Nota

 

Datum

24-10-2000

Ons Kenmerk

     

Opsteller

M.Noordermeer

Bijlagen

0        

Onderwerp

DEELNOTA SAMEN AAN DE SLAG

Delfts Uitkering Informatie team (DUIT)

 

 


1. Inleiding.

In Nederland moet een grote groep mensen zien rond te komen van een inkomen op of rond het minimum. Deze groep is onder te verdelen in:

·         Ouderen

·         Uitkeringsgerechtigden

·         Mensen met een minimum inkomen uit arbeid.

 

Algemeen is de erkenning dat met name deze groep financieel gesteund moeten worden om het hoofd boven water te houden. In het verleden zijn zowel landelijk als gemeentelijk diverse regelingen tot stand gekomen om het inkomen van deze groep aan te vullen. Deze regelingen zijn niet altijd afdoende en worden ook niet altijd  optimaal gebruikt.

 

Het veronderstelde niet-gebruik van de huursubsidie is in het recente verleden voor het ministerie van VROM aanleiding geweest hierover studies te laten verrichten.

De staatssecretaris heeft tegenover de Kamer verklaard dat het percentage niet-gebruik waarschijnlijk rond de 20% zal liggen.

 

Voor wat betreft het niet-gebruik van gemeentelijke voorzieningen als bijzondere bijstand, witgoed- en kortingsregelingen, kwijtschelding gemeentelijke belastingen etc. is veel minder bekend. Landelijke cijfers zijn nauwelijks verkrijgbaar.

Een onderzoek uitgevoerd in 3 pilot-gemeenten door Ernst en Young, in opdracht van het ministerie van VROM en SoZaWe, levert ook geen percentages op.

Uit dit onderzoek blijkt wel dat de benaderde personen over het algemeen veel waardering hebben voor een actieve benadering door de gemeente. Een meerderheid van de ondervraagden geeft de voorkeur aan een schriftelijke benadering boven een huisbezoek of telefoon. Ouderen geven juist de voorkeur aan een huisbezoek.

 

De groep met een minimum inkomen (in 1998 waren dit in Delft circa 5850 huishoudens) heeft zeer vaak te maken met een schuldenproblematiek.

Nederland telt circa 502.000 huishoudens met een vorm van schulden. Dat is 7,6% van het totaal aantal huishoudens. Ongeveer 25% krijgt hulp van een officiële instantie.

Als deze landelijke cijfers ook voor Delft gelden, dan betekent dit dat circa 3.700 huishoudens kampen met schulden. Hiervan zijn er ongeveer 2.800 niet in beeld. De inschatting is dat circa 75% van dit aantal, ofwel 2.100 huishoudens tot de groep met een minimuminkomen behoort.

Van deze groep is niet bekend of er optimaal gebruik wordt gemaakt van de aanvullende financiële voorzieningen.

Van de totale groep huishoudens met een minimum inkomen maakt volgens een rekenmodel slechts circa 26,1% gebruik van de kwijtscheldingsregeling en 12,4% van de kortingsregeling.

Dit rekenmodel houdt geen rekening met diverse individuele factoren die bepalend zijn voor het wel of niet in aanmerking komen van inkomensafhankelijke voorzieningen en is zeer indicatief. 

 

Bevordering van het gebruik van de bovenstaande voorzieningen kan mogelijk het inkomen  vergroten. Vergroting van het inkomen kan het ontstaan (en het vergroten) van schulden voorkomen. Bevordering van aanvullende financiële voorzieningen  heeft zodoende een  preventieve werking waardoor beroep op de schuldhulpverlening mogelijk vermindert.

 

Een team van consulenten kan als het Delfts Uitkeringen en Informatie Team (DUIT)  een rol spelen in het bevorderen van het gebruik van inkomensafhankelijke voorzieningen en het geven van informatie.

 

Studenten worden ondanks dat zij vaak een minimuminkomen hebben niet in dit project meegenomen. Het leeuwendeel van de door DUIT gegeven informatie is niet op hen van toepassing. Mogelijk kan in de toekomst wanneer DUIT goed functioneert ook gekeken worden of deze groep beperkt gebruik kan maken van DUIT.

 

2. Doelstelling.

 

Doel van DUIT:

·         Zoveel mogelijk het niet-gebruik van sociale voorzieningen te signaleren bij de doelgroep

·         Doelgroep zoveel mogelijk (individueel) informeren over de voor hen van toepassing zijnde voorzieningen

·         Tenminste 50% van de geïnformeerden zover krijgen dat zij de voor hen van toepassing zijnde voorzieningen ook daadwerkelijk aanvragen.

 

De informatie m.b.t. de financiële voorzieningen richt zich op drie terreinen:

·         Werk

·         Inkomen

·         Zorg

 

Concreet betekent dit dat er informatie verstrekt zal worden over:

·         Uitkeringen

·         Bijzondere Bijstand

·         Witgoed regeling

·         Kortingsregeling

·         Bijdrage studiekosten

·         Kwijtschelding gemeentelijke belastingen

·         Huursubsidie

·         Schuldhulpverlening

·         Budgetbeheer

·         Werk (WIW-banen , I/D-banen)

·         Centrum voor Werk en Inkomen (CWI)

·         Wet Voorziening Gehandicapten

·         Onder de pannen

·         Alarmering

·         Bonusregeling (incentivebeleid)

·         ISR

 

Niet alle hierboven genoemde voorzieningen zijn voor iedereen van toepassing. De informatie zal afhangen van de situatie van de informatievrager.

 

Daarnaast ligt het in de bedoeling om DUIT ook voorlichting te laten geven over de armoedeval. Het berekenen van de armoedeval kan n.a.v. een door de gemeente Delft ontwikkeld computerprogramma “de DUIT Calculator”.

 

3. Interactief traject.

 

De interactieve aanpak welke in de nota centraal staat heeft ook bij dit project plaatsgevonden. Diverse organisaties zowel professioneel als op vrijwillige basis zijn gesproken. Allen reageerden zeer positief op dit project.

Belangrijke reacties waren :

·         Laat mensen wel zelf de verantwoordelijkheid dragen voor het aanvragen van sociale voorzieningen;

·         Niet voor iedereen een zelfde benadering kiezen;

·         Aandacht voor eventuele taalproblemen;

·         Maak gebruik van bestaand netwerk;

·         Afstemming met organisaties;

·         Goede naamsbekendheid;

·         DUIT moet een onafhankelijke organisatie zijn en geen verlengstuk van de sociale dienst.

 

4. Werkwijze.

 

De wijze waarop DUIT gaat werken is mede tot stand gekomen middels de gevoerde gesprekken met diverse organisaties. In deze gesprekken is duidelijk geworden waar mensen informatie over willen en welke organisaties op welke terreinen al informatie verstrekken. Dit laatste is van belang om overlapping te voorkomen.

 

Om  bekendheid te geven aan DUIT moet er een goed communicatietraject worden opgezet.

Middels posters, artikelen in de krant, folderen, mond tot mond reclame, eventueel internet en via diverse netwerken moet DUIT een begrip worden in Delft en moet men weten waarvoor men bij DUIT terecht kan.

Het succes van DUIT wordt mede bepaald door een goed communicatietraject.

Dit communicatietraject zal worden afgestemd met de ontwikkelingen m.b.t. de gemeentelijke informatieverschaffing.

 

Wanneer men bij DUIT terechtkomt kan men informatie krijgen via:

 

·         Huisbezoeken

Een DUIT-medewerker komt bij betrokkene thuis. De medewerker geeft afhankelijk van de situatie van betrokkene informatie over de regelingen en kan ook aangeven of betrokkene hiervoor in aanmerking komt. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de al ontwikkelde DUIT Calculator. Tevens kan de medewerker verwijzen naar diverse instanties.

De medewerker heeft ook aanvraagformulieren voor betrokkene bij zich en kan indien nodig gezamenlijk het formulier invullen.

In sommige situaties kan de medewerker het formulier meenemen en zorgen dat de aanvraag op de juiste plek terechtkomt.

Deze laatste service wordt alleen verleend wanneer het noodzakelijk is. Enige eigen verantwoordelijkheid  van betrokkenen moet juist worden gestimuleerd. De gesproken organisaties hechten aan dit punt veel waarde.

 

·         Spreekuur

Op diverse locaties in de wijk houden de DUIT-medewerkers spreekuur. Tijdens dit spreekuur kunnen mensen informatie krijgen over regelingen en aanvraagformulieren afhalen. Ook hier kan de DUIT-medewerker verwijzen naar instanties die regelingen uitvoeren. Indien nodig kan ter plekke het aanvraagformulier worden ingevuld. De verantwoordelijkheid van het daadwerkelijk indienen van de aanvraag ligt bij betrokkene.

Betrokkenen moeten gestimuleerd worden zoveel mogelijk de regie zelf in handen te houden/nemen.

 

·         Voorlichting aan groepen

Bij diverse organisaties (waaronder ook zelforganisaties) worden regelmatig themabijeenkomsten gehouden. Op verzoek kan een DUIT-medewerker een algemene voorlichting over sociale voorzieningen verzorgen.

Na afloop van de voorlichting kunnen individuele afspraken gemaakt worden om persoonlijke situaties te bekijken.

Een collectieve voorlichting aan groepen die binnenkort met de armoedeval te maken krijgen is ook mogelijk.

 

Uiteraard is ook een mix van deze werkwijzen mogelijk.

 

Het verstrekken van informatie vindt altijd op verzoek plaats. DUIT  kan bij het benaderen van de doelgroep gebruik maken van laagdrempelige voorzieningen die al aanwezig zijn en waar de doelgroep gebruik van maakt (kerk, moskee, belangenorganisaties etc.).

 

5. Verantwoordelijkheid DUIT.

 

DUIT geeft op diverse terreinen informatie. Echter DUIT neemt niet de verantwoordelijkheid over van de organisaties die de regelingen uitvoeren. Die verantwoordelijkheid blijft liggen daar waar hij hoort. DUIT heeft duidelijk een adviserende en ondersteunende  taak.

In overleg met de betrokken organisaties zullen hierover afspraken  gemaakt worden.

Belangrijk is wel dat de DUIT-medewerkers door iedereen geaccepteerd worden en een onafhankelijke positie innemen.

 

Zodra medewerkers van DUIT bij mensen thuis komen zullen zij met zaken worden geconfronteerd waar zij geen rol in kunnen spelen. DUIT zal dan voor zover mogelijk verwijzen naar andere organisaties of zelf andere organisaties benaderen om te voorkomen dat DUIT-medewerkers foutieve informatie geven. Het geven voor juiste informatie door DUIT-medewerkers is essentieel voor het slagen van dit project.

 

Het goed informeren van Delftse organisaties over wat DUIT is en doet is uiteraard ook essentieel. Een goed zicht op de sociale kaart van Delft is hierbij onontbeerlijk.

 

Bij alle drie de werkwijzen is het van belang dat wanneer betrokkene niet voldoende de Nederlandse taal beheerst er gebruik gemaakt wordt van contactpersonen (tenzij de DUIT-medewerker deze taal beheerst). Bij diverse organisaties zijn er voor diverse culturen en talen contactpersonen aanwezig. DUIT zal met hen een goed contact moeten onderhouden.

 

6. Organisatie  DUIT.

 

Gezien het feit dat het niet bekend is hoe groot de groep huishoudens met een minimum inkomen is lukt het ook niet te voorspellen hoe vaak er een  beroep op DUIT zal worden gedaan.

Het aantal huisbezoeken in het eerste jaar wordt gesteld op maximaal 500. Dit is te reguleren. Hoe vaak er een voorlichting zal worden gegeven en hoe druk het spreekuur zal worden bezocht is niet van tevoren aan te geven. Tevens kan het ook voorkomen dat mensen meerdere malen een beroep doen op DUIT.

 

DUIT zal in eerste instantie bestaan uit:

 

·         2 Consulenten (24 uur);

·         I/D-medewerker voor administratieve ondersteuning en het aannemen van de telefoon.

·         Coördinatie (8 uur)

 

Gezien de werkwijze van DUIT is het niet noodzakelijk om een geheel eigen locatie te hebben om mensen te ontvangen.

Door  DUIT in te bedden binnen een bestaande structuur (huisvesting, aansturing en coördinatie) kunnen kosten bespaard worden.

DUIT kan worden ondergebracht bij het zorgloket, waarbij sprake is van een publiek/private samenwerking tussen Stichting Ouderen Delft en de gemeente Delft. Het zorgloket is een loket voor burgers rondom zorgvragen. Door DUIT hier onder te brengen ontstaat een maximale samenhang tussen de Stichting Ouderen Delft en de gemeente Delft.

 

7. Bereik DUIT.

 

Gezien het maximale aantal huisbezoeken voor het eerste jaar en de omvang van de doelgroep zal er gekozen moeten worden met welke groep er het eerste jaar wordt gestart.

Stichting Ouderenwerk Delft heeft al een huisbezoekproject in samenwerking met de gemeente (Informatieve Huisbezoeken Ouderen) waarbij informatie gegeven wordt over diverse sociale voorzieningen. Tevens bestaat er een Informatiepunt Ouderen  waar ouderen met diverse vragen, niet alleen op het financiële vlak,  terechtkunnen. De groep ouderen heeft op dit moment dus al een mogelijkheid om zich te laten informeren. Binnenkort start Stichting Ouderenwerk  Delft met een bezoekproject voor allochtone ouderen. Daarnaast worden er nog projecten uitgewerkt in het kader van de  EZH-gelden.

Belangrijk aandachtspunt is het afstemmen van de huisbezoeken door beide projecten om dubbeling te voorkomen. Ook met andere huisbezoekprojecten zal afstemming moeten plaatsvinden.

Voor het eerste jaar wordt gezien het bovenstaande gekozen voor de groep met een minimuminkomen uit arbeid of de NABW.

 

Na een periode van een jaar wordt DUIT geëvalueerd  Een belangrijk evalutiepunt is de eventuele toename van aanvragen voor Bijzondere Bijstand, Kortingsregeling, etc.

Na eventuele aanpassing is uitbereiding van de doelgroep mogelijk.

Na een jaar kan ook gekeken worden wie voornamelijk een beroep doen op DUIT en of voor deze groep nieuw beleid of nieuwe producten ontwikkeld moeten worden.Tevens moet gekeken worden of  er meer aanvragen (zie doelstelling) voor sociale voorzieningen zijn ingediend en gehonoreerd. Concreet betekent dit ook voor de gemeente dat er meer aanspraak op budgetten als bijzondere bijstand zal worden gedaan.

 

8. Begroting en financiering.

 

Consulenten ( 2x 24 uur)                       ƒ. 105.000,-

Communicatie en PR                            ƒ.   60.000,-

Coördinatie                                           ƒ.   25.000,-

Huisvestings/kantoorkosten                   ƒ.   25.000,-

Computers (laptop)                               ƒ.   10.000,- +

                                                           -----------

                                                           ƒ. 225.000,-

 

-         De dekking van de dit project komt uit financiering middels  EZH-gelden (ƒ.100.000,-) en overheveling Bijzondere Bijstand (ƒ.125.000,-).
In het kader van de EZH-gelden zijn er projecten ingediend om voorlichting te geven aan ouderen. DUIT geeft hier invulling aan en wordt daarom ook opgenomen in het verdeelvoorstel “Ouderen: Informatie en Zorg” en legt een jaarlijkse claim van ƒ.100.000,-. Besluitvorming omtrent het verdeelvoorstel moet nog plaatsvinden.

-         De kosten voor communicatie en PR zullen het eerste jaar hoog zijn en daarna aanzienlijk dalen.

-         Tenslotte zal als gevolg van dit project er een groter beroep op de Bijzondere Bijstand worden gedaan.
Hoeveel dit precies zal zijn is niet aan te geven. Er wordt in eerste instantie gestreefd naar een extra percentage aanvragen tussen de 5 en 10 % ( 250-500 extra aanvragen). Hiervoor dient een bedrag van ƒ.100.000,- te worden gereserveerd in het budget bijzondere bijstand..

-         Daarnaast zal voor de afhandeling van extra aanvragen extra capaciteit nodig zijn. Volgens de nota Planning en Normering (mei 1999) dient hiervoor tussen de 0,4 en 0,8 fte berekend te worden.

 

 

9. Planning.

 

November       2000                   uitwerking projectvoorstel                     

inbedding realiseren binnen gemeentelijke organisatie  (zorgloket)

                                               werving personeel

                                               opstarten communicatietraject

December         2000                 training consulenten en inwerken I/D-medewerker

Januari             2001                 start DUIT

 

 


     

 

 

 

 

M.Noordermeer

Beleidsmedewerker Werk