30 March 2000

Nota - Nieuwe aanbesteding Collectief Vraagafhankelijk Vervoer en leerlingenvervoer
 


naar agenda

 

Geacht college,

1. Aanleiding

Begin 1998 heeft de gemeente Delft een Europese aanbesteding gehouden voor zowel het leerlingenvervoer als een nieuw systeem van Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (=CVV, merknaam: Stadstax Delft). Op 1 juni 1998 zijn beide contracten ingegaan. De kwaliteit van beide vervoersystemen geven de gemeente thans geen aanleiding tot verandering van de contracten.

Zoals u weet heeft de firma Deltax, die zowel de Stadstax als het leerlingenvervoer uitvoert, op 9 augustus 1999 in een brief aan de gemeente aangegeven dat de financiële positie van het bedrijf het afgelopen jaar aanzienlijk is verslechterd. In de brief wordt als reden genoemd dat Deltax bij de aanbesteding van het CVV een te lage kostprijs heeft geoffreerd. Deltax vraagt de gemeente in te stemmen met een verhoging van de kostprijs van ƒ8,08 tot ƒ13,53 per gereisde zone.

Normaal gesproken vallen dergelijke situaties onder de noemer "ondernemersrisico" en is het aan de firma Deltax om het probleem op te lossen. De gemeente heeft echter een zorgplicht voor het WVG-vervoer en leerlingenvervoer (ook aan Deltax uitbesteed). Om te voorkomen dat de uitvoering van het vervoer in gevaar komt, is een onderzoek gestart naar de feitelijke situatie waarin Deltax verkeert. Aan de hand daarvan kan beoordeeld worden welke rol de gemeente hierin kan of moet spelen.

In deze nota komt achtereenvolgens aan de orde:

  • resultaten van het onderzoek
  • oplossingsrichtingen (korte en lange termijn)
  • voorstel voor te nemen besluiten

2. Resultaten onderzoek financiële situatie Deltax

2.1 Onderdelen van het onderzoek

Het onderzoek, uitgevoerd door Ernst & Young Accountants, omvatte de volgende onderdelen:

  • verificatie cijfers (kostprijsberekening Stadstax)
  • liquiditeitspositie nu en in toekomst ("zeewaardigheid" van het bedrijf)
  • juridische structuur Deltax (o.a. koppeling tussen BV’s)
  • mogelijkheden voor korte termijn (o.a. overgangsregelingen) en lange termijn (structurele verbetering bedrijfsprocessen)

Tevens zijn gesprekken gevoerd met de firma Deltax en diens bank, Rabobank Delflanden, om mogelijke oplossingen te bespreken.

 

2.2 Financiële situatie Deltax

Uit het onderzoek komt naar voren dat de financiële problemen inderdaad hoofdzakelijk zijn veroorzaakt doordat Deltax bij de aanbesteding een (veel) te lage kostprijs voor de Stadstax heeft geoffreerd. Belangrijkste oorzaak is een onjuiste prognose van de verdeling van het vervoer over de dag: het blijkt dat het vervoer een duidelijk piek-dal-patroon vertoont, hetgeen aanzienlijk meer personeel en materieel vraagt dan een gelijkmatige verdeling over de dag.

Het onderzoek heeft voorts aangetoond dat de financiële situatie van de gehele Deltax-holding op dit moment zorgwekkend is: naast de Stadstax is thans ook het taxivervoer verliesgevend. Deltax geeft aan dat dit het gevolg is van het feit dat men capaciteitsproblemen bij de Stadstax heeft willen oplossen met materieel en personeel van het gewone taxivervoer. Het leerlingenvervoer is, samen met het overig groepsvervoer, wel winstgevend.

Desalniettemin zijn zowel Ernst & Young als de Rabobank positief over de toekomstmogelijkheden van Deltax, mits aan een tweetal voorwaarden wordt voldaan. Ten eerste dient Deltax de mogelijkheid te hebben om de juiste kostprijs te hanteren, zodat de onderneming weer voldoende armslag krijgt om goed te functioneren en noodzakelijke investeringen te plegen. Ten tweede dient Deltax een aantal organisatorische verbeteringen door te voeren, waarmee nu al een start is gemaakt.

2.3 Juridische (on)mogelijkheden

De regelgeving omtrent (Europese) aanbestedingen staat tussentijdse wijziging van kostprijzen die zijn vastgelegd in een contract niet toe. Hiermee zou immers oneerlijke concurrentie tussen aanbieders ontstaan. De gemeente kan dan ook niet instemmen met het verzoek van Deltax om de kostprijs binnen het huidige contract te verhogen.

Dit houdt in dat Deltax gehouden is aan het huidige contract met de oorsponkelijke kostprijs. Het contract kan slechts worden ontbonden indien:

  • één van beide partijen zijn verplichtingen niet nakomt
  • Deltax in staat van faillissement is verklaard
  • Deltax surseance van betaling aanvraagt
  • besloten wordt tot ontbinding van de rechtspersoon of tot wezenlijke wijziging van de statuten van Deltax
  • Deltax één of meer van haar rechten en/of verplichtingen uit het contract overdraagt aan derden zonder voorafgaande toestemming van de gemeente.

3. Oplossingen

 

3.1 Lange termijn

Continuering van het huidige contract met de huidige kostprijs leidt tot het faillissement van Deltax. Daarom is de enige oplossing voor de lange termijn een nieuwe aanbesteding van het CVV. Het doorlopen van een dergelijke procedure neemt 6 tot 8 maanden (hierna te noemen: de interimperiode) in beslag, zodat een nieuw contract naar verwachting in juni 2000 kan ingaan.

Overigens is het hiervoor wel noodzakelijk dat het huidige contract wordt opgezegd. Formeel gezien heeft de gemeente hiervoor thans geen mogelijkheden. Om organisatorische en financiële redenen is het aan te bevelen om wederom het CVV en leerlingenvervoer gezamenlijk aan te besteden. Dit betekent dat ook het contract voor het leerlingenvervoer opgezegd moet worden.

Er zal nader in beeld worden gebracht hoeveel tijd en geld de voorbereiding van de nieuwe aanbesteding gaat kosten.

Als gevolg van de nieuwe aanbesteding zullen de exploitatiekosten van de Stadstax aanzienlijk toenemen. Op basis van de offertes van de vorige aanbesteding en de recentelijk door Deltax genoemde kostprijs wordt verwacht dat een reizigersrit in zone 1 minimaal ƒ13,50 gaat kosten. Op jaarbasis betekent dit, uitgaande van dezelfde tarieven voor reizigers, een toename van de gemeentelijke bijdrage van minimaal ƒ 0,9 miljoen. Welke consequenties dit heeft voor de kosten van het leerlingenvervoer is nog onbekend.

3.2 Korte termijn

Zorgplicht

Een belangrijk criterium voor de gemeente bij de te kiezen oplossing voor de korte termijn is de continuïteit van het vervoer. De gemeente heeft de plicht het vervoer van WVG-geïndiceerden en schoolkinderen te verzorgen, hetzij middels het aanbieden van een vervoersysteem, hetzij middels het verstrekken van een taxikostenvergoeding. De gemeente Delft heeft gekozen voor een collectief vervoersysteem en dient te allen tijde te zorgen voor continuïteit van dit systeem. Verzuim van deze zorgplicht kan leiden tot vervoerproblemen en isolement van de (kwetsbare!) doelgroep. Juridische procedures en claims tegen de gemeente zijn dan niet uitgesloten.

Scenario’s

Voor de korte termijn zijn drie scenario’s denkbaar:

  • Deltax blijft zelfstandig bestaan (en exploiteert de Stadstax en het leerlingenvervoer in de interimperiode)
  • Deltax wordt overgenomen
  • Deltax gaat failliet

Met het oog op de gemeentelijke zorgplicht dient in ieder geval het faillissement van Deltax voorkomen te worden. Dit kan immers leiden tot een onderbreking in de exploitatie van de Stadstax en het leerlingenvervoer. Scenario 2 is een zaak tussen vervoerbedrijven onderling; hierin heeft de gemeente geen rol. Er zijn thans geen aanwijzingen dat een overname op korte termijn realiteit wordt. Het verdient derhalve aanbeveling aan te sturen op scenario 1. De conclusies van het onderzoek naar de financiële situatie van Deltax versterken de overtuiging dat een samenwerking met Deltax in de interimperiode goede mogelijkheden biedt.

Contract

Voorwaarde voor de continuïteit van de Stadstax is dat het huidige contract ontbonden wordt, zodat in een tijdelijke overeenkomst een hogere kostprijs afgesproken kan worden. Dit kan op korte termijn gebeuren. In een brief d.d. 27 september 1999 heeft Deltax reeds aangegeven het contract te willen ontbinden.

De gemeente kan hierop reageren door met deze opzegging in te stemmen.

Hiermee wordt formeel gezien afgeweken van het contract en van de privaatrechtelijke wetgeving. De noodzaak van het instandhouden van het vervoer is echter dermate evident dat verwacht wordt dat de wetgever hiervoor begrip zal hebben. Het is immers de enige manier om de situatie met Deltax op te lossen zonder dat WVG-geïndiceerden (tijdelijk) zonder vervoer komen te zitten.

Kosten

Met betrekking tot de kosten van de Stadstax dient onderscheid gemaakt te worden tussen het overeenkomen van een hogere kostprijs gedurende de interimperiode en een extra bijdrage aan Deltax ter gedeeltelijke compensatie van de opgelopen verliezen. De hogere kostprijs is noodzakelijk om te voorkomen dat de verliezen van Deltax gedurende de interimperiode verder toenemen en faillissement onafwendbaar wordt.

De extra bijdrage van gemeentelijke zijde geeft Deltax de gelegenheid om de bedrijfsvoering te normaliseren. Hiermee wordt voorkomen dat Deltax alsnog gedurende de interimperiode genoodzaakt is de bedrijfsactiviteiten te staken. Met het oog op de reeds eerder genoemde zorgplicht lijkt deze extra bijdrage gerechtvaardigd.

Voorgesteld wordt om de extra bijdrage te betalen als zijnde een hogere kostprijs met terugwerkende kracht. Kostprijsverhoging per begin augustus jl. is in ieder geval reëel omdat Deltax immers al op 9 augustus jl. heeft aangegeven een hogere kostprijs te willen afspreken. Overwogen kan worden om de kostprijsverhoging nog enkele maanden eerder te laten ingaan.

Deltax heeft aangegeven dat zij gedurende de interimperiode voor de volgende kostprijzen kan rijden: ƒ13,53 voor een rit in zone 1 en ƒ21,58 voor een rit van/naar zone 2. Naar verwachting houdt de kostprijsverhoging per 1 augustus 1999 een stijging van het gemeentelijke budget in van circa ƒ680.000,-- (tot 1 juni 2000): circa ƒ330.000,-- in 1999 en circa ƒ350.000,-- in 2000. De omvang van de extra bijdrage is afhankelijk van het moment waarop de kostprijsverhoging ingaat: iedere maand eerder kost de gemeente circa ƒ55.000,-- extra. Voorgesteld wordt om een extra bijdrage van één maand aan te houden, ofwel circa ƒ55.000,--. In totaal bedragen de extra kosten tot aan de aanbesteding dus circa ƒ735.000,--.

In het hierboven genoemde gesprek heeft Deltax overigens gevraagd om een bevoorschotting van een deel van de kostprijsverhoging voor 1999. Dit stelt het bedrijf in staat om openstaande facturen (o.a. GAK) en salarissen te kunnen betalen. Gedacht wordt aan een bedrag van ƒ250.000,--. Voorgesteld wordt dit verzoek positief te beantwoorden: uitgaande van een kostprijsverhoging per 1 juli jl. heeft Deltax tot 15 oktober jl. nog circa ƒ215.000,-- tegoed.

 

4. Voorstel voor te nemen besluiten

Voorgesteld wordt:

  • in te stemmen met de opzegging van het contract Collectief Vraagafhankelijk Vervoer door Deltax, onder de voorwaarde dat ook het contract leerlingenvervoer wordt ontbonden;
  • in te stemmen met een nieuwe Europese aanbesteding van het CVV en het leerlingenvervoer;
  • in te stemmen met het afsluiten van een "interimcontract" met Deltax voor de periode vanaf 1 juli 1999 tot de ingangsdatum van het nieuwe CVV-contract (voorlopig 1 juni 2000), uitgaande van een kostprijs van ƒ13,53 voor zone 1 en ƒ 21,58 voor een rit van/naar zone 2;
  • in te stemmen met het afsluiten van een "interimcontract" met Deltax voor de periode vanaf 1 juli 1999 tot de ingangsdatum van het nieuwe contract leerlingenvervoer (voorlopig 1 juni 2000), op basis van de huidige contractvoorwaarden;
  • de extra uitgaven voor de Stadstax à ƒ735.000,-- ten laste te brengen van het WVG-budget van de gemeente Delft;
  • deze voorstellen ter advisering voor te leggen aan de commissie Werk, Zorg en Onderwijs op 11 november 1999.

E. Pippel

sector Infrastructuur, sectie VB


paraaf hoofd, d.d.

terug naar boven