00/029541
EVALUATIEVERSLAG
EDUCATIE 1999
Inhoudsopgave
1. Inleiding 3
3. Realisatie actiepunten educatieplan 1999 6
a)
Professionele redzaamheid/activering richting arbeidsmarkt 6
b)
Maatschappelijke redzaamheid/sociale activering 6
c)
Overige lopende ontwikkelingen 7
4. Resultaten 8
5. Financiering 1999 10
6. Projectverslag 13
Centraal
Informatiepunt Volwasseneneducatie 13
Assessment 14
Sociale
activering: creatief aan de slag 15
Sociale
activering: kennismaken met de computer 16
Vrouwen
uit de bijstand 17
Opleiding
All-round monteur witgoed 18
Nederlands
als moedertaal (NT1) 19
Elementair
rekenen en vaardigheden 20
Alfabetisering
allochtonen 21
Informatica 22
NT2-laag 23
NT2-hoog
7½ uur 24
NT2-Hoog
15 uur 25
VAVO 26
VAVO
buiten Delft 27
Schakel
naar Werk 28
Leerwerkbank 30
Taalstages 31
Bijlage 1. Lijst van
afkortingen en uitleg termen 32
Bijlage
2: resultaten scholing 34
Bijlage
3: kerngegevens TaalPlus Educatie 35
Dit evaluatieverslag is een verantwoording van het
gerealiseerde scholingsbeleid op het gebied van de volwasseneneducatie in het
jaar 1999. Deze verantwoording betreft enerzijds de resultaten van de in 1999
georganiseerde projecten, en anderzijds de realisatie van de
beleidsuitgangspunten, gesteld in het educatieplan 1999.
Daarnaast geeft het verslag een kort overzicht van
de kaders waarbinnen het scholingsbeleid gestalte heeft gekregen, de ontwikkelingen
die hierin hebben plaatsgevonden en deels nog gaande zijn, en een overzicht van
de financiering.
18 projecten/opleidingen zijn gerealiseerd, waaraan
in totaal 3858 mensen hebben deelgenomen, inclusief 1927 informatieve en/of adviserende gesprekken bij het Centraal
Informatiepunt. De resultaten per opleiding zijn terug te vinden in het
projectverslag, dat het hoofdbestanddeel vormt van dit resultatenverslag.
In dit verslag wordt regelmatig gesproken over
TaalPlus Educatie, Leerwerkbank en TRE-contract. In 2000 zijn deze instellingen
door fusie en herpositionering van naam veranderd, en heten nu respectievelijk
Mondriaan Regiocollege Educatie Delft e.o., Het Praktijk Leer Centrum en de
Mondriaan Contractgroep b.v.
Omdat het een verslag over 1999 betreft is zoveel
mogelijk de oude benaming gehanteerd.
2. Uitgangspunten
Het doel van educatie is het streven naar redzaamheid van de burger. Er
worden drie vormen van redzaamheid
onderscheiden:
sociale redzaamheid: de vaardigheid om te participeren in de
samenleving.
educatieve redzaamheid: de vaardigheid om te kunnen deelnemen aan een
vervolgopleiding
professionele redzaamheid: de vaardigheid om
te participeren in betaald werk.
De volwasseneneducatie richt zich daarbij op groepen die:
·
in een sociaal
isolement zijn geraakt;
·
onvoldoende
opleiding hebben;
·
een verouderde
opleiding hebben;
·
de Nederlandse
taal onvoldoende beheersen;
·
andere
basisvaardigheden onvoldoende beheersen.
Functiegerichte
scholingsprojecten binnen
de leerwerkbank en de opleiding tot witgoedmonteur hebben vooral professionele
redzaamheid tot doel, en richten zich vooral op mensen met onvoldoende of een
verouderde opleiding.
Activeringstrajecten, zoals creatief aan de slag, zijn met name
gericht op sociale redzaamheid.
Basiseducatie en vavo
richten zich op de educatieve redzaamheid.
Gewerkt wordt aan een aanbod van educatie, waarin basiseducatie,
activeringstrajecten en functiegerichte scholing zijn geïntegreerd.
Uitgangspunt hierbij zijn de verschillende niveaus van de kwalificatiestructuur
educatie.
De Wet Educatie en Beroepsonderwijs is in 1996 ingevoerd ter vergroting
van de samenhang tussen de verschillende delen van de Sector Beroepsonderwijs
en Volwasseneneducatie.
De activiteiten in het kader van de WEB worden uitgevoerd door de
Regionale Opleidingencentra. Tot voor kort waren in Delft twee ROC’s actief: de
Onderwijsgroep Haaglanden en DE TRE-onderwijsgroep. In januari 2000 zijn deze
gefuseerd tot de Mondriaan Onderwijsgroep.
De financiering van de Volwasseneneducatie verloopt door middel van een
rijksbijdrage educatie. Deze wordt door het rijk aan de gemeenten toegekend. De
gemeenten maken vervolgens in raam- en productovereenkomsten afspraken met het
ROC over de wijze waarop deze gelden worden ingezet.
De huidige raamovereenkomst loopt eind 2001 af.
WIW
De Wet Inschakeling Werkzoekenden is in 1998 ingevoerd, en regelt het
ontstaan van een gemeentelijk Werkfonds waarin een aantal eerder bestaande
regelingen is opgegaan. Naast budgetten voor WIW-dienstbetrekkingen en werkervaringsplaatsen
is er een scholings- en activeringsbudget, de zogeheten ‘derde geldstroom’.
De derde geldstroom is benut voor het inkopen van scholingsactiviteiten
op het gebied van sociale activering voor personen die tot de WIW-doelgroep
behoren.
In 2001 zal de WIW deel gaan uitmaken van het Fonds voor Werk en
Inkomen, waarvan tevens 25% van de uitkeringslasten (Abw, IOAW, IOAZ) deel zal
uitmaken. Door het scheppen van de mogelijkheid overschotten in dit
inkomensdeel van het fonds over te hevelen naar het werkdeel wordt het
financiële belang van de gemeente bij het verminderen van het beroep op de
bijstand te vergroot.
Het Europees Sociaal Fonds, één van de zogenaamde Europese structuurfondsen, is het belangrijkste instrument van de EU op
het gebied van werkgelegenheidsbeleid. Vanuit het fonds worden projecten
gesubsidieerd ter vergroting van werkgelegenheid, bestrijding (ook preventief)
van langdurige werkloosheid.
Vanuit doelstelling 3 van het ESF, bestrijding van langdurige
werkloosheid en sociale uitsluiting, heeft de gemeente Delft in de afgelopen
jaren subsidies ontvangen voor arbeidsmarktgerichte scholingsprojecten. De
laatste tijd zijn de Nederlandse bestedingen van ESF gelden regelmatig in het
nieuws geweest in verband met mogelijke onregelmatigheden. Naar aanleiding
hiervan heeft ESF-Nederland een groot aantal controles uitgevoerd van
projecten. Ook Delftse projecten zijn onderwerp geweest van deze controles.
1999 was het laatste jaar van de ESF planperiode 1994-1999. De Nederlandse
regeling voor de nieuwe planperiode, 2000-2006, is recent goedgekeurd door de
Europese Commissie. De wijze van subsidiering is nog niet duidelijk. In ieder
geval kan de gemeente Delft, als niet–G25 gemeente, voor het jaar 2000 niet
zelfstandig als subsidieaanvrager optreden.
Arbeidsvoorziening zet scholing in als onderdeel van een
bemiddelingsplan voor werkloze werkzoekenden met een relatief korte afstand tot
de arbeidsmarkt (fase 2/3). Binnen dat kader heeft arbeidsvoorziening uit het
totaal aanbod van scholingstrajecten in Delft, dat in samenspraak tussen
gemeente en arbeidsvoorziening tot stand is gekomen, een voor die doelgroep
bestemd aandeel ingekocht.
Doelgroepen
Gezien de vraag naar educatie , en de beperkte capaciteit, is het van
belang vooraf doelgroepen te bepalen die prioriteit hebben. Educatie richt zich in het algemeen op
personen met een lage/afgebroken opleiding , die scholing nodig hebben in het
kader van sociale, educatieve en/of professionele redzaamheid. In het bijzonder
werden voor 1999 de volgende doelgroepen vastgesteld:
·
langdurig
werklozen;
·
werkloze
jongeren;
·
mensen met een
grote afstand tot de arbeidsmarkt;
·
mensen
ingedeeld in fase 4;
·
allochtonen;
·
nieuwkomers.
Belangrijke doelstelling is, jongeren in de gelegenheid te stellen een
startkwalificatie te behalen.
1.
Burgers moeten in staat gesteld worden minimaal een startkwalificatie te
behalen; invoering Kwalificatiestructuur educatie.
TaalPlus Educatie heeft in samenwerking met de gemeente een
innovatieproject Educatie ontwikkeld, gebaseerd op de Kwalificatiestructuur
Educatie. De nieuwe opzet, op de verschillende niveaus (1,2,3 en 4) is
modulair, waardoor individuele in- door- en uitstroom flexibeler wordt.
Eindtermen zijn geformuleerd zodat het voor een deelnemer duidelijk is waar de
opleiding begint en waar deze eindigt. Afhankelijk van de situatie en de vraag
van de deelnemer/toeleider, volgt de deelnemer een traject met als doel
sociale, educatieve of professionele redzaamheid.
Voor cursisten die een startkwalificatie willen halen maar daar niet via
het voortgezet onderwijs toe gekomen zijn is het project doorstroom
Educatie-Beroepsonderwijs in voorbereiding (KSE-3).
Voor anderstalige cursisten met een hoge vooropleiding is het project
Schakel naar Werk geïntegreerd in een modulaire opbouw van de educatie.
Voordelen van deze innovatie zijn, meer flexibiliteit binnen het aanbod,
vaststelling van de eindtermen, sluitend aanbod, afstemming van trajecten,
integratie met praktijkonderwijs, zowel vanuit het Praktijk Leer Centrum
(voorheen de Leerwerkbank), als vanuit het beroepsonderwijs en bundeling van
gelden.
2.
Minimaal 70% van de deelnemers moet uitstromen naar werk of een kwalificerende
opleiding. Afspraken hierover met uitvoerende instellingen.
Door de ontwikkelingen op
de arbeidsmarkt is de doelgroep gewijzigd. Steeds meer richt de aandacht zich
op personen met een complexe problematiek, die op korte termijn niet aan werk
of een kwalificerende opleiding toe zijn. De momenteel in gang zijnde
bestandsanalyse zal meer duidelijkheid gaan verschaffen over de vraag welk deel
van het klantenbestand van WIZ op termijn naar de arbeidsmarkt begeleid kan worden,
en welke inspanningen daarvoor nodig zijn. Intussen is wel duidelijk dat het
percentage van 70 te hoog is. Vanuit schakel naar werk heeft 16,5% van de
deelnemers aansluitend werk gevonden, vanuit de Leerwerkbank (exclusief TOJ)
27% van de deelnemers. Daarnaast was er binnen de Leerwerkbank een substantieel
aantal deelnemers die scholing volgden ter ondersteuning van een gesubsidieerde
baan.
3. Het scholingsaanbod van Gemeente en Arbeidsvoorziening zo op elkaar
afstemmen dat doorlopende leerroutes richting arbeidsmarkt gerealiseerd kunnen
worden.
De rol van arbeidsvoorziening is gewijzigd door de splitsing in een
basisdienstverlening en een reïntegratiebedrijf, Kliq, dat in principe
opdrachtnemer van de gemeente zal zijn. De doelstellingen van dit beleidsvoornemen
worden gerealiseerd binnen de in punt 1 geschetste ontwikkeling.
4.
Positionering van het Centraal Informatiepunt Volwasseneneducatie in verband
met reorganisatie van de gemeente en arbeidsvoorziening.
De directie van
arbeidsvoorziening heeft aangegeven een eigen informatie en adviesfunctie
binnen het CWI te ontwikkelen zonder daarbij gebruik te maken van de opgebouwde
deskundigheid van het CIP. Binnen de afdeling Activering en Inburgering wordt
de functie van het CIP beschouwd als zinvol met betrekking tot
informatievoorziening voor nieuwkomers, oudkomers en fase-4 cliënten. Nu
arbeidsvoorziening zich heeft teruggetrokken moet de gemeente zich beraden over
de inbedding van de adviesfunctie van het Centraal Informatiepunt. Hiervoor zij verwezen naar het Educatie- en
Activeringsplan 2001.
5.
Aanbod vavo binnen Delft beperken tot mavo en een beperkt aanbod havo (engels
en nederlands).
Dit
is in 1999 gerealiseerd. Een volgende stap is het volledig onderbrengen van de
vavo bij het Elckerlijck college in Den Haag en de vrijkomende onderwijsruimte
inzetten voor sluitende leerlijnen waarin theorie en praktijkonderwijs met
elkaar gecombineerd worden (zie 1).
De
Leerwerkbank is inmiddels organisatorisch ondergebracht bij de Mondriaan
Contractgroep, ontstaan door de fusie tussen TRE en OGH, cq. hun
respectievelijke contractafdelingen. De naam is inmiddels gewijzigd in Praktijk
Leer Centrum. Gestreefd wordt naar een verdere inbedding in de bestaande
structuur van de Mondriaan Onderwijsgroep.
1.
activeringsbeleid 1999 en verder/beeld van benodigde activiteiten
Dit beleidspunt heeft in 2000 vorm gekregen.
Als onderdeel van het vakteam Activering en Inburgering is een fase-4 team
gevormd, waar ongeveer 200 fase-4 klanten in beeld zijn. Een
bestandsanalyseteam is vanaf mei 2000 bezig op basis van een steekproef van nog
eens 543 fase-4 klanten een analyse van het fase-4 bestand te maken. Deze
analyse zal leiden tot conclusies en aanbevelingen ten aanzien van de
activering van het bestand, waaronder verstaan kunnen worden: zorgtrajecten,
scholingstrajecten, opheffing van sociaal isolement, toeleiding naar werk. Een
werkgroep is bezig de benodigde instrumenten in kaart te brengen. Verder zij
verwezen naatr het Educatie- en Activeringsplan 2001.
2. meer aandacht voor deze doelgroep
Zie punt 1.
3.
een sluitende aanpak voor langdurig werklozen
Minister Vermeend wil dat het gehele bestand
van langdurig werklozen voor 2002 is doorgelicht, en zonodig een passend
traject aangeboden heeft gekregen. De onder punt 1 genoemde activiteiten passen
binnen dit kader. Wel is de personele capaciteit onvoldoende om het gehele
bestand binnen de genoemde termijn door te lichten.
·
er loopt een
onderzoek naar de mogelijkheden met betrekking tot de huisvesting aan de
Röntgenweg van de diverse activiteiten op het gebied van volwasseneneducatie
·
gestreefd
wordt naar een betere monitoring; in het bijzonder:
- informatie per
opleidingstraject, om tot een betere beoordeling van de doelmatigheid van
ingezette gelden te kunnen komen;
- informatie per client, om tot
een betere toeleiding te kunnen komen. Deze informatie is ook van belang voor
de verantwoording van subsidiegelden (WIW/ESF). Van belang zijn hiervoor de
invoering van IMWIN in het vakteam Activering en Inburgering, en de
ontwikkeling van een sociale database in het kader van de nota samen aan de
slag.
·
kinderopvang
is een belangrijke randvoorwaarde voor een sluitende aanpak van fase-4 cliënten
en nieuwkomers. Vanuit het project samen aan de slag is een inventarisatie
gedaan van de huidige regelingen, en is een pilot flexibele kinderopvang van
start gegaan.
In 1999 werd in Delft in het kader van de volwasseneneducatie een 18-tal
opleidingen/trajecten georganiseerd,
waaraan in totaal 3858 personen deelnamen.
Hiervan betrof een aantal van 1927 personen die een
informatie/adviserend gesprek hadden bij het Centraal Informatiepunt.
De overige 1931 personen volgden enige vorm van scholing. Ongeveer 5%
hiervan vond aansluitend een baan.
Het grootste aantal cursisten was te vinden in de opleidingen Nederlands
als tweede taal. (NT2), namelijk 1007. Hiervan behaalden 576 personen (57%) een
volgend niveau, terwijl 20% geheel uit beeld verdween. Ongeveer 1½ % van deze
cursisten vond een baan.
247 personen namen deel aan andere vormen van educatie (NT1, Informatica
etc.). 73% van hen behaalde een niveau.
215 personen namen deel aan de vavo. De informatie hierover is niet
helemaal eenduidig. Duidelijk is wel dat van de 145 geplande deelexamens er 76
behaald werden (vavo in Delft). Onder de niet gehaalde examens zijn ook de
geplande examens van degenen die zich hebben teruggetrokken.
79 personen volgden een opleiding in het kader van sociale activering.
12 hiervan vonden werk en 39 gingen vervolgscholing doen, waarmee deze
trajecten goed aan het beoogde doel – deelnemers een eerste aanzet te geven om
op een of andere manier weer actief deel te nemen aan de samenleving - hebben
beantwoord.
Ook de opleiding all-round-monteur witgoed voldoet goed aan de
verwachtingen, met 7 van 14 deelnemers die na afloop een baan hebben. Problemen
waren er echter wel bij de werving van cursisten.
De opleiding Schakel naar Werk is met 175 deelnemers, waarvan 29 werk
vind, 131 doorgaat met deze of een andere opleiding en meer ook succesvol. Deze
opleiding wordt vanaf 2001 geïntegreerd in de reguliere educatie.
Voor de Leerwerkbank is het voornaamste probleem het
vinden van cursisten voor schakelende opleidingen. Binnen de Leerwerkbank is
dan ook een verschuiving gaande van de beroepsgerichte schakelende opleidingen
naar Trainingen on the Job, sociale activeringstrajecten, praktijkcomponenten
voor VSO’ers en AMA’s.
Het verzuim binnen de educatieve trajecten bij TaalPlus educatie was
bijna 28%. Dit percentage is te hoog.
In het Educatie- en Activeringsplan 2001 wordt een aanzet gegeven tot een
resultaatverbeterplan waar een verzuimplan deel van uitmaakt.
Sinds de invoering van de WEB hebben de gemeenten de taak regie te
voeren op het beleid ten aanzien van de besteding van educatiegelden. Naarmate
de gemeenten deze rol verder trachten in te vullen neemt de behoefte aan
informatie toe.
In de huidige situatie zijn een aantal zaken bekend:
·
aantallen
deelnemers
·
hoeveel
toetsen/examens zijn afgenomen
·
aaantal
geslaagden
·
uitstroomgegevens
·
verzuimpercentage
(binnen TaalPlus).
Er zijn echter ook onduidelijkheden.
·
Het totaal
aantal personen dat aan educatie heeft deelgenomen is niet exact bekend, omdat
cursisten aan meerdere opleidingen hebben deelgenomen
·
Verder is (in
ieder geval bij de gemeente) niet duidelijk hoe lang cursisten al een opleiding
in het kader van de volwasseneneducatie volgen
·
Gegevens die
een relatie aangeven tussen de verwachte resultaten en behaalde resultaten, en
de rol die het verzuim hierbij speelt, zouden een beter inzicht geven in de
effectiviteit van het beleid en de ingezette middelen. Op dit moment is dat
niet goed mogelijk. Wat betreft verzuim is ook een uitsplitsing naar oorzaak
van belang. Voor wat betreft inburgeraars ligt de verantwoordelijkheid voor het
beoordelen van en reageren op verzuim bij het vakteam Activering en
Inburgering, voor zelfmelders is zo’n achterliggende organisatie niet aanwezig.
Onduidelijk is ook, hoe groot de groep is die geen enkele begeleidende
instantie achter zich heeft.
Werkelijk heldere beleidsinformatie is dus niet voorhanden, een situatie
die ook landelijk geconstateerd wordt in het rapport van de Algemene
Rekenkamer, ‘Inburgering en taalonderwijs allochtonen’, dat in augustus jl.
verscheen.
Verbeteringen in de informatievoorziening kunnen via twee kanalen tot
stand gebracht worden:
1)
de
beleidsinformatie die van de opleidingsinstituten wordt gevraagd;
2)
de informatie
die bekend is bij de diverse begeleidende instanties.
Daarbij moet steeds de keus gemaakt worden welke informatie gewenst is,
en wie deze het eenvoudigst kan leveren.
De scholingen van 1999 zijn bekostigd uit de volgende middelen:
de rijksbijdrage educatie
de rijksbijdrage inburgering
WIW-gelden
gemeentelijke bijdragen
subsidies uit het Europees Sociaal Fonds
inkoopgelden RBA
De uitgaven zijn gegaan naar:
CIP
Leerwerkbank
Taalplus educatie (vavo, basiseducatie, inburgeringstrajecten)
TAC (Beroepenorientatie)
TRE-contract (Taalstages, Schakel naar Werk)
Elckerlijck college (vavo buiten Delft, i.h.b. vwo en havo behalve
Nederlands en Engels)
Kringloopbedrijf
(all-round monteur witgoed)
Sociale Activering
|
kosten |
dekking |
|
|
|
|
|
|
|
rijksbijdrage |
esf |
wiw |
rba |
gemeente |
derden |
CIP |
157000 |
|
|
60000 |
|
73000 |
24000 |
Sociale activering |
40700 |
|
|
|
|
40700 |
|
Leerwerkbank |
1044000 |
|
350000 |
314000 |
350000 |
30000 |
|
Beroepenorientatie |
120000 |
|
60000 |
|
|
60000 |
|
Educatie |
3531752 |
3289911 |
|
150000 |
|
91841 |
|
NT2-inburgeringstrajecten |
1480000 |
1480000 |
|
|
|
|
|
Schakel naar Werk |
677000 |
|
497000 |
|
180000 |
|
|
Witgoedreparatie |
155000 |
|
77000 |
22000 |
30000 |
|
26000 |
Bijdrage vavo buiten Delft |
97500 |
|
|
|
|
97500 |
|
Taalstages |
90000 |
|
90000 |
|
|
|
|
Totaal |
7392952 |
4769911 |
1074000 |
546000 |
560000 |
393041 |
60000 |
Het totale bestede budget is ƒ 640.000,- hoger dan gepland. Dit is bijna
geheel afkomstig uit een hogere rijksbijdrage Educatie. ƒ 460.000,-
Binnen de overige posten hebben zich enkele verschuivingen voorgedaan.
De hier genoemde bedragen zijn nog onder voorbehoud. Zoals bekend zijn
bij de Nederlandse bestedingen van Europese subsidiegelden mogelijke
onregelmatigheden aan het licht gekomen. Dit is voor ESF-Nederland aanleiding
geweest tot het uitvoeren van een groot aantal (her)-controles van einddeclaraties
van ESF-projecten, waarbij de regelgeving vaak aanzienlijk strikter wordt
toegepast dan in het verleden het geval is geweest.
Onlangs heeft de minister van sociale zaken en werkgelegenheid de Tweede
Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van de uitgevoerde controles. Wat
betreft projecten over 1998 kwam naar voren dat tot nu toe een foutpercentage
van 47 is geconstateerd. Wat dit voor de projecten van de gemeente Delft
betekent is op dit moment niet duidelijk. Er is geen aanleiding om een drastische
herziening van de toegezegde subsidie te verwachten. Kleinere aanpassingen in
verband met de genoemde strikte interpretatie van de regelgeving behoort kan
echter niet worden uitgesloten. Duidelijkheid wordt verwacht in het voorjaar
van 2001.
Wat betreft projecten uit 1999 is in een aantal gevallen een
controlerapport ontvangen. Ook hier is weer sprake van een zeer nauwe
interpretatie van de regelgeving, hetgeen in enkele gevallen tot een
tegenvallende subisidie zou kunnen leiden. Hierover wordt echter met het ESF
nog correspondentie gevoerd. Er is nog geen termijn genoemd met betrekking tot
de definitieve eindbeschikking.
In dit hoofdstuk volgt een overzicht van de 18 projecten/opleidingen die
in het kader van volwasseneneducatie in 1999 hebben plaatsgevonden. Per traject
zijn relevante gegevens over deelname en resultaat weergegeven, en indien van
toepassing conclusies en/of aanbevelingen
[kenmerk
doelgroep]
Iedereen met behoefte aan informatie en
advies over scholingsmogelijkheden die aansluiten op de arbeidsmarkt.
[algemene
beschrijving]
Voor inwoners vande regio’s Delft, Westland
en Oostland vanaf 18 jaar geven de medewerkers van het CIP informatie en advies
over scholingsmogelijkheden. Dit kan uiteenlopen van basiseducatie tot
post-wetenschappelijk onderwijs.
Het kan gaan om:
informatie over door de gemeente
georganiseerde scholingsprojecten;
aanmelding van cliënten die een NT2-traject
willen gaan volgen;
informatie over de door arbeidsvoorziening
georganiseerde scholing;
informatie over mogelijkheden binnen vavo,
mbo, hbo en wo.
informatie over niet-reguliere opleidingen;
Daarnaast biedt het CIP toegang tot een
Internationale Diplomawaardering.
[uitgangspunt]
Het zodanig geven van informatie en advies
dat de cliënt kan komen tot een goed gefundeerde en gemotiveerde
opleidingskeus, bij de persoon passende opleidingskeus.
[kengetallen]
Het totaal aantal cliënten bedroeg 1927.
1001 personen kregen een individueel
adviesgesprek;
926 personen kregen een informatief gesprek
(telefonisch/balie);
109 personen kregen een Internationale
Diplomawaardering;
De gemiddelde kosten per gesprek bedroegen ƒ
81,-
[Uitvoerende
instantie]
Gemeente Delft, Centraal Informatiepunt.
[Resultaten]
Ten opzichte van 1998 is het aantal
deelnemende personen licht gedaald.
Dit werd veroorzaakt door een geringer
aantal beschikbare uren.
[Conclusies
en aanbevelingen]
De positie van het CIP wordt beïnvloed door
de gemeentelijke reorganisatie en de ontwikkelingen rond het Centrum voor Werk
en Inkomen. Uitgangspunt is, de specifieke kwaliteiten van het CIP te behouden
en in te zetten. Inmiddels is door de directie van arbeidsvoorziening
aangegeven dat zij een eigen informatie- en adviesfunctie binnen het CWI wil
ontwikkelen, zonder gebruik te maken van de deskundigheid van het CIP. Meer
informatie hierover is te vinden in het Educatie en activeringsplan 2001.
[kenmerk doelgroep]
Mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
[algemene beschrijving]
na een een introductie-ochtend volgt een eerste fase van negen dagdelen.
Hierin voert de deelnemer opdrachten uit op het gebied van:
Verbale capaciteiten
Exacte capaciteiten
Sociale vaardigheden
Motorische vaardigheden
Deze fase wordt afgesloten met een gesprek waarin de resultaten worden
besproken en afspraken worden gemaakt over vervolgstappen.
Hierna volgt een tweede fase waarin informatie wordt verzameld over
opleidingen en beroepen, passend bij het gevonden persoonlijkheidsprofiel.
[doelstelling]
De deelnemer heeft een reëel beeld van de eigen mogelijkheden, en heeft
stappen ondernomen om deze te benutten.
[uitvoerder]
Trainings- en Adviescentrum Haaglanden, vestiging Delft.
[kengetallen]
aantal deelnemers: 9, waarvan 8 langer dan een jaar werkloos, 8 jonger
dan 40 jaar, 6 allochtoon
kosten per deelnemer: f 2505,-
[resultaten]
In alle gevallen zijn na het assessment
stappen gezet in de richting van het uitgebrachte advies; één van de deelnemers
is inmiddels aan het werk.
[conclusies
en aanbevelingen]
In de nieuwe opzet van het Trainings- en
Adviescentrum is tweede fase losgekoppeld van het assessment, en in uitgebreide
vorm onder de naam ‘Orientatie op scholing en werk’ als afzonderlijke cursus in het aanbod van het TAC opgenomen.In
eerste instantie is voor 2000 deze vervolgcursus niet ingekocht.
[kenmerk doelgroep]
Mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (fase 4), met name
alleenstaande ouders.
[algemene beschrijving]
Door het uitvoeren van creatieve opdrachten krijgen leren de cursisten
met eenvoudige middelen iets tot stand te brengen. Naast de feitelijke inhoud
van de cursus is ook het groepsproces,
het uitwisselen van ervaringen, een belangrijk onderdeel. Cursisten krijgen de
gelegenheid nieuwe ideeën op te doen. Ook is aandacht besteed aan voorlichting,
o.a. over de armoedeval.
Bij de cursus zijn vrijwilligers ingezet, geworven uit het
klantenbestand van Activering. Voor deze vrijwilligers was dit ook een
onderdeel van hun eigen traject naar werk. De voorjaarscursus betrof een Pilot,
opgezet door een kunstenaar. De cursus is in het najaar geïmplementeerd binnen
de Leerwerkbank.
[uitgangspunt]
Het zodanig versterken van het zelfvertrouwen van de cursisten dat
verdere stappen op weg naar werk of sociale activering mogelijk worden.
[kengetallen]
Het aantal cursisten bedroeg 25
Kosten ƒ 12.382,95 voor de voorjaarscursus (16 personen ƒ 773,93 p.p.)
De najaarscursus (9 personen) is binnen het bestaande contract met de
Leerwerkbank daar uitgevoerd.
[uitvoering]
Samenwerking tussen de sector Activering en de Leerwerkbank
[resultaten]
2 cursisten zijn uitgestroomd naar de WIW
1 cursist heeft een I/D-baan gekregen
1 cursist heeft regulier werk gekregen
7 cursisten zin in trajectbemiddeling fase 2/3 genomen
4 personen ondernemen verdere stappen naar sociale activering
9 cursisten zitten nog in een voortraject
1 cursist is gestopt en uit beeld verdwenen
[conclusies en aanbevelingen]
Goede werving door tijdig informeren van consulenten.
Streven naar een meer gemengde groep. Eventueel kunnen mannen meer
geïnteresseerd worden door bijvoorbeeld klus-achtige activiteiten op te nemen.
Informatie over de armoedeval werd zeer op prijs gesteld.
Informatieverstrekking is een belangrijk middel om mensen te activeren.
Het blijkt nodig de doelgroep te stimuleren zelf weer initiatief te
nemen.
[kenmerk doelgroep]
Mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (fase 4).
[algemene beschrijving]
Na algemene uitleg over de computer, hoe is hij opgebouwd, wat kun je er
mee, hoe heb je er in het dagelijks leven mee te maken, etc., kregen de
cursisten gelegenheid om met behulp van geboden cursusmateriaal te gaan werken
in Word. Nadat de cursisten op deze wijze enigszins vertrouwd waren geraakt met
de computer werd in klassikaal verband ingegaan op Windows95.
[uitgangspunt]
De cursist heeft voldoende kennis opgedaan om met een computer aan de
slag te kunnen. Daarnaast heeft hij zelfvertrouwen opgedaan en heeft hij door
het werken in een groep ervaren dat je met en van elkaar kunt leren.
[kengetallen]
Aan de basiscursus hebben 20 personen deelgenomen, 11 in het voorjaar en
9 in het najaar. Daarnaast heeft in het najaar een vervolgcursus plaatsgevonden
met 9 deelnemers, waaronder 6 deelnemers van de voorjaarscursus.
Kosten: ƒ 5.750,- voor de voorjaarscursus, ƒ 522,72 per persoon.
[uitvoerende instantie]
voorjaar: TRE-Contractgroep
najaar: Leerwerkbank
[resultaten]
In de voorjaarscursus hebben 10 van de 11 cursisten de cursus voltooid.
Een door hen ingevuld evaluatieformulier liet zien dat zij over het algemeen
zeer tevreden waren. 6 van de deelnemers hebben de vervolgcursus gedaan.
In de najaarscursus hebben 7 cursisten de cursus afgerond met een
deelnemerscertificaat. 2 deelnemers haakten af: een om medische redenen,
een met reden onbekend.
De vervolgcursus is door 7 deelnemers afgerond. 1 deelnemer werd alsnog
geïndiceerd in fase 2, een deelnemer vond het niveau te laag.
[conclusies en aanbevelingen]
De deelnemers waren tevreden met de cursus. Verzoeken om een certificaat
en een vervolgopleiding werden in het najaar gehonoreerd.
[kenmerk doelgroep]
Vrouwen met een Abw-uitkering die, mede door
veranderde wetgeving, gestimuleerd worden op zoek te gaan naar werk.
[algemene beschrijving]
De cursus bestaat uit een beroepenoriëntatie, en als ondersteunende
vakken taal, rekenen en computervaardigheden.
De beroepenoriëntatie werkt met een aantal
subdoelen:
inzicht verkrijgen in persoonlijke eigenschappen, capaciteiten en wensen;
inzicht verkrijgen in (on)mogelijkheden op de arbeidsmarkt;
inzicht verkrijgen in belemmeringen bij het verkrijgen en vervullen van
een betaalde functie, en zicht verkrijgen in hoe deze belemmeringen kunnen
worden weggenomen;
vaststellen welke stappen de deelnemer moet zetten om de gewenste baan
te vinden door het opstellen van een individueel stappenplan.
De taallessen hebben als doel:
weer leren leren;
bijspijkeren van de Nederlandse taal;
zicht krijgen op het huidige kennisniveau;
ondersteuning voor het onderdeel beroepenoriëntatie;
voorbereiding op werk of een vervolgopleiding.
De reken- en computerlessen waren voornamelijk gericht op het vertrouwd
raken met de computer door het aanleren van de eerste beginselen.
[doelstelling]
De deelnemer heeft een realistisch beroepsbeeld, waardoor zij een keus
kan maken voor een passend beroep waar ook werk in is te krijgen. Zij heeft de
daarvoor noodzakelijke (basis)kennis Nederlandse taal en computervaardigheden.
[uitvoerder]
Trainings- en Adviescentrum Haaglanden, vestiging Delft
[kengetallen]
Aantal deelnemers: 25
Kosten per deelnemer: ƒ 4680,-
Allochtoon: 16
Langer dan 12 maanden werkloos: 23
[resultaten]
6 deelnemers hebben werk gevonden
2 deelnemers worden bemiddeld naar werk
12 deelnemers worden na extra scholing bemiddeld naar werk
1 deelnemer is actief aan het solliciteren
1 deelnemer is voorlopig arbeidsongeschikt verklaard
1 deelnemer doet vrijwilligerswerk
2 deelnemers worden individueel begeleid, waarvan 1 in combinatie met
een maatregeltraject.
[conclusies en aanbevelingen]
De cursus wordt door de deelnemers over het algemeen als zinvol, soms
ook als confronterend ervaren. Veelal
werden de eigen mogelijkheden vooraf laag ingeschat, maar groeide het
zelfvertrouwen in de loop van de cursus. Het groepsproces speelde hierbij een
belangrijke rol. Een aantal deelnemers had moeite met de frequentie van de
lessen, hetgeen soms tot een hoog verzuim leidde. Dit werd in eerste instantie
besproken in een gesprek met de trainer beroepenoriëntatie, in een enkel geval
ook met de consulent van bureau Werkplan. De doelstelling is voor veruit de
meeste deelnemers gehaald.
[kenmerk doelgroep]
Het kringloopbedrijf Delft beoogt met zijn Leerwerkbedrijf te voorzien
in de productiecapaciteit voor witgoedreparatie door het creëren van
werkgelegenheid voor langdurig werklozen.
Witgoedmonteurs worden opgeleid, en kunnen na afronding van de opleiding
mogelijk als WIW-er gaan werken in de reparatiewerkplaats. De opleiding kan ook
dienen als basis voor een vervolgopleiding, waarin via de Beroepsbegeleidende
Leerweg (BBL) een landelijk erkend diploma behaald kan worden, b.v. in de
elektrotechniek
[algemene beschrijving]
De opleiding duurt 8 tot 10 maanden, gedurende 4 dagen per week, en is
praktisch van aard. Aan de hand van de werkprocedure, en met hulp van de
docent/begeleider en medecursisten gaat men aan de slag met een apparaat. Doel
van de opleiding is:
zelfstandig test- en controlewerkzaamheden verrichten;
zelfstandig alle voorkomende reparaties uitvoeren;
elektromotoren kunnen reviseren, o.a. lagers en koolborstels vervangen;
een uitgebreide kennis van onderdelen verwerven;
en daarnaast leren omgaan met de verplichtingen, behorend bij het volgen
van een opleiding of het hebben van een baan.
[doelstelling]
De deelnemer heeft de gestelde leerdoelen behaald. Hij/zij kan in
aanmerking komen voor een (WIW)-baan in de reparatie werkplaats, en kan dan
desgewenst een vervolgopleiding doen.
[uitvoerder]
Het Leerwerkbedrijf van het Kringloopbedrijf Delft.
[kengetallen]
14 personen zijn gestart met de opleiding
4 hiervan behoorden tot een groep probleemjongeren die vanuit Dordrecht
geplaatst zijn.
6 personen langer dan 1 jaar
werkloos
1 vrouw
kosten per deelnemer: Plm. ƒ 11.000,-
[resultaten]
6 personen zijn uitgestroomd naar een WIW-baan bij het kringloopbedrijf
(46%)
4 personen waren eind 1999 nog bezig met de opleiding
2 deelnemers uit de groep van Dordrecht bleken niet te handhaven in de
opleiding
1 deelnemer is bij Combiwerk aan de slag gegaan
1 deelnemer is gestopt
[conclusies en aanbevelingen]
De opleiding is opgezet vanuit de eisen van het productiebedrijf. De
verworven vaardigheden sluiten dus goed aan bij de praktijk. Wel is gebleken
dat deelnemers die aansluitend bij het productiebedrijf gingen werken moeite
hadden met het productietempo. In een eventueel vervolgtraject moet dit punt
aan de orde komen.
Een punt van aandacht is de instroom. Deze bleef achter bij de
verwachtingen. De instroom vanuit Dordrecht, om de bezetting van de opleiding te
waarborgen, was een gedeeltelijk succes. De instroom van een grote groep ineens
leidde tot problemen Verder bleek dat er naar gestreefd moet worden niet teveel
deelnemers van één nationaliteit tegelijk in opleiding te hebben, om het leren
van de Nederlandse taal niet te frustreren, en om een gevoel van uitsluiting
bij anderen te voorkomen.
Gestreefd wordt naar een uitbreiding in de richting van bruingoed
(radio/tv etc.)
[kenmerk doelgroep]
Autochtonen, laagopgeleid, zowel werkend als niet werkend, die de
Nederlandse taal onvoldoende beheersen, en problemen hebben met lezen en
schrijven.
[algemene beschrijving]
De cursus loopt van niet of nauwelijks kunnen lezen of schrijven tot het
niveau van twee tot drie jaar Algemeen Vormend Onderwijs (KSE 1-3). De
bestanddelen zijn spreekvaardigheid, luistervaardigheid, lezen, schrijven en
sociale vaardigheden.
[doelstelling]
De cursist heeft door zijn vergrote taalvaardigheid groter mogelijkheden
tot sociale redzaamheid, werk en/of een vervolgopleiding.
[uitvoerder]
TaalPlus educatie
[kengetallen]
aantal deelnemers: 90
intensiteit: 2½ tot 7½ uur per
week
kosten per deelnemer: ƒ 1341,-
[resultaten]
Niveau |
Cursisten |
1 |
20 |
2 |
31 |
3 |
15 |
Totaal |
66 |
NB: het betreft hier mensen die werken aan een bepaald niveau. Er zijn
leerstofafhankelijke voortgangstoetsen, maar een eindtoets is er niet. De hier
genoemde getallen betreffen het gemiddeld aantal deelnemers die werken aan het
behalen van een bepaald niveau. Het totaal komt om die reden niet overeen met
het aantal van 90 deelnemers.
[uitstroom]
Uitstroomgegevens:
Werk: 3
Vervolgtraject: 58
Overige redenen: 29
[kenmerk doelgroep]
Zowel autochtonen als allochtonen die:
het Nederlands beheersen op minimaal CITO-niveau 1;
in het dagelijks leven merken dat zij onvoldoende kunnen rekenen;
een vervolgopleiding volgen of willen gaan volgen;
aan het werk willen of al een baan hebben waarbij rekenen nodig is.
[algemene beschrijving]
Cursisten leren de basisvaardigheden van het rekenen en toepassingen
ervan bij de rekenonderdelen: meten, verhoudingen, procenten, tijd en geld. De
cursus rekenen wordt op drie niveaus gegeven.
[doelstellingen]
De deelnemer heeft de benodigde kennis en
vaardigheden voor sociale redzaamheid, en een basis voor een eventuele
vervolgopleiding.
[uitvoerder]
TaalPlus educatie
[kengetallen]
28 deelnemers
intensiteit: 37 weken 2½ uur per week
kosten per deelnemer: ƒ 2155,-
[resultaten]
28 cursisten werkten individueel aan vaardigheden op de niveau’s 1 t/m
3.
De voortgang werd leerstofafhankelijk getoetst.
[uitstroom]
15 vervolgtraject educatie
4 werk (14 %)
9 overige redenen
Verzuimpercentage: 22
[kenmerk doelgroep]
Allochtonen die niet hebben leren lezen en schrijven in hun eigen taal
of allochtonen, die niet kunnen lezen en schrijven in het Latijnse schrift,
Nederlands leren.
[algemene beschrijving]
Spreekvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en
leesvaardigheid bijbrengen c.q. verbeteren op alfabetiseringsniveau 1 t/m 3.
Dit niveau begint bij niet kunnen lezen en schrijven en eindigt bij het alfabet
kunnen toepassen in lezen en eenvoudig schrijven.
[doelstelling]
Na de opleiding kan de deelnemer zich redden in de Nederlandse
maatschappij op het gebied van de (gezondheids-)zorg, geldzaken, huisvesting
e.d.
[uitvoerder]
TaalPlus Educatie
[kengetallen]
Aantal deelnemers: 49
Intensiteit: 37 weken, 7,5 uur per week
Kosten per deelnemer: ƒ 6161,-
Verzuim: 26%
[resultaten]
43 deelnemers hebben een toets afgelegd.
Niveau |
aantal |
geslaagd |
0 op weg naar 1 |
14 |
10 |
1 |
19 |
15 |
2 |
10 |
5 |
3 |
geen |
|
[uitstroom]
45 vervolgtraject educatie
4 overige redenen
[kenmerk doelgroep]
Basiscursus voor autochtonen en allochtonen, om te leren werken met de
computer.
[algemene beschrijving]
deelnemers maken kennis met de computer, en
leren een aantal elementaire handelingen met betrekking tot Windows, Word en
het gebruik van internet.
[doelstelling]
de deelnemer is vertrouwd geraakt met de computer. In het bijzonder is
hij/zij nu in staat zelfstandig gebruik te maken van het Open Leercentrum.
[uitvoerder]
TaalPlus Educatie
[kengetallen]
aantal deelnemers: 80
intensiteit: 37 weken 2½ uur per week
kosten: ƒ 900,-
verzuim: 12%
[resultaten]
67 deelnemers deden examen, waarvan 61 met succes
(91% tegen vorig jaar 87½ %)
[uitstroom]
67 deelnemers gingen naar een vervolgtraject educatie
13 deelnemers stroomden uit zonder examen te doen:
1 naar werk
0 naar andere opleiding
12 overige (persoonlijke) redenen
[kenmerk doelgroep]
Een programma voor allochtonen met een laag leerniveau, ter vergroting
van hun vaardigheden op het gebied van de Nederlandse taal.
[algemene beschrijving]
Cursisten leren de Nederlandse taal van KSE niveau 0 tot en met 2. Er
wordt aandacht besteed aan spreken, luisteren, lezen en schrijven en sociale
kennis en vaardigheden.
In de intensieve cursussen krijgt de cursist 10 uur in de week les,
waarbij huiswerk, buitenschoolse opdrachten en zelfstandig leren in het open
leercentrum niet zijn meegerekend. De totale studiebelasting komt uit op
maximaal 15 uur per week.
[doelstelling]
Cursisten die de afsluitende toets voldoende maken kunnen doorstromen
naar:
een volgend niveau
een cursus spreekvaardigheid
een cursus informatiekunde, rekenen
een vervolgopleiding
[uitvoerder]
TaalPlus educatie
[kengetallen]
292 deelnemers
37 weken, 5-10 uur per week
kosten per deelnemer: ƒ 1.724,87
verzuim 28%
[resultaten]
218 deelnemers zijn geslaagd voor een toets
Aantal cursisten |
geslaagd |
niveau 0 |
32 |
niveau op weg naar 1 |
108 |
niveau 1 |
30 |
niveau op weg naar 2 |
30 |
niveau 2 |
18 |
Totaal |
218 |
Nb: de toets was in feite een niveaubepaling
[uitstroom]
74 waarvan:
5 naar werk: 2%
69 diverse andere persoonlijke redenen: 24%
[kenmerk doelgroep]
cursussen voor allochtonen, die in het land van herkomst een opleiding
hebben gevolgd op het niveau HAVO/VWO, dan wel een middelbare of hogere
beroepsopleiding of universiteit. Deze cursisten hebben doorgaans een normaal
of hoog leertempo.
[algemene beschrijving]
het cursusaanbod bestrijkt de 4 niveaus van Nederlands als tweede taal.
Het lesaanbod bestaat uit Nederlands als tweede taal, Nederlandkunde,
spreekvaardigheid en computerondersteunend onderwijs. Op niveau 5 wordt
examentraining gegeven voor het staatsexamen Nederlands II
[doelstelling]
De cursist komt per semester een niveau hoger.
Uiteindelijk haalt de cursist het staatsexamen NT2-II
[uitvoerder]
TaalPlus educatie
[kengetallen]
Er waren 400 deelnemers
Intensiteit, 7,5 uur gedurende 20 weken
Kosten per deelnemer: ƒ 907,-
Verzuimpercentage: 29,5
[resultaten]
358 deelnemers hebben examen gedaan met de volgende resultaten.
Niveau |
Aantal geslaagd/gezakt |
1e toets 1-2-‘99 |
2e toets 1-7-‘99 |
1 |
geslaagd gezakt |
28 6 |
9 4 |
2 |
geslaagd gezakt |
34 4 |
17 13 |
3 |
geslaagd gezakt |
29 36 |
27 32 |
4 |
geslaagd gezakt niet opgegaan |
20 8 47 |
30 9 15 |
Totaal |
|
202 |
156 |
[uitstroom]
306 deelnemers hebben zich ingeschreven voor een vervolgtraject educatie
94 personen zijn extern uitgestroomd, waarvan
5 naar werk: 1¼
%
4 naar een andere opleiding: 1
%
83 overig: 21¼
%
[kenmerk doelgroep]
De doelgroep is dezelfde als bij de 7,5 uurs-trajecten. Het verschil is
naast het grotere tijdsbeslag een grotere zelfwerkzaamheid van de cursist in
het Open Leer Centrum.
[algemene beschrijving]
Het cursusaanbod bestrijkt de 4 niveaus van Nederlands al tweede taal.
Het lesaanbod bestaat uit 50% klassikaal les en 50% Open Leercentrum-lessen.
Hier wordt vanaf niveau 2 zelfstandig gewerkt door de cursist.
[doelstelling]
Doorstromen naar een volgend niveau per kwartaal
[uitvoerder]
TaalPlus-educatie
[kengetallen]
315 personen hebben deelgenomen
Kosten per deelnemer: ƒ 3.456,-
Verzuimpercentage: 30%
[resultaten]
Niveau |
Aantal geslaagd/gezakt |
1e semester |
2e semester |
1 |
geslaagd gezakt |
42 9 |
10 - |
2 |
geslaagd gezakt |
33 19 |
21 30 |
3 |
geslaagd gezakt |
28 27 |
7 14 |
4 |
geslaagd gezakt |
15 7 |
8 6 |
|
niet opgegaan |
18 |
21 |
|
Totaal |
198 |
117 |
[uitstroom]
256 personen zijn een vervolgtraject educatie gaan doen.
59 personen zijn extern uitgestroomd waarvan:
6 werk: 2%
5 andere opleiding: 1½%
48 overig: 15%
[kenmerk doelgroep]
(jong) volwassenen vanaf 16 jaar de kans bieden een diploma of
certificaat te behalen volgens de wet op het voortgezet onderwijs.
[algemene beschrijving]
Gegeven worden:
Mavo: Nederlands, Frans, Duits, Engels, Spaans,
Geschiedenis, Wiskunde, Biologie, Economie;
Havo: Nederlands, Engels.
De VAVO kent 1-jarige versnelde opleidingen op de dag en 2-jarige
opleidingen in de avonden. Bij voldoende vooropleiding is het mogelijk bij het
vak Engels op het HAVO in de avond ook in 1 jaar een diploma en/of certificaat
te halen.
[doelstelling]
doorstroming naar MBO niveau 1-4/HBO
het behalen van certificaten per vak en/of volledige diploma’s
[uitvoerder]
TaalPlus educatie
[kengetallen]
184 deelnemers tot juli 1999
verzuim: onbekend
[resultaten]
Omdat de vavo een instroom per schooljaar heeft hebben de resultaten
betrekking op de kandidaten die in 1999 examen hebben gedaan of zouden hebben
kunnen doen.
Het aantal cursisten dat |
MAVO |
HAVO |
volledig examen doet |
5 |
-- |
een of meer deelexamens |
68 |
12 |
totaal aantal deelnemers |
73 |
12 |
totaal aantal deelexamens |
133 |
12 |
zich teruggetrokken heeft |
27 |
-- |
is geslaagd voor een diploma |
2
(12 beh. ex.) |
-- |
5 certificaten |
|
-- |
4 certificaten |
1 (4) |
-- |
3 certificaten |
3 (9) |
-- |
2 certificaten |
8 (16) |
-- |
1 certificaat |
28 (28) |
7 |
0 certificaten |
4 |
5 |
Een diploma heeft gekregen op basis van inruil van reeds behaalde
certificaten. |
-- |
-- |
NB: in totaal werden bij de mavo 69 deelexamens behaald door 73
personen. De 133 deelexamens zijn inclusief waaraan de 27 terugtrekkers zouden
deelnemen.
[Uitstroom]
Van de 184 deelnemers stroomden 23 extern uit zonder op te gaan voor een
examen:
3 naar andere opleiding: 1½%
20 overig: 11%
[kenmerk doelgroep]
(jong) volwassenen vanaf 16 jaar de kans bieden een diploma of
certificaat te behalen volgens de wet op het voortgezet onderwijs.
[algemene beschrijving
Voor VWO, en voor wat betreft mavo en havo de vakken die in Delft niet
gegeven werden, konden leerlingen terecht op het Elckerlijck college in Den
Haag
[doelstelling]
het behalen van een diploma of eenof meer certificaten
[uitvoerder]
Elckerlijck College Den Haag,
[kengetallen]
Aantal deelnemers: 31
Aantal gevolgde vakken: 97
Per persoon: ƒ 3145,-
[resultaten]
Examens:
|
diploma |
dipl. obv cert. |
0 cert. |
1.cert |
2cert. |
3 cert |
tot. examens |
mavo |
1 |
|
|
|
|
|
1 |
havo |
3 |
3 |
|
4 |
1 |
1 |
12 |
vwo |
|
3 |
1 |
|
|
|
4 |
[uitstroom]
Onbekend
[aanbeveling]
De opleidingen vavo buiten Delft zijn buiten de productovereenkomst met
TaalPlus-educatie om gegaan. Er moet zorg voor worden gedragen dat de afspraken
over informatievoorziening zoals die in de productovereekomst zijn gemaakt ook
gelden voor de vavo buiten Delft.
[kenmerk doelgroep]
Een intensief scholingsproject dat uitstroom naar een vervolgopleiding
en/of werk binnen een relatief korte tijd mogelijk maakt.
[algemene beschrijving]
Het traject is bestemd voor anderstalige
werkzoekenden of nieuwkomers die een inburgeringscontract met de gemeente
hebben afgesloten. Het programma bestaat uit:
Nederlands als tweede taal (NT2)
sociale vaardigheden
beroepenoriëntatie
arbeidsoriëntatie
Om te kunnen deelnemen is minimaal NT2-niveau 2 vereist en het hoogst
haalbare is uitstroom na deelname aan staatsexamen NT2-II. Per drie maanden kan
een hoger NT2-niveau worden behaald.
Er is een apart programma voor mensen met een (tijdelijk) langzamer
leertempo.
In het kader van de beroepenoriëntatie wordt samengewerkt met het
Assessmentcentrum, de Leerwerkbank en Arbeidsvoorziening.
[doelstelling]
Uitstroom naar een hoger NT2-niveau,
vervolgopleiding of werk.
[resultaten]
175 personen hebben deelgenomen
Hiervan zijn 111 cursisten uitgestroomd naar:
Werk 29
Andere opleiding 67
Overige bekend 12
Onbekend 3
64 cursisten zijn doorgestroomd naar 2000.
51% van de deelnemers sluit de training af met een schoolcertificaat.
27% van de deelnemers neemt deel aan examentraining II.
[conclusies en aanbevelingen]
1.
In 1999 is
gefaseerd een nieuwe digitale lesmethode ingevoerd, ‘Nieuwe buren’. Deze
overstap heeft gevolgen voor de inhoud van de programma’s bij de additionele
vakken, omdat in de methode bijvoorbeeld maatschappij-oriëntatie geïntegreerd
is. De afstemming tussen deze vakken en ‘Nieuwe buren’ zal in 2000 een
aandachtspunt zijn.
2.
In 1999 werd
geconstateerd dat de deelnemers aan Schakel naar Werk snel een reële
beroepswens formuleren. Als mogelijke oorzaken hiervoor worden door de
opleiding genoemd:
-
vroegtijdige aandacht vanuit BIND voor arbeidsmarkperspectieven, o.a. door portfolio;
- verbeterd programma beroepenoriëntatie;
-
aantrekkende arbeidsmarkt.
Hierdoor was er
minder behoefte aan assessment en extra beroepskeuzebe geleiding. Deze
worden in 2000 minder ingezet en alleen op individuele basis.
3. Het aantal geslaagden kende een dalende
lijn. Dit was eveneens het geval bij de reguliere educatie, waarbij nagenoeg
dezelfde NT2 programma’s worden geboden. oorzaken:
de nieuwe KSE-toetsen meten een hoger niveau
dan de voormalige CITO-toetsen;
de trajecten bieden te weinig NT-2 uren om
alle leerstof te kunnen aanbieden die leiden tot een volledige niveauverhoging;
het niveau en de houding/motivatie van de
deelnemers lijken te dalen.
In 2000 worden verlengde trajecten
aangeboden, zodat voldoende leerstof kan worden behandeld om de toetsen met
goed gevolg te kunnen halen.
Ook zullen de instroomeisen worden verhoogd.
4. In de loop van 1999 zijn er meer
instensieve cursussen NT2 aangeboden. gevolg hiervan is, dat cursisten die
voorheen naar Schakel naar Werk gingen nu vaker kiezen voor een intensieve
reguliere cursus. Cursisten lijken het idee te hebben dat met minder inspanning
hetzelfde resultaat bereikt kan worden.
5. In 1999 konden reguliere
cursisten onder bepaalde voorwaarden deelnemen aan modulen van Schakel naar
Werk indien er nog plaats was. In 2000 worden deze mogelijkheden gecontinueerd.
6. In 1999 is het aantal
lessen in ‘expressieve vaardigheden’ opgevoerd. Iedere groep binnen Schakel
naar Werk krijgt deze lessen aangeboden. Cursisten en docenten ervaren dit als
een verrijking van het programma. In 2000 wordt dit aanbod gecontinueerd.
7. In 2000 wordt bij de
potentiële deelnemers aan Schakel naar Werk nog eens de meerwaarde aangegeven
van deelname aan Schakel naar Werk:
meer begeleiding;
meer kennis en vaardigheden;
hulp bij het formuleren van een beroepswens;
stages.
[kenmerk doelgroep]
In een praktijkgerichte leeromgeving kan de cursist zich oriënteren op
diverse beroepsrichtingen, kan hij zijn belangstelling en mogelijkheden
onderzoeken en vaardigheden aanleren.
[algemene beschrijving en
resultaten]
De functietrainingen zijn gericht op werkloze werkzoekenden zonder een
reële beroepswens, met een verouderde of niet relevante beroepswens en slechts
een vage indicatie over hun mogelijkheden op werk.
In 1999 zijn de volgende functietraingen gerealiseerd:
Horeca: 21
waarvan 10 certificaten behaald
Detailhandel: 8
geen certifiacten
Verzorging: 4
geen certificaten
Training on the Job:
Cursussen Training on the Job worden gegeven aan personen met een
WIW-dienstbetrekking dan wel een I/D-baan.
In 1999 zijn de volgende trainingen gerealsieerd:
EHBO: 9
Communicatie op het Werk 22
Kennismaken met de computer: 42
Vervolg kennismaken met de computer: 11
Basiscursus verzorging: 5
In 1999 is vanuit de VSO-school ‘Het Kompas’ het verzoek gekomen om een
aantal leerlingen naast de theorie ook een praktijkcomponent aan te bieden.
Uiteindelijk is dit voor 13 leerlingen gerealiseerd.
Het functiegericht assessment is ontwikkeld om ten behoeve van
allochtone deelnemers te kunnen onderzoeken in hoeverre de werkervaring uit
eigen land aansluit bij de eisen van de Nederlandse arbeidsmarkt.
Een functiegericht assessment werd 28 keer uitgevoerd
De cursus creatief aan de slag is in het voorjaar van 1999 georganiseerd
vanuit de sector activering van bureau Werkplan. De najaarscursus is gehouden
binnen de Leerwerkbank, en onder andere gegeven door een cursist uit de eerste
cursus.
9 personen hebben hieraan deelgenomen. De deelnemers waren zeer tevreden
over het gebodene en hebben niet of nauwelijks verzuimd.
Schakel en activeringstraject
Jongeren op Straat.
Trajecten voor jongeren die er door enkel- of meervoudige problematiek
niet aan toekomen om op zoek te gaan naar een zinvolle dagbesteding in de vorm
van scholing of werk. Het programma richt zich op het maken van en houden aan
afspraken, oriëntatie in het werkveld en praktijktraining in de uiteindelijke keuze
, sport, groepsbijeenkomsten en stage.
5 personen volgden een programma tegen een planning van 10.
[kengetallen]
De kosten per deelnemer waren gemiddeld ƒ 6200,-
[uitstroom]
177 deelnemers zijn actief geweest op de Leerwerkbank
24 deelnemers zijn uitgestroomd naar werk.
89 deelnemers hadden al een (gesubsidieerd) dienstverband
[conclusie en aanbevelingen]
Er komen meer deelnemers met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
Gestreefd wordt naar een betere integratie van het Leerwerkbank (nu Praktijk
Leer Centrum) aanbod in het totale ROC-aanbod. Een grotere onafhankelijkheid
van de gemeente zou onder andere gerealiseerd kunnen worden door betrekken van
het bedrijfsleven, en het geven van cursussen voor particulieren. Een
aansluiting op het VMBO biedt kansen voor risicoleerlingen.
[kenmerk doelgroep]
Allochtonen met een taalniveau (NT2) 1½
à 2, die binnenschools een plafond bereikt hebben.
[algemene beschrijving]
Taalcursisten blijken soms met lessen alleen geen vooruitgang meer te
boeken. De Taalstages zijn bedoeld om in een werkomgeving de Nederlandse taal
te gebruiken. Het verkeren in een werkomgeving kan daarnaast behulpzaam zijn om
de gedachten en wensen van de stagiaire over zijn/haar toekomst te bepalen.
Taalverwerving blijft echter het eerste doel.
[doelstelling]
Het vergroten van de taalvaardigheid, en daarmee het verbeteren van de
kans op werk.
[uitvoerder]
TRE-contractgroep
[kengetallen]
30 volgens planning
[resultaten]
17 personen deden in 1999 een Taalstage. Uiteindelijk hebben 14 stagiairs
deze met succes afgerond.
[uitstroom]
9 naar vervolgtraject educatie
3 naar leerwerktraject
1 naar werk
1 naar vrijwilligerswerk
ABW Algemene
Bijstandswet
Alfabetisering Educatieve programma’s die tot
doel hebben mensen te leren lezen en
schrijven.
AMA Alleenstaande
Minderjarige Asielzoeker
AZC Asielzoekerscentrum
BAT Bestandsanalyseteam
BBL Beroepsbegeleidende
Leerweg
BE Basiseducatie
Beroepsonderwijs Al het als zodanig in de WEB benoemde,
bij de CREBO ingeschreven en door de rijksoverheid bekostigde onderwijs.
BIND Bureau Informatie
& Nieuwkomers Delft
BVE Beroeps-en
volwasseneneducatie
CBA Centraal Bureau
voor Arbeidsvoorziening
CIP Centraal
Informatie Punt Volwasseneneducatie
CVH Centrum
Vakopleiding Haaglanden
CWI Centrum Werk en
Inkomen
EPD Enig
Programmeringsdocument
ESF Europees Sociaal
Fonds
Expertisecentrum Scholingsinstituut van KLIQ (voorheen
Trainings en Adviescentrum TAC)
I/D-banen Instroom en
doorstroombanen (voorheen Melkertbanen genoemd)
IOAW Wet
Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze
werknemers
IOAZ Wet
Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen
FWI Fonds Werk en
Inkomen
JOS Jongeren op Straat
KLIQ Reïntegratiebedrijf
van voorheen arbeidsvoorziening
KSB Kwalificatie
Structuur Beroepsonderwijs
KSE Kwalificatie
Structuur Educatie, Systematiek om de begin- en eindniveaus van educatieve
trajecten te kunnen beschrijven en vaststellen.
LISV Landelijk Instituut
Sociale Verzekeringen, coördineert de uitvoering van een aantal sociale
verzekeringen: WAO, ZW en WW
LIWI Landelijk Instituut
Werk en Inkomen
LWB Leerwerkbank Delft
(nu Praktijkleercentrum)
MBO Middelbaar
Beroepsonderwijs
Mondriaan
Onderwijs
Groep Acht onderwijscolleges
voor beroepsonderwijs, twee onderwijscolleges voor educatie en een voor
Toeleiding en Training, vanuit de fusie tussen OGH en TRE.
NT1 Nederlands als
moedertaal
NT2 Nederlands als
tweede taal
OC&W Ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
OGH OnderwijsGroep
Haaglanden
OTC Onderwijs
Technocentrum
PLC Praktijkleercentrum
(voorheen Leerwerkbank)
RAP Regionaal
Arbeidsmarktplatform
REA Wet reïntegratie
arbeidsgehandicapten
Regiocollege onderwijs college voor educatie
o.a. in Delft
Reguliere
overheidsgelden Alle overheidsgelden die door de
overheid op basis van in wetten en regels vastgesteld beleid aan instellingen
wordt uitgekeerd
RBA Regionaal Bestuur
Arbeidsvoorziening
RMC Regionaal Meld en
Coördinatiepunt voor jongeren tot 23 jaar zonder startkwalificatie
ROB Regionale
Onderneming voor Beroepskwalificatie
ROC Regionaal
Opleidingen Centrum; er zijn er circa 45 in Nederland. De ROC’s zijn in 1996
ontstaan door fusie van de basiseducatie, de vavo, het mbo, de streekschool en
het vormingswerk. Kerntaak van het ROC is het verzorgen van onderwijs aan (jong) volwassenen.
RWI Raad voor Werk en
Inkomen
SSPB Stichting
Samenwerkingsverband Praktijkopleiding Bouw
Stadscollege onderwijscollege voor educatie
waaronder Vavo in Den Haag
Startkwalificatie Kwalificatie die noodzakelijk is om een vervolgopleiding
te kunnen volgen en/of een baan te verwerven op de arbeidsmarkt.
SUWI Structuur Uitvoering
Werk en Inkomen
SZW Ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
TAC Trainings- en
adviescentrum (nu expertisecentrum onderdeel KLIQ)
TaalPlus
Educatie Voorganger van het
Mondriaan Regiocollege voor Educatie
TRE Regionaal
Opleidingen Centrum Tinbergen Reynevelt Educatief Centrum. TaalPlus/Reynevelt
Educatie maakt deel uit van de ROC TRE-groep.
UVI Uitvoeringsinstelling
van sociale verzekeringen
UWV Uitvoeringsorgaan
Werknemersverzekeringen
VAVO Voortgezet Algemeen
Volwassenen Onderwijs
VE Volwasseneneducatie
VMBO Voorbereidend
Middelbaar Beroepsonderwijs
VUB Vrouwen uit de
Bijstand
VWS Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
WEB Wet Educatie en
Beroepsonderwijs
WAO Wet
Arbeidsongeschiktheidsverzekering
WIN Wet Inburgering
Nieuwkomers
WIW Wet Inschakeling
Werkzoekenden
WIZ Werk Inkomen en
Zorg
WW Werkloosheidswet
traject |
aantal deelnemers |
kosten per deelnemer |
verzuim |
naar werk[1] |
vervolg scholing |
overig[2] |
cert./niveau behaald |
CIP |
1927 |
ƒ 80,- |
nvt |
|
|
|
|
Assessment |
9 |
ƒ 2505,- |
onb |
1 |
8 |
|
|
Creatief a.d. slag |
25 |
ƒ 780,- . |
onb |
4 |
13 |
8 |
|
Kennismaken comp. |
20 |
ƒ 523,- |
onb. |
|
6[3] |
2 |
7[4] |
Vrouwen uit de Bijstand |
25 |
ƒ 4680,- |
onb. |
7 |
12 |
4 |
|
All-round-monteur witgoed |
14 |
ƒ 11.000,- |
onb. |
7 |
4 |
3 |
|
NT1 |
90 |
ƒ 1341,- |
25,5 % |
3 |
58 |
29 |
66 |
Elementair rekenen en vaard. |
28 |
ƒ 2155,- |
22 % |
4 |
15 |
9 |
|
Alfabetisering Allochtonen |
49 |
ƒ 6161,- |
26% |
|
45 |
4 |
30 |
Informatica |
80 |
ƒ 900,- |
12 % |
1 |
67 |
12 |
61 |
NT2-laag |
292 |
ƒ 1725,- |
24% |
5 |
218 |
69 |
218[5] |
NT2-hoog 7½ uur |
400 |
ƒ 907,- |
29½ % |
5 |
310 |
85 |
194 |
NT2-hoog 15 uur |
315 |
ƒ 3456.- |
30% |
6 |
261 |
48 |
164 |
Vavo |
184 |
ƒ 1813 |
onb |
onb |
onb |
onb |
76 (deelex.) |
Vavo buiten Delft |
31 |
ƒ 3145 |
onb |
onb |
onb |
onb |
17 (1 of meer deelexamens) |
Schakel naar Werk |
175 |
ƒ 3868,- |
onb |
29 |
131 |
15 |
90[6] |
Leerwerkbank |
177 |
ƒ 3868,- |
onb |
24+89[7] |
|
64 |
|
Taalstages |
17 |
ƒ 5295,- |
onb. |
2 |
12 |
|
|
verdeling mannen vrouwen
Van de cursisten van TaalPlus educatie was 42½ % man, en 57½ % vrouw.
Dit verschil was het sterkst bij de cursisten vavo, waarvan tweederde uit
vrouwen bestond.
verdeling naar woonplaats
88,5 % uit Delft
4,5 % uit Pijnacker
1,5 % uit Nootdorp
5,5 % uit overige gemeenten
(valt niet onder de finacniering van het samenwerkingsverband
Delft/Pijnacker/Nootdorp)
verdeling naar leeftijdsopbouw
<20 : 7,3 %
20-24 : 9,6 %
25-29 : 17,7%
30-34 : 18,4%
35-39 : 17,3%
40-44 : 14,4%
45-49 : 7,4%
>49 : 7,7%
verdeling naar land van
herkomst (in totaal 93 nationaliteiten)
Nederland : 18,1%
Irak : 18,8%
Somalië : 3,6%
Turkije : 7,3%
Afghanistan : 4,6%
Iran : 6%
Marokko : 2,7%
Tsjaad : 2,4%
Overige : 36%
Gezien de grote omvang van het
percentage ‘overige’ zou een verdeling naar regio interessant kunnen zijn)
[1] inclusief gesubsidieerd en vrijwilligerswerk
[2] hierin ook inbegrepen verdere bemiddeling
[3] vervolgcursus kennismaken comp.
[4] alleen in de najaarscursus was een certificaat te halen
[5] de toets is in feite een niveaubepaling
[6] met schoolcertificaat. Daarnaast doet een aantal personen staatsexamen. Resultaten daarvan zijn bij de school niet bekend.
[7] 89 hadden al een (gesubsidieerd) dienstverband