Bijlage 2 oudkomers  (deel 3)
 


naar agenda


naar deel 1
 


naar deel 2


naar deel 4

 
B4.6  Leerlingen van niet-Nederlandse afkomst* op basisscholen             naar land van herkomst op 1 oktober

land van herkomst

indexcijfers (1998=100)

aantal leerlingen 1999

1994

1995

1996

1997

1998

1999

Griekenland

100

138

163

138

100

150

12

Italië

78

83

90

108

100

88

35

Joegoslavië

54

79

85

103

100

97

38

Marokko

64

75

87

96

100

96

127

Molukse eilanden

-

-

-

-

-

-

-

Portugal

46

85

100

108

100

100

13

Spanje

93

100

107

129

100

100

14

Tunesië

100

67

67

117

100

100

6

Turkije

67

73

89

98

100

100

322

Kaapverdië

56

56

78

56

100

89

8

Suriname

83

87

100

105

100

95

218

Ned. Antillen

59

64

80

103

100

134

79

Aruba

129

143

114

129

100

100

7

Vluchtelingen

31

36

47

66

100

114

320

Overige**

68

68

76

83

100

109

348

totaal

63

68

80

91

100

105

1.547

bron:

Dienst Welzijn, Onderwijs en Cultuur, afd. Onderwijs

*

zie lijst met definities op blz. 233

**

niet-engelstalig land buiten Europa waaruit de ouders van de leerlingen afkomstig zijn

Leesvoorbeeld (zie raster):

Op 1 oktober 1999 zaten er 127 Marokkanen op Delftse basisscholen, dat is 4% minder dan op het         1 oktober 1999.

4.7      Leerlingen van niet-Nederlandse afkomst* op basisscholen                 in 1999 in aantallen en in procenten van het totaal aantal                 leerlingen per richting per schoolwijk op 1 oktober

richting

schoolwijk**

totaal aantal

11

12

13

14

22

23

24

25

28

aantallen

openbaar

-

51

90

-

41

20

393

82

-

677

rooms-katholiek

19

21

31

-

31

5

149

49

45

350

prot.-christelijk

18

-

42

-

18

24

131

209

-

442

reformatorisch

-

-

-

-

-

-

-

-

50

50

alg. bijzonder

14

-

14

-

-

-

-

-

-

28

totaal

51

72

177

-

90

49

673

340

95

1.547

richting

 

school wijk***

11

12

13

14

22

23

24

25

28

totaal

%

%

%

%

%

%

%

%

%

%

procenten

openbaar

-

15

21

-

14

9

69

46

-

29

rooms-katholiek

6

9

5

-

7

2

58

13

20

13

prot.-christelijk

6

-

11

-

7

10

57

39

-

22

reformatorisch

-

-

-

-

-

-

-

-

18

18

alg. bijzonder

4

-

3

-

-

-

-

-

-

3

totaal in %

4

13

10

-

9

7

64

31

19

19

bron:

Dienst Welzijn, Onderwijs en Cultuur, afd. Onderwijs

**

wijk waarin het hoofdgebouw van de school is gevestigd (nevenvestigingen kunnen in een andere wijk gevestigd zijn)

wijk 11: Binnenstad; wijk 12: Vrijenban; wijk 13: Hof van Delft; wijk 14: Voordijkshoorn; wijk 22: Tanthof-West; wijk 23: Tanthof-Oost; wijk 24: Voorhof; wijk 25: Buitenhof; wijk 28: Wippolder

efinitie afkomst: Afkomst is bepaald uit een combinatie van eerste nationaliteit, eventuele tweede of derde nationaliteit en het geboorteland van de betreffende persoon. Bij kinderen met de Nerderlandse nationaliteit en geboorteland wordt voorzover deze bij de ouders woonachtig zijn ook rekening gehouden met de afkomst van de ouders. (uit lijst definities pag.233 jaarboek)

Uitkeringsgerechtigden* naar afkomst en verblijfsduur op 23 december 1999 absoluut en als percentage van de bevolking

afkomst (incl. 2e generatie)

   

verblijfsduur

     
 

0-18 mnd.

 

langer dan 18 mnd.

 

totaal

 
 

abs.

%

abs.

%

abs.

%

             

Nederland + rijk

94

1,6

1.459

2,9

1.553

2,8

minderheden (incl. 2e gen.)

280

13,1

1.059

12,9

1.339

13,0

             

totaal

374

4,7

2.518

4,4

2.892

4,4

bron: DMZ & Burgerzaken

           
             

* excl. 100 65-plussers, 13 personen met dubbele uitkeringen en 14 niet in het GBA

opgenomen personen.

             

 

 

             

Bevolking (18-64 jr.) naar afkomst en verblijfsduur op 23 december 1999

             

afkomst

   

verblijfsduur

     
 

0-18 mnd.

 

langer dan 18 mnd.

 

totaal

 
 

abs.

 

abs.

 

abs.

 
             

Nederland + rijk

5744

 

49677

 

55.421

 

minderheden (incl. 2e gen.)

2137

 

8192

 

10.329

 
             

totaal

7881

 

57.869

 

65.750

 

bron: Burgerzaken

           

 

           

Bevolking naar gezinsverhouding op 23 december 1999

 

gezinsverhouding

totaal

           
               

1 Hoofd huw.relatie (gezin man/vrouw)

8075

 

)

       

2 Hoofd huw.relatie (gezin man/vrouw/kind(eren))

8995

 

)----->

gezins hoofden

     

3 Ouder met kind(eren)

3719

 

)

       

4 Echtgenote binnen huw.relatie, van 1 of 2

17070

           

5 Kind

22404

           

6 Alleenstaande

35841

           

totaal

96104

           

terug naar boven