Onderwijs in Allochtonen Levende talen

in Delft

 

 

Een plan van aanpak in de gemeente Delft

 

 

Delft september 2000


Notitie  Deel 2 - Onderwijs in Allochtone Levende Talen

                        Plan van aanpak in de Gemeente Delft

 

 

Inleiding                                                                                                                                     

Hoofdstuk 1 Behoeftepeiling                                                                                                       

Hoofdstuk 2 De organisatie van OALT: Het Delftse

Hoofdstuk 3 Personele gevolgen

Hoofdstuk 4 Flankerende maatregelen

Hoofdstuk 5 Communicatie

Hoofdstuk 6 Financiën

Inleiding

De wet Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT) is in de plaats gekomen van de voormalige wetgeving ten aanzien van het Onderwijs in de Eigen Taal en Cultuur (OETC).

De uitvoering van de wet OALT valt onder het lokaal onderwijsbeleid. In de notitie ‘Bestuurlijke keuzen in Onderwijs Allochtone Levende Talen’ is het doel en het wettelijk kader van de wet geschetst.

Ten einde de behoefte aan OALT te peilen, is door de gemeente gekozen voor een behoeftepeiling onder de grootste allochtone groepen en onder de taalgroepen waarvoor nu reeds OALT bestaat. Uitgangspunt voor de grootte van de groep vormt het aantal 3-11 jarigen per herkomstgroep.

 

Het OALT-plan bevat beleidsvoorstellen voor de uiteindelijke vormgeving van het OALT in Delft voor de komende zes schooljaren (tot 1 augustus 2007).

Allereerst wordt aandacht besteed aan de behoeftepeiling. In het tweede hoofdstuk wordt de organisatie van Delft beschreven. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de flankerende maatregelen als (na-)scholing, ondersteuning en begeleiding, monitoring, evaluatie. Tot slot worden in hoofdstuk 4 de financiële middelen beschreven.

 


Hoofdstuk 1          Behoeftepeiling

 

Als onderdeel van het stappenplan om te komen tot een OALT-plan in de gemeente Delft, is in het voorjaar van 2000 bij de ouders van 1447 kinderen van allochtone herkomst een peiling gehouden naar de behoefte aan OALT. De kinderen behoorden tot de groepen waarvoor nu reeds OALT gegeven wordt en tot groepen waarvoor OALT eventueel mogelijk zou worden. In concreto komt dit neer op: Turks, Marokkaans, Spaans, Iraans en Vietnamees als bestaande taalgroepen en Surinamers, Irakezen en Somaliërs als mogelijk nieuwe groepen.

Bijna 60 procent van de verzonden lijsten is ingevuld en geretourneerd. Een bevredigend resultaat.

Voor de voorlichting zijn de zelforganisaties ingeschakeld en is een achttalig informatieboekje gemaakt.

 

Naast een algemene voorlichtingsbijeenkomst is op verzoek van de zelforganisatie een aparte voorlichting voor een taalgroep georganiseerd.

De besturen van de zelforganisaties hebben na een voorlichtingsbijeenkomst, veelal met het beschikbare materiaal, de ouders ingelicht over de behoeftepeiling. Het Vakteam Onderwijs heeft naar aanleiding van de behoeftepeiling weinig vragen gekregen over de behoeftepeiling. De reacties die binnen kwamen, waren in twee categorieën te verdelen. Een aantal ouders hadden te weinig enquęte-formulieren gekregen (meerdere kinderen in het gezin mochten meedoen) en een aantal ouders was tegen OALT-onderwijs.

 

Het blijkt dat thuis bij 55 procenten van de kinderen overwegend één taal wordt gesproken. De rest spreekt er twee of meer. Nederlands is de meest gebruikte taal . Meer dan de helft spreekt deze taal thuis overwegend met hun kinderen, een groot deel hiervan is van Surinaamse afkomst. Andere belangrijke thuistalen in Delft zijn Turks en Koerdisch.

 

De ouders van 77 procent van de allochtone kinderen zegt OALT te willen. Dit percentage is in alle herkomstgroepen hoog, met uitzondering van de Surinamers en de Spaanssprekenden buiten Spanje.

 

De belangrijkste talen voor OALT zijn uitgaande van de aantallen: Turks, Koerdisch, Marokkaans-Arabisch, Somalisch en Irakees.

 

Het aspiratieniveau voor OALT is hoog. Bijna alle ouders vinden het belangrijk dat hun kind  de eigen taal leert verstaan en te begrijpen, maar ook dat ze deze kunnen spreken. Lezen en schrijven wordt iets minder belangrijk gevonden.

 

De belangrijkste motieven om OALT te willen is behoud van een stukje eigen cultuur en om met ouders of familieleden te kunnen praten en schrijven. Beduidend minder belangrijke motieven zij om op die manier heter Nederlands te leren of om terug te kunnen keren naar hun herkomstland.

 

 

Van de kinderen in de leeftijd van 3-6 jaar wil 48 procent van de ouders OALT als taalondersteuning in de onderbouw, 54 procent OALT als cultuurbeleid in de onderbouw en 61 procent van hen wil later nog OALT als cultuurbeleid in de bovenbouw.

De ouders van 57 procent van de kinderen in de bovenbouw (7-11 jarigen) willen OALT als cultuurbeleid zolang hun kind in de bovenbouw zit.

 

Voor welke talen bestaat de grootste belangstelling?

Onderstaande tabel laat zien om welke aantallen per taalgroep het gaat. De ordening is in volgorde van de grootte van de groep.

 

 

                                                                                  Onderbouw                               bovenbouw

Gewenste taal OALT

OALT als 

OALT als

OALT als

totaal aantal

 

taalondersteuning

cultuurbeleid

cultuurbeleid

leerlingen

 

 

 

 

 

 

 

Turks

77

64

61

202

 

Koerdisch

31

44

47

122

 

Marokkaans-Arabisch

31

38

43

112

 

Somalisch

30

27

28

85

 

Irakees

17

16

30

63

 

Spaans

10

17

14

41

 

Vietnamees

8

10

12

30

 

Perzisch/Iraans

8

9

7

24

 

Berbers

9

8

10

27

 

Sarnami Hindi

3

9

9

21

 

Sranan Tongo

2

2

9

13

 

Javaans

1

0

9

10

 

 

 

 

 

 

 

Duidelijk is dat Turks, Koerdisch, Marokkaans-Arabisch, Somalisch, Irakees en Spaans de talen zijn waarvoor OALT mogelijk is, gelet op de getalsnorm van 12 kinderen, zoals die in het eerste OALT-beleidsplan is vastgesteld Voor die taalgroepen is zowel ‘OALT als taalondersteuning’ in de onderbouw , Oalt als cultuur beleid in de onder- en bovenbouw haalbaar.

Van de andere talen komen Vietnamees, Berbers, Perzisch/Iraans  en. Sarnami Hindi alleen in aanmerking voor ‘OALT als cultuurbeleid’, indien de kinderen in de onderbouw worden samengevoegd met die in de bovenbouw. Dan wordt de minimumnorm van 12 kinderen gehaald Sranan Tongo en Javaans blijven ook in dat geval te klein.

Al met al betekent dit dat een uitbreiding van het huidige aanbod met Koerdisch, Irakees en Somalisch, als het om het draagvlak gaat, zonder meer gerealiseerd kan worden.

 

De woensdagmiddag is het meest geschikte tijdstip voor OALT. De grootste groep wil OALT op woensdagmiddag. Een kleine minderheid vind de zaterdag geschikt. Bij OALT als taalondersteuning wordt door degenen die Turks en Spaans wensen, met name OALT binnen de normale schooltijden bepleit.

 

De ouders van ruim een derde van de kinderen is bereid op een of andere manier ondersteuning te geven bij OALT. De helft heeft zich daarover nog geen mening gevormd.

 

Vrijwel iedereen wil op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen inzake OALT en vindt het goed als naam en adres daartoe aan de gemeente worden doorgegeven.


Hoofdstuk 2               De organisatie van OALT: Het Delftse model

 

De Wet OALT geeft een kader aan, maar laat tevens ruimte voor een eigen organisatiemodel.

 

In de eerste notitie over OALT is gekozen om ouders vier mogelijkheden aan te bieden.

 

1.    OALT als cultuurbeleid

Kenmerkend hiervoor is dat de lessen buiten de reguliere schooltijd vallen en dat programma is gericht op stimulering van de moedertaal en/of officiële landstaal.

 

2.   OALT als taalondersteuning

Kenmerkend hiervoor is dat de lessen onder schooltijd vallen en deel uitmaken van het curriculum van de hetrokken school. Alleen leerlingen uit de groepen 1 t/m 4 mogen op grond van de wettelijke regeling deze lessen ontvangen. De lessen zijn gericht op het leren van het Nederlands als tweede taal (de eigen taal vervult hierbij een belangrijke rol).

Deze aanpak vraagt vakbekwaamheid van de OALT-leerkracht in zowel de Nederlandse als

de allochtone taal.

 

3.   OALT als taalondersteuning in de groepen 1 t/m 4 en daarna OALT als cultuurbeleid

Dit komt neer op een combinatie van de twee eerder genoemde varianten.

 

4.   OALT als taalondersteuning na schooltijd (verlengde schooldag)

De kenmerken hiervan zijn gelijk aan die van variant 2 met uitzondering van het feit dat de lessen aansluiten op de gewone schooltijd. Er is dus sprake van een verlengde schooldag.

 

In de behoeftepeiling is geconstateerd dat van de bestaande taalgroepen alle huidige taalgroepen in aanmerking komen (minimaal 12 kinderen).

 

In het onderstaande organisatiemodel wordt eerst ingegaan op de vorm OALT als taalondersteuning, zowel binnen als buiten schooltijd. Taalondersteuning geldt voor kinderen die in de groepen 1 t/m 4 zitten.

 

Verdeling uren

 

Bij de berekening van uren wordt uitgegaan van 15 kinderen per groep. (bovengrens 18)

(de ondergrens is 12  leerlingen per groep,zie eerdere nota).

De gemiddelde lestijd is 2,5 uur, daarboven wordt tijd berekend voor andere taken.

Per groep wordt 4 uur per week aangehouden (lesgebonden en niet lesgebonden tijd)

 

Bij toenemende belangstelling kan een bijstelling na een jaar worden toegepast( indien het beschikbare budget dit mogelijk maakt) of omgekeerd.

 

 


Teldatum

 

Om de daadwerkelijke belangstelling goed in kaart te brengen wordt elk schooljaar een leerlingtelling gehouden. De systematiek van het basisonderwijs wordt zo overgenomen. Groei en het afbouwen van beschikbare formatie wordt dan vroegtijdig in beeld gebracht.

 

 

 

Taalondersteuning onder schooltijd

 

 

Turks

Somalisch

Koerdisch

Behoefte peiling

77 leerlingen

30 leerlingen

31 leerlingen

Aantal groepen

5

2

2

Aantal uren/week

20

8

8

Lespunten

1-2

1

1

 

 

Taalondersteuning buiten schooltijd

 

 

Marokkaans

Behoefte peiling

30 leerlingen

Aantal groepen

2

Aantal uren/week

8

Lespunten

1

 

OALT als cultuurbeleid (wettelijk alleen buiten schooltijd)

 

 

Turks

Marokkaans.

Koerdisch

Spaans

Iraans

Vietnamees

Peiling

125

81

91

31

16

22

Groepen

8

5

6

2

1

2

Uren/week

32

20

24

8

4

8

lespunten

1-2

1-2

1

1

1

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Somalisch

Irakees

Berbers

 

 

 

Peiling

55

46

18

 

 

 

Groepen

4

3

1

 

 

 

Uren/week

16

12

4

 

 

 

lespunten

1-

1

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overzicht uren OALT

 

 

Uren

Taal ondersteuning

(onder schooltijd, buiten schooltijd)

 44

 

 

Oalt als cultuurbeleid

128

(onderbouw en bovenbouw)

 

totaal

172


Personele gevolgen

 

Uit bijlage 2 blijkt dat voor de bestaande taalgroepen minder uren worden toegekend dan nu het geval is. Dit betekent dat er extra uren voor de bestaande taalgroepen in de berekening moet worden meegenomen (Rpbo).

Een overzicht van het aantal garantie-uren.

 

·       Turks                       57 uur

·       Vietnamees  4 uur

·       Perzisch                  12 uur

     Totaal                      73 uur

 

Het rechtpositiebesluit onderwijs kent geen deeltijd ontslag. Vermindering van het uren is alleen mogelijk wanneer een leerkracht ontslag neemt.

Deze garantie kan bekostigd worden uit de Oalt-middelen, die het rijk ter beschikking stelt.

 

Het personeel is nog in dienst van de gemeente Delft (Openbaar Onderwijs).. De verwachte wetgeving, die het mogelijk maakt dat onderwijzend personeel ook in dienst komt van de gemeente Delft(lokale overheid) is wel aangekondigd, maar nog niet ter behandeling aan de kamer aangeboden.

Er zijn regionale contacten over het Oalt-onderwijs, daarbij zal onderzocht worden of het werkgeverschap over meerdere gemeenten geregeld kan worden.

Wanneer hierover meer bekend is zal in een aparte notitie hieraan aandacht worden geschonken. 

 

Goed is hier op te merken dat de praktijk andere gegevens kan opleveren dan hier naar aanleiding van het onderzoek en notitie is weergegeven. De teldatum geeft hierover objectieve gegevens.

Dit betekent dat bijstellingen mogelijk zijn, zeker voor de taalgroepen waar garantie-uren zijn vermeld. Uitbreiding van andere taalgroepen kan alleen wanneer er financiële mogelijkheden zijn.

 

 

 

 

 


FLANKERENDE MAATREGELEN

 

Voor een goede uitvoering van OALT moet veel worden geregeld. Veel zaken vragen nogal wat tijd en zullen pas na enkele jaren resultaten gaan opleveren. OALT stelt soms ingrijpende nieuwe eisen aan de leerkrachten; over de evaluatie van het OALT, de ontwikkeling van OALT-toetsen en het meten van leersucces bij de kinderen is nog weinig bekend. Een aantal aspecten worden vervolgens nader uitgewerkt.

 

ONDERSTEUNING, SCHOLING EN BEGELEIDING

 

Het is wenselijk om voor een goede uitvoering van het werk dat de OALT-leerkrachten gebruik maken van een inhoudelijk planningsdocument, een raamplan voor hun leerstofgebied. In deze raamplannen is vastgelegd welke leerdoelen worden nagestreefd, welke leerstofgebieden aan de orde komen met welke methoden of programma’s er wordt gewerkt en op welke wijze het onderwijs wordt geëvalueerd.

Raamplannen zijn nodig voor alle verschijningsvormen van OALT, vooral als de leraren in de school met elkaar moeten samenwerken.

Naast de scholing die te maken heeft met het verkrijgen van de juiste bevoegdheden om OALT te mogen geven, gaat het hier ook om het vergroten van de vakbekwaamheid in zowel het Nederlands als de allochtone taal. Er zijn vele nascholingsonderwerpen die direct te maken hebben met de ondersteunende functie van het OALT: didactiek en methodiek van het jonge kind, taalverwervings(didactiek), Nederlands als tweede taal, werken met ouders. Dit kunnen ook onderwerpen zijn voor de groepsleerkrachten. De PABO, in Rotterdam met name de Thomas More, speelt een belangrijke rol in de totale OALT-scholing.

Naast de interne begeleiding op schoolniveau door bijvoorbeeld collegiale consultatie is het mogelijk om via het HCO of CED (schoolbegeleidingsdienst Den Haag. Rotterdam) leerkrachtgebonden begeleiding te regelen (zie begroting).Een offerte voor de begeleiding is aan beide diensten inmiddels gevraagd.

 

 

3.2                  MONITORING EN EVALUATIE

 

De gemeente Delft dient verantwoordelijkheid af te leggen voor de door hen ontvangen OALT-middelen. Dit kan in de vorm van een jaarverslag waarin de activiteiten worden vermeld en de financiën worden verantwoord. Hiervoor zal nog een model worden ontwikkeld.

Op landelijk niveau zal met de daarvoor bestaande instanties worden nagegaan welke mogelijkheden er zijn voor de ontwikkeling van OALT-toetsen en ander vormen van metingen van leersuccessen ten behoeve van het leerlingvolgsysteem.

 


 

 

WIJZIGING VAN HET OALT-PLAN

 

Er kunnen redenen zijn om het OALT-plan te wijzigen. Ten aanzien van de talen waarvoor OALT wordt aangeboden mag de gemeente het plan wijzigen zonder op overeenstemming gericht overleg te voeren met de schoolbesturen als het een aanpassing betreft ten gevolge van veranderingen in de omvang van de middelen. Vanzelfsprekend moet het voornemen tot wijziging wel bekend worden gemaakt. De schoolbesturen kunnen, als daartoe aanleiding bestaat, wel vragen om op overeenstemming gericht overleg te laten plaatsvinden. Overige tussentijdse wijzigingen zijn alleen mogelijk nadat op overeenstemming gericht overleg is gevoerd en de allochtone ouders in de gelegenheid zijn gesteld hun mening te geven over de wijziging.

 

 

Er kunnen redenen zijn om het OALT-plan te wijzigen, bijvoorbeeld:

- exceptionele toename of afname van deelnemende leerlingen; het tussentijds inpassen van nieuwe taalgroepen;

verandering in de onderwijsstructuur (bijvoorbeeld van OALT na schooltijd naar OALT in de brede school als gemeente brede inzet).


Cummunicatie

 

1.  September 2000                              bespreking schoolbesturen

2.  Oktober 2000                                   bespreking personeel en zelforganisaties

3.  November 2000                                bespreking commissie werk&onderwijs

4.  Januari 2001                        start werving nieuwe leerkrachten

5.  Januari 2001                        start voorbereiding Oalt nieuwe stijl

Augustus 2001                         start OALT nieuwe stijl

 

 

 


Financieel overzicht

 

In komsten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ministerie van O,C en W

 

 

640.000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitgaven

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Salariskosten leerkrachten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

172 uur

 

 

 

 

392.000

 

 

garantie:

 

 

 

 

 

 

 

73 uur

 

 

 

 

163.000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

begeleiding

 

 

 

20.000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

lesmateriaal

 

 

 

30.000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

exploitatie lleslokalen

 

 

 

35.000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

totaal

 

 

 

 

640.000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Bijlage 1

 

UITGANGSPUNTEN VAN DE WET-OALT; DE ROL VAN DE GEM EENTE

 

De wet-OALT regelt de decentralisatie van het Onderwijs in Allochtone Levende Talen naar de gemeenten.

Het uitgangspunt voor OALT is dat allochtonen, om zich optimaal op de Nederlandse samenleving te kunnen oriënteren, naast een goede kennis van Nederlands ais tweede taal een degelijke kennis van de eigen taal en cultuur nodig hebben.

Oalt kan daardoor bijdragen aan de emancipatie en participatie van allochtonen in de Nederlandse samenleving, aan een economisch krachtig Nederland en aan een meer intercultureel worden van de Nederlandse samenleving.

Omdat OALT binnen het cultuurbeleid valt, en niet binnen onderwijsbeleid, moet de uitvoering ervan plaatsvinden buiten de reguliere onderwijstijd. Dit betekent dat de tijd die besteed wordt aan OALT niet wordt meegeteld bij het aantal uren onderwijs dat leerlingen tenminste moeten ontvangen en evenmin bij het aantal uren onderwijs dat leerlingen ten hoogste mogen ontvangen (5,5 uur per dag). Het betreft hier het zogenaamde aanvullend onderwijs in de vorm van cultuuronderwijs. Dit mag alleen als de middelen worden ingezet voor (taal)-ondersteuning van allochtone leerlingen in de eerste vier schooljaren. De activiteiten vinden wel plaats in de in de reguliere schooltijd en worden vermeld in het activiteitenplan van de school. De inzet van dit deel van het OALT-budget valt onder het onderwijsachter-standenbeleid en moet in het gemeentelijk onderwijsachterstandenplan worden opgenomen.

De OALT-wetgeving is omvangrijk en gecompliceerd. Dit blijkt uit de volgende uitgangspunten van de wet.

 

1.    OALT wordt beschouwd als extra voorziening (het is immers ‘gewenst onderwijs’) buiten                    het reguliere onderwijsprogramma en dus ook buiten de maximale schooltijd van 5.5 uur                      per dag.

2.    De wet biedt de mogelijkheid om de OALT-middelen ook in te zetten voor                                         (taal)ondersteuning van allochtone leerlingen in de eerste vier leerjaren in het kader van                het onderwijsachterstandenbeleid binnen het reguliere lesprogramma.

3.    OALT wordt in beginsel aangeboden aan alle taalgroepen en beperkt zich niet tot een                        bepaalde doelgroep. Voor verbreding van het aanbod voor nieuwe taalgroepen is extra              geld beschikbaar gesteld.

4.    OALT kan worden verzorgd door scholen, maar ook door andere rechtspersonen die              daarvoor naar het oordeel van de gemeente in aanmerking komen.

5.    OALT wordt op verzoek van ouders van allochtone leerlingen aangeboden (gewenst                onderwijs’).

6.    OALT wordt gegeven door bevoegde leraren die in dienst zijn van scholen of andere                rechtspersonen.

7.    De inhoud en de kwaliteit van het OALT vallen onder de verantwoordelijkheid van de               school of de rechtspersoon die het onderwijs verzorgt.

8.    De onderwijsinspectie is belast met de uitoefening van het toezicht op de deugdelijkheid                    van het onderwijs in allochtone levende talen.

 

 

Bijlage 2 aantal huidige uren

 

 

Turks                                       109 uur

Marokkaans/

Arabisch                                  22 uur

Perzisch/

Iraans                                      16 uur

Vietnamees                              12 uur

Spaans                                      8 uur

 

Totaal                                      167 uur