Actief betrokken zijn bij en actief zijn in de Delftse
samenleving is een belangrijk uitgangspunt van het Delftse beleid. Aan dat
beleid wordt vanuit verschillende invalshoeken gewerkt, bijvoorbeeld de wijkaanpak
en het armoedebeleid. Voor een deel van de migranten is de stap om zich actief
op te stellen extra groot. Veronderstelde oorzaken daarvoor zijn onder andere:
onbekendheid met de mogelijkheden in de Delftse (Nederlandse) samenleving, een
laag inkomen (vluchtelingenstatus/ uitkeringsafhankelijk), en de taalbarrière.
De afstand, die in een deel van de gevallen moet
worden overbrugd, is groot. Om de afstand te overbruggen is een diversiteit van
mogelijkheden en oplossingen nodig. Het gaat om twee sporen: het opheffen van
achterstand (persoonlijk) en om het opheffen van achterstelling (instituties).
‘Zoekend’ beleid ontwikkelen, openheid en vraaggericht
handelen lijkt een voorwaarde voor succes: hoe en wanneer voelen migranten zich
uitgenodigd om mee te doen? Een andere voorwaarde is dat meer ingespeeld wordt
op vraagpatronen in plaats van een ‘los’ aanbod, zodat aangesloten wordt bij
wat mensen zelf willen en kunnen.
De mogelijkheden tot maatschappelijke participatie als
onderdeel van het proces van integratie zijn niet optimaal. Het gaat daarbij
voornamelijk om vanuit een veilige plek en vanuit de eigen identiteit tot meer
interculturele ontmoeting te komen en vervolgens tot een gelijkwaardigere
samenleving. De hiernavolgende punten zullen in acht genomen moeten worden om
knelpunten voor maatschappelijke participatie op te heffen. Deze punten zijn in
verschillende bijeenkomsten van het domein genoemd als aspecten die een rol
spelen in het proces van maatschappelijke participatie. Aan een uitnodiging om
hierover met leden van zelforganisaties en andere (ervarings)deskundigen te
discussieren en verder invulling te geven, hebben de meeste zelforganisaties
nog niet kunnen voldoen, vanwege praktische redenen (de korte termijn waarop de
mensen uitgenodigd waren).
·
Inburgering volgens de
Wet Inburgering Nieuwkomers: traject Bij bureau Nieuwkomers met individuele
trajectbegeleiding, min. 600 uur taal/ maatschappij en doorverwijzing naar
Stichting Vluchtelingenwerk Delft voor maatschappelijke participatie. Daar
wordt in ieder geval een persoonlijke intake gehouden, juridische hulp verleend
en wordt doorverwezen naar andere instellingen. Van cultuurgenoten worden ook
groepen gevormd die samen activiteiten kunnen doen bijv. in de Koornmarkt, met
begeleiding vanuit de SVD.
·
Migranten
zelforganisaties: contacten en activiteiten en natuurlijk hulp onder elkaar.
·
Werkgroep communicatie
migranten: overleg waarin alle groepen deelnemen en waar vragen en problemen
worden besproken;
·
Begeleiding AMA’s via gastgezinnenproject
door SVD;
·
Opbouwwerk migranten
ondersteuning zelforganisaties door SWD;
·
Vrouwenopbouwwerk (zie
schema)
·
Vrouwenbezoek
project; (zie schema)
·
Subsidie door gemeente:
gesubsidieerd wordt in het kader van het welzijnswerk:
- de SWD voor de beroepskrachten;
- de SVD voor de activiteiten
Koornmarkt voor nieuwe groepen;
- de migrantenorganisaties voor een aantal activiteiten
·
Subsidie gemeente in het
kader van de WIN
- de SVD voor de maatschappelijke
begeleiding;
De Werkgroep Participatie bestond
uit vertegenwoordigers van in schema genoemde organisaties of instanties. In
het schema zijn de niveaus waarop gewerkt wordt aangegeven, de
hoofdaktiviteiten alsmede de samenwerkingsverbanden.
Tabel. Uitvoerende maatschappelijke instanties
op het gebied van Ondersteuning Integratie Vreemdelingen
Niveau |
Omschrijving
van de activiteiten en doelgroep |
Initiatiefnemers
en coördinaties |
Individueel |
Thuisbezoeken
aan allochtone vrouwen om hen te
betrekken bij sociale activiteiten en individuele aandacht. |
Bezoekvrouwen,
vrouwenopbouwwerk SWD |
|
AMA-gastgezinnen;
opvang van minderjarige vluchtelingen-jongeren
in Nederlandse gezinnen. |
SVD-
De Opbouw-SJD |
|
Wegwijs
in Delft, maatschappelijke begeleiding, doorverwijzing van vluchtelingen |
SVD
voor vluchtelingen Zelforganisaties
voor hun eigen groep |
|
Spel-aan-Huis;
aandacht voor opvoeding in Nederlandse setting aan gezinnen van vluchtelingen en allochtone herkomst |
S&O/SVD |
|
Opvang
uitgeprocedeerden |
Kerken,
ISF, i.s.m. SVD |
|
Belangenbehartiging
allochtone burgers |
Respect,
SRL, SVD |
Groep/ Nationaliteit |
Ondersteuning
zelforganisatie (Turks, Marokkaans,
Antillianen, Surinamers, Irakezen, Iraniërs, Somaliërs, Koerden, Afghanen) |
SWD en
SVD (Koornmarkt 48)en WOC |
|
Vrouwelijke Vluchtelingen gericht op ontspanning en
inburgering |
SVD |
|
Allochtone Vrouwen gericht op leren van
vaardigheden (fietsen, zwemmen, computer) en ontspanning (aerobics) |
Vrouwenopbouwwerk
SWD |
|
Jongeren activiteiten |
JOS-’98,
SVD-BJC-Selam/SWD |
|
Voorzieningen
eigen taal en cultuur voor een beperkt aantal culturen |
SWD,
Moskee, zelforganisaties |
Wijk/Buurt |
Wijkbeheer
heeft geen specifieke activiteiten op dit gebied voor zover bekend bij de
afgevaardigde in de vergadering. Treedt op bij problemen. |
|
|
Buurthuisbeheer
( SWD )op buurtniveau |
SWD |
|
Voorlichting
vanuit woningbouwverenigingen aan buurtbewoners |
Stadsontwikkeling |
Voorwaarden
scheppend |
Vrouwen
hebben eigen ruimte nodig die
gegarandeerd aan hun religieuze vereisten voldoet om mee te kunnen doen.
Ruimten voor hun eigen bijeenkomsten verschillende groepen. |
SWD-(beschikking
over ruimten), VOC (platform van vrouwen-organisaties) |
|
Tolken/vertalen/bemiddelen |
SVD en
SWD |
|
Ondersteunen
zelforganisaties, bijv. oplossen van conflicten/fricties, bestuurlijke en
ambtelijke zaken, |
SVD,
SWD en WOC |
|
Beleidsbeinvloeding |
2
raadsleden van allochtone herkomst en een enkel lid van politieke partij. |
|
Communicatie
en overleg |
Werkgroep
communicatie begeleidt door SWD. |
|
Financiële
middelen |
WOC,
DMZ en div. particuliere bronnen |
|
Draagvlakvergroting
multiculturele samenleving |
media,
manifestaties, sport en cultuur op
projectbasis door div. organisaties |
|
Antidiscriminatie-meldpunt |
Bureau
Respect |
·
Voor de meeste
allochtone inwoners van Delft is de eigen gemeenschap van belang voor het
beleven van de eigen cultuur en het levend houden van de eigen taal, ook onder
2e en volgende generaties. Ook geldt dat integratie makkelijker
verloopt als de mensen een eigen en veilige plek hebben waarop ze terug kunnen
vallen, waar ze steun kunnen vinden en die hen ook actief ondersteunt in het
zoekproces naar een eigen identiteit in de Delftse samenleving.
·
Niet alle gemeenschappen
in Delft zijn goed en herkenbaar georganiseerd in zelforganisaties vanuit hun
eigen land van herkomst. Uit sommige landen komen groepen die elkaar in eigen
land als natuurlijke vijanden beschouwen. Van hen kan niet verwacht worden dat
men in Delft samen in een organisatie zit die een veilige plek biedt. Daarnaast
bestaan er groepen uit hetzelfde land maar georganiseerd rondom een ander
gezamenlijk thema zoals beleving van de religie, etniciteit, gender, sport of
cultuur. Ook zijn er groepen, bijvoorbeeld Koerden, die geen ‘eigen land’, geen
eigen nationale staat hebben. Hun woongebied is verspreid over meerdere landen.
Zij vormen dus een volk zonder land. Door die spreiding over meerdere landen
zijn er binnen dat ene volk vervolgens ook weer verschillende groepen,
gekoppeld aan hun geografische afkomst.
·
Het huidige gemeentelijk
beleid gaat in beginsel uit van het erkennen en ondersteunen van één
organisatie per land. Als er meerdere groepen uit dat land actief willen zijn
bij het vormgeven van sociaal-culturele activiteiten dan moeten die groepen
onderling tot afstemming en overeenstemming komen. Het gezamenlijke eindresultaat
wordt dan aan de gemeente ter ondersteuning voorgelegd. De gemeente blijft zo
slechts één organisatie per land
ondersteunen. Deze werkwijze lijkt vooral te zijn ingegeven door de
gemeentelijke wens naar een praktisch beheersbare situatie.
·
Een meer op de burgers
gericht uitgangspunt lijkt dat de gemeente er is voor alle Delftenaren, dus ook
voor alle allochtonen, en dat dus de gemeente in beginsel aan alle allochtonen
de mogelijkheden van veiligheid binnen de eigen groep en sociale en culturele
uitings- en belevingsmogelijkheden moet aanbieden.Dit uitgangspunt formuleert
dus ‘een recht op zoiets als een zelforganisatie’ voor alle allochtonen. En dat
recht is inclusief huisvesting, personele ondersteuning,
activiteitenmogelijkheden e.d. voor alle allochtonen groepen. Het is bij
die keuze zeker ook wel mogelijk het landenprincipe dat nu geldt als startpunt
te kiezen (dus toepassen daar waar het kan). Maar -wegens het grotere goed van
het geformuleerde recht van iedere allochtoon- moet geaccepteerd worden dat
soms van dat landenbeginsel moet worden afgeweken. Het komt dan gewoon aan op
het vinden van zelforganisatie-oplossingen op maat voor individuele situaties.
·
Als het uitgangspunt is
dat zelforganisaties een rol spelen bij effectieve integratie van hun leden in
de Nederlandse/Delftse samenleving, zouden zij
–in samenwerking met de daarvoor ingehuurde instanties als SVD en
SWD- in staat gesteld moeten worden om
voorlichting en educatie aan te bieden om zo hun nieuwkomers goed en snel voor
te bereiden voor het leven in Delft.
·
Vrouwen in de meeste
gemeenschappen zijn geen aktief lid van de zelforganisaties en missen daardoor
invloed op de programmamering van de aktiviteiten van de zelforganisaties. Zij
zouden meer ondersteuning moeten krijgen gericht op eigenwaarde en
zelfvertrouwen krijgen om op een gelijkwaardige manier als hun mannen bij te
kunnen dragen aan hun organisaties. De bezoekvrouwen komen aan huis en zijn de
eerste stap in het doorbreken van een maatschappelijk isolement. Dan volgen de
activiteiten in besloten kring. Langzamerhand zullen voor een deel van de
vrouwen ook de laagdrempelige en later de reguliere instanties toegankelijk
worden. Voor gewenning aan maatschappelijke participatie bestaat natuurlijk al
de verplichting voor inburgering, de taalllessen en de conversatielessen. Maar
door verschillende omstandigheden, bijvoorbeeld zwangerschap of ziekte, kunnen vrouwen zich daar toch makkelijk aan
onttrekken. Voor de groep vrouwen die het moeilijkst te bereiken is, vormt een
‘vrouwenontmoetingsruimte’ een ingang. Een veilige plek om vanuit de eigen
identiteit anderen te ontmoeten.
·
Kennismakingsactiviteiten
als koffie-/thee-ochtenden en naai- en breilessen, zijn een ingang naar
multi-culturele conversatielessen Nederlands met vrouwen uit verschillende
culturen en voor gezamenlijk uitstapjes om kennis te maken met instanties. Van
daaruit kan de stap gemaakt worden naar bijvoorbeeld zelforganisaties en
cursussen of activiteiten die elders georganiseerd worden.
·
Eind 1999 is een
multicultureel vrouwennetwerk opgericht. De bedoeling van de groep is vier keer
per jaar een (grotere of kleinere) activiteit te organiseren waarin Delftse
vrouwenorganisaties samenwerken. Het multicultureel netwerk kan een rol spelen
bij het organiseren van ontmoeting tussen culturen.
·
Een groot obstakel voor
integratie is het gebrek aan ontmoetingsmogelijkheden met Nederlandse groepen
of gemeenschappen. De verenigingen voor teamsporten zijn goede ingangen maar
worden van allochtone en autochtone kant te weinig gebruikt als kans voor ontmoeting
. Te weinig onderling vertrouwen? Geeft men de voorkeur aan ontspanning in
eigen kring? Betere kansen voor het totstandbrengen van die ontmoeting is
misschien door gelijkgerichte groepen met elkaar in kontakt te brengen en te
stimuleren tot gezamenlijke activiteiten/projecten, onder eigen
verantwoordelijkheid voor het verwerven van middelen daartoe. Moskee aan kerken, bijv. Het gaat meer om de
drempels te slechten voor die ontmoeting, zonder te forceren.
·
Om deel te kunnen nemen
aan activiteiten buiten eigen kring is een minimale taalbeheersing in het
nederlands nodig. Maar die taalbeheersing wordt ook beter door de
interculturele ontmoeting. Begrip voor het in eerste instantie gebrekkige
taalbeheersing en voor de andere gewoontes is misschien wel wat harder nodig
vanuit de autochtone kant. Voorlichting?
·
Er zal rekening houdend
met de wijze waarop de allochtone groepen georganiseerd zijn, ook een
herindeling moeten komen van de beschikbare en nieuwe ruimten.
Welzijnsorganisaties zouden meer kansen kunnen creeeren voor (gezamenlijk)
gebruik van ontmoetingsruimten. Samenstellingen van besturen van bv.
buurthuizen ook qua samenstelling: diversiteit in acht nemen.
·
Aandacht voor de
multiculturele samenstelling van de bevolking en de achtergronden van hun
vertrek/vlucht uit eigen land, middels
lokale media, theater, plastische kunst, musea, landelijke of lokale feest
en-of herdenkingsdagen, sportevenementen met als doel meer begrip voor elkaar’s
cultuur.
·
Actief aanbod van
mogelijkheden om via vrijwilligerswerk op individuele basis meer contact met
elkaar’s kennis en cultuur te hebben, middels de Vrijwilligerscentrale, zonder
daarbij uit het oog te verliezen dat juist veel mensen uit allochtone groepen
heel veel vrijwillig werk doen binnen hun eigen gemeenschap, als
vanzelfsprekend onderdeel van de zorg voor elkaar.
·
Op diverse gebieden
binnen cultuur wordt er via het Actieplan Cultuurbereik actie ondernomen voor
een verrijking van het culturele leven in Delft door het zichtbaar maken van de
aanwezige diversiteit. Bij manifestaties, projecten en tentoonstellingen wordt
onder andere geïnvesteerd in kunstenaars met een allochtone achtergrond.
Kunstenaars van diverse nationaliteiten nemen hun culturele bagage mee. Zij
worden naast onder meer individuele gebruikers, subsidiegevers en
kunstproducenten gevraagd mee te werken aan de kwaliteitsbeoordeling van die
manifestaties.Daarnaast is er een wereldmuziekproject, het X-change festival,
opgezet met 10 middelgrote gemeenten uit Zuid-Holland. Het resultaat hiervan
zal een ‘muzikaal gesprek’ zijn tussen jongeren van diverse nationaliteiten
door structurele lespakketten voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs,
spontane jamsessies, een jaarlijks X-change uitwisselingsfestival.Ook in het
kader van het project Zuid-Hollandse Stadsgeschiedenis en Jongeren en cultuur
gaan nieuwe activiteiten plaatsvinden, waarin culturele diversiteit een groot
aandeel heeft.
De allochtone Delftenaren hebben onvoldoende mogelijkheden om de lokale politiek te beïnvloeden en van advies te voorzien vanuit hun perspectief. Hiervoor zou een werkbare oplossing moeten komen gedragen door zoveel mogelijk zelforganisaties. Niet alleen deelname van deskundigen in bestaande werk-en-projectgroepen, ook een duidelijke status van de Werkgroep Migrantencommunicatie. Ook actiever werven voor raadsleden van allochtone herkomst. Stageperioden binnen (besturen van) politieke partijen zouden over en weer meer informatie kunnen geven over waar mogelijkheden liggen voor effectiever beleid voor de migrantengroepen en vluchtelingen in Delft.