30 March 2000

Raadsvoorstel nr 56 - Verordening ‘ Tijdelijke regeling nood- fonds studiefinanciering schooljaar 1999/200


terug naar lijst ingekomenstukken


Stuk 56 I

Dienst welzijn, onderwijs en cultuur W99001273 Delft, 16 maart 1999.

Onderwerp : Verordening ‘ Tijdelijke regeling noodfonds studie- -financiering schooljaar 1999/2000 ‘

Aan de gemeenteraad.

Geachte dames en heren,

In de commissievergadering Werk, zorg en onderwijs is in januari jl. ingestemd met het voorstel om binnen het fonds sociale vernieuwing het ontstane overschot van ƒ 45.000,- beschikbaar te stellen van het educatieplan. Dit om in individuele gevallen Delftse burgers met studiekosten, die geen enkele aanspraak kunnen maken op een andere voorziening, te kunnen helpen.

Aangezien op basis van de Wet Algemene Bestuursrecht aan het verstrekken van subsidies een verordening ten grondslag moet liggen, stellen wij voor het bedrag van ƒ 45.000,- conform bijgaande verordening ‘ Tijdelijke regeling noodfonds studiefinanciering schooljaar 1999/2000 ‘ in te zetten.

De verordening is een tijdelijke regeling uitsluitend bedoeld voor Delftenaren die behoren tot één van de doelgroepen zoals genoemd in het educatieplan 1999, te weten :

  • Langdurig werklozen (langer dan één jaar werkloos).
  • Mensen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt (ingedeeld in fase 4 bij de dienst maatschappelijke zorg).
  • Nieuwkomers : alleenstaande minderjarige asielzoekers met een W-document en mensen met een voorlopige vergunning tot verblijf.

Voor de toekenning van een studietoelage wordt bovendien vereist dat kandidaten die daarvoor in aanmerking wensen te komen niet in staat zijn uit andere middelen hun studie te bekostigen.

Onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie middelen stellen wij u voor :

  1. vast te stellen de bijgaande verordening ‘ Tijdelijke regeling noodfonds studie-financiering schooljaar 1999/2000 ‘
  2. Het bedrag van ƒ 45.000,- in te zetten conform de verordening ‘ Tijdelijke regeling noodfonds studiefinanciering schooljaar 1999/2000 ‘.

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van Delft,

H.M.C.M. van Oorschot , burgemeester

N. Roos , secretaris

 


Stuk 56 II

Dienst welzijn, onderwijs en cultuur W99001273

De raad der gemeente Delft ;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 maart 1999;

gelet op het advies van de commissie Werk, zorg en onderwijs,

b e s l u i t :

  1. Vast te stellen de verordening ‘ Tijdelijke regeling noodfonds studiefinanciering schooljaar 1999/2000 ‘
  2. Het bedrag van ƒ 45.000,- in te zetten conform de verordening ‘ Tijdelijke regeling noodfonds studiefinanciering schooljaar 1999/2000 ‘.

Artikel 1.

  1. De regeling heeft als doel de in lid 2 omschreven doelgroep in staat te stellen om een opleiding richting professionele of maatschappelijke redzaamheid te volgen.
  1. De regeling is uitsluitend bedoeld voor ingeschrevenen in de gemeente Delft die behoren tot één van de doelgroepen zoals genoemd in het educatieplan 1999, te weten ;
  • Langdurig werklozen (langer dan 1 jaar werkloos).
  • Mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (ingedeeld in fase 4 bij de dienst maatschappelijke zorg).
  • Nieuwkomers : alleenstaande minderjarige asielzoekers met W-document en mensen met een voorlopige vergunning tot verblijf.
  1. De steun wordt verstrekt voor één jaar als studietoelage zonder verplichting tot terugbetaling, wanneer voldaan wordt aan het gestelde in deze verordening.

Artikel 2.

  1. Voor de uitvoering van deze regeling wordt (éénmalig) een bedrag van ƒ 45.000,- aan het educatiebudget op de onderwijsbegroting toegevoegd.

2. De regeling loopt einde schooljaar 1999/2000 van rechtswege af.

Artikel 3.

  1. Burgemeester en wethouders kunnen gedurende het schooljaar 1999/2000 aan één of meer Delftse burgers op hun verzoek ten laste van het fonds een studietoelage toekennen.
  1. Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het gestelde in artikel 6, lid 1, toelagen verstrekken tot maximaal het bedrag dat het fonds bevat.
  2. De aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer het aantal aanvragen dusdanig is dat bij reguliere toekenning het maximum bedrag van ƒ 45.000,- overschreden zou worden, worden de overige aanvragen afgewezen.

Artikel 4.

In mei 1999 maken burgemeester en wethouders door middel van perspublicaties gegadigden attent op de mogelijkheid een toelage aan te vragen .

Artikel 5.

Een aanvraag om een toelage voor scholing kan bij burgemeester en wethouders ingediend worden gedurende het schooljaar 1999/2000. Aanvragen worden ingediend op de daarvoor bestemde formulieren. Alleen volledig en juist ingevulde formulieren worden in behandeling genomen.

De aanvraag moet betrekking hebben op studies die in laatstbedoelde periode aanvangen of reeds zijn aangevangen.

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders besluiten een aanvraag die buiten deze periode is ingediend toch in behandeling te nemen.

Artikel 6.

  1. De studietoelage bedraagt ten hoogste ƒ 1.000,- per schooljaar.

Artikel 7.

  1. Voor de toekenning van een studietoelage wordt bovendien vereist dat kandidaten die daarvoor in aanmerking wensen te komen:
  • niet in staat zijn uit andere middelen hun studie te bekostigen of te doen bekostigen;
  • naar de mening van burgemeester en wethouders in staat zijn de studie met goed gevolg

te volbrengen.

  • Een bewijsstuk leveren waaruit blijkt dat de aanvrager valt onder de doelgroep zoals genoemd in artikel 1, lid 2 .

Als bewijsstukken worden onder meer aanvaard een schriftelijke verklaring van het Arbeidsbureau, de Dienst Maatschappelijke Zorg, afdeling onderwijs en Bureau Nieuwkomers van de gemeente Delft .

Artikel 8.

Voor een studietoelage komen alleen gegadigden in aanmerking die een erkende opleiding in Nederland volgen.

Een studietoelage kan uitsluitend worden verstrekt als tegemoetkoming in de directe studiekosten. Onder directe studiekosten wordt ondermeer verstaan :

  • inschrijfgeld
  • lesgeld, niet zijnde het wettelijk verplichte lesgeld
  • examenkosten
  • kosten voor vereiste boeken of boekenfonds
  • kosten van voor de opleiding noodzakelijke materialen

Artikel 9.

Een studietoelage wordt slechts uitbetaald , nadat is aangetoond, dat aanvrager de opleiding ook werkelijk heeft aangevangen. Wanneer de studietoelage hoger is dan ƒ 500,- vindt uitbetaling in twee termijnen plaats. Voor uitbetaling van de tweede termijn dient te worden aangetoond, dat de opleiding nog steeds wordt gevolgd. Tussen uitbetaling van de eerste en tweede termijn wordt minimaal drie maanden tussenruimte in acht genomen. De kandidaat verplicht zich het voltooien van de opleiding schriftelijk aan burgemeester en wethouders te melden.

Een studietoelage moet geheel of gedeeltelijk aan de gemeente Delft worden terugbetaald indien betrokkene de studie niet aanvangt of tussentijds beëindigt.

Artikel 10

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 maart 1999.

, burgemeester

, secretaris

 

terug naar boven