In een tweetal situaties is het mogelijk dat medewerkers van het cluster Publiekszaken, sector Werk, Inkomen en Zorg, een huisbezoek afleggen bij belanghebbenden, namelijk:
1. Een
huisbezoek kan worden afgelegd als onderdeel van de dienstverlening door het
cluster Publiekszaken, sector Werk, Inkomen en Zorg. Dit is met name van belang
in die gevallen waarin de belanghebbende door ziekte of gebrek niet in staat is
zelf een bezoek te brengen aan de sector Werk, Inkomen en Zorg voor het
indienen van een aanvraag, het afnemen van een heronderzoek of het verstrekken
van informatie.
2. Het
huisbezoek kan worden afgelegd als middel bij het voorkomen van misbruik van
uitkeringsgelden. Daarbij is het mogelijk dat een huisbezoek plaatsvindt uit
een preventief oogpunt, maar het is ook mogelijk dat dit gebeurt in het kader
van een onderzoek naar strafbare feiten. Een huisbezoek van een consulent
uitkeringen is bedoeld om de rechtmatigheid van de uitkering vast te stellen en
niet om vast te stellen of de belanghebbende zich schuldig heeft gemaakt aan
een strafbaar feit. In dit laatste geval wordt een huisbezoek afgelegd door de
sociale recherche.
In het eerste geval vindt
een huisbezoek plaats op het uitdrukkelijk verzoek van de belanghebbende. In
het tweede geval, waarbij het afleggen van een van een huisbezoek tot doel
heeft dat er minder onterecht uitkering wordt verstrekt, zal de aanzet tot het
huisbezoek veelal uitgaan van de sector Werk, Inkomen en Zorg.
Om duidelijke regels vast
te stellen omtrent hoe een huisbezoek plaats moet vinden, onder welke
voorwaarden en welke procedure moet worden gevolgd, worden in dit protocol
richtlijnen aangegeven. Omdat in de tweede bovengenoemde situatie het
huisbezoek niet plaatsvindt op het verzoek van de belanghebbende, zal in dit
protocol hierop de nadruk liggen.
2.
Wettelijke
bepalingen
Het afleggen van een huisbezoek heeft gevolgen voor de privacy van de belanghebbende. Daarom heeft de wetgever in verschillende wetten bepalingen opgenomen ter bescherming van de privacy van de belanghebbende. Dit betreft onder andere: het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, de Grondwet, en de Algemene wet op het Binnentreden.
De belangrijkste artikelen
zijn opgenomen in een bijlage (bijlage 1).
Uit de
wettelijke bepalingen blijkt, dat de
wetgever groot belang hecht aan het recht op privacy van haar burgers. Waar het
in dit specifieke onderdeel gaat om huisbezoeken wordt dit nader toegespitst op
het recht van de bewoner van een woning.
Bij het binnentreden van
een woning moet dit recht van de bewoner altijd het uitgangspunt vormen voor
het binnentreden van een woning. Dit uitgangspunt geldt voor een ieder, dus ook
voor de consulent uitkeringen en de sociaal rechercheur.
Zoals eerder werd
aangegeven kan de belanghebbende zelf vragen om thuis te worden bezocht omdat
hij slecht ter been is of ziek of om een andere reden. Klantgericht handelen is
één van de uitgangspunten van de gemeente Delft. Met een huisbezoek kan mede gestalte
worden gegeven aan dit uitgangspunt. Voor de
klant heeft deze service als voordeel dat hij de deur niet uit hoeft en
niet met alle papieren over straat moet.
Daarnaast heeft een
dergelijk huisbezoek als toegevoegde waarde, dat er van de klant een beter
beeld gevormd kan worden, omdat het contact in de vertrouwde omgeving van de
klant een andere is dan op kantoor. Hiermee wordt de kwaliteit van het contact
verhoogd en kan beter maatwerk worden geleverd.
Het service-element is één
kant van de zaak; preventie is een andere kant van de zaak.
Zo kan bij nieuwe
belanghebbenden en bij nieuwe woonsituaties preventief op huisbezoek worden
gegaan, tenzij de consulent uitkeringen van mening is dat dit niet nodig is. Er
zijn ook andere situaties denkbaar, zoals bij inrichtingskosten van de woning,
bij het niet reageren op oproepen, bij diverse samenlevingsvormen en in het
geval van twijfel.
Het huisbezoek kan aangekondigd
of onaangekondigd plaatsvinden.
a. het aangekondigde
huisbezoek
Een aangekondigd huisbezoek
gebeurt door vooraf schriftelijk of mondeling (ook telefonisch) mee te delen
waarom een huisbezoek gewenst of noodzakelijk is.
b. het onaangekondigde
huisbezoek
Onaangekondigde
huisbezoeken zijn noodzakelijk als er twijfels bestaan over door de
belanghebbende opgegeven woon- en/of leefsituatie. Onaangekondigd huisbezoeken
moeten beperkt blijven tot de gevallen
waarin gerede twijfel bestaat aan de woon- en/of leefsituatie van de
belanghebbende.
De
belanghebbende wordt niet als verdachte beschouwd, zodat er altijd sprake is
van een inlichtingenverplichting tegenover de consulent uitkeringen, zoals
vermeld in artikel 65 van de Abw.
Het doel
is om elke twijfel weg te nemen, hetgeen ook in het voordeel van de
belanghebbende kan zijn.
Een
onderzoek naar de financiële en andere voor de uitkering relevante
omstandigheden wordt gedaan door de consulent uitkeringen. Ook als ten onrechte
uitkering is verstrekt zonder dat er sprake is van opzet of schuld behoort het
onderzoek tot het taakgebied van de consulent uitkeringen.
Als de belanghebbende de
consulent uitkeringen zonder plausibele redenen niet wil toelaten in de woning,
moet de belanghebbende op de consequenties van de weigering worden gewezen.
De uitkering
kan worden beëindigd of niet worden toegekend op basis van artikel 65 Abw
(inlichtingenverplichting).
De consulent uitkeringen is
verplicht om zich voorafgaand aan het binnentreden van de woning
(uitsluitend binnentreden met toestemming van de bewoner (belanghebbende)) te legitimeren
(legitimatiebewijs medewerker Publiekszaken, sector Werk, Inkomen en Zorg) en
daarbij mededeling te doen van het doel van het binnentreden.
Die reden
is het vaststellen van de rechtmatigheid van de verstrekte of de te verstrekken
uitkering.
Voor het binnentreden is de
uitdrukkelijke toestemming nodig van de daartoe bevoegde bewoner
(belanghebbende). Er moet duidelijk
sprake zijn van wilsovereenstemming bij de bewoner (belanghebbende).
Zonder toestemming van de
bewoner (belanghebbende) is het uitdrukkelijk niet toegestaan de woning te
betreden.
Als het om een kamerbewoner
gaat is de uitdrukkelijke toestemming van de kamerbewoner nodig om diens kamer
binnen te treden. Indien de hoofdbewoner in dat geval bezwaar maakt, mag de
woning niet worden binnengetreden. Ook bij de kamerbewoner dient duidelijk
sprake te zijn van wilsovereenstemming voordat de kamer betreden mag worden.
Indien de woning wordt
binnengetreden zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner of indien het een kamerbewoner betreft, zonder
de uitdrukkelijke toestemming van de kamerbewoner, kan er sprake zijn van ambtelijke
huisvredebreuk volgens artikel 370 Wetboek van Strafrecht. (ambtsmisdrijf)
Als een (noodzakelijk)
huisbezoek door de bewoner/ belanghebbende wordt geweigerd, moet de consulent
uitkeringen de belanghebbende wijzen op de mogelijke consequenties ten aanzien
van het vaststellen van de rechtmatigheid van de uitkering.
Als tijdens het huisbezoek
door één van de bewoners wordt aangegeven, dat de toegang alsnog wordt ontzegd,
moet de woning onmiddellijk worden verlaten (verbod gaat boven toestemming).
6.
Algemene
richtlijnen huisbezoek door een consulent
Bij het
afleggen van huisbezoeken worden de volgende richtlijnen gehanteerd:
¨ In
principe vindt aangekondigd of onaangekondigd huisbezoek overdag plaats binnen
de kantooruren.
¨ Huisbezoeken
in het kader van het verlenen van bijstand of het voortzetten daarvan worden
primair gedaan door de consulent uitkeringen.
¨ Het
huisbezoek wordt in gezelschap van een collega afgelegd. Hiermee wordt
voorkomen dat er achteraf bij verschil van mening een dualistische situatie
ontstaat.
¨ Uit
privacyoverwegingen wordt het gesprek niet bij de voordeur van de woning
gevoerd maar in de woonkamer van de belanghebbende of een andere daartoe
geschikte ruimte naar keuze van de bewoner/belanghebbende.
¨ Een
rondleiding door de woning van de belanghebbende is alleen toegestaan met de
uitdrukkelijke toestemming van de belanghebbende en in diens aanwezigheid en
beperkt zich tot de voor het onderzoek relevante ruimten.
¨ De
consulent uitkeringen mag nooit zelf deuren en kasten openen of papieren
doorbladeren. De consulent uitkeringen kan de belanghebbende wel verzoeken deze
handelingen te verrichten en inzage te verlenen.
¨ Tijdens
het huisbezoek moet er objectief worden waargenomen.
¨ Er mogen
alleen vragen worden gesteld, die noodzakelijk zijn voor het vaststellen van de
rechtmatigheid van de uitkering.
¨ De
consulent uitkeringen stelt zich tegenover de belanghebbende correct, zakelijk
en zorgvuldig op.
¨ Van het
gesprek wordt ter plaatse een gespreksbevestiging gemaakt. Deze
gespreksbevestiging wordt gedagtekend en ondertekend door de belanghebbende en
de consulent uitkeringen en diens collega. De gespreksbevestiging dient een
weergave van het gesprek en de afspraken te bevatten. Daarnaast moet in de
gespreksbevestiging in elk geval worden opgenomen:
-
het tijdstip van het binnentreden en het verlaten van de
woning
-
het mededelen van het doel van het huisbezoek
-
het vastleggen van de toestemming om de woning te betreden
(ook van de eventuele kamerbewoner)
- de handtekeningen van de belanghebbende en
de consulent uitkeringen en diens
collega.
¨ Voordat de
gespreksbevestiging wordt ondertekend door de consulent, diens collega en de
belanghebbende leest de consulent uitkeringen de verklaring voor en biedt aan
de belanghebbende de gelegenheid de verklaring te lezen.
¨ De
belanghebbende heeft het recht wijzigingen in de verklaring te laten
aanbrengen.
Over het huisbezoek moet zo spoedig mogelijk rapport worden opgemaakt. Hierin moet duidelijk worden aangegeven welke ruimten zijn gezien en wat mogelijk is opgevallen.
Het rapport maakt deel uit
van het dossier van de belanghebbende en kan dus indien gewenst door de
belanghebbende worden ingezien.
Het rapport is zakelijk en
objectief, zonder speculaties en/of waardeoordelen. De bevindingen zijn
gebaseerd op feiten, niet op veronderstellingen.
8. Het huisbezoek door de sociaal rechercheur
De sociaal rechercheur is een door het Openbaar Ministerie aangestelde buitengewoon opsporingsambtenaar en beschikt daardoor over opsporingsbevoegdheid. Op grond hiervan kan de sociaal rechercheur alleen worden ingeschakeld als er objectief gezien een redelijk vermoeden van fraude wordt vastgesteld. Het onderzoek wordt ingesteld in opdracht van het hoofd Invordering en Bijzonder Onderzoek.
Op grond van de
opsporingsbevoegdheid van de sociaal rechercheur wordt er toezicht uitgeoefend
door de Hoofdofficier van Justitie en de Korpschef van de Politieregio
Haaglanden.
De werkzaamheden van de
sociaal rechercheur worden omgeven door een groot aantal wettelijke bepalingen,
die grenzen stellen aan zijn bevoegdheid. De sociaal rechercheur legt het
huisbezoek af in gezelschap van een collega.
Hetgeen gesteld is in
paragraaf 5 en 6 (‘de presentatie van
de consulent uitkering tijdens het huisbezoek’
en de ‘ algemene richtlijnen bij een huisbezoek) omtrent het binnentreden
van de woning en zijn gedrag tijdens het huisbezoek is ook voor de sociaal
rechercheur onverkort van toepassing, met dit verschil dat de sociaal
rechercheur in het kader van een strafrechtelijk onderzoek een
huisbezoek aflegt.
Hij legitimeert zich bij
het begin van het contact met het legitimatiebewijs buitengewoon
opsporingsambtenaar. Hij noemt daarbij zijn naam, zijn functie, de reden van
het contact en wijst de verdachte erop, dat hij het recht heeft om de zwijgen
(de cautie). De belanghebbende / verdachte is niet verplicht een (voor hemzelf
belastende) verklaring af te leggen.
Indien tijdens het
huisbezoek blijkt, dat het redelijk vermoeden van fraude niet in stand blijft
of er twijfels blijven, wordt er een gespreksbevestiging opgemaakt. De
gespreksbevestiging dient een weergave te zijn van het gesprek en dient de
eventueel gemaakte afspraken te bevatten.
Daarnaast moet in de
gespreksbevestiging in elk geval te worden opgenomen:
¨ de
vermelding van de cautie
¨ het
tijdstip van het binnentreden en het verlaten van de woning
¨ het
mededelen van het doel van het huisbezoek
¨ het
vastleggen van de toestemming om de woning te betreden (ook van de eventuele
kamerbewoner)
¨ de
handtekeningen van de belanghebbende en de sociaal rechercheur en diens
collega.
Voordat de
gesprekbevestiging wordt ondertekend door de sociaal rechercheur, diens collega
en de belanghebbende, leest de sociaal rechercheur de verklaring voor en biedt
aan de belanghebbende de gelegenheid de verklaring te lezen. De belanghebbende
heeft het recht wijzigingen in de verklaring te laten aanbrengen.
Als tijdens het huisbezoek
het redelijk vermoeden van fraude wordt bevestigd, wordt afhankelijk van het
vermoedelijke fraudebedrag in relatie tot de vervolgingsrichtlijnen van het
Openbaar Ministerie, een kort verhoor afgenomen en wordt er een proces-verbaal
van verhoor opgemaakt.
Een verhoor is niet
vrijblijvend. Verkregen informatie tijdens een verhoor telt mee in de
bewijsvoering. In het proces-verbaal wordt alle relevante informatie opgenomen,
zowel belastende als ontlastende verklaringen. De inhoud van het proces-verbaal
van het verhoor wordt de verdachte voorgelezen en de verdachte wordt in de
gelegenheid gesteld zelf het proces-verbaal van het verhoor te lezen.
De verdachte heeft het
recht wijzigingen in het proces-verbaal van het verhoor te laten aanbrengen.
10. Binnentreden van de woning zonder toestemming van de
bewoner
Het toepassen van
dwangmiddelen, zoals het binnentreden van de woning zonder toestemming van de
bewoner, valt buiten het kader van het protocol huisbezoeken.
Dit is voor
opsporingsambtenaren geregeld in de Algemene Wet op het binnentreden/ Wetboek
van strafvordering.
11. Conclusie
Het afleggen van een
huisbezoek door een consulent of een sociaal rechercheur is door wettelijke
waarborgen omkleed ten einde de privacy van belanghebbenden zoveel mogelijk te
waarborgen.
Door middel van dit
protocol worden de wettelijke bepalingen vertaald in een aantal duidelijke
richtlijnen waar alle medewerkers van het cluster Publiekszaken, sector Werk,
Inkomen en Zorg zich aan dienen te houden.
U wordt verzocht dit
protocol vast te stellen.
Ton Wiegman
19-05-2000
Artikel 8 EVRM eerbiediging privé leven,
correspondentie enz.
-1 Een ieder heeft recht op respect voor zijn privé leven, zijn
familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
-2 Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de
uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een
democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale
veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het
voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de
gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden
van anderen.
Artikel 10 Grondwet eerbiediging en bescherming
persoonlijke levenssfeer
-1 Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen
beperkingen, recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.
-2 De wet stelt regels ter bescherming van de persoonlijke
levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens.
-3 De wet stelt regels inzake de aanspraken van personen op
kennisneming van over hen vastgelegde gegevens en het gebruik dat daarvan wordt
gemaakt, alsmede op verbetering van zodanige gegevens.
Artikel 12 Grondwet binnentreden
woningen
-1 Het binnentreden van een
woning tegen de wil van de bewoner is alleen geoorloofd
in de gevallen bij of krachtens de wet bepaald, door
hen die daartoe bij of krachtens de wet zijn aangewezen.
-2 Voor het binnentreden overeenkomstig het voorgaande lid zijn
voorafgaande legitimatie en mededeling van het doel van het binnentreden
vereist, behoudens bij de wet gestelde uitzonderingen. Aan de bewoner wordt een
schriftelijk verslag van het binnentreden vereist.
Artikel 1, lid 4 Algemene Wet op het
Binnentreden
De persoon, bedoeld in het eerste
lid, die met toestemming van de bewoner wenst binnen
te treden, vraagt voorafgaand aan het binnentreden diens toestemming. De
toestemming
moet blijken aan degene die wenst
binnen te treden.