ICT-beleid in het Delfts primair onderwijs

 

 

Deze nota geeft een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen, knelpunten en behoeften op het gebied van ICT in het onderwijs. Tevens staan hierin aanbevelingen om via gericht gemeentelijk beleid te zorgen voor een goede, professionele integratie van ICT in het Delfts primair onderwijs. Er is gekozen voor aparte nota’s voor het primair en het voortgezet onderwijs, vanwege de grote verschillen in uitgangsposities en ook in knelpunten, wensen en eisen op het gebied van ICT in het onderwijs. Deze nota betreft het primair onderwijs in Delft.

 

Inleiding

In onze huidige moderne informatiemaatschappij is ICT (Informatie- en Communicatie Technologie) niet meer weg te denken. Zowel in het bedrijfsleven, als in de huishoudens is het gebruik van computers en het werken met Internet steeds meer gemeengoed. Dit heeft uiteraard ook invloed op het onderwijs, waarvan een van de belangrijkste functies is kinderen voor te bereiden op de moderne samenleving en hen de kennis en vaardigheden bij te brengen om hierin optimaal te kunnen functioneren. Het gebruik van ICT in het onderwijs zorgt ervoor dat kinderen kunnen kennismaken en vertrouwd raken met de verschillende gebruiks-/communicatiemogelijkheden van ICT. Daarnaast kan ICT een belangrijke bijdrage leveren aan onderwijsvernieuwing en -versterking zoals onderwijs op maat, waarbij leerlingen in eigen tempo en ook zelfstandig kunnen werken. Helaas hebben de ICT-ontwikkelingen binnen het onderwijs geen gelijke tred gehouden met die in andere sectoren. De scholen in de gemeente Delft vormen hierop geen uitzondering. En dat in een stad die zich - vanwege de aanwezigheid van de vele kennisintensieve bedrijven en instellingen en niet te vergeten TU Delft - profileert als Delft Kennisstad.

 

Beleid rijksoverheid

De rijksoverheid heeft genoemde achterstanden op ICT-gebied onderkend. Ter bevordering van de integratie van ICT in het onderwijs is derhalve in het regeerakkoord tot en met 2002 incidenteel 670 miljoen en structureel 250 miljoen gulden beschikbaar gesteld. Het uitwerkingsplan ‘Onderwijs on line, verbindingen naar de toekomst’ is 1 juli 1999 goedgekeurd door de Tweede Kamer. Hiermee is ook duidelijkheid gekomen over de vergoedingen die de scholen ontvangen voor de invoering van ICT. Alle scholen in het primair onderwijs ontvangen de komende jaren voor ICT structureel een vergoeding per leerling oplopend van f 40,-- in 1999, f 60,-- in 2000, f 65,-- in 2001 tot f 100,-- in 2002 en verder. Scholen hebben de vrijheid om zelf te bepalen aan welke ICT-voorzieningen zij dit geld willen besteden. Het voorhoedetraject is losgelaten. Aangezien de voorhoedescholen al eerder (en meer) financiële middelen hebben ontvangen voor de invoering van ICT ontvangen zij van 1999 tot en met 2002 een lagere financiële tegemoetkoming, namelijk f 30,-- in 1999 en f 50,-- in 2000 t/m 2002. Vanaf 2003 ontvangen de voorhoedescholen dezelfde ICT-vergoeding als de niet-voorhoedescholen, namelijk f 100,-- per leerling.    

Naast deze structurele ICT-vergoeding voor de scholen investeert de rijksoverheid verder in het aansluiten van de scholen op Kennisnet (landelijk onderwijsnetwerk) en het stimuleren van de ontwikkeling van methoden, educatieve software en scholingsmogelijkheden.

 

Beleid gemeente Delft

Bovengenoemde rijksbijdrage is lang niet voldoende om alle kosten te vergoeden die zijn verbonden aan een professionele invoering van ICT op school. Daarmee kan de onderwijssector nooit de noodzakelijke inhaalslag maken en zal op dit terrein dus achterlopen. Aanvullend gemeentelijk beleid is derhalve gewenst. De gemeente Delft heeft - in het kader van Delft Kennisstad - al eerder de ambitie uitgesproken op het gebied van ICT in het onderwijs niet volgend te willen zijn, maar zelf initiatieven te willen nemen, zodat onderwijsinstellingen in Delft ICT in het onderwijs snel, efficiënt en optimaal kunnen inzetten. Hiertoe is als eerste stap een aantal relevante Delftse partijen bij elkaar gebracht om via een discussie- en afstemmingsplatform te komen tot een Delftse ICT Afspraak (DIA) voor het onderwijs. Hieruit is de notitie ‘Delft leert werken met computers’ voortgekomen, waarin achtergrondinformatie en de hoofdlijnen van beleid staan verwoord. 

 

 

 

Doelstelling DIA

Hiermee is een eerste aanzet gegeven voor de totstandkoming van de Delftse ICT Afspraak (DIA). Doelstelling van DIA is te komen tot een gezamenlijke aanpak en het ontwikkelen van een gezamenlijke standaard voor ICT-basisvoorzieningen als pc’s, randapparatuur, servers, (netwerk)infrastructuur, besturingssoftware en beheer/onderhoud voor het Delftse onderwijs.

 

Het is de bedoeling dat de scholen met deze Delftse ICT-standaard gaan werken en hiermee de volgende organisatorische en financiële voordelen behalen:

·         elke school heeft ICT-basisvoorzieningen als een intern netwerk (LAN), voldoende multimedia pc’s, randapparatuur en goede voorzieningen op het gebied van beheer en onderhoud nodig. Zo zal elke school moeten nadenken over technische vraagstukken als wat is de beste technische inrichting van het interne netwerk, aan welke eisen moet de hardware voldoen, etc. Dit vereist specifieke technische kennis waarover maar weinig scholen de beschikking hebben. Door een gezamenlijke aanpak kan de aanwezige ICT-kennis worden ‘gebundeld’ en gedeeld en bovendien hoeft in dat geval niet elke school voor zich ‘het wiel uit te vinden’;

·         door gezamenlijke inkoop van de ICT-basisvoorzieningen wordt schaalgrootte gecreëerd, waardoor lagere prijzen en gunstiger voorwaarden bedongen kunnen worden bij de leveranciers;

·         de schaalgrootte per individuele onderwijsinstelling in het primair onderwijs is te klein om zelfstandig het beheer en onderhoud van hardware, software en infrastructuur professioneel te kunnen inrichten. De opzet van een gezamenlijke beheerstructuur is goedkoper en efficiënter;

·         standaardisatie van de ICT-basisvoorzieningen (pc’s, configuraties, servers, LAN’s, etc.) bevordert cq is een belangrijke randvoorwaarde voor een efficiënte gezamenlijke beheerstructuur.

 

Verdere beleidsontwikkeling

De in de notitie ‘Delft leert werken met computers’ geformuleerde hoofdlijnen van beleid en doelstellingen van DIA moeten vervolgens worden uitgewerkt in een concreet beleidsplan.

Hiervoor zijn de volgende stappen ondernomen:

·         ICT-monitor

Voor een goede beleidsvorming is het uiteraard noodzakelijk inzicht te hebben in de stand van zaken, de wensen en de ervaren knelpunten/behoeften van het Delftse onderwijsveld op ICT-gebied. Daarom is in april/mei 1999 een ICT-onderzoek (de zogeheten Delftse ICT-monitor) uitgevoerd onder alle Delftse scholen. In het primair onderwijs is gekozen voor schriftelijk onderzoek, waarbij aan alle scholen enquêtes zijn toegezonden voor directieleden (beleid), ICT-coördinatoren (techniek) en alle leerkrachten (educatieve toepassingen). De belangrijkste onderzoeksresultaten zijn inmiddels (tijdens de startconferentie ‘ICT in het Delftse onderwijs’) gepresenteerd aan het onderwijsveld.

    Concept beleidsplan

De beleidshoofdlijnen, de ervaringen van de Delftse voorhoedeschool en de eerste resultaten uit het ICT-onderzoek zijn vervolgens uitgewerkt in een concept beleidsplan met daarin concrete ideeën en actiepunten voor een goede integratie van ICT in het Delftse onderwijs. Dit concept plan is naar alle schoolbesturen gestuurd ter informatie/discussie, waarna de scholen geïnformeerd en actief betrokken zijn bij de verdere ontwikkeling en uitwerking van het ICT-beleid.

·         Startconferentie ‘ICT in het Delftse onderwijs’

Hiertoe is op 30 september 1999 de startconferentie  ‘ICT in het Delftse onderwijs’ georganiseerd voor de Delftse scholen. In een plenair gedeelte zijn de scholen geïnformeerd over de plannen van minister Hermans, de visie en ideeën van de gemeente Delft (hoofdlijnennotitie DIA-platform en concept beleidsplan), de ervaringen van de Delftse voorhoedescholen met de invoering van ICT en de belangrijkste resultaten uit het ICT-onderzoek.

Vervolgens zijn de scholen via workshops actief betrokken bij de verdere ontwikkeling en uitwerking van het concept beleidsplan. Zo kon over de ontwikkelde ideeën en actiepunten gediscussieerd worden en konden onderling ervaringen uitgewisseld worden. De belangrijkste eindconclusies uit de workshops zijn vervolgens als input gebruikt voor de verdere ontwikkeling/uitwerking van het concept beleidsplan.

 

    Hernieuwd DIA-platform

Het DIA-platform is inmiddels van een afstemmings- en discussieplatform uitgegroeid tot een officiële werkgroep onder Lokabel, het besturenoverleg van de Delftse scholen. Hierdoor heeft het een meer formele status gekregen. Naast de belangrijkste schoolbesturen zijn het vakteam onderwijs en het vakteam ICT van de gemeente Delft, de Delftse bibliotheek, Onderwijs Advies West Zuid-Holland en TU Delft in het platform vertegenwoordigd. Dit hernieuwde DIA-platform is aan de hand van de verzamelde reacties uit het onderwijsveld aan de slag gegaan om de concept ideeën en actiepunten verder aan te scherpen en uit te werken in een definitief beleidsplan.

 

Uitwerking ICT-beleidsplan voor Delfts primair onderwijs

Bij de uitwerking van het ICT-beleidsplan voor het Delfts primair onderwijs is uitgegaan van de doelstelling van DIA, namelijk te komen tot een gezamenlijke aanpak en het ontwikkelen van een gezamenlijke standaard voor ICT-basisvoorzieningen als pc’s, randapparatuur, servers, (netwerk)infrastructuur, besturingssoftware en beheer/onderhoud voor het Delftse onderwijs. Focus van DIA ligt dus op de ICT-basisvoorzieningen. Vanuit het onderwijsveld is namelijk met name aangegeven dat DIA ervoor zou moeten zorgdragen dat alle scholen in Delft over moderne ICT-basisvoorzieningen (inclusief beheer) beschikken om ICT ook daadwerkelijk professioneel in de lespraktijk te kunnen invoeren. De educatieve toepassing van ICT, de ICT-scholing van personeel en de keuze en aanschaf van educatieve software worden gezien als schoolspecifieke zaken.

 

Inventarisatie benodigde ICT-voorzieningen en investeringen

Het DIA-platform heeft allereerst in kaart gebracht welke ICT-basisvoorzieningen en beheers- en onderhoudsfaciliteiten nodig worden geacht voor het primair onderwijs met daaraan gekoppeld de hiervoor benodigde investeringen. Aan de hand van de rijksvergoedingen die de scholen jaarlijks voor ICT ontvangen is vervolgens berekend welke investeringen via aanvullend gemeentelijk beleid gewenst zijn.

 

·         ICT-basisvoorzieningen

Wat de ICT-basisvoorzieningen betreft is uitgegaan van de uitgangspunten, die het projectmanagement-bureau ICT (PMICT) van het ministerie van OCenW heeft gehanteerd voor de voorhoedescholen (een gedetailleerd overzicht van deze uitgangspunten plus bijbehorende bedragen vindt u in bijlage 1).

Hiermee wordt bereikt dat alle scholen in het primair onderwijs in Delft beschikken over dezelfde ICT-basisvoorzieningen, zodat de uitgangspositie van alle scholen op het gebied van ICT in het onderwijs dezelfde is.

 

Concreet betekent dit dat alle Delftse scholen komen te beschikken over een intern computernetwerk inclusief server, moderne multimedia pc’s in een verhouding van 1 multimedia pc per 10 leerlingen en

1 randapparaat (printer, scanner, etc.) per tien pc’s. Bovendien ontvangen de scholen een financiële vergoeding voor de aanschaf van educatieve software en voor de scholing van het personeel.

Daarnaast krijgen alle scholen toegang tot Kennisnet, een landelijk onderwijsnetwerk met allerlei onderwijsspecifieke informatie op het gebied van ICT, waarmee de scholen tevens toegang hebben tot het wereldwijde internet inclusief email-faciliteiten voor leraren en leerlingen.

 

EZH-aanvraag

Ten behoeve van de dekking van de benodigde investeringen hebben de gezamenlijke schoolbesturen in Delft het college van burgemeester en wethouders van Delft in het kader van de Delftse Duitenactie gevraagd om het ontbrekende bedrag van 3,5 miljoen gulden uit de EZH-gelden te reserveren als bijdrage voor de realisatie van dit ICT-project.

Deze projectaanvraag is samen met alle aanvragen op het gebied van ICT in het onderwijs ondergebracht in het project ‘Scholen voor de toekomst’ waarvoor in totaal 10 miljoen gulden is voorgesteld. Bij de uitslag van de Delftse Duitenactie eindigde het project op de derde plaats, waardoor het dus daadwerkelijk uitgevoerd kan worden.

 


Verdere uitwerking DIA-traject in werkgroepen

Tijdens de EZH-procedure heeft het DIA-platform niet stilgezeten, maar is alvast begonnen met een verdere uitwerking van het DIA-traject. Concreet gaat het hierbij om de definiëring en uitwerking van inhoudelijke en technische oplossingen op het gebied van onder meer apparatuur/hardware, netwerken, beheer/onderhoud, communicatieprotocollen, scholing, etc. Hiervoor zijn binnen het DIA-platform een drietal werkgroepen geformeerd die zich ieder over een specifiek deelgebied hebben gebogen, namelijk:

A. werkgroep Educatie: opstellen plan voor educatieve ondersteuning en scholing;

B. werkgroep Techniek: opstellen automatiserinsplan voor de ICT-basisvoorzieningen;

C. werkgroep Beheer: opstellen plan m.b.t. gezamenlijke beheersorganisatie.

Dit zijn werkdocumenten waarin de uitgangspunten, randvoorwaarden, etc. op de genoemde deelgebieden staan beschreven. Op basis van deze werkdocumenten zullen na de offerte/aanbestedingsfase definitieve keuzes gemaakt worden, die uiteindelijk zullen leiden tot de definitieve implementatieplannen.

 

 

A. Werkgroep Educatie

De werkgroep Educatie heeft een werkdocument opgesteld waarin de educatieve ondersteuning en scholing ten behoeve van de invoering van ICT staat beschreven. Hierbij ligt in eerste instantie de nadruk op een intake- en bewustwordingstraject op de school ten behoeve van het implementatietraject. Het volledige werkdocument is ter informatie bijgevoegd. Hieronder volgt een samenvatting. 

 

·       Doelstelling

Doel van het intake- en bewustwordingstraject op de school is om gezamenlijk te komen tot een schoolspecifiek ICT-plan op basis waarvan het implementatietraject direct tot uitvoering gebracht kan worden. Op basis van de educatieve visie op het gebruik van de pc in de school moet deze fase dus leiden tot concrete resultaten als waar moeten de computers en aansluitpunten in de school geplaatst worden, welke ICT-scholing moet gerealiseerd worden voor leerkrachten en ICT-coördinatoren, etc. Dit traject zal begeleid worden door een team van deskundigen.

 

·       Intakegesprek

Deze fase start met een intakegesprek op de school met directieleden en ICT-coördinatoren. Hierbij wordt aan de hand van een vragenlijst een inventarisatie gemaakt van de huidige ICT-situatie en -visie op school en het ICT-kennisniveau van leerkrachten en ICT-coördinatoren. Ook wordt de gewenste situatie besproken.

 

·       Teambijeenkomsten

De volgende fase betreft een tweetal teambijeenkomsten. Tijdens de eerste teambijeenkomst zullen keuzemogelijkheden worden voorgelegd aan het team en wordt op basis van de educatieve visie op het gebruik van de pc’s, gezamenlijk bepaald hoe en waar de ICT-voorzieningen worden ingezet op school.

 

·       Kosten intake en bewustwordingsfase

In DIA is afgesproken dat de eenmalige kosten voor het intake- en bewustwordingstraject welke zijn begroot op totaal f 3150,-- per school door de scholen zelf worden betaald uit de ICT-rijksbijdrage die de scholen ontvangen (zie meerjarenbegroting op pagina 8).

 

·       Toekomstig begeleidingstraject

De school zal in de naaste toekomst ook moeten blijven investeren in scholing en begeleiding met betrekking tot bijvoorbeeld nieuwe educatieve software. Hierin zal de werkgroep Educatie een rol kunnen blijven spelen.

 

 


B. Werkgroep Techniek

De werkgroep Techniek heeft de technische en inhoudelijke oplossingen cq standaarden beschreven voor de ICT-basisvoorzieningen. Dit is vervat in het werkdocument Techniek. Naast de standaarden is hierin ook een stappenplan beschreven om uiteindelijk te komen tot de aanschaf en uitlevering van de apparatuur aan de scholen. Het volledige werkdocument is ter informatie bijgevoegd. Hieronder volgt een samenvatting. 

 

Samenvatting werkdocument Techniek

Alle p.o. scholen van Delft worden voorzien van dezelfde ICT-basisvoorziening. Het aantal aansluitingen en de apparatuur in de basisvoorziening is gebonden aan maximum aantallen en aan standaarden. Bij drie fysiek verschillende schoolgebouwen (die zoveel mogelijk representatief zijn voor alle schoolgebouwen in Delft) worden op basis van pro forma offertes ter indicatie voor het totale project de doorlooptijden, kosten en consequenties voor aanleg van de netwerkbekabeling onderzocht.

De aan te schaffen standaard apparatuur (computers, servers en randapparatuur) valt onder de Richtlijn Diensten en moet vanwege het te besteden bedrag Europees worden aanbesteed. De netwerkbekabeling valt onder de Richtlijn Werken, waarvoor een veel hoger drempelbedrag geldt. Derhalve kan de netwerkbekabeling vrij aanbesteed worden.

 

·       Bekabeling

Alle scholen worden voorzien van een intern computernetwerk. Om de scholen in staat te stellen hun apparatuur zo flexibel mogelijk in te zetten, worden alle schoolgebouwen voorzien van kabelgoten. Hierdoor kan de bekabeling - indien noodzakelijk - gemakkelijk worden uitgebreid. Aan het aantal te realiseren aansluitpunten is een maximum gesteld van 2½ aansluitpunt per 10 leerlingen. Afhankelijk van de kosten kan dit maximum worden bijgesteld. Het aantal aansluitpunten kan de school zelf (onder restricties) verdelen over de verschillende ruimtes in het schoolgebouw. Omdat de schoolgebouwen aanzienlijk van elkaar verschillen zullen er per school verschillende inspanningen en dus verschillende investeringen nodig zijn voor de bekabelingsinfrastructuur. Om meer inzicht te krijgen in de installatieperikelen en de totale kosten, zijn offertes aangevraagd voor drie scholen met verschillende bouwtypen en bouwjaren, te weten Prins Mauritsschool (oud gebouw), Gabriëlschool (gemiddeld gebouw) en de Bonte Pael/De Bron (nieuwer gebouw).

 

·       Apparatuur

In de basisvoorziening heeft elke school recht op 1 pc per 10 leerlingen, 1 randapparaat per 100 leerlingen en 1 server configuratie. Binnen het pc-budget kan gekozen worden voor laptops ten behoeve van leraren.

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen apparatuur voor educatieve doeleinden en administratieve doeleinden. De specificaties voor beide zijn hetzelfde. Op basis van een software inventarisatie en gebruiksprognose is bepaald dat de specificaties van de educatieve pc’s onder die van de nieuwste technologie mogen liggen. Op basis van de huidige software en de verwachtingen voor de komende 3 jaar is dit voldoende. Bij voldoende garanties kan voor zogenaamde B-merken gekozen worden.

 

·       Software

Standaardisatie van de besturings- en beveiligingssoftware is voor efficiënt beheer vereist. Dit wordt centraal aangeschaft en waar mogelijk wordt uiteraard gebruikgemaakt van goedkope onderwijslicenties (APS). Keuze en aanschaf educatieve software ligt in handen van de scholen zelf.

 

·       Doorlooptijd

Na aanbesteding is de geschatte doorlooptijd 2 jaar voor de implementatie van de ICT-basisvoorzieningen op alle Delftse scholen in het primair onderwijs. De implementatie zal fasegewijs plaatsvinden in clusters van circa 6 scholen tegelijkertijd. In de eerste fase worden met name die scholen meegenomen waar in het schoolgebouw reeds werkzaamheden gepland staan in verband met bijv. renovatie, verbouwing of nieuwbouw. De selectiecriteria voor de scholen in de daaropvolgende clusters zullen gedefinieerd worden in het te ontwikkelen implementatieplan.

 

C. Werkgroep Beheer

De werkgroep Beheer heeft een plan beschreven voor de opzet van een gezamenlijke beheersorganisatie voor het primair onderwijs in Delft. Professioneel beheer en onderhoud vormt namelijk een belangrijk knelpunt voor een goede, structurele integratie van ICT in het primair onderwijs. Om te komen tot de oprichting van een gezamenlijke beheersorganisatie voor het totale Delfts primair onderwijs is een pilotproject opgezet op de voorhoedeschool 5 mei Dalton/Jan Vermeer. De pilot is opgezet, omdat er uiteraard wel beheers- en onderhoudsprotocollen vanuit het bedrijfsleven bekend zijn, maar de inzet en inrichting/organisatie van ICT binnen het onderwijs op vele aspecten afwijkt van het bedrijfsleven.

Tijdens de pilot is eerst op kleine schaal ervaring opgedaan met de diverse aspecten van ICT-beheer en onderhoud in het primair onderwijs. Deze opgedane ervaringen zijn vervolgens gebruikt als input voor het werkdocument Beheer waarin de uitgangspunten, randvoorwaarden en eisen voor de opzet van een gezamenlijke beheersorganisatie voor alle basisscholen in Delft staan beschreven. Dit werkdocument is ter informatie bijgevoegd. Hieronder volgt een samenvatting.

 

Samenvatting werkdocument Beheer

Systeem/netwerkbeheer is een gespecialiseerd beroep. Snelle veranderingen in de techniek vereisen ervaring en periodieke bijscholing. Doordat het belang van de ICT toeneemt is een snelle response bij problemen noodzakelijk. Uit de tussenrapportage van de voorhoedescholen (juni 1999) en de ervaringen van de beheerspilot bij de 5 Mei Dalton/Jan Vermeer school blijkt duidelijk dat het beheer voor de ICT-coördinatoren van de scholen over het algemeen veel meer tijd kost dan gepland en dat specialistische kennis ingehuurd moet worden. Kortom: het beheer doe je er niet even bij.

Leidraad bij het invullen van het ICT-beheer voor het primair onderwijs is dan ook dat het technisch beheer van de ICT-infrastructuur en apparatuur zoveel mogelijk door professionele systeem/ netwerkbeheerders wordt gedaan.

 

·       Standaardisatie

Het beheer omvat uiteindelijk 31 scholen op 46 locaties in Delft. Op deze locaties worden in circa twee jaar tijd ongeveer 2000 aansluitpunten aangelegd met standaard bekabeling en  worden zo’n 1000 stuks ICT-apparatuur geplaatst. Bij toenemend gebruik van ICT-middelen zal ook de impact bij dis-functioneren toenemen. Om een snelle response- c.q. reparatietijd mogelijk te maken oftewel voor efficiënt beheer is standaardisatie van de techniek en het beheer derhalve een noodzaak. Bij afwijking van de standaard komt de continuïteit in het gedrang.

 

·       Rolverdeling

Verder is een heldere rolverdeling tussen de ICT-coördinatoren op de scholen en de systeem/netwerkbeheerders vereist. In het kort komt het erop neer dat systeem/netwerkbeheer verantwoordelijk is voor het technisch beheer van het netwerk, de netwerkcomputers, de server en de bijbehorende besturings- en beveiligingssoftware. De ICT-coördinator is verantwoordelijk voor de educatieve software, de standalone pc’s en het vervangen van de backup tapes. De ICT-coördinator is  aanspreekpunt voor de beheersafdeling bij storingen en nieuwe implementaties. 

 

·       Groeimodel

 Het beheersmodel is een groeimodel dat meegroeit met het aantal scholen dat tijdens de implementatiefase vanaf september/oktober 2000 in circa twee jaar tijd fasegewijs wordt voorzien van de ICT-basisvoorzieningen. Na de implementatiefase gaat het beheer over in regulier beheer voor alle Delftse basisscholen.

 

·       Beheersorganisatie

Met name vanwege het feit dat tijdens de implementatiefase flexibel ingespeeld moet kunnen worden op eventuele bijstellingen van het beheerstraject, is vanuit DIA de voorkeur uitgesproken om het beheer bij de gemeentelijke organisatie (projectbureau KIS/vakteam ICT) onder te brengen. Naast de vereiste flexibiliteit is bij de gemeentelijke beheersorganisatie veel expertise op het gebied van automatisering en informatisering aanwezig. Dit past ook binnen de strategie van projectbureau KIS/vakteam ICT om hun diensten op termijn ook buiten de gemeentelijke organisatie aan te bieden. De gemeente Delft is derhalve verzocht een aanbieding te doen om tijdens het implementatietraject (+/- 2 jaar) het beheer op zich te nemen. Na de implementatiefase wordt middels een evaluatie bekeken of het beheer definitief wordt ondergebracht bij de gemeente.

 

·       Personele inzet

Gezien de vereiste voorbereidingstijd is het noodzakelijk dat de beheersorganisatie per juli 2000 operationeel is en meegroeit met de omvang van de te beheren ICT-voorzieningen. Op basis van eigen ervaring en de ervaringen opgedaan tijdens de pilot wordt verwacht dat het regulier beheer uiteindelijk door 6 personen verricht kan worden. Deze personen hoeven niet allemaal hetzelfde kennisniveau te hebben. Zo wordt verwacht dat er 4 ervaren systeem-/netwerkbeheerders nodig zijn en dat de overige capaciteit kan worden ingevuld met een werkgelegenheids/stagetraject via het ROB. Om de vereiste personele inzet zo efficiënt mogelijk in te zetten zal zoveel mogelijk via beheer op afstand (remote) worden uitgevoerd. Eén technisch coördinator cq systeem/netwerkbeheerder zal zo snel mogelijk aangetrokken moeten worden ter begeleiding van de vereiste voorbereidingen voor het implementatie/beheerstraject. Hiervoor is een ervaren persoon beschikbaar die ook de beheerspilot op de voorhoedeschool technisch heeft begeleid en mede-uitgevoerd.

 

·       Beheerslasten

Net als de omvang van de beheersorganisatie zullen ook de beheerslasten gedurende de eerste twee jaar meegroeien met de ‘uitrol’ van de ICT-voorzieningen op de scholen. Daarna bestaat er een structurele beheerslast. Gezien de vereiste personele inzet zijn de (structurele) beheerslasten in het reguliere beheer begroot op f 500.000,-- per jaar.

 

·       Dienstverleningsovereenkomst

Afspraken met de beheersorganisatie worden vastgelegd in een Dienstverleningsovereenkomst (DVO). De DVO wordt centraal afgesloten namens de scholen. Indien scholen/schoolbesturen wensen hebben die buiten de DVO vallen dan kunnen zij voor eigen kosten meerwerk laten verrichten. In de DVO worden responsetijden, reparatietijden, beschikbaarheid, beveiliging, contactpersonen, bereikbaarheid, kwaliteitscontrole, overleg, e.d. vastgelegd.

 

Communicatie

Communicatie is een belangrijk onderdeel van het totaal traject. Via een nieuwsbrief - waarvan het eerste exemplaar inmiddels is verstuurd naar alle Delftse scholen - zullen de scholen ook tijdens de verdere voorbereidingen van dit ICT-project regelmatig op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen op ICT-gebied in het kader van DIA. Bovendien wordt gewerkt aan de opzet van een onderwijsportal, zodat ook via Internet geïnformeerd en gecommuniceerd kan worden. Voordat daadwerkelijk van start wordt gegaan met dit ICT-project wordt eerst een bijeenkomst georganiseerd voor alle Delftse scholen en schoolbesturen, zodat deze uitgebreid en gedetailleerd geïnformeerd kunnen worden over de inhoud van dit project en de implicaties hiervan voor de scholen.

 

Financiën

Ter tegemoetkoming in de eenmalige investeringen voor de aanschaf van de ICT-basisvoorzieningen en als bijdrage in de beheers-/onderhoudslasten voor de eerstkomende 4 jaar is in DIA afgesproken dat de scholen hun ICT-rijksvergoeding over de jaren 1999, 2000 en 2001 van in totaal f 165,-- per leerling zullen inleveren. Dit betekent dat de scholen in 2000, 2001, 2002 en 2003 jaarlijks f 41,25 per leerling zullen betalen aan dit ICT-project. Hiervoor ontvangen de schoolbesturen aan het eind van genoemde jaren een rekening. Tevens zijn de kosten voor scholing en software (begroot op f 50,-- per leerling) voor rekening van de scholen. Voor de overige kosten van het ICT-project ad 3,5 miljoen gulden wordt dekking gevraagd vanuit de EZH-middelen voor het project ‘Scholen voor de Toekomst’.

 

 


 


 

Meerjarenbegroting ICT in het primair onderwijs (bedragen x f 1000,--)

 

 

 

 

 

 

 

 

Omschrijving

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2000

2001

2002

2003

totaal

 

Uitgaven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A

EDUCATIE

 

 

 

 

 

 

Kosten scholing/intake en bewustwording

56

169

112

 

337

 

46 locaties (deze kosten komen voor rekening schoolbesturen)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Software (deze kosten komen voor rekening schoolbesturen)

14

42

28

 

84

 

 

 

 

 

 

 

B

TECHNIEK

 

 

 

 

 

 

Aanlegkosten netwerken incl servers

203

609

406

 

1218

 

 

 

 

 

 

 

 

Aanschaf/vervanging printers/pcs (afs termijn 4 jaar)

382

1147

764

 

2293

 

 

 

 

 

 

 

C

BEHEER

 

 

 

 

 

 

Beheerskosten (incl. technisch coordinator)

50

275

400

500

 

 

 

 

 

 

 

 

D

ONVOORZIEN

 

 

 

 

 

 

Overige kosten/onvoorzien

50

50

47

9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

totaal uitgaven

755

2292

1757

509

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dekking

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

bijdrage schoolb aan EZH-fonds 8432ll x 41,25

348

348

348

348

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EZH gelden

337

1733

1269

161

3500

 

 

 

 

 

 

 

 

Kosten rechtstreeks betaald door schoolbesturen (zie onder A)

70

211

140

0

421

 

 

 

 

 

 

 

 

totaal dekking

755

2292

1757

509

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

overschot/tekort

0

0

0

0

 

 

 

De kosten voor de investeringen in ICT-basisvoorzieningen en de beheers/onderhoudsfaciliteiten zijn hiermee voor de komende 4 jaar gedekt. Voor de continuïteit van dit ICT-project moet vanaf 2004 weer geïnvesteerd worden in de vervanging van de hardware. In 2003 zal ten behoeve van dit vervangings-vraagstuk een evaluatie worden gehouden. Op basis van de huidige uitgangspunten is voor de vervanging plus beheer/onderhoud over de periode 2004 t/m 2007 in totaal 4,2 miljoen gulden nodig. Om dit te kunnen financieren is het gewenst dat de scholen hun ICT-rijksbijdrage over die periode hiervoor volledig inzetten en dat de gemeente een aanvullende financiële bijdrage levert uit de 2 miljoen gulden die uit het totale EZH-budget van 10 miljoen gulden wordt gereserveerd voor de tegemoetkoming in de structurele ICT-kosten in primair en voortgezet onderwijs. Voor eventueel benodigde extra en aanvullende ICT-voorzieningen voor de totale periode van 2000 t/m 2007 kunnen de scholen dan de ICT-rijksbijdrage van

f 150,-- per leerling inzetten, die zij overhouden in de projectperiode 2000 t/m/ 2003.

In genoemde evaluatie zal tevens de mogelijkheid worden meegenomen om de technische levensduur van de pc’s te verlengen door upgrading naar de dan geldende standaarden via het duurzaam computeren project (voorheen groen computeren), waardoor de vervangingskosten eventueel lager kunnen worden.

Indien gedurende dit ICT-project aanvullende middelen ter beschikking komen, vindt de afweging van de inzet hiervan plaats via het DIA-traject.

 

Organisatie-/werkstructuur DIA

Het DIA-platform is een officiële werkgroep onder Lokabel, het besturenoverleg van de Delftse scholen.

In het vervolgtraject zal het DIA-platform volgens eenzelfde structuur blijven werken als tot nu toe, namelijk: de DIA-stuurgroep met daaronder de projectgroepen voor Educatie en Techniek/Beheer.

De DIA-stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de Delftse schoolbesturen, het vakteam onderwijs en het vakteam ICT van de gemeente Delft, de Delftse bibliotheek, Onderwijs Advies West Zuid-Holland en TU Delft. Het uitwerkingstraject zal begeleid en gecoördineerd worden door de twee projectgroepen.

De projectgroep Educatie zal een implementatieplan voor de educatieve begeleiding van de scholen maken, waarin met name het intake- en bewustwordingstraject verder wordt uitgewerkt. Tevens zal de projectgroep de uitvoering ervan begeleiden/coördineren. De projectgroep bestaat uit twee schoolhoofden, vertegenwoordigers van Onderwijs Advies en vakteam onderwijs.

In het uitwerkingstraject zijn Techniek en Beheer dusdanig aan elkaar gerelateerd dat beide worden ondergebracht in één projectgroep Techniek/Beheer, die een implementatieplan zal maken voor het proces van aanbesteding, implementatie en beheer. Ook begeleiden/coördineren zij de daadwerkelijke uitvoering. In deze projectgroep zijn het vakteam ICT (projectleider en technisch adviseur), twee schoolhoofden, Onderwijs Advies, Inkoopservicebureau (begeleiding inkoop/Europese aanbesteding) en vakteam Onderwijs (administratieve en financiële ondersteuning) vertegenwoordigd.

 

De projectgroepen koppelen terug en leggen verantwoording af aan de stuurgroep DIA, die binnen de DIA-structuur de uiteindelijke besluiten neemt. De DIA-stuurgroep koppelt weer terug cq rapporteert aan Lokabel. Door vertegenwoordiging van de schoolbesturen in de DIA-stuurgroep heeft Lokabel ook directe invloed op de te nemen besluiten van de DIA-stuurgroep.

 

Relatie/kansen aanhangend gemeentelijk beleid

Het huidige college van Burgemeester en Wethouders heeft in het collegeprogramma 1998 -2002  gekozen voor handhaving van de strategie Delft Kennisstad als leidende strategie voor de stad en voor concentratie op een aantal kernthema’s. Een van deze kernthema’s is ICT. Dit thema is onderscheiden in twee uitwerkingstrajecten. Het eerste traject richt zich op de versterking van de ICT-sector in de Delftse regio. Het tweede traject heeft betrekking op de bredere inbedding van ICT in het maatschappelijk veld: in het onderwijs en in de wijk/buurt. Doelstelling hierbij is het maatschappelijk zo breed mogelijk toegankelijk maken van nieuwe media en dus een breder gebruik stimuleren van de ICT-mogelijkheden in het onderwijs en het wijk/buurtwerk. De ontwikkeling van voornoemd ICT-beleid voor het Delfts primair onderwijs staat hiermee in nauwe relatie, aangezien de te realiseren moderne ICT-infrastructuur in samenhang met genoemde ontwikkelingen breder ingezet kan worden dan alleen voor het reguliere onderwijs zelf. Zo kan de infrastructuur ook worden ingezet voor realisatie van een bredere functie van de school (vensterschoolgedachte). Dit betekent dat de benodigde investeringen voor genoemd ICT-beleid niet alleen ten goede komen aan het onderwijs zelf, maar ook kansen bieden voor samenhangend beleid op het gebied van andere maatschappelijke ontwikkelingen in Delft Kennisstad.

 

Mei 2000

 

Namens het DIA-platform,

 

 

N. Hendriks

Beleidsmedewerker ICT in het onderwijs

 

Bijlage 1:         Uitgangspunten en gehanteerde bedragen voor de realisatie van moderne

                        ICT-basisvoorzieningen in het Delftse primair onderwijs

 

 

Als basis voor de berekening van de benodigde investeringen voor de realisatie van moderne ICT-voorzieningen in het primair onderwijs zijn de uitgangspunten en bedragen genomen die het ministerie van OCenW heeft gehanteerd voor de equipering van de voorhoedescholen, namelijk:

 

1. Computers

Alle scholen beschikken over multimedia pc’s in een verhouding van 1 multimedia pc per 10 leerlingen;

Marktprijs voor een multimedia-pc (pc met netwerk-, video- en geluidskaart, floppy drive, CD-rom drive, toetsenbord, muis en 15 inch monitor) is vastgesteld op f 2660,--

 

2. Randapparatuur

Per tiental pc’s hebben de scholen 1 stuks randapparatuur, zoals printers of scanner.

Voor deze randapparatuur is uitgegaan van een bedrag van f 1.290,-- per geheel tiental pc’s.                       

 

3. Servers

De benodigde servers zijn gerelateerd aan het aantal multimedia pc’s van een school (zie punt 1).

Bij 9 multimedia pc’s of minder is de vergoeding f 8000,-- per school.

Bij meer dan 9 multimedia pc’s is de vergoeding f 19.650,-- per school.

Vanaf 40 pc’s wordt de vergoeding van f 19.650,-- voor elk geheel tiental pc’s verhoogd met f 1.000,--.    

 

4. LAN (Local Area Networks)

Alle schoolgebouwen beschikken over een zogeheten Local Area Network (LAN) oftewel een intern computernetwerk. Voor de aanschaf en aanleg van het interne computernetwerk wordt een bedrag van

f 775,-- per toegewezen pc (zie punt 1.) gehanteerd.

 

5. Educatieve software  

Voor de inzet van ICT in de lespraktijk is uiteraard ook educatieve software benodigd.

De vergoeding voor de aanschaf van educatieve software is f 10,-- per leerling.

 

6. Scholing

Voordat gewerkt kan worden aan de educatieve toepassingen van ICT in het onderwijs is het van belang dat leerkrachten zijn geschoold in de ICT-basiskennis en -vaardigheden.

Voor scholing is een bedrag van f 40,-- per leerling gehanteerd.

 

7. Beheer en onderhoud

Voor het beheer en onderhoud van de ICT-voorzieningen heeft het ministerie geen uitgangspunten geformuleerd. Deze zouden later volgen, maar zijn uiteindelijk in het nieuwe beleidsplan van minister Hermans meegenomen in de totale ICT-rijksvergoeding voor de scholen.

Derhalve is op basis van de ervaringen op onder meer de voorhoedeschool uitgegaan van jaarlijkse totale beheerslasten (bij regulier beheer) van f 500.000,--.