Werkgroep “Werving (schaars) onderwijspersoneel”

Een overzicht van aktiepunten.                                                                   

 

1.0 Instellen van een werkgroep en de samenstelling

In de vergadering van LOKABEL (2 oktober 2000) is besloten om een werkgroep beleidsadvisering in te stellen. Personeelsconsulenten (of de uitvoerders van het personeelsbeleid) van de schoolbesturen (primair- en voortgezet onderwijs) zijn onder voorzitterschap van het Vakteam Onderwijs twee maal bijeengeweest.

Hoewel niet alle besturen daadwerkelijk aan de vergadering hebben deelgenomen, hebben alle besturen in de vergadering van LOKABEL wel mandaat gegeven voor dit onderzoek.

Voor het primair onderwijs hebben de vertegenwoordigers van  het Protestants Christelijk Basisonderwijs, het Openbaar Basisonderwijs en de Delftsche Schoolvereeniging deelgenomen. Voor het voortgezet onderwijs hebben alle scholen deelgenomen.

 

2.0 Doelstelling

De werkgroep heeft onderzoek gedaan naar (realiseerbare) voorstellen, waarbij de taak van de lokale overheid aanvullend kan zijn op het personeelsbeleid van elk bevoegd gezag zelf.

De grens ligt daarbij op het raakvlak met voorstellen in de sfeer van de secundaire arbeidsvoorwaarden.

 

3.0 Overzicht van in de werkgroep besproken voorstellen

3.1 Een gemeenschappelijk werving voor het primair onderwijs lijkt goed mogelijk. Er moet bij de opzet van deze nieuwe werving dan wel rekening gehouden worden met de aanbevelingen uit de evaluatie van de vorige werving. Niet meer alleen in de eigen regio werven (geeft weinig kans, de vijver is leeg) maar wel werven in andere regio’ s of landelijk. In de opzet van de werving (pr) nadrukkelijk alle extra’ s uit het OBP noemen. Daardoor ontstaat een beeld van het werkklimaat in Delft dat veel aantrekkelijker is dan elders. De werving moet met enige regelmaat herhaald worden en ook verwijzen naar specifieke informatie op de Delftse internetsite. Het is gewenst dat de coördinatie en regie bij het vakteam onderwijs ligt.

3.2 Hulp bij huisvesting van nieuwe leerkrachten. Bij het vinden van een huis in de sociale huursector biedt het vastgestelde beleid voor de regio Haaglanden weinig kans op snel succes. Het werven van nieuwe leerkrachten uit de regio Haaglanden zal weinig succes opleveren. De kandidaten zullen dan ook uit andere delen van het land moeten komen. Het is daarbij noodzakelijk dat iemand op de eerste werkdag ook over huisvesting beschikt. Binnen een periode van 2/3 maanden na de sollicitatieronde zal dat gewoonlijk noodzakelijk zijn. De volgende alternatieven kunnen nader uitgewerkt worden:

·     in een bepaalde periode kan een contingent woningen (starters en doorstromers)       

 beschikbaar gesteld worden.

·     een huurbijdrage (aflopend) voor huren in de vrije sector.

·     de gemeente huurt een aantal flats in de vrije sector om 2/3 leerkrachten tijdelijk te huisvesten

·     hulp bij het verwerven van een koopwoning, specifieke afspraken over hypotheek (korting) of zoekopdracht (financiering) lijkt voor makelaars niet interessant. Wel zou er mogelijk iets aan te bieden zijn in een totaal pakket van hypotheek, verzekeringen, belastingaangifte enz.

3.3 Coaching en scholing van nieuw personeel. Het werven uit de doelgroepen van zij- en       neveninstromers en jong personeel zal  de komende jaren steeds nadrukkelijker noodzakelijk zijn. Hoewel coachen van nieuwe leerkrachten eigenlijk tot de reguliere taken van een directie hoort, is in een periode van schaarste en toenemende mobiliteit een intensivering gewenst. Het verstrekken van een extra faciliteit maakt dat mogelijk. Het coachen kan zowel intern als extern georganiseerd worden.

Daarnaast kan een aanbod voor een cursus klassenmanagement gedaan worden om de startpositie van de genoemde doelgroepen te verbeteren. Scholingen in het gebruik van de computer verdienen daarnaast ook de volle aandacht (een relatie met bestaande ict-beleid ligt voor de hand) Een goede coaching en scholing voor nieuwe leerkrachten kan de kans op succes bij werven en blijven verhogen. Het aanbieden van deze activiteiten voor zittend personeel valt onder het nascholingsplan van de school zelf.

3.4  Kinderopvang aanbieden, uitgewerkt in een plan om een aantal kindplaatsen vooraf (via contract en financieel) vast te leggen, waarbij de lokale overheid een garantie op de financiële tekorten geeft. In de vergadering van de werkgroep werd gemeld dat het probleem voor kinderopvang niet zozeer bij de structurele opvang ligt. De vraag naar kortlopende kinderopvang is een veel groter probleem voor leerkrachten die door een tijdelijke uitbreiding van hun betrekkingsomvang voor invalwerk, plotseling opvang voor hun eigen kind(eren) nodig hebben.

3.5 Contracten met opleidingsinstituten in de regio, waarbij lio’s en stagiaires een baangarantie gegeven kan worden. Elk schoolbestuur heeft vaak al contacten met instellingen van de eigen denominatie.

3.6 Aanbieden van  pc- en fietsprive trajecten.      

3.7 Zowel uit het voortgezet- als ook uit het primair onderwijs, wordt de wens voor een  “eigen”  werkplek  onder de aandacht gebracht. Ook gegevens uit landelijke onderzoeken plaatsen dit punt nadrukkelijk op de agenda. Het zou goed zijn om te onderzoeken of in het programma van eisen voor scholenbouw een mogelijkheid  te vinden is om het Integraal-huisvesting-plan daarmee aan te passen. Gezien de omvang van het probleem ligt een gefaseerde uitvoering voor de hand. Voor de korte termijn zijn er mogelijk kansen bij geplande aanpassingen van gebouwen .

3.8 Compensatie tolpoorten. Voor zover op dit moment bekend, zal het mogelijk blijven om zonder tolpoort binnen het gebied Haaglanden in Delft te komen. Het vinden van huisvesting buiten Delft (binnen Haaglanden) hoeft om die reden geen belemmering te zijn.

Het vergoeden van de kosten van de tolpoort door een gemeentelijke overheid die zelf in meerderheid voor het invoeren daarvan is, lijkt niet logisch. Het ligt meer voor de hand om mensen van buiten de regio Haaglanden in de reiskosten openbaar vervoer te compenseren. De onderwijs reiskostenregeling kan daarbij met de gemeentelijke regeling vergeleken worden.

3.9 Werving via een uitzendbureau. Dit brengt hoge extra kosten met zich mee.  

3.10 Extra premies om zittende leerkrachten te binden. Te denken valt daarbij aan verbetering van “ jubileum” termijnen, verstrekken staatslot, na vast te stellen aantal jaren dienstverband een aanbod voor een cursus in de Vak, een abonnement voor Theater “In de veste”, een strippenkaart voor filmhuis Lumen, een cursus van de volksuniversiteit e.d.

3.11 Verzilveren adv/ bapo. Op landelijk politiek niveau wordt dit item regelmatig genoemd. Het lijkt in de Delftse situatie niet veel op te leveren. In bijna alle gevallen worden de adv-uren bij parttimers al uitbetaald. Het invoeren van verzilvering bij fulltimers zou wel eens kunnen leiden tot een hoger ziekteverzuim. Het zelfde geldt voor terughalen van bapo-uren.

Het aansluiten bij de ontwikkelingen op landelijk niveau lijkt voldoende.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.0 VOORSTEL: Impuls personeelsbeleid.

Een overzicht van de te realiseren voorstellen en een plan van aanpak

4.1  Het inrichten van een coördinatiepunt/ loket bij het Vakteam onderwijs, met een personele omvang van 2,5 dag, waar de volgende zaken worden ondergebracht:

- bijhouden en verzamelen gegevens over personeelsverloop, openstaande vacatures. Deze gegevens worden door de schoolbesturen op een nader aantal vast te stellen peildata, aangeleverd.

- organisatie van de gezamenlijke werving - opzetten, coördineren voor die besturen die daar aan mee zullen doen. De kosten worden voor 1/3 deel door de gezamenlijke schoolbesturen gedragen.

- hulp bij huisvesting. De hulp richt zich op alle sectoren. Door gebruik te maken van de hardheidsclausule komen 20 huurwoningen in de sociale huursector per jaar beschikbaar. Nieuwe leerkrachten worden via het “loket” geholpen.

De gemeente huurt bovendien een aantal vrije sector huur woningen, om tijdelijk een aantal leerkrachten onder te brengen. Uit het in te stellen activiteitenbudget kunnen mogelijke financiële risico’s bestreden worden.

Ook wordt hulp geboden bij het verwerven van een koopwoning via het in contact brengen met een makelaar, die via het genoemde “pakket voorstel” bereid is onderwijsmensen specifiek te helpen.

- het in stellen van een activiteitenbudget voor:

  - scholing nieuwe leerkrachten/ docenten (klassenmanagement)

- voor het vergoeden incidentele kortlopende kinderopvang

- vastleggen van een klein aantal reguliere kindopvang plaatsen nieuw geworven leerkrachten

- hulp bieden bij de ontwikkeling van pc- en fiets privé-projecten. De uitvoering wordt door elk bevoegd gezag zelf gedaan.

4.2 De wens voor het maken van werkplekken voor leerkrachten wordt meegenomen in de discussie over een mogelijke aanpassing van het programma van eisen voor moderne schoolgebouwen. In het IHP zal daarna een fasering voor realisering worden opgenomen.

4.3 Scholing computer vaardigheden voor nieuwe leerkrachten. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij de in het kader van het ICT- beleid (DIA platform) door Onderwijs-advies ontwikkelde aanbod.

 

5.0 De volgende voorstellen worden door elk bevoegd gezag zelf uitgevoerd:

5.1 contracten opleidingsinstituten

5.2 pc- en fiets privé regelingen

5.3 bindpremies (secundaire arbeidsvoorwaarden)

5.4 extra vergoeding in de sfeer van reiskosten woon-werk verkeer

 

6.0 Niet opnemen in beleid:

6.1 compensatie tolpoorten

6.2 werving via uitzendbureau

6.3 verzilveren adv/bapo regelingen

 

N.B.:

In de wijkbijeenkomsten drongen de daar aanwezige scholen met nadruk aan om ook voor zittend personeel een inzet op te nemen. Een bijdrage per school om met het team een keer per jaar een “sfeer”activiteit te organiseren is daarbij nadrukkelijk genoemd.

Extra voorstel:

De scholen voor primair onderwijs krijgen per kalenderjaar een koppelsubsidie (50% bijdrage schoolbestuur) van maximaal f 1000,- per school voor een “sfeer”activiteit met het team.

De scholen voor voortgezet onderwijs ontvangen op dezelfde basis een bedrag van maximaal f 2500,- per kalenderjaar. De financiële kosten vallen ten laste van het activiteitenbudget

 

7.0 Financiële konsekwenties

Voor de financiering van de activiteiten voor de “Impuls Personeelsbeleid” en gekeken naar de afwegingen en prioriteiten van het Onderwijsbeleidsplan een bedrag van

f 450.000 opgenomen

 

 

 

2001

2002

2003

2004

totaal

7.1

inrichting 1 loket ( personeelsconsulent)

28

65

65

65

223

7.2

activiteiten budget 1 loket

130

180

180

180

670

7.3

extra steun binnen school

 

 

 

 

 

 

po:10 fre,s per school a f 312,--= f 3.120,-- x 30

94

94

94

94

376

 

vo: 25000 per school, aantal scholen 3

75

75

75

75

300

7.4

gezamenlijke werving (2/3 deel vd kosten)

60

70

60

41

231

 

totaal impuls personeelsbeleid

387

484

474

455

1800

 

 

vakteam onderwijs

Leo Romijn