Onderwerp
Delfts Uitkering Informatie team (DUIT)
·
Ouderen
·
Uitkeringsgerechtigden
·
Mensen met een minimum
inkomen uit arbeid.
Algemeen is de erkenning dat met name
deze groep financieel gesteund moeten worden om het hoofd boven water te
houden. In het verleden zijn zowel landelijk als gemeentelijk diverse
regelingen tot stand gekomen om het inkomen van deze groep aan te vullen. Deze
regelingen zijn niet altijd afdoende en worden ook niet altijd optimaal gebruikt.
Het veronderstelde niet-gebruik van de
huursubsidie is in het recente verleden voor het ministerie van VROM aanleiding
geweest hierover studies te laten verrichten.
De staatssecretaris heeft tegenover de
Kamer verklaard dat het percentage niet-gebruik waarschijnlijk rond de 20% zal
liggen.
Voor wat betreft het niet-gebruik van
gemeentelijke voorzieningen als bijzondere bijstand, witgoed- en
kortingsregelingen, kwijtschelding gemeentelijke belastingen etc. is veel
minder bekend. Landelijke cijfers zijn nauwelijks verkrijgbaar.
Een onderzoek uitgevoerd in 3
pilot-gemeenten door Ernst en Young, in opdracht van het ministerie van VROM en
SoZaWe, levert ook geen percentages op.
Uit dit onderzoek blijkt wel
dat de benaderde personen over het algemeen veel waardering hebben voor een
actieve benadering door de gemeente. Een meerderheid van de ondervraagden geeft
de voorkeur aan een schriftelijke benadering boven een huisbezoek of telefoon.
Ouderen geven juist de voorkeur aan een huisbezoek.
De groep met een minimum
inkomen (in 1998 waren dit in Delft circa 5850 huishoudens) heeft zeer vaak te
maken met een schuldenproblematiek.
Nederland telt circa 502.000
huishoudens met een vorm van schulden. Dat is 7,6% van het totaal aantal
huishoudens. Ongeveer 25% krijgt hulp van een officiële instantie.
Als deze landelijke cijfers
ook voor Delft gelden, dan betekent dit dat circa 3.700 huishoudens kampen met
schulden. Hiervan zijn er ongeveer 2.800 niet in beeld. De inschatting is dat
circa 75% van dit aantal, ofwel 2.100 huishoudens tot de groep met een
minimuminkomen behoort.
Van deze groep is niet bekend
of er optimaal gebruik wordt gemaakt van de aanvullende financiële
voorzieningen.
Van de totale groep
huishoudens met een minimum inkomen maakt volgens een rekenmodel slechts circa
26,1% gebruik van de kwijtscheldingsregeling en 12,4% van de kortingsregeling.
Dit rekenmodel houdt geen
rekening met diverse individuele factoren die bepalend zijn voor het wel of
niet in aanmerking komen van inkomensafhankelijke voorzieningen en is zeer
indicatief.
Bevordering van het gebruik van de
bovenstaande voorzieningen kan mogelijk het inkomen vergroten. Vergroting van het inkomen kan het ontstaan (en het
vergroten) van schulden voorkomen. Bevordering van aanvullende financiële
voorzieningen heeft zodoende een preventieve werking waardoor beroep op de
schuldhulpverlening mogelijk vermindert.
Een team van consulenten kan als het
Delfts Uitkeringen en Informatie Team (DUIT)
een rol spelen in het bevorderen van het gebruik van
inkomensafhankelijke voorzieningen en het geven van informatie.
Studenten worden ondanks dat zij vaak
een minimuminkomen hebben niet in dit project meegenomen. Het leeuwendeel van
de door DUIT gegeven informatie is niet op hen van toepassing. Mogelijk kan in
de toekomst wanneer DUIT goed functioneert ook gekeken worden of deze groep
beperkt gebruik kan maken van DUIT.
2. Doelstelling.
Doel van DUIT:
·
Zoveel mogelijk het
niet-gebruik van sociale voorzieningen te signaleren bij de doelgroep
·
Doelgroep zoveel
mogelijk (individueel) informeren over de voor hen van toepassing zijnde
voorzieningen
·
Tenminste 50% van de
geïnformeerden zover krijgen dat zij de voor hen van toepassing zijnde
voorzieningen ook daadwerkelijk aanvragen.
De informatie m.b.t. de
financiële voorzieningen richt zich op drie terreinen:
·
Werk
·
Inkomen
·
Zorg
Concreet betekent dit dat er
informatie verstrekt zal worden over:
·
Uitkeringen
·
Bijzondere Bijstand
·
Witgoed regeling
·
Kortingsregeling
·
Bijdrage studiekosten
·
Kwijtschelding
gemeentelijke belastingen
·
Huursubsidie
·
Schuldhulpverlening
·
Budgetbeheer
·
Werk (WIW-banen ,
I/D-banen)
·
Centrum voor Werk en
Inkomen (CWI)
·
Wet Voorziening
Gehandicapten
·
Onder de pannen
·
Alarmering
·
Bonusregeling
(incentivebeleid)
·
ISR
Niet alle hierboven genoemde
voorzieningen zijn voor iedereen van toepassing. De informatie zal afhangen van
de situatie van de informatievrager.
Daarnaast ligt het in de
bedoeling om DUIT ook voorlichting te laten geven over de armoedeval. Het berekenen
van de armoedeval kan n.a.v. een door de gemeente Delft ontwikkeld
computerprogramma “de DUIT Calculator”.
3. Interactief traject.
De interactieve aanpak welke in de nota
centraal staat heeft ook bij dit project plaatsgevonden. Diverse organisaties zowel
professioneel als op vrijwillige basis zijn gesproken. Allen reageerden zeer
positief op dit project.
Belangrijke reacties waren :
·
Laat mensen wel zelf de
verantwoordelijkheid dragen voor het aanvragen van sociale voorzieningen;
·
Niet voor iedereen een
zelfde benadering kiezen;
·
Aandacht voor eventuele
taalproblemen;
·
Maak gebruik van
bestaand netwerk;
·
Afstemming met
organisaties;
·
Goede naamsbekendheid;
·
DUIT moet een
onafhankelijke organisatie zijn en geen verlengstuk van de sociale dienst.
De wijze waarop DUIT gaat
werken is mede tot stand gekomen middels de gevoerde gesprekken met diverse
organisaties. In deze gesprekken is duidelijk geworden waar mensen informatie
over willen en welke organisaties op welke terreinen al informatie verstrekken.
Dit laatste is van belang om overlapping te voorkomen.
Om bekendheid te geven aan DUIT moet er een goed communicatietraject
worden opgezet.
Middels posters, artikelen in
de krant, folderen, mond tot mond reclame, eventueel internet en via diverse netwerken
moet DUIT een begrip worden in Delft en moet men weten waarvoor men bij DUIT
terecht kan.
Het succes van DUIT wordt
mede bepaald door een goed communicatietraject.
Dit communicatietraject zal
worden afgestemd met de ontwikkelingen m.b.t. de gemeentelijke
informatieverschaffing.
Wanneer men bij DUIT
terechtkomt kan men informatie krijgen via:
·
Huisbezoeken
Een
DUIT-medewerker komt bij betrokkene thuis. De medewerker geeft afhankelijk van
de situatie van betrokkene informatie over de regelingen en kan ook aangeven of
betrokkene hiervoor in aanmerking komt. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van
de al ontwikkelde DUIT Calculator. Tevens kan de medewerker verwijzen naar
diverse instanties.
De
medewerker heeft ook aanvraagformulieren voor betrokkene bij zich en kan indien
nodig gezamenlijk het formulier invullen.
In
sommige situaties kan de medewerker het formulier meenemen en zorgen dat de
aanvraag op de juiste plek terechtkomt.
Deze
laatste service wordt alleen verleend wanneer het noodzakelijk is. Enige eigen
verantwoordelijkheid van betrokkenen
moet juist worden gestimuleerd. De gesproken organisaties hechten aan dit punt
veel waarde.
·
Spreekuur
Op
diverse locaties in de wijk houden de DUIT-medewerkers spreekuur. Tijdens dit
spreekuur kunnen mensen informatie krijgen over regelingen en
aanvraagformulieren afhalen. Ook hier kan de DUIT-medewerker verwijzen naar
instanties die regelingen uitvoeren. Indien nodig kan ter plekke het
aanvraagformulier worden ingevuld. De verantwoordelijkheid van het daadwerkelijk
indienen van de aanvraag ligt bij betrokkene.
Betrokkenen
moeten gestimuleerd worden zoveel mogelijk de regie zelf in handen te
houden/nemen.
·
Voorlichting aan groepen
Bij diverse organisaties (waaronder ook
zelforganisaties) worden regelmatig themabijeenkomsten gehouden. Op verzoek kan
een DUIT-medewerker een algemene voorlichting over sociale voorzieningen
verzorgen.
Na
afloop van de voorlichting kunnen individuele afspraken gemaakt worden om
persoonlijke situaties te bekijken.
Een
collectieve voorlichting aan groepen die binnenkort met de armoedeval te maken
krijgen is ook mogelijk.
Uiteraard is ook een mix van
deze werkwijzen mogelijk.
Het verstrekken van
informatie vindt altijd op verzoek plaats. DUIT kan bij het benaderen van de doelgroep gebruik maken van
laagdrempelige voorzieningen die al aanwezig zijn en waar de doelgroep gebruik
van maakt (kerk, moskee, belangenorganisaties etc.).
DUIT geeft op diverse
terreinen informatie. Echter DUIT neemt niet de verantwoordelijkheid over van
de organisaties die de regelingen uitvoeren. Die verantwoordelijkheid blijft
liggen daar waar hij hoort. DUIT heeft duidelijk een adviserende en
ondersteunende taak.
In overleg met de betrokken
organisaties zullen hierover afspraken
gemaakt worden.
Belangrijk is wel dat de
DUIT-medewerkers door iedereen geaccepteerd worden en een onafhankelijke
positie innemen.
Zodra medewerkers van DUIT
bij mensen thuis komen zullen zij met zaken worden geconfronteerd waar zij geen
rol in kunnen spelen. DUIT zal dan voor zover mogelijk verwijzen naar andere
organisaties of zelf andere organisaties benaderen om te voorkomen dat
DUIT-medewerkers foutieve informatie geven. Het geven voor juiste informatie
door DUIT-medewerkers is essentieel voor het slagen van dit project.
Het goed informeren van
Delftse organisaties over wat DUIT is en doet is uiteraard ook essentieel. Een
goed zicht op de sociale kaart van Delft is hierbij onontbeerlijk.
Bij alle drie de werkwijzen
is het van belang dat wanneer betrokkene niet voldoende de Nederlandse taal
beheerst er gebruik gemaakt wordt van contactpersonen (tenzij de
DUIT-medewerker deze taal beheerst). Bij diverse organisaties zijn er voor
diverse culturen en talen contactpersonen aanwezig. DUIT zal met hen een goed
contact moeten onderhouden.
Gezien het feit dat het niet
bekend is hoe groot de groep huishoudens met een minimum inkomen is lukt het
ook niet te voorspellen hoe vaak er een
beroep op DUIT zal worden gedaan.
Het aantal huisbezoeken in
het eerste jaar wordt gesteld op maximaal 500. Dit is te reguleren. Hoe vaak er
een voorlichting zal worden gegeven en hoe druk het spreekuur zal worden
bezocht is niet van tevoren aan te geven. Tevens kan het ook voorkomen dat
mensen meerdere malen een beroep doen op DUIT.
DUIT zal in eerste instantie
bestaan uit:
·
2 Consulenten (24 uur);
·
I/D-medewerker voor
administratieve ondersteuning en het aannemen van de telefoon.
·
Coördinatie (8 uur)
Gezien de werkwijze van DUIT
is het niet noodzakelijk om een geheel eigen locatie te hebben om mensen te
ontvangen.
Door DUIT in te bedden binnen een bestaande
structuur (huisvesting, aansturing en coördinatie) kunnen kosten bespaard
worden.
DUIT kan worden ondergebracht
bij het zorgloket, waarbij sprake is van een publiek/private samenwerking
tussen Stichting Ouderen Delft en de gemeente Delft. Het zorgloket is een loket
voor burgers rondom zorgvragen. Door DUIT hier onder te brengen ontstaat een
maximale samenhang tussen de Stichting Ouderen Delft en de gemeente Delft.
Gezien het maximale aantal
huisbezoeken voor het eerste jaar en de omvang van de doelgroep zal er gekozen
moeten worden met welke groep er het eerste jaar wordt gestart.
Stichting Ouderenwerk Delft
heeft al een huisbezoekproject in samenwerking met de gemeente (Informatieve
Huisbezoeken Ouderen) waarbij informatie gegeven wordt over diverse sociale
voorzieningen. Tevens bestaat er een Informatiepunt Ouderen waar ouderen met diverse vragen, niet alleen
op het financiële vlak, terechtkunnen.
De groep ouderen heeft op dit moment dus al een mogelijkheid om zich te laten
informeren. Binnenkort start Stichting Ouderenwerk Delft met een bezoekproject voor allochtone ouderen. Daarnaast
worden er nog projecten uitgewerkt in het kader van de EZH-gelden.
Belangrijk aandachtspunt is
het afstemmen van de huisbezoeken door beide projecten om dubbeling te
voorkomen. Ook met andere huisbezoekprojecten zal afstemming moeten
plaatsvinden.
Voor het eerste jaar wordt
gezien het bovenstaande gekozen voor de groep met een minimuminkomen uit arbeid
of de NABW.
Na een periode van een jaar
wordt DUIT geëvalueerd Een belangrijk
evalutiepunt is de eventuele toename van aanvragen voor Bijzondere Bijstand,
Kortingsregeling, etc.
Na eventuele aanpassing is
uitbereiding van de doelgroep mogelijk.
Na een jaar kan ook gekeken
worden wie voornamelijk een beroep doen op DUIT en of voor deze groep nieuw
beleid of nieuwe producten ontwikkeld moeten worden.Tevens moet gekeken worden
of er meer aanvragen (zie doelstelling)
voor sociale voorzieningen zijn ingediend en gehonoreerd. Concreet betekent dit
ook voor de gemeente dat er meer aanspraak op budgetten als bijzondere bijstand
zal worden gedaan.
8. Begroting en financiering.
Consulenten ( 2x 24 uur) ƒ. 105.000,-
Communicatie en PR ƒ. 60.000,-
Coördinatie ƒ. 25.000,-
Huisvestings/kantoorkosten ƒ. 25.000,-
Computers (laptop) ƒ. 10.000,- +
-----------
ƒ.
225.000,-
-
De dekking van de dit
project komt uit financiering middels
EZH-gelden (ƒ.100.000,-) en overheveling Bijzondere Bijstand
(ƒ.125.000,-).
In het kader van de EZH-gelden zijn er projecten ingediend om voorlichting te
geven aan ouderen. DUIT geeft hier invulling aan en wordt daarom ook opgenomen
in het verdeelvoorstel “Ouderen: Informatie en Zorg” en legt een jaarlijkse
claim van ƒ.100.000,-. Besluitvorming omtrent het verdeelvoorstel moet nog
plaatsvinden.
-
De kosten voor
communicatie en PR zullen het eerste jaar hoog zijn en daarna aanzienlijk
dalen.
-
Tenslotte zal als gevolg
van dit project er een groter beroep op de Bijzondere Bijstand worden gedaan.
Hoeveel dit precies zal zijn is niet aan te geven. Er wordt in eerste instantie
gestreefd naar een extra percentage aanvragen tussen de 5 en 10 % ( 250-500
extra aanvragen). Hiervoor dient een bedrag van ƒ.100.000,- te worden
gereserveerd in het budget bijzondere bijstand..
November
2000 uitwerking
projectvoorstel
inbedding
realiseren binnen gemeentelijke organisatie
(zorgloket)
werving personeel
opstarten
communicatietraject
December 2000 training
consulenten en inwerken I/D-medewerker
Januari 2001 start DUIT