30 March 2000

(Gewijzigde) Juni-nota WVG-woonvoorzieningen


naar agenda

 

Onderwerp bezuinigingstaakstelling WVG woonvoorzieningen


0. Inleiding

In nota "Herbezinning WVG" worden onder meer voor de woonvoorzieningen van de Wet Voorzieningen Gehandicapten maatregelen voorgesteld welke moeten leiden tot bezuinigingen en/of beheersing van de kosten en moeten leiden tot een efficiëntere inzet van middelen. Deze nota is vastgesteld door de gemeenteraad op 24 september 1998.

Voor het jaar 1999 en het jaar 2000 is de bezuinigingstaakstelling op de woonvoorzieningen in de herbezinningsnota gesteld op respectievelijk ƒ1.025.000,- en ƒ1.150.000,-. De bezuinigingstaakstelling loopt op tot ƒ1.525.000,00 in het jaar 2003. Voor 1999 resulteert een budget WVG-woonvoorzieningen van ƒ 1.835.000, -.

In de nota "Voortgang bezuinigingstaakstelling WVG woonvoorzieningen" welke is behandeld in uw vergadering van 9 maart 1999 wordt in het kort ingegaan op de stand van zaken rond deze maatregelen. De conclusie van deze nota is, dat de voor 1999 geplande bezuinigingstaakstelling ad ƒ1.025.000,- niet kan worden gehaald. Voor 1999 kon half april een besparing worden genoteerd van ƒ 42.000,- op de verhuiskostenbijdrage.

In deze nota is voorgesteld om de besluitvorming over de te kiezen bezuinigingsstrategie uit te stellen, omdat er op dat moment geen inzicht was in de bestedingen van de WVG-gelden en in de aangepaste woningvoorraad. Momenteel is er wel gedetailleerd inzicht in de bestedingen van de WVG-gelden, welke type voorzieningen zijn aangebracht en de kosten daarvan. In de nota die nu voor u ligt wordt hiervan verslag gedaan. Dit leidt ertoe dat we een beter inzicht hebben in de mogelijke kostenbesparingen van de verschillende bezuinigingsmaatregelen, die zijn voorgesteld in de herbezinningsnota WVG van september vorig jaar. In deze nota wordt dan ook verslag gedaan van de haalbaarheid van de verschillende voorgestelde bezuinigingsmaatregelen.

De nota is als volgt opgebouwd:

Analyse archief Wet Voorzieningen Gehandicapten-woonvoorzieningen

Resultaten van de voorgestelde bezuinigingen in de herbezinningsnota

Voorstellen voor nieuwe bezuinigingsmaatregelen

Conclusies

Voorstel

Bijlage: grafieken uitgaven WVG-beschikkingen

 

1.0. Analyse archief Wet Voorzieningen Gehandicapten-woonvoorzieningen

Tabel 1: Overzicht totale kosten WVG-woonvoorzieningen op basis van aangegane verplichtingen

1995

ƒ 1.295.000

1996

ƒ 2.094.400

1997

ƒ 2.938.600

1998

ƒ 2.451.100

Totaal

ƒ

Tabel 1 geeft inzicht in de kosten van woonvoorzieningen op basis van de aangegane verplichtingen. De Dienst Maatschappelijke Zorg (DMZ) rapporteert in haar financiële rapportages op basis van de aangegane verplichtingen.

Ter onderbouwing van het WVG-beleid zijn bij de sectie Wonen de WVG-dossiers geanalyseerd. Deze dossiers bevatten de definitieve beschikkingen die de gemeente Delft heeft afgegeven onder de WVG-verordening sinds april 1994. De bedragen die hiermee per jaar zijn gemoeid, worden weergegeven in tabel 2. De totale uitgaven in deze tabel zijn aanmerkelijk lager dan de totale kosten van tabel 1. Hiervoor zijn twee hoofdoorzaken te geven:

In tabel 1 is een aanmerkelijk bedrag aan verplichtingen opgenomen dat nog niet volledig is afgewikkeld. Deze verplichtingen hebben dus nog niet tot uitgaven geleid en zijn dus in tabel 2 nog niet meegenomen. Per ultimo 1998 was het bedrag aan openstaande verplichtingen circa ƒ 1,2 miljoen.:

In tabel 1 zijn enkele kostencategorieën meegenomen die in het dossieronderzoek van SO buiten beschouwing zijn gebleven, zoals verhuiskostenvergoedingen en terugbetalingen van eigen bijdragen. In de loop van de jaren 1995 tot 1999 loopt dit op tot circa ƒ 1,5 miljoen.

De onderstaande analyse is gebaseerd op de uitgaven naar aanleiding van definitieve beschikkingen oftewel op kasbasis. Belangrijk is dat de analyse duidelijk maakt aan welke voorzieningen de WVG-gelden zijn uitgegeven en een beeld geeft van het verschil in kosten van de verschillende voorzieningen.

In de verdere rapportage (vanaf hoofdstuk 3) zijn we uitgegaan van de voorlopige verplichtingen.

De analyse heeft tot doel inzicht te krijgen in de bestedingen van de WVG-gelden en in de omvang en de mate van aanpassing van het woningbestand met WVG-voorzieningen. De onderstaande analyse geeft inzicht in de definitieve beschikkingen afgegeven in de periode 1995 t/m 18 mei 1999. In 1994 zijn er geen beschikkingen afgegeven.

In de inventarisatie zijn opgenomen het adres van de aangepaste woning, de eigenaar van de woning, de naam van de belanghebbende en eventuele partner en gegevens over de - onder de regeling getroffen - voorzieningen. Van de getroffen voorzieningen zijn geregistreerd het type voorziening, de kosten en het jaar van uitvoering.

 

1.1. Uitgaven WVG-woonvoorziening 1994 t/m 18-5-1999.

Sinds de inwerkingtreding van de WVG in april 1994 tot en met medio mei 1999 is ruim ƒ 7 miljoen verstrekt aan woonvoorzieningen (definitieve uitgaven (zie tabel 2).

Tabel 2: WVG-woonvoorzieningen; totale uitgaven op kasbasis (m.u.v. verhuiskostenbijdrage en roerende zaken) en aantal beschikkingen

 

totale uitgaven op kasbasis WVG-woonvoorzieningen

aantal beschikkingen

1995

ƒ 572.703

185

1996

ƒ 1.406.127

335

1997

ƒ 2.563.797

439

1998

ƒ 1.813.023

438

Subtotaal ’95 t/m ‘98

ƒ

1999 (4,5 maand)

ƒ 668.205

200

Totaal

ƒ 7.023.857

1597

zie ook de figuren 1,8 en 9 in de bijlage

In deze periode is 1997 een topjaar gebleken. De gegevens over 1999 geven nog geen informatie over de resultaten van het gewijzigde beleid. De definitieve beschikkingen die begin 1999 zijn toegekend, zijn aangevraagd op grond van de verordening 1995, die geldig was tot 1999.

Het aantal beschikkingen voor de eerste 4,5 maanden van 1999 is relatief hoog. Onder deze beschikkingen zitten relatief veel beschikkingen voor reparatie/onderhoud van trapliften.

Hoeveel beschikkingen er in de afgelopen jaren zijn afgegeven voor verhuiskostenbijdragen is nog niet bekend. Deze informatie zal zo spoedig mogelijk bekend worden gemaakt.


1.2 WVG-aanpassingen per type.

De gemiddelde kosten per type aanpassing staan vermeld in figuur 2.

Deze gemiddelde kosten zijn schattingen. De meeste beschikkingen betreffen meerdere aanpassingen. De afzonderlijke kosten van de verschillende aanpassingen zijn van deze beschikkingen niet bekend. De schattingen zijn daarom gebaseerd op beschikkingen die zijn afgegeven voor slechts één type aanpassing. De kosten zijn zeer globaal, omdat de kosten bepaald zijn op maar enkele beschikkingen. Zo variëren de kosten van de traplift tussen de ƒ 7.500 en ƒ 16.500.

De kosten van de voorzieningen die in het toilet en in de badkamer worden getroffen, liggen relatief laag. Het rolstoel geschikt maken van de woning, het plaatsen van een traplift en een onderrrijdbaar keukenblad zijn de duurdere voorzieningen in de regeling. Deze voorzieningen leggen dan ook het grootste beslag op de budgetten (zie figuur 3).

De figuren 10 en 11 geven inzicht in het aantal type aanpassingen in de gehele onderzochte periode en per jaar.

Onder de WVG-regeling zijn vooral sanitaire voorzieningen (o.a. verhoogde toiletpotten, steunbeugels, speciale kranen en wash-air wc-brillen) getroffen. De laatste jaren zien we een lichte daling bij het aanbrengen van deze sanitaire voorzieningen.

Van de duurdere aanpassingen is de traplift het meest aangebracht en in relatie daarmee het aantal reparaties van en onderhoud aan trapliften.

Gezien de beperkte analyseperiode kunnen we nog niet spreken van structurele dalingen en stijgingen in het bestedingspatroon.

1.3. Voorraad aangepaste WVG-woningen

Tabel 3 geeft inzicht in de voorraad aangepaste woningen. In veel woningen zullen verschillende voorzieningen zijn. Het totaal van tabel 3 is dus niet de gehele voorraad aangepaste woningen. Diverse woningen zullen zowel rolstoelgeschikt zijn als een verhoogde toiletpot hebben. Deze informatie is helaas nog niet uit het systeem te halen.

Tabel 3: Voorlopig overzicht voorraad1 aangepaste woningen, 17-5-‘99

· Rolstoel geschikte woning2

72

· Woning met traplift

190

· Woning met onderrijdbaar keukenblad

77

· Woning met scootmobiel-berging

110

· Woning met verhoogde toiletpot

503

· Woning met steunbeugels

602

· Woning met speciale kraan

262

· Woning met douche zitje

443

1. op basis van WVG- en RGSHG-regeling

2. interpretatie op basis van voorzieningen

Blijkens figuur 7 zijn in de periode april 1994 tot en met medio mei 1999 in 970 woningen WVG-voorzieningen gerealiseerd. Het jaar 1997 is met 272 ‘nieuwe’ woningen een topjaar. Met ‘nieuwe’ woningen bedoelen we woningen, waarvoor nog niet eerder een WVG-beschikking is afgegeven. In 1998 zijn er 238 ‘nieuwe’ woningen toegevoegd.

1.4. Eigendomsverhouding van de met WVG-gelden aangepaste woningen

In de figuren 4, 5 en 6 wordt inzicht gegeven in:

het aantal definitieve beschikkingen per type eigenaar;

de totale kosten van de definitieve beschikkingen per type eigenaar;

de gemiddelde hoogte van de definitieve beschikkingen per eigenaar.

De meeste beschikkingen (ruim 80%) betreffen voorzieningen in de sociale huurwoningen. Aan Vestia Delft zijn de meeste WVG-beschikkingen verstrekt (figuur 4). Het bijna logische gevolg hiervan is, dat Vestia Delft ook het hoogste scoort ten aanzien van de totale kosten van de definitieve beschikkingen; ruim ƒ 1.780.000,- en ten aanzien van de gemiddelde kosten van de definitieve beschikkingen.

De gemiddelde kosten variëren sterk per type eigenaar. Hieruit kan en mag niet de conclusie worden getrokken dat de ene type eigenaar relatief meer geld besteedt aan het treffen van de voorzieningen dan een ander type eigenaar. Een oorzaak zou kunnen zijn dat het woningbezit van de ene eigenaar moeilijker aanpasbaar is dan het woningbezit van een andere eigenaar.

2.0. Resultaten van de voorgestelde bezuinigingen in de herbezinningsnota

Beheersmatige aspecten

Optimaal gebruik aangepaste woningvoorraad

Momenteel hebben we in beeld welke woningen zijn aangepast en in welke mate de woningen zijn aangepast. Binnenkort worden deze gegevens ook opgenomen in de Basis Registratie Gebouwen (BGB).

Op grond van afspraken met de corporaties worden aangepaste woningen, die beschikbaar komen voor de verhuur, aangemeld bij de sectie Wonen. Vervolgens worden deze woningen aangeboden aan mensen met een lichamelijke beperking die zich hebben aangemeld voor een aangepaste woning (in bezit van urgentie) en op een wachtlijst staan. Wanneer een aangepaste woning niet wordt geaccepteerd, dan wordt deze via het "aanbodmodel" in de Woonkrant aangeboden. Dan kunnen mensen met een lichamelijke beperking vanuit de regio, in het bezit van een urgentie, reageren.

In het eerste kwartaal van 1999 zijn 11 aangepaste woningen beschikbaar gekomen. Daarvan zijn 8 woningen aanvaard door een gehandicapte. Voor één aangepaste woning is de aanbieding nog in procedure. De resterende 2 aangepaste woningen zijn verhuurd via de Woonkrant. In het tweede kwartaal van dit jaar zijn er eveneens 11 aangepaste woningen vrij gekomen. Delftse gehandicapten met een indicatie hebben hiervan 4 woningen aanvaard. Er zijn in deze periode geen aangepaste woningen toegekend aan overige woningzoekenden en de overige 7 woningen zijn nog in behandeling.

In de toekomst willen we de woningen met diverse aanpassingen zo lang mogelijk beschikbaar houden voor de Delftse gehandicapten. Dit betekent dat we een langere leegstand van aangepaste woningen zullen accepteren, als er niet per direct een geschikte nieuwe bewoner is. Als gevolg hiervan moeten we rekening houden met een stijging van de huurderving onder de WVG. Een deel van de huurderving valt onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de woning, conform artikel 2.14 van de verordening.

Beschikbaar krijgen aangepaste woningen

Eventuele winst bij een optimaler gebruik van de aangepaste woningvoorraad kan worden gehaald door aangepaste woningen waarnaar vraag is en waarin de gehandicapte niet meer woont, beschikbaar te krijgen. Dit zal gebeuren op basis van vrijwilligheid en de bewoners kunnen in aanmerking komen voor een financiële bijdrage in de verhuiskosten.

Het geldt dan voor achterblijvende bewoners in aangepaste woningen waarin, na het vaststellen van dit voorstel, de hierboven geschetste situatie ontstaat.

Optimalisering van redelijk gemakkelijk aan te passen woningvoorraad

In het kader van het opplussen (zie volgende item) zijn er overzichten van woningen die redelijk gemakkelijk zijn aan te passen.

In de eerste maanden van 1999 was er genoeg aanbod aan rolstoelgeschikte woningen en te weinig toegankelijke woningen. Veel mensen met een lichamelijke beperking weigerden in deze periode de aangeboden woning, veelal omdat men niet naar de buurt wilde verhuizen waarin de woning werd aangeboden. De verordening staat toe, dat mensen eenmaal een aangeboden woning weigeren. De betrokkenen kunnen er ook voor kiezen om niet te verhuizen en te kiezen voor een financiële tegemoetkoming in de kosten van maximaal ƒ 15.000,-. Willen we de bestaande voorraad optimaal inzetten, dan zullen we ervoor moeten zorgen dat er een ruim aanbod van aangepaste en goedkoop aan te passen woningen is, verspreid over de verschillende wijken. De verhuisplichtige kandidaat krijgt hierdoor meer keuze en kan een woning zoeken die aansluit bij zijn of haar wensen. Vooralsnog hebben we geen redenen om aan te nemen dat de geprognotiseerde bezuinigingen in de herbezinningsnota op dit onderdeel niet gehaald kunnen worden.

 

Aanpasbaar verbouwen/opplussen

Ook kan een optimaler gebruik van de bestaande woningvoorraad worden bereikt met het opplussen van woningen. Met het opplussen worden woningen toegankelijk gemaakt voor minder-mobiele mensen. Het opplussen van woningen is een belangrijk onderdeel voor het realiseren van de WVG-bezuinigingen en het beheersbaar houden van de uitgaven.

Voor 500 woningen is een proefproject opplussen in voorbereiding. De woningen in het proefproject zijn redelijk verspreid over Delft. Ook voor het meerjaren opplusprogramma is spreiding van de complexen over de stad één van de uitgangspunten. Momenteel hebben de woningcorporaties een eerste inventarisatie van de kosten van het opplussen van de complexen, die zijn geselecteerd voor het proefproject. Het project verloopt volgens planning.

De resultaten van deze proefprojecten zullen duidelijk maken welke besparingen voor de WVG-woonvoorzieningen te verwachten zijn door het opplussen.

Offertes/aanbestedingen/achterstallig onderhoud

In het kader van de herbezinningsnota zijn met de woningcorporaties diverse overleggen gehouden. De volgende voorstellen, die hiervan het resultaat zijn, komen uit het overleg met de woningcorporaties:

Op lange termijn vermindering van sanitaire voorzieningen onder de WVG;

Onderhoud van WVG-voorzieningen onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de woning;

Aanbesteding van de WVG-voorzieningen door de gemeente;

Componentenlijst.

Op lange termijn vermindering van sanitaire voorzieningen onder de WVG

De woningcorporaties hebben aangekondigd dat zij om commerciële en markttechnische overwegingen in hun woningbezit diverse sanitaire voorzieningen, die onder de WVG gesubsidieerd worden, standaard in de woningen gaan aanbrengen. De woningcorporaties huisvesten vooral huishoudens met een laag inkomen en zij gaan zich steeds meer richten op het huisvesten van senioren. Zij zijn van plan om in woningen specifiek bestemd voor senioren bepaalde sanitaire voorzieningen aan te brengen, zoals:

éénhandlekranen;

douche glijstang;

thermostatische douchekraan;

verhoogde toiletpot;

steunbeugels;

douche zitje.

Ook in gewone huurwoningen zullen - éénhandlekranen, doucheglijstangen en mogelijk ook thermostatistische douchekranen steeds meer de standaard worden.

Een belangrijk deel van de WVG-doelgroep woont in deze seniorenwoningen. In de toekomst zullen deze mensen bepaalde voorzieningen dus standaard in hun huis aantreffen en hiervoor dus geen beroep meer hoeven te doen op de WVG-gelden.

Verschillende sanitaire voorzieningen zullen als gevolg van deze ontwikkelingen op termijn algemeen gebruikelijk worden en dan niet meer gesubsidieerd worden onder de WVG.

Voorlopig kiest de gemeente Delft er niet voor om diverse sanitaire voorzieningen algemeen gebruikelijk te verklaren. In eerdere bezuinigingsvoorstellen voor de WVG was er wel sprake van algemeen gebruikelijk verklaren van diverse sanitaire voorzieningen. De gemeente heeft er niet voor gekozen om de volgende redenen. De jurisprudentie over algemeen gebruikelijk biedt hiervoor nog te weinig draagvlak. Daarnaast zou dit de doelgroepen van de WVG in problemen kunnen brengen, wanneer nu al de genoemde sanitaire voorzieningen algemeen gebruikelijk worden.

Op termijn zullen de ontwikkelingen in het woningbezit van de woningcorporaties leiden tot vermindering van het aantal sanitaire voorzieningen onder de WVG. De bezuinigingseffecten hiervan zullen pas op langere termijn (na 2003) zichtbaar zijn.

De gemeente wil hierover in de lijn van het Volkshuisvestingsplan prestatie-afspraken maken met de woningcorporaties. Ook met de andere organisaties, die in Delft woningen verhuren specifiek bestemd voor de WVG-doelgroep, wil de gemeente in overleg treden om tot vergelijkbare afspraken te komen.

Onderhoud van WVG-voorzieningen onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de woning

De woningcorporaties vinden het redelijk om het onderhoud van WVG-voorzieningen mee te nemen in het reguliere onderhoud van de woning. In het verleden kwamen er aparte beschikkingen voor het schilderen van een scootmobielbuitenberging. Ook voor het periodieke onderhoud van trapliften werd iedere keer opnieuw een beschikking aangevraagd en toegekend. De bezuiniging door deze verandering voor de toekenning van beschikkingen is beperkt.

Aanbesteding van de WVG-voorzieningen door de gemeente

Momenteel worden diverse aannemers ingezet om de WVG-voorzieningen te realiseren. Met het aanbesteden van de WVG-voorzieningen willen we de werkzaamheden standaardiseren en gaan werken met in principe één aannemer. Het doel van de aanbesteding is te bezuinigen op de prijs van de voorzieningen en niet te bezuinigen op de kwaliteit en de functionaliteit van de voorzieningen.

De medewerker woninginspectie WVG van de sectie Wonen zal met de aannemer in de betreffende woning de werkzaamheden opnemen en controleren. Hierbij wordt ook de woningcorporatie betrokken wanneer er constructieve veranderingen in de woning zullen plaatsvinden.

Gezien de hoogte van de bezuinigingstaakstelling willen we zoveel mogelijk WVG-voorzieningen aanbesteden. Momenteel onderzoekt de gemeente voor welke voorzieningen aanbesteden technisch haalbaar is en financieel zinvol is. Veel WVG-woonvoorzieningen zijn aanpassingen van de woning, die moeilijk te standaardiseren zijn. Het standaardiseren van werkzaamheden bepaalt in een belangrijk deel de te behalen financiële voordelen van een aanbesteding. Tevens onderzoeken we ook of het wenselijk is dat we het onderhoud aanbesteden van ondermeer trapliften en mechanische deuropeners.

De gemeente wil de voorzieningen, waarvoor aanbesteding duidelijke financiële voordelen opleveren, in het najaar van 1999 aanbesteed hebben. De bezuinigingseffecten van deze maatregel zullen dus vooral zichtbaar zijn vanaf het jaar 2000. We denken hiermee ongeveer 10% tot 15% prijsreductie te realiseren.

Componentenlijst

Op de Componentenlijst 1999 staan standaardprijzen (materiaalkosten, voorrijkosten, arbeidsuren en arbeidskosten) voor een aantal veel voorkomende werkzaamheden. Deze prijzen zijn de maximale WVG-bijdragen voor de voorzieningen op deze lijst. De lijst is in overleg met de woningcorporaties tot stand gekomen. Het is een aanzienlijke besparing in vergelijking met de eerdere Componentenlijst. De lijst heeft vooral betrekking op sanitaire voorzieningen. Door het voorstel "Op lange termijn vermindering van sanitaire voorzieningen onder de WVG" zal in de toekomst het bezuinigingseffect van de Componentenlijst verminderen. Nadat de "aanbesteding van WVG-voorzieningen door de gemeente" gerealiseerd zal zijn, zullen de voorzieningen op deze Componentenlijst die aanbesteed zijn, vermoedelijk komen te vervallen. Het bezuinigingseffect van de Componentenlijst is hierdoor beperkt.

Offertes/achterstallig onderhoud

Naast een beoordeling van de kosten/kwaliteitsverhouding, zal in de nabije toekomst tevens bekeken worden of alle werkzaamheden primair noodzakelijk zijn vanuit de handicap van de aanvrager. Werkzaamheden in een woning die noodzakelijk zijn om de woning aan te passen aan de eisen van de huidige tijd, zoals het vervangen van een lavet door een douche, kunnen niet onder de WVG-regeling gedeclareerd worden.

De hiervoor genoemde besparingen zijn de totale besparingen van de onder het item ‘offertes/aanbestedingen/achterstallig onderhoud’ genoemde maatregelen. Het grootste aandeel van deze bezuiniging wordt gehaald door aanbesteding. Naar verwachting is vanaf 2000 een besparing op deze onderdelen mogelijk van ƒ 350.000,= structureel op jaarbasis. De beoogde bezuiniging van ƒ 400.000,= in de Herbezinningsnota op dit onderdeel wordt hierdoor niet behaald.

Prijsmaatregelen

verhuiskostenbijdragen

In de Verordening voorzieningen gehandicapten 1999 van de gemeente Delft is artikel 2.4 ‘Verhuis- en herinrichtingskosten’, lid 3 gewijzigd conform het voorstel in de nota herbezinning WVG van 8 september 1998. Een verhuiskostenbijdrage kan met deze wijziging alleen gedeclareerd worden als de verhuizing binnen 6 maanden plaatsvindt nadat op de aanvraag is beschikt.

Deze wijziging in de verordening leverde een bezuiniging op van ƒ42.000,-. Dit betreffen aanvragen voor de verhuiskostenvergoeding in de periode 1995 - 1998, die niet binnen de 6 maanden zijn gerealiseerd. Deze bezuiniging is niet structureel. Gezien de wijziging in de verordening om verhuizing verplicht te stellen als de kosten boven de ƒ15.000 liggen, zullen de uitgaven aan verhuiskostenbijdragen niet dalen. We zullen rekening moeten houden met een stijging van deze kostenpost. Op basis van de beschikkingen van 1998 moeten we rekening houden met een stijging van circa ƒ 80.000 op jaarbasis.

Interpretatie van regelgeving/criteria

aanpassingen boven ƒ 15.000,- automatisch verhuisplicht

In de Verordening voorzieningen gehandicapten 1999 van de gemeente Delft is artikel 2.3 ‘Het primaat van de verhuizing’ gewijzigd conform de voorstellen in de nota herbezinning WVG van 8 september 1998. Dit houdt in dat indien de aanpassingen meer dan ƒ 15.000,- bedragen, de aanvrager automatisch de verhuisplicht krijgt opgelegd. In de afgelopen jaren vermeldde 10% van de beschikkingen een bedrag boven de ƒ 15.000,-.

Deze wijziging in de verordening kan dus een bijdrage leveren aan de bezuinigingen. Dit is echter alleen mogelijk als er voor alle aanvragers binnen 6 maanden een aangepaste of goedkoop aan te passen woning beschikbaar komt. In de eerste maanden van 1999 was er genoeg aanbod van woningen voor mensen met een lichamelijke beperking en te weinig voor ouderen. De verhuisbereidheid is, zoals we al eerder geconstateerd hebben, gering. De verordening staat toe, dat mensen eenmaal een aangeboden woning weigeren. De betrokkenen kunnen er ook voor kiezen om niet te verhuizen en kunnen dan woningaanpassingen onder de WVG krijgen voor maximaal ƒ 15.000,-.

Op grond van het bovenstaande houden we er rekening mee dat, zolang het aanbod aangepaste woningen/goedkoop aan te passen woningen beperkt is, de beoogde bezuiniging de eerste jaren lager zal uitvallen dan begroot was. Een besparing van ƒ 250.000 op jaarbasis tot 2003 lijkt ons reëler dan de ƒ 350.000,=, zoals genoemd in de nota "Herbezinning WVG". Na 2003 is er een ruimer aanbod als gevolg van het opplussen van woningen.

Dit bezuinigingsbedrag is inclusief de bezuiniging van ƒ 150.000 van het voorstel "Optimaal gebruik huidige voorraad". De netto bezuiniging van de verhuisplicht bedraagt dus ƒ 100.000. Dit bedrag is dan ook in de tabel op de laatste pagina van deze nota genoemd.

alleen medische noodzaak/geen preventie

De WVG-aanvragen onder de nieuwe regeling (sinds 1999) verlopen conform de richtlijnen van de herbezinningsnota. Er wordt gecontroleerd of de voorzieningen betrekking hebben op de lichamelijke handicap van de aanvrager en of de voorzieningen nu noodzakelijk zijn. Er zijn dan ook geen redenen om aan te nemen dat de beoogde bezuiniging van ƒ 100.000,= niet haalbaar is.

Voorzieningen

stallingsmogelijkheden scootermobielen

In de herbezinningsnota WVG werd voorgesteld om aan de toekenning van scootermobielen de voorwaarde te stellen dat op goedkope wijze stallingsruimte gerealiseerd kan worden. Nu blijkt uit de inventarisatie van de WVG-beschikkingen dat de totale uitgaven aan scootermobielbergingen een beperkt beslag legt op de totale WVG-uitgaven woonvoorzieningen. Het aantal bergingen onder de WVG en de kosten van de bergingen waren te hoog ingeschat. Wijziging van de toekenning van scootermobielen heeft beperkte financiële voordelen en levert daardoor niet de in de nota voorgestelde bezuiniging op.

Wel kan op deze buitenbergingen bezuinigd worden door te kiezen voor de goedkoopste adequate oplossing. Hierover hebben we u al eerder geïnformeerd in de Financiële stand van zaken WVG van DMZ van 8-3-’99. Hierin werd vermeld dat hierdoor een bezuiniging van ƒ 30.000 op jaarbasis haalbaar is. De beoogde bezuiniging van ƒ 145.000 op dit onderdeel zal niet gerealiseerd worden.

 
3. Voorstellen voor nieuwe bezuinigingsmaatregelen

Uit de overleggen met de woningcorporaties zijn verschillende substantiële nieuwe bezuinigingsmaatregelen naar voren gekomen. Deze maatregelen zijn in deze nota besproken onder het onderwerp offertes/aanbesteden/achterstallig onderhoud’. Deze maatregelen zijn:

sanitaire voorzieningen in de woningen zijn de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de woning;

onderhoud van WVG-voorzieningen onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de woning;

Componentenlijst.

Apparaatskosten

De vergrijzing van de (plaatselijke) bevolking zal ertoe leiden dat een steeds grotere groep mensen te maken krijgt met mobiliteitsbeperkingen en behoefte krijgt aan voorzieningen in hun woning. Op basis van deze ontwikkelingen zullen we op de lange termijn te maken krijgen met een toename van het aantal aanvragen op grond van de WVG. Zonder wijziging van beleid zal dit leiden tot een kostenstijging voor de uitvoering van de WVG. De hierboven voorgestelde nieuwe bezuinigingsmaatregelen hebben als belangrijk voordeel dat het aantal aanvragen op de korte termijn zal dalen. Dit moet nog inzichtelijk worden gemaakt, waarna we inzicht verkrijgen in de consequenties voor de apparaatskosten van WVG-woonvoorzieningen. De voorlopige verwachting is, als gevolg van de voorgestelde maatregelen, dat de komende jaren deze apparaatskosten voor de WVG niet stijgen.

4. Conclusies

In de tabel op de laatste pagina van deze nota zijn de verwachte financiële resultaten van de verschillende bezuinigingsmaatregelen, die zijn beschreven in deze nota, vermeld voor de jaren 2000 t/m 2003. De financiële resultaten zullen in de WVG-uitgaven pas in de tweede helft van 1999 zichtbaar worden. Veel definitieve verplichtingen die in het eerste jaar van 1999 worden uitbetaald, zijn aangevraagd voor 1 januari 1999, toen de oude verordening van kracht was.

Op basis van de huidige inzichten in de bestedingen van de WVG-gelden en nader onderzoek naar de haalbaarheid van de verschillende bezuinigingsmaatregelen, verwachten we met de gepresenteerde bezuinigingsmaatregelen in deze nota in het jaar 2000 een bezuiniging te halen van circa ƒ 775.000. In de nota Herbezinning WVG was de bezuinigingstaakstelling voor 2000 bepaald op ƒ 1.150.000. In het jaar 2000 evenals de jaren 2001 en 2002 ligt het bezuinigingsbedrag ƒ 375.000 lager dan het beoogde bezuinigingsbedrag in de herbezinningsnota. De bezuiniging zal oplopen tot circa ƒ 1.250.000 in het jaar 2003. In het 2003 ligt het beoogde bezuinigingsbedrag ƒ 275.000 lager dan beoogd was in de herbezinningsnota.

De bezuinigingseffecten van de bezuinigingsmaatregelen voor 1999 zijn nog onbekend. Diverse bezuinigingsmaatregelen in deze nota hebben een lange voorbereidingstijd of leiden pas op termijn tot financiële resultaten. In dit kader willen wij vooral het opplussen van woningen noemen. Deze regeling is van groot belang voor de toekomstige uitgaven van de WVG.

In de nota financiële stand van zaken WVG, die in het najaar 1999 verschijnt, zullen we u informeren over de bezuinigingen van de woonvoorzieningen in 1999, over het totale meerjaren beeld van deze bezuinigingen en over de algemene consequenties voor de WVG.

 

5. Voorstel

Voorgesteld wordt om kennis te nemen van de analyse van de WVG-beschikkingen voor woonvoorzieningen (hoofdstuk 1) en in te stemmen met de bezuinigingen genoemd onder de conclusies (hoofdstuk 4) en de hieronder genoemde bezuinigingsmaatregelen:

Woningen met diverse aanpassingen zo lang mogelijk beschikbaar te houden voor de Delftse gehandicapten;

(zie paragraaf 2.0 onder Optimaal gebruik aangepaste woningvoorraad)

De voorgestelde procedure voor het beschikbaar krijgen van aangepaste woningen;

(zie paragraaf 2.0 onder Beschikbaar krijgen aangepaste woningen)

Het onderhoud van WVG-voorzieningen te laten vallen onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de woning;

(zie paragraaf 2.0 onder Onderhoud van WVG-voorzieningen onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de woning)

Het aanbesteden van de WVG-voorzieningen te laten verrichten door de gemeente;

(zie paragraaf 2.0 onder Aanbesteding van de WVG-voorzieningen door de gemeente)

Te werken met de Componentenlijst 1999.

(zie paragraaf 2.0 onder Componentenlijst);

M. Hueber

BoWon/Wonen

paraaf hoofd d.d.

 

Overzicht van de bezuinigingseffecten van de verschillende maatregelen vergeleken met de bezuinigingsprognoses in de herbezinningsnota

 

 

 

 

 

 

Woonvoorzieningen

1999

2000

2001

2002

2003

· optimaal gebruik woningvoorraad

*

fl 150.000

fl 150.000

fl 150.000

fl 150.000

prognose in herbezinningsnota

fl 150.000

fl 150.000

fl 150.000

fl 150.000

fl 150.000

· aanpasbaar verbouwen

*

fl 125.000

fl 250.000

fl 375.000

fl 500.000

prognose in herbezinningsnota

fl 0-

fl 125.000

fl 250.000

fl 375.000

fl 500.000

· offertes & aanbestedingen/achterstallig onderhoud

*

fl 350.000

fl 350.000

fl 350.000

fl 350.000

prognose in herbezinningsnota

fl 400.000

fl 400.000

fl 400.000

fl 400.000

fl 400.000

· verhuiskostenbijdrage

min.fl 42.000

fl 80.000-

fl 80.000-

fl 80.000-

Fl 80.000-

prognose in herbezinningsnota

fl 30.000

fl 30.000

fl 30.000

fl 30.000

Fl 30.000

· verhuisplicht**

*

fl 100.000

fl 100.000

fl 100.000

fl 200.000

prognose in herbezinningsnota

fl 200.000

fl 200.000

fl 200.000

fl 200.000

fl 200.000

· medische noodzaak/ geen preventie

*

fl 100.000

fl 100.000

fl 100.000

fl 100.000

prognose in herbezinningsnota

fl 100.000

fl 100.000

fl 100.000

fl 100.000

fl 100.000

· stallingen scootermobiel

*

fl 30.000

fl 30.000

fl 30.000

Fl 30.000

prognose in herbezinningsnota

fl 145.000

fl 145.000

fl 145.000

fl 145.000

fl 145.000

Totale bezuinigingen woonvoorzieningen (excl. apparaatskosten***) op basis van juni-nota

min.fl 42.000

fl 775.000

fl 900.000

fl 1.025.000

fl 1.250.000

Totale bezuinigingen woonvoorzieningen (excl. apparaatskosten) op basis van herbezinningsnota

fl 1.025.000

fl 1.150.000

fl 1.275.000

fl 1.400.000

fl 1.525.000

saldo bezuinigingen juni-nota - herbezinningsnota

*

fl 375.000-

fl 375.000-

fl 375.000-

fl 275.000-

* = de hoogte van de bezuinigingen voor 1999 zijn nog niet bekend

** = exclusief bezuiniging van fl 150.000 door optimaal gebruik huidige voorraad

*** = afdeling Wonen realiseert de geprognotiseerde bezuinigingen op de apparaatskosten. In de herbezinningsnota zijn deze kosten niet uitgesplitst voor de verschillende afdelingen

terug naar boven