgeving/ buurt en gezondheidszorg

advisering van Nederlandse instellingen en organisaties in de omgang met allochtonen

 

Bijlage II

Inventarisatie wettelijke kaders projectgroep integraal vreemdelingenbeleid

De mogelijkheden van vreemdelingen om in de Nederlandse samenleving te integreren is afhankelijk van de rechten die zij hebben op grond van hun verblijfsvergunning. In de onderstaande tekst worden de wettelijke kaders voor de opvang van vreemdelingen besproken die voor de gemeente Delft van belang zijn.

Door de invoering van de koppelingswet per 1 juli 1998 worden de aanspraken van vreemdelingen op collectieve voorzieningen gekoppeld aan de verblijfsvergunning. Op welke voorzieningen aanspraak gemaakt kan worden, hangt af van het verblijfsrecht.

De koppelingswet is een verzameling van wetswijzigingen. In totaal werden 25 wetten gewijzigd. Dit zijn wetten waarin het verstrekken van collectieve voorzieningen wordt geregeld zoals bijvoorbeeld de huursubsidiewet en de wet op de kinderbijslag.

Vreemdelingen die niet in het bezit zijn van een geldige verblijfsvergunning hebben geen recht op voorzieningen als bijstand, huursubsidie, ziektekostenverzekering. De achtergrond van de koppelingswet is het ontmoedigen van illegaliteit. Het rijk heeft er voor gekozen om illegalen niet actief op te sporen maar om het verblijf van illegalen te versoberen. Illegaliteit betekent dat een vreemdeling niet rechtmatig in Nederland verblijft.

Bepaalde voorzieningen zijn wel voor illegalen toegankelijk. Dit zijn:

Rechtsbijstand

Noodzakelijke medische zorg

Minderjarige illegalen hebben recht op onderwijs

Vreemdelingen die voor de invoering van de koppelingswet niet in het bezit waren van een geldige verblijfsvergunning (werden gedoogd) konden soms toch een bijstandsuitkering ontvangen. Dit was op grond van artikel 12 van de Abw. Volgens dat artikel kon onder bepaalde voorwaarden toch bijstand worden verleend aan personen die een verklaring van de korpschef van de Vreemdelingenpolitie konden overleggen. Na de invoering van de koppelingswet is dit niet meer mogelijk: artikel 12 Abw is vervallen.

Recent is door de president van de Haagse rechtbank een uitspraak gedaan inzake de bijstandsverlening aan onderdanen van verdragsstaten van het Europees Verdrag voor sociale en medische bijstand (EVSMB). De president is van mening dat vreemdelingen die rechtmatig in Nederland verblijven en die tevens onderdaan zijn van één van de verdragsstaten van het EVSMB bij toepassing van de Abw, Ioaw en Ioaz gelijkgesteld moeten worden met Nederlanders. Het ministerie van SoZaWe gaat tegen de uitspraak in beroep, maar dat houdt niet in dat de werking van de uitspraak wordt opgeschort.

Daarnaast is voor een bijzondere groep illegale vreemdelingen een aparte regeling ingesteld vanwege het belang dat het rijk hecht aan hun verblijf in Nederland; Regeling verstrekkingen bijzondere categorieën vreemdelingen (Rvb):

Slachtoffers van vrouwenhandel

Getuigen van vrouwenhandel

Gezinsherenigers- en –vormers die een beslissing op hun toelating in Nederland mogen afwachten

De Rvb wordt door het COA uitgevoerd.


Indien een vreemdeling wel rechtmatig in Nederland verblijft, zijn de rechten op collectieve voorzieningen afhankelijk van het soort verblijfsvergunning.

De volgende categorieën vreemdelingen zijn rechtmatig in Nederland:

Vreemdelingen die onvoorwaardelijk zijn toegelaten (art. 9 en 10 van de Vreemdelingenwet).

Vreemdelingen die voorwaardelijk zij toegelaten: zij zijn in het bezit van een Voorwaardelijke Vergunning Tot Verblijf (VVTV)

Vreemdelingen die in afwachting zijn van een eerste aanvraag tot verblijf of in afwachting zijn van een aanvraag tot voortgezet verblijf (de aanvraag tot voortgezette toelating dient wel binnen bepaalde tijdsmarges te zijn ingediend)

Vreemdelingen die voldoen aan de voorwaarden van art. 8 van de Vreemdelingenwet: bijvoorbeeld toeristen of au-pairs.

Ad 1:

Alleen vreemdelingen die onvoorwaardelijk zijn toegelaten tot Nederland hebben recht op bijstand volgens de Abw (categorie 1). Zij zijn in het bezit van een A-status of een Vergunning tot Verblijf (VTV) en zijn gelijkgesteld met Nederlanders. Deze groep ex-vluchtelingen heeft recht op bijstand volgens de Algemene bijstandswet. Op grond van de Wet Inburgering Nieuwkomers zijn zij tevens verplicht om een integratietraject voor nieuwkomers te volgen. De inburgeringsplicht geldt voor zowel personen met een bijstandsuitkering en voor personen met een eigen inkomen die:

Een A-status of een VTV-status hebben gekregen;

Ouder zijn dan 16 jaar;

Zich voor het eerst permanent in Nederland vestigen.

De inburgeringsplicht behelst een inburgeringsonderzoek en een inburgeringsprogramma gedurende ongeveer anderhalf jaar. Het inburgeringsonderzoek heeft als doel om te onderzoeken of de betrokken persoon voldoende kennis heeft van de Nederlandse taal en van de Nederlandse samenleving. Na het onderzoek wordt de inhoud van het inburgeringsprogramma vastgesteld. Daarin komt ten minste aan de orde: lessen Nederlands (NT2), maatschappijoriëntatie, beroepenoriëntatie, maatschappelijke begeleiding en doorgeleiding naar werk of studie. Tijdens het inburgeringsprogramma heeft de nieuwkomer recht op trajectbegeleiding door daartoe aangewezen consulenten. Na afronding van het inburgeringsprgramma ontvangt de nieuwkomer een certificaat.

Bij het niet of niet voldoende volgen van het inburgeringsprogramma is het mogelijk om sancties aan de nieuwkomer op te leggen.

Ad2:

Vreemdelingen met een voorwaardelijke vergunning tot verblijf worden niet erkend als vluchteling en komen niet in aanmerking voor een A-status of een vergunning tot verblijf om humanitaire redenen, maar kunnen niet worden uitgezet vanwege de situatie in het land van herkomst. Een VVTV wordt voor maximaal 3 jaar toegekend en moet jaarlijks worden verlengd. Na 3 jaar kan de vergunning omgezet worden in een vergunning tot verblijf op humanitaire gronden, maar dat behoort niet altijd tot de mogelijkheden. Deze groep vreemdelingen kan aanspraak maken op voorzieningen volgens de Zorgwet VVTV. Deze Zorgwet VVTV wordt door gemeenten uitgevoerd. Gemeenten krijgen door het rijk jaarlijks een taakstelling opgelegd over het aantal op te vangen houders van een VVTV. Gemeenten zorgen voor huisvesting, een persoonlijke toelage, een ziektekostenverzekering, een WA-verzekering en een vergoeding voor bijzondere kosten. Houders van een VVTV hebben jaarlijks uitbreiding van de rechten voor de toegang tot collectieve voorzieningen en de arbeidsmarkt. In het eerste jaar heeft men recht op basiseducatie en is het toegestaan om 12 weken arbeid te verrichten. In het tweede jaar kan men een beroepsgerichte opleiding volgen en bestaat eveneens het recht om 12 weken arbeid te verrichten. In het derde en laatste jaar heeft men vrije toegang tot de arbeidsmarkt. De integratie van vreemdelingen die voorwaardelijk zijn toegelaten tot Nederland vindt dus gefaseerd plaats. In Delft wonen 19 vreemdelingen met een voorwaardelijke vergunning tot verblijf.

Ad 3:

Vreemdelingen die een eerste verzoek tot toelating hebben gedaan, asielzoekers, hebben recht op voorzieningen volgens de Regeling verstrekkingen asielzoekers (Rva) die door het COA wordt uitgevoerd. De opvang van asielzoekers vindt grotendeels op landelijk niveau plaats in een Opvangcentrum (OC) of een Asielzoekerscentrum (AZC). Gemeenten kunnen wel een OC of een AZC binnen hun grenzen hebben, maar hebben geen bemoeienis met de opvang van de asielzoekers.

Sinds 1987 is een deel van de opvang van asielzoekers door het rijk naar de gemeenten overgedragen. Dit is de Regeling Opvang Azielzoekers (ROA). Gemeenten zorgen voor huisvesting van de asielzoekers, verstrekken zak- en kleedgeld, dragen zorg voor een ziektekostenverzekering en WA-verzekering en keren zonodig bijzondere vergoedingen uit. Daarnaast zorgt de gemeente dat de asielzoeker juridische begeleiding ontvangt. Asielzoekers die ouder zijn dan 18 jaar hebben recht op taalonderwijs via de volwasseneneducatie. ROA-cliënten zijn niet toegestaan om betaalde arbeid te verrichten. In de gemeente Delft wonen 39 asielzoekers.

In Delft wonen naar schatting 37 asielzoekers met een Zelfzorgarrangement. Dit zijn asielzoekers die bij familie worden opgevangen. Zij zijn administratief ondergebracht bij een AZC en hebben dezelfde rechten op scholing en arbeid als asielzoekers die in een AZC of in een gemeente worden opgevangen. Het AZC waar de asielzoeker is geregistreerd, voert de juridische en sociale begeleiding uit.

Ad 4:

Vreemdelingen uit categorie 4 tenslotte zijn verplicht om te beschikken over eigen middelen voor bestaan. Zij zijn tijdelijk in Nederland en behoren niet tot de doelgroep van het integrale vreemdelingenbeleid.


Onderwijs regelgeving:

Voor alle leerplichtige kinderen van vreemdelingen die in een plaats verblijven geldt dat zij onderwijs mogen/ moeten volgen.

Kinderen van vluchtelingen zijn daarin een aparte groep omdat ze binnen het onderwijs een hele eigen aanpak nodig hebben.

Die eigen aanpak kan deels worden gefinancierd binnen het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (GOA) en deels via een tijdelijke regeling die de titel "Regeling tegemoetkoming voor gemeenten bij exceptionele toename van het aantal leerplichtige asielzoekers in het basis- en voortgezet onderwijs." draagt. De basis van extra begeleiding wordt bovendien gelegd in de "gewichtenregeling" in de gewone onderwijswetgeving. Leerlingen uit gezinnen die daar aanleiding toe geven tellen niet voor 1, maar voor 1,25 of 1,9 leerling. Deze wegingsfactor bepaalt de berekening van van het aantal formatieplaatsen per school. Daardoor kan er meer leerkrachttijd beschikbaar komen.

Met name deze basis werkt per schooljaar. Extra instroom kan eenmaal per jaar opgegeven worden: de extra inzet komt dus later beschikbaar dan de werkelijke situatie vraagt. Het ministerie gebruikt voor de financiering de zogenaamde t-1 sleutel: teldatum min jaar. Het aantal leerlingen van 1998 bepaalt de financiering voor 1999.

Daarom stelt de gemeente steeds incidenteel extra overbruggingsgeld beschikbaar.

Ook binnen het gemeentelijk onderwijsachterstanden beleid stelt de gemeente meer geld beschikbaar dan er van het rijk verkregen wordt.

 

terug naar boven