Werkhypothese: er bestaat op de arbeidsmarkt een kloof tussen werkgevers en allochtonen. Hoe overbruggen we die kloof en kunnen we ervoor zorgen dat allochtonen en autochtonen gelijke kansen op werk krijgen?
Specifieker vertaalde de werkhypothese zich in een aantal concrete vertrekpunten:
· We moeten talent beter zichtbaar maken
· Werkgevers moeten meer vertrouwd raken met allochtonen
· Hoe plaatsen we meer allochtonen op de arbeidsmarkt
· Het besef dat er meer aandacht komt voor een projectmatige aanpak voor hoger opgeleiden
· Er is een gezamenlijke aanpak van arbeidsmarktorganisaties en allochtonenorganisaties nodig.
· Wederzijdse vooronderstellingen bestaan en moeten worden bestreden
· Werkgevers met allochtonen in dienst kunnen ingezet worden als ambassadeurs.
Het door Bureau Intomart verrichtte onderzoek verschafte de gesprekspartners (migranten, ondernemer, consulenten) handvatten om deze werkhypothese + concrete vertrekpunten te toetsen en de reeds lopende ontwikkelingen tegen het licht te houden.
Een belangrijke bevinding uit het onderzoek is dat inburgering onbetwist sterk wordt gestimuleerd door de mate van beheersing van het Nederlands. Nederlands leert men via taallessen, contacten met de Nederlanders en het aanbieden van werk. Intomart heeft het idee dat het beleid in Delft hierop is gericht. Als aanbeveling geeft men aan om het leren van Nederlands, werken en contacten met Nederlanders sterker dan tot nu toe te integreren. De gesprekspartners konden zich vinden in deze aanbeveling. Zij gaven daarbij wel twee aandachtspunten mee om op te pakken bij de opzet van een meer integrale benadering:
· Er is de vrees voor een armoedeval bij het aanvaarden van betaald werk, er is de vrees (indien men tijdelijk werk aanvaard) dat als men weer zonder baan zit de uitkering te laat opstart en steeds meer heeft het idee post gevat dat de meeste werkgevers niet op allochtonen zitten te wachten.
· Er is een kloof in opvattingen en uitgangspunten tussen met name hoger opgeleide allochtonen en ondernemers. Veel hoger opgeleide allochtonen kunnen het moeilijk accepteren dat zij een functie onder hun opleidingsniveau moeten accepteren. Veel ondernemers redeneren vanuit marktprincipes: er mag geen verhaal kleven aan een te werven medewerker, deze moet gemotiveerd zijn en vakkundig.
Inmiddels zijn er een aantal ontwikkelingen in gang gezet welke (in samenhang bezien) een eerste antwoord zijn op de geformuleerde werkhypothese (+ concrete vertrekpunten) én de aanbeveling van Intomart.
De gemeente Delft zal in haar contractbesprekingen met partners (waaronder opdrachtnemers) hen nadrukkelijker aanspreken op hun (mede-) verantwoordelijkheid inzake het plaatsen van werkzoekende allochtonen bij bedrijven. Dit moet tot uiting komen in concrete plannen van aanpak (bijvoorbeeld het gericht opzetten van een aantal arbeidsmarktprojecten).
Imagoverbetering
Daarnaast zal de gemeente zelf (samenwerkend met migrantenorganisaties, bovengenoemde partners e.a.) extra aandacht besteden aan imagoverbetering van migranten bij bedrijven. Een eerste aanzet wordt gegeven door het opzetten van een arbeidsmarktproject waarbij het de bedoeling is technische bedrijven op het bedrijventerrein Schieoevers in contact te brengen met werkzoekende allochtonen met een technische achtergrond.
Samen
aan de slag
In het kader van Samen aan de slag zijn er zes deelprojecten voorbereid welke allen een impact hebben voor de integratie van allochtonen. Zo kunnen de deelprojecten armoedeval+ incentive en DUIT meer financiële duidelijkheid en voorlichting bieden aan de allochtonen die een (gesubsidieerde) baan aanvaarden. Deelprojecten als eenoudergezinnen en arbeidsmarktprojecten leveren een bijdrage om klanten daadwerkelijk aan een baan te helpen. Veel klanten kunnen we echter (nog) niet aan een betaalde baan helpen vanwege hun problematische situatie. Een aantal van hen verkeert in een sociaal isolement. Het is daarom van groot belang dat het deelproject sociaal isolement is opgezet.
Stages
De taalstage is bedoeld om naast de kennis in de schoolbanken ook taalvaardigheid bij een organisatie te verwerven. Daarnaast kan de betrokken persoon laten zien wat hij / zij in huis heeft en is er sprake van contacten met Nederlanders (zie ook aanbeveling Intomart). De gemeente doet sinds 1999 ervaring op met allochtone deelnemers (nieuwkomers en oudkomers) die een taalstage lopen.
Ontwikkelingen op het terrein van Educatie én de komst van de wet op de inburgering oudkomers zorgen ervoor dat:
· Er meer taalstages ingezet gaan worden
· Deze nadrukkelijker worden opgenomen in trajectplannen en leerroutes
· Er een nadrukkelijker verband zal worden gelegd tussen de inzet van instrumenten (zoals taalstage, werkstage, Nederlands op de werkvloer) en de doelen die we er mee willen bereiken
Belangrijk in deze context is het gegeven dat steeds meer allochtonen de komende jaren binnen bedrijven diverse vormen van stages kunnen doorlopen, welke gerichter ingezet gaan worden om bepaalde, individuele doelen te bereiken.
Regeling inburgering
oudkomers
De gemeente Delft heeft sinds 1993 een bureau Nieuwkomers. Vanaf het begin zijn daar alle vreemdelingen –nieuwkomers (dus ook vluchtelingen) opgevangen. Sinds de invoering van de Wet Inburgering Nieuwkomers is de organisatie en financiering hiervan helder. Het betekent echter ook dat migranten die al langer in Nederland zijn hier niet terecht kunnen en tijdelijk de vvtv –statushouders ook niet (tijdelijk aangezien de nieuwe vreemdelingenwet hierin weer een andere beleidslijn uitzet).
De regeling inburgering Oudkomers geeft de gemeente Delft ruimte om juist voor deze groep op het terrein van inburgering, activering en educatie extra activiteiten te ontwikkelen.
Om helder te houden welke personen en gezinnen en groepen nu in het kader van het oudkomersbeleid ondersteuning krijgen is het goed ook daarvoor een plek aan te wijzen waar de initiatieven gebundeld en gecoördineerd worden, maar vooral ook waar de deelnemers geregistreerd worden in een cliëntvolgsysteem. In de nieuwe gemeentelijke organisatie zijn per 1 maart 2000 bureau Nieuwkomers en een onderdeel van de sector Activering samengevoegd tot één vakteam Activering en Inburgering.
Dat is een logische
plek voor een coördinatiepunt oudkomers. Binnen die eenheid kunnen 5 tot 7
mensen te werk worden gesteld afkomstig uit een aantal migrantengroeperingen in
Delft om als contactpersoon en sleutelfiguur te functioneren. De
contactpersonen verrichten werkzaamheden die op den duur wellicht bij het
opbouwwerk onder te brengen zijn. In de eerste aanvang verdient het de voorkeur
wel alle relaties te leggen met de organisaties die op dit terrein werkzaam
zijn, maar de WIW aanstellingen eerst bij de gemeente te laten plaatsvinden.
Zij kunnen ondersteunen bij het organiseren van een deel van de activiteiten
zoals hierna worden aangegeven. De kern van hun werk is een groter bereik onder
de doelgroep te krijgen en een betere communicatie met de doelgroep op te
bouwen o.a. door het leggen van contacten binnen de groep oudkomers, vooral
daar waar dit niet vanzelfsprekend gebeurt.
Zij worden begeleid
door een parttime begeleider, waardoor ook de coaching gericht op doorstromen
naar reguliere functies binnen de gemeente gestalte kan krijgen. Van de
cursussen die zij volgen kunnen ook andere sleutelfiguren en de bezoekvrouwen
gebruik maken.
Het centrale punt
oudkomers wordt gecoordineerd vooral om de inkoop van binnen de trajecten
noodzakelijke taalcursussen, taal- en werkstages, persoonlijke begeleiding en
voorlichting en eventuele verwijzingen op maat in te kopen bij de
Mondriaangroep en andere instellingen of onderdelen van het gemeentelijke
apparaat.
De coördinator zal
deel gaan uitmaken van de projectgroep integratiebeleid. Dit is vooral van
belang om de relatie naar het migrantenbeleid en emancipatiebeleid optimaal te
laten zijn.
Integrale aanpak
Binnen de sector Werk, Inkomen en Zorg wordt (samen met partners) ten aanzien van de allochtonenaanpak steeds meer samengewerkt. Zo zijn een aantal gemeentelijke geledingen (bureau Nieuwkomers, sociale activering, project Uitstroomverbetering) samengevoegd tot een vakteam: Activering & Inburgering. Dit vakteam is in de afgelopen maanden nauw betrokken geweest bij de ontwikkelingen op het terrein van Integratie en Activering & Armoede (samen aan de slag). Nieuwe ontwikkelingen (zoals de regeling inburgering oudkomers maar straks ook de Vreemdelingenwet) worden multidisciplinair opgepakt. Een aanpak die de allochtonen alleen maar ten goede komt.
Registratie en monitoring
Ten aanzien van de
registratie van klanten (hier: oudkomers) is gekozen voor een zelfde
klantvolgsysteem als dat inmiddels al wordt toegepast voor nieuwkomers.
Gegevens zullen daardoor makkelijker inwisselbaar zijn.
Verder kan de
deelname aan de diverse cursussen voor ouders
en gezinnen worden bijgehouden en de
resultaten in aantallen diploma’s e.d. voor de rapportage worden vastgelegd. De
eerste registratie geldt daarbij als nulmeting voor de resultaten die met het
oudkomersbeleid moeten worden bereikt.
Daarnaast zal
binnen de sector Werk, Inkomen en Zorg in de eerste periode onderzoek gedaan
moeten worden om in kaart te brengen hoe de ondersteuning van oudkomers en
gezinnen met kinderen het beste op elkaar kan aansluiten. Deze
productbeschrijving kan dan ook aangeven hoe de monitoring van de resultaten
het beste kan geschieden. Uiteraard zal het klantvolgsysteem daar een rol in
spelen, maar dat zal niet alle gegevens kunnen leveren.
De totale regie van
nieuwkomers - en oudkomersbeleid blijft door de projectgroep opvang- en
integratiebeleid uitgevoerd worden.
Als we het over
oudkomers hebben dan hebben we het in de meeste gevallen over de fase 4
klanten. Binnen Activering & Inburgering is een projectgroep aan de slag
gegaan met het oproepen van 550 fase 4 klanten waaronder een aanzienlijke groep
oudkomers. Doel is om een kwantitatieve en kwalitatieve analyse te maken, op
basis waarvan conclusies een aanbevelingen worden gedaan ten behoeve van
activering.
Sluitende aanpak nieuwkomers
In zijn een aantal ambtenaren samen met partners van de gemeente bij elkaar geweest om de knelpunten inzake een sluitende aanpak nieuwkomers goed in beeld te brengen en oplossingen voor te dragen. Daarmee moet worden voorkomen dat nieuwkomers na het afronden van hun inburgeringstraject geen verdere begeleiding naar werk kunnen krijgen. (of lang op een wachtlijst komen)
In ieder geval zal in het kader van de beschikbare gelden voor oudkomers het aantal uren trajectbegeleiders aanzienlijk worden uitgebreid, ook met een tijdelijke aanstelling die bijdraagt aan het wegwerken van wachtlijsten.