Toelichting Vakteam Grond inzake nota
verzelfstandiging van Combiwerk
Bij de verzelfstandiging van
Combiwerk speelt het onroerend goed waarvan het bedrijf nu gebruik maakt
vanzelfsprekend een belangrijke rol. Welke rol dit zal zijn zal mede afhangen
van de onderhandelingen over de verzelfstandiging en de mogelijke varianten. In
ieder geval dient na een positief besluit over een mogelijke verzelfstandiging
in de uitwerking aandacht te worden geschonken over de inbrengwaarde van het
onroerend goed en onder welke condities het onroerend goed wordt overgedragen.
Om de consequenties van de
verschillende mogelijkheden goed te kunnen inschatten is een eerste vereiste
dat de waarde van het onroerend goed wordt vastgesteld. Vervolgens kan dan goed
worden overwogen tegen welke waarde en vervolgens onder welke condities het
onroerend goed aan Combiwerk moet worden aangeboden. Een en ander hangt
vanzelfsprekend samen met op welke manier de nieuwe rechtspersoon Combiwerk
wordt samengesteld.
Aangezien het verzoek om
voor deze kwestie te adviseren ons nu pas bereikte zijn we niet in staat een afgerond
advies op te stellen.
noot 1:
door Combiwerk zijn op beide
complexen ook andere opstallen gerealiseerd dan waarvoor een huurovereenkomst
in het verleden is afgesloten. Aangezien deze uit eigen middelen zijn
gefinancierd heeft geen aanpassing van de huurovereenkomst (inclusief huurprijs)
plaatsgehad.
noot 2:
de hoogte van deze huurprijs
is gebaseerd op de marktwaarde van de grond/opstallen, en gaat er van uit dat -
voor het sluiten van een eventuele nieuwe huurovereenkomst - de door Combiwerk
gedane investeringen tegen een nader te bepalen methodiek worden vergoedt.
noot 3:
gekozen kan worden de
gronden van beide complexen in eeuwigdurende erfpacht uit te geven, waarbij de
grondwaarde bepalend is voor de berekening van de jaarlijks te betalen canon.
De hoogte van deze canon is afhankelijk van de hoogte van het rentepercentage
voor 25-jarige leningen Bank Nederlandsche Gemeenten.
Algemeen
Gelet op de korte tijd van
voorbereiding is geen onderzoek gedaan naar de toestand van de bodem, mogelijke
aanwezigheid van asbest in de gebouwen, alsmede de onderhoudstoestand van de
gebouwen (voor de berekening van het onderhoud is uitgegaan van normbedragen). Ook
kan zo snel de potentiele toekomstige waarde van de locaties niet worden
gegeven.
Bij het aangaan van de
huurovereenkomst in 1986 werd de huurprijs en huurtermijn mede bepaald door de wetgeving op dat moment.
Nader onderzocht dient te worden of een mogelijk veranderende wetgeving gevolgen
heeft voor deze overeenkomst.
Afhankelijk van de
besluitvorming dient hier in een later stadium nader onderzoek te worden
gedaan. Het hoeft geen betoog dat de uitslagen van deze nadere onderzoeken van
invloed zijn op de vermelde bedragen.
Wordt bijvoorbeeld besloten
tegen boekwaarde over te dragen, dan zal een andere dekking moeten worden
gevonden voor de winstmarge die in de huur is verdisconteerd ad f 250.000,-.
Deze wordt nu gebruikt om de exploitatieverliezen van andere complexen te
compenseren.
Ons voorlopig advies is om de verschillende
mogelijkheden van het aanbieden van het onroerend goed te benoemen en gedurende
het onderhandelingsproces te beslissen welke optie het beste is.
Gezien de strategische ligging van beide lokaties
dient een eventueel besluit tot verkoop zonder meer goed te worden overwogen en
naar onze mening in dit stadium nog niet moet worden genomen.
18 mei 2000.
Vakteam Grond,
R.F. van der Linden/ A.A.M.
Jeursen.
Voor akkoord,
hoofd vakteam Grond a.i.,
L.C. in t Veld