Bijlage 2: werkgroep wonen:

WerkhHypothese

Door de toegankelijkheid van de woningmarkt en de ligging van Delft in de Rrandstad tussen grote steden is Delft een aantrekkelijke plaats voor vluchtelingen die een status hebben verkregen.

Doordat de woningen die daarvoor beschikbaar zijn nogal geconcentreerd in twee wijken staan en de doorstroming moeilijk is, ontstaan er op allerlei terreinen grotere problemen dan voorzien in de planningen. De aanpak zou kunnen verbeteren met een brede aanpak (lokaal sociaal beleid)

Wat gebeurt er nu ?

Delft verschaft Vvoorlichting over het woonruimtesysteem in diverse talen, ook.

Voorlichting oover de consequenties van het accepteren van woonruimte, die na toekomstige gezinshereniging qua grootte niet meer toereikend zal zijn (ontmoediging bij de toewijzing omdat een verhuizing binnen afzienbare tijd naar een ruimere woning niet binnen afzienbare tijd mogelijk is).

Voorts ligt er een relatie met het Bbuurt en wijkwerk. etc. (zie participatie)

Knelpunten

Inventarisatie naar aanleiding van bijeenkomsten commissie extern, domeingroep Wonen

Aandachtspunten

· bijeenkomst Stadhuis 21 april 1999:

· -meer samenhang tussen de verschillende domeinen van nieuwkomers zoals participatie, leefbaarheid en veiligheid is soms zoek; een en ander zou meer bekeken moeten worden in het kader van lokaal sociaal beleid

· gemengde samenstelling van de bevolking in de wijken moet niet uitgroeien tot problematische concentratie van bepaalde etnische groepen. Kans op segregatie ook aanwezig te weinig -variatie in aanbod, voorlichting schiet soms tekort

· (huursubsidie, WVG-urgentie)

· --leefregels, zoals m.b.t.met betrekking tot de gemeentereiniging

· meer- begeleiding vooral in de eerste 6 maanden, projecten samen met allochtonen, structurele samenwerking tussen corporaties en zelforganisaties, tekort aan grote woningen

· participatie bij bewonersgroepen, begeleiding voor woonproblemen, goede relatie woningtype-aantal bewoners, aandacht voor leefregels

· -problematiek AMA’’s na hun 18-de, vallen dan

· -juiste gezinnen in juiste woningen, woonbegeleiding

· -voldoende dagbesteding in directe woonomgeving

· -taal in brieven van instanties zoals deurwaarders, voor mensen met moeilijkheden

· uitleg normen en waarden in wooncultuur over en weer.

· -contacten met andere bewoners, netwerken van belang

· inburgering

· voorrang voor alleenstaanden die grote woning achterlaten, zodat deze vrijkomen voor anderen met grote gezinnen

· -snellere reactie van woningcorporaties bij reparaties en dergelijke; kunnen allochtonen hun klachten voldoende duidelijk maken; weten zij de weg ?)

· wel -spreiding, maar ook mensen van je eigen cultuur in de woonomgeving met wie je een praatje kunt maken.

· wonen naar eigen smaak

· zorg voor allochtone ouderen; mogelijkheden voor inwoning bij de kinderen of in de woonomgeving van de kinderen (VHV doet momenteel onderzoek naar behoefte van ouderen op gebied van wonen).

· -personeel aannemen van niet- Nnederlandse afkomst ter bevordering van de participatie: bewoners betrekken in de diverse organisaties

· -goede introductie van nieuwe bewoners, participatie, voorzieningen in de wijk

Beschouwingen

Belangrijke voorwaarde om je thuis te voelen is veiligheid in de woonomgeving. De mMotivatie om naar Delft te komen is vaak dat men denkt zich in Delft veilig te zullen voelen: in een kleine gemeente in de Rrandstad, tussen twee grote steden, is aantrekkelijk. Minder criminaliteit en alles kleinschaliger. Men voelt zich in eerste instantie veilig met omwonende landgenoten doordat men elkaar begrijpt door overeenstemming in taal, gewoonte en gebruiken. Die veiligheid binnen de eigen gemeenschap lijkt echter op den duur vaak de integratie in de weg te staan. Men beroept zich slechts op elkaar en er doen zich te weinig omstandigheden voor waarin er een soort van noodzaak ontstaat om met Nederlanders of mensen van een andere nationaliteit te communiceren. Daarom is het van belang dat er situaties ontstaan en/of gecreëerd worden, die als zinvol worden ervaren, waarin mensen van verschillende culturen met elkaar kunnen en/of moeten communiceren. Zo’n situatie doet zich o.aonder andere. voor wanneer men werkt: communicatie met collega’s is noodzakelijk. Activiteiten in de wijk voor kinderen kan tot gevolg hebben dat de ouders die meekomen met elkaar in gesprek raken.

Wat erWaar het vooral aan schort is gebrek aande communicatie. Eigenlijk zou er in AZC’s al een begin gemaakt moeten worden met het op de hoogte houden van en vertrouwd raken met Nederland. Wanneer men nu na verblijf in de opvang hier kan blijven (status verkregen), is er veel tijd gepasseerd en raakt men pas na vestiging in een eigen woning (te geleidelijk aan ) bekend met geldende leefregels van bijv.oorbeeld hygiëene m.b.t.met betrekking tot de woning en woonomgeving. De irritatie van omwonenden is dan in vaak al gewekt.

Belangrijk zijn de sleutelfiguren (functioneren tevens vaak als tolk) van de zelforganisaties c.q. verenigingen. Mensen voelen zich door hen vertegenwoordigd: zo zouden bijna alle Somaliërs lid van de Somalische vereniging zijn. De sleutelfiguren zouden moeten worden betrokken bij de wijkplannen. Vraag: hoe verhoudt de toekomstige visie van de projectgroep zich tot de politieke wens van wijkgericht denken ?

Veiligheid in de wijk betekent: je bent welkom !

Ideeën die er zijn bij de verschillende corporaties m.b.t.over integratie en leefbaarheid zouden geïnventariseerd moeten worden, zodat gebruik gemaakt zou kunnen worden van elkaars kennis. Idee: Bureau Nieuwkomers zou langer moeten kunnen begeleiden,. vVooral in de beginfase is begeleiding van groot belang. Idee: Informatiepunt of eens in de maand beschikking over deel van het buurthuis: voor klachten, hulp, communicatie en ideeën. Voorbeeld ‘Raamschool’: combinatie school, gezondheid, activiteiten, informatie (Omnibus etc.) Men treft elkaar in diversiteit van faciliteiten. Goede begeleiding c.q. professionaliteit (eventueel ondersteund door Melkert-baan) is voorwaarde voor slagen. Het project Speelbal (VHV) houdt een speelplek in voor kinderen van 4 tot -11 jaar; er zijn vier medewerkers; ouders van deze kinderen ontmoeten elkaar doordat zij de kinderen halen en brengen. Voor jongeren zou ook zo’n initiatief genomen kunnen worden. Initiatief activiteiten in buurthuis met 3 groepen jongeren van verschillende nationaliteit, was een succes: wederzijdse vooroordelen vielen weg.

Overlast voor ons betekent niet per definitie overlast voor andere culturen (kinderen laat op de galerij., of gezinnen tot laat in de avond in de portieken beneden).

Rekening houden met de volgende signalen:

· a) ouderen zouden soms meer moeite hebben met buitenlandse buren dan jongeren in die zin dat zij Hollandse buren prefereren omdat ze daarmee een praatje kunnen maken;

· , b) er zijn Nederlandse middelbare scholieren die zich groeperen tegen vreemdelingen;

· , c) de acceptatie van nieuwkomers door mensen die hier al langer zijn is soms ook ver te zoeken;

· , d) sleutelfiguren van belang voor politie, o.a.onder andere omdat voor sommige mensen, vanwege de ervaringen uit het land van herkomst, politie per definitie als corrupt wordt beschouwd.

Uitspraak: als je weet wie je bent, weet je waar je naartoe gaat. Voor de tweede generatie vreemdelingen is dit vaak een probleem:, een identiteitsconflict: niet weten waar je vandaan komt en daardoor nergens bij horen.

Leefbaarheid is de eerste voorwaarde voor het wonen. In Delft is alles dicht bij elkaar. Men hoeft niet perse naast elkaar woonachtig te zijn. De Ggeschiktheid of / grootte van de woning is van groter belang. Er zijn te weinig grote woningen in Delft. Initiatieven worden ontwikkeld om portiekwoningen samen te voegen. Ouders zouden door kinderen verzorgd kunnen blijven worden in tweelingwoningen: twee woningen naast elkaar.

Idee: cursus voor ouders: hoe met kinderen die opgroeien in andere maatschappij om te gaan.

Gettovorming trachten te voorkomen: ook in andere wijken geschikte huisvesting realiseren.

Idee: kijkje in elkaars keuken via de media:, bijvoorbeeld de Delftse Post bijv.of en TV West (zie concept ‘Urbania’ (NPS)!).

Vraag of je als gemeenschap zo structureel mag terugvallen en gebruik mag maken van sleutelfiguren? (of ze er bij wijze van spreken nietMoeten zij er niet voor betaald zouden moeten voorworden) ? Ze hebben zelf ook baat bij hun positie: ontwikkelen zich en komen op den duur aan werk.

Factoren die de communicatie bemoeilijken zijn verschil inde taal, vorm van geloofsovertuiging binnen de verschillende culturen en het opleidingsniveau. Wanneer ouders sterk fundamentalistisch denken wordt de aanpassing moeilijk. Ook voor de kinderen is deze situatie moeilijk. Mensen met een hoger opleidingsniveau zouden beter in staat zijn zich in te passen. Vluchtelingvrouwen willen vaak graag contact met Nederlanders, (bijv.bijvoorbeeld met de buren). Pogingen daartoe lopen echter vaak door de aanpak op een mislukking uit. Vanuit het land van herkomst is men traditioneel gewend om veel contact te hebben met de buren en te delen. Het is ook wennen aan elkaars gewoonten. In Nederland gaat/moet alles op tijd, afspraken, niet zomaar langskomen (en al helemaal niet om zes uur ‘s avonds). De SVD ontwikkelt ideeen ideeën voor projecten waarin ook Nederlandse vrouwen participeren.

Tot slot geven we een tabel waarin te zien is hoe de bevolkingssamenstelling over de buurten van de stad verdeeld is.

Het beeld dat uit de tabel naar voren komt, toont de onevenwichtigheid in de verdeling nadrukkelijk aan. Afgezet tegen de gemiddelde verdeling over de stad kan uit de tabel worden afgelezen voor welke buurten meer kleur op de wangen moeten krijgen. De tabel wordt beschouwd als een nulmeting.

Percentage inwoners naar afkomst 1) per buurt op 1 januari 2000
wijkbuurt-	Buurtnaam	% inwoners van	% inwoners van	% inwoners van	totaal %
nummer		Nederlandse	buitenlandse	buitenlandse
		afkomst	afkomst:	afkomst:
			rijke landen 2)	minderheden 3)
1100	Bedrijventerrein Wateringseweg	100,0	0,0	0,0	100
1101	Centrum-Noord	84,0	5,6	10,3	100
1102	Centrum-West	83,1	8,5	8,4	100
1103	Centrum-Oost	87,4	5,6	7,0	100
1104	Centrum	80,9	8,2	10,9	100
1105	Stationsbuurt	82,1	6,2	11,7	100
1106	Centrum-Zuidwest	57,7	8,2	34,1	100
1107	In de Veste	87,7	5,7	6,6	100
1108	Centrum-Zuidoost	88,0	4,8	7,2	100
1109	Zuidpoort	73,9	11,2	14,9	100
1200	Bedrijventerrein Haagweg	90,5	0,8	8,7	100
1201	Indische buurt-Noord	93,4	2,5	4,0	100
1202	Indische buurt-Zuid	90,1	3,8	6,2	100
1203	Sint Joris	87,6	5,3	7,1	100
1204	Koepoort	84,6	4,8	10,5	100
1205	Bomenwijk	83,5	1,7	14,8	100
1206	Biesland	76,9	6,4	16,7	100
1207	Heilige land	84,4	3,4	12,2	100
1208	Bedrijvent. Delftse Poort West	80,0	7,7	12,3	100
1300	Bedrijventerrein Altena	100,0	0,0	0,0	100
1301	Agnetapark	89,9	4,0	6,1	100
1302	Ministerbuurt-West	87,6	3,8	8,6	100
1303	Ministerbuurt-Oost	90,9	4,4	4,8	100
1304	Wilhelminapark	83,0	3,1	13,9	100
1305	Olofsbuurt	88,4	5,6	6,0	100
1306	Krakeelpolder	76,4	4,5	19,1	100
1307	Westerkwartier	85,4	4,3	10,3	100
1400	Kuyperwijk-Noord	77,7	3,1	19,2	100
1401	Kuyperwyk-Zuid	76,1	3,7	20,2	100
1402	Ecodus	86,7	5,1	8,2	100
1403	Marlot	84,9	9,1	6,0	100
1404	Westlandhof	86,2	4,8	9,0	100
1405	Hoornse Hof	88,0	3,8	8,2	100
1600	De Bras	50,0	20,0	30,0	100
1601	Hertenkamp	100,0	0,0	0,0	100
1602	De Grote Plas	97,1	2,9	0,0	100
1603	Bedrijvent. Delftse Poort-Oost	0,0	0,0	0,0	0
1604	Hoflaan	100,0	0,0	0,0	100
2200	Bedrijventerrein Tanthof-West	84,7	6,9	8,3	100
2201	Westflank	85,6	2,4	11,9	100
2202	Derde Wereldbuurt	79,8	3,9	16,3	100
2203	Latijns Amerikabuurt	84,1	2,6	13,3	100
2204	Zuidflank	86,9	2,0	11,1	100
2300	Bedrijventerrein Tanthof-Oost	100,0	0,0	0,0	100
2301	Boerderijbuurt	84,7	4,8	10,6	100
2302	Dierenbuurt	86,7	5,5	7,8	100
2303	Vogelbuurt-West	83,2	4,0	12,7	100
2304	Vogelbuurt-Oost	84,9	3,8	11,3	100
2305	Bosrand	93,3	2,9	3,8	100
2400	Poptahof-Noord	43,8	2,7	53,4	100
2401	Poptahof-Zuid	32,0	1,9	66,1	100
2402	Bedrijventerrein Voorhof	85,0	3,5	11,5	100
2403	Mythologiebuurt	77,8	6,0	16,2	100
2404	Aart van der Leeuwbuurt	90,2	6,0	3,8	100
2405	Roland Holstbuurt	72,4	8,4	19,2	100
2406	Voorhof-Hoogbouw	67,3	4,7	28,1	100
2407	Multatulibuurt	67,0	3,6	29,4	100
2408	Bedrijventerrein Vulcanusweg	70,4	3,8	25,8	100
2500	Reinier de Graaf	70,3	4,3	25,4	100
2501	Buitenhof-Noord	69,4	3,7	26,9	100
2502	Juniusstraat	69,9	2,3	27,8	100
2503	Gillisbuurt	41,9	3,3	54,9	100
2504	Fledderusbuurt	84,9	2,8	12,3	100
2505	Het Rode Dorp	58,4	3,7	37,9	100
2506	Pijperring	84,8	3,3	11,9	100
2507	Verzetstrijdersbuurt	71,7	6,9	21,4	100
2508	Vrijheidsbuurt	81,0	4,5	14,5	100
2509	Buitenhof-Zuid	76,9	1,1	22,0	100
2600	Abtswoude	97,1	1,0	1,9	100
2700	Hooikade	88,2	3,5	8,3	100
2701	Bedryventerrein Zuideinde	80,1	5,1	14,8	100
2702	Bedryventerrein Schieweg-Noord	100,0	0,0	0,0	100
2703	Bedryventerrein Schieweg_Zuid	100,0	0,0	0,0	100
2704	Schieweg-Polder	91,9	6,4	1,6	100
2800	Zeeheldenbuurt	87,1	4,0	8,9	100
2801	Julianalaan	70,2	4,1	25,7	100
2802	Wippolder-Noord	90,1	3,7	6,2	100
2803	Wippolder-Zuid	75,0	3,3	21,7	100
2804	Bedryvent. Rotterdamsewg Noord	88,4	2,0	9,6	100
2805	TU-wijk	74,9	7,0	18,1	100
2806	Professorenbuurt	83,5	3,8	12,7	100
2807	Delftech-Noord	0,0	0,0	100,0	100
2808	Pauwmolen	89,5	0,0	10,5	100
2900	Bedryvent. Rotterdamsewg Zuid	95,7	1,2	3,1	100
2901	Delftech-Zuid	91,7	0,0	8,3	100
2902	Ackersdijk	96,3	2,2	1,5	100
	Totaal Delft	79,3	4,5	16,2	100
1) Afkomst is bepaald uit een combinatie van eerste nationaliteit, eventuele tweede of derde nationaliteit en het geboorteland
van de betreffende persoon. Bij kinderen met de Nederlandse nationaliteit en geboorteland wordt er voorzover deze bij de
ouders woonachtig zijn ook rekening gehouden met de afkomst van de ouders.
2) Bij de bepaling van rijke landen is de definitie gebruikt van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
3) Minderheden zijn personen die afkomstig zijn uit een niet rijk land (zie verklaring rijke landen)

globale samenvatting bovenstaande en aanzet tot actie)