De gemeente Delft heeft kennisgenomen van het Regionaal Plan Geestelijke Gezondheidszorg mei 2000- 2005. De gemeente Delft maakt hierbij gebruik van de periode van 6 weken voor het geven van een reactie.
De reactie van de gemeente Delft heeft betrekking op een 3-tal terreinen: de zorgvraag, de indicatiestelling en de psychosociale hulpverlening aan vluchtelingen.
Ten eerste is de gemeente Delft van mening dat de zorgvraag onvoldoende is uitgekristalliseerd in de regiovisie. Voor een goede zorgvraaganalyse zijn gegevens van de instellingen en landelijke gegevens onvoldoende. Juist gericht onderzoek onder de doelgroep is noodzakelijk.
Het eerste projectvoorstel onderschrijft het gebrek aan inzicht in de zorgbehoefte en zorgvraag. Het opzetten van een regiobreed beleidsinformatiesysteem wordt benoemd als middel om de cliënt beter in beeld te krijgen, flexibeler op vragen in te kunnen spelen en onderlinge samenwerking te faciliteren. Dit beleidsinformatiesysteem zou de gegevens van de instellingen moeten bevatten en wordt gebruikt voor afstemming en samenwerking tussen de instellingen. De client zelf wordt hierbij niet betrokken. De gemeente Delft ziet zeker een meerwaarde in een regiobreed beleidsinformatiesysteem, maar benadrukt tevens dat dit alleen niet voldoende is om de zorgbehoefte/zorgvraag goed in beeld te krijgen.
Ten tweede wordt er weinig expliciete aandacht geschonken aan afgestemde indicatiestelling. De indicatiestelling binnen de GGZ staat op verschillende punten genoemd in de regiovisie. De gemeente Delft heeft in het discussiehoofdstuk lokaal volksgezondheid- en zorgbeleid haar visie gegeven op de indicatiestelling. Juist bij vraagsturing is indicatiestelling van groot belang. Indicatiestelling vindt nu gemeentelijk plaats ten aanzien van de opname in Verpleeg- en verzorgingshuizen en de thuiszorg. Het Regionaal Indicatieorgaan (RIO) wordt op korte termijn uitgebreid met de Wvg. Maar ook op het terrein van de maatschappelijke opvang en de vrouwenopvang (de gemeente Delft is hiervoor centrumgemeente) is sprake van (versnipperde) indicatiestelling. De Stichting Maatschappelijke Opvang (veelvuldig genoemd in het visiedocument) hanteert een eigen indicatiestelling. Voor de Stichting Jeroen is er geen indicatiestelling nodig en de stichting VOZH Ricardis werkt regionaal samen met andere opvanghuizen ten aanzien van de indicatiestelling en informatiefunctie: bureau Rachida. Om de toegang tot de zorg te verbeteren en inzicht te krijgen over het gebruik van de instellingen is een meer afgestemde indicatiestelling met afstemming met aanpalende instellingen zoals GGZ Delfland noodzakelijk.
Ten derde wonen in de regio Delft, Westland, Oostland in het algemeen en in de gemeente Delft in het bijzonder wonen naast de traditionele migrantengroepen relatief veel erkende vluchtelingen (die de asielprocedure hebben doorlopen). Uit onderzoek komt naar voren dat asielzoekers een veelheid en diversiteit van gezondheidsklachten kennen. Psychische en psychosociale problemen als heimwee, verdriet, eenzaamheid, gespannenheid, zenuwachtigheid, nutteloos voelen, identiteitsproblemen, gevoelens van onmacht en minderwaardigheidsgevoelens komen veel voor. De oorzaken voor deze problemen zijn o.a. de oorlog /onderdrukking waarvoor gevlucht is, de herinneringen hieraan, het achterlaten van land, familie en vrienden. Ook de gebeurtenissen en ervaring na aankomst in Nederland spelen hierbij een belangrijke rol. De gemeente Delft vindt het dan ook noodzakelijk dat binnen de regiovisie GGZ nadrukkelijker aandacht wordt geschonken aan de psychosociale problematiek van asielzoekers alsmede aan het aanbod dat geleverd moet worden.
Wij hopen dat u deze opmerkingen verwerkt in de uiteindelijke versie van het Regionaal Plan Geestelijke Gezondheidszorg mei 2000 2005.
Hoogachtend,
College van Burgemeester en Wethouders van Delft,
Mr. H.M.C.M. van Oorschot, burgemeester
Mr. N. Roos, secretaris