10 augustus 2000

Nota - Herpositionering Leerwerkbank per 1 januari 2000.
 


naar agenda

 

Voorstel Herpositionering Leerwerkbank per 1 januari 2000.

 

Aanleiding.

De directe aanleiding voor de herpositionering van de Leerwerkbank ligt in de verandering van de financieringsstromen bij de Gemeente Delft en Arbeidsvoorziening. Tot 1998 werd de Leerwerkbank gefinancierd vanuit ESF-3 subsidie, de PAS-gelden (Programma Additionele Scholing) en de sociale vernieuwingsgelden. Hier was sprake van instituutsfinanciering.

In 1998 is de ESF-3 subsidie ongewijzigd gebleven, maar zijn de PAS-gelden vervangen door de prestatiegeleden vanuit Arbeidsvoorziening en heeft de sociale vernieuwing plaats gemaakt voor de financiering vanuit de 3e geldstroom WIW. Beide financieringsstromen verhinderen vormen van instituutsfinanciering en gaan uit van persoonsgebonden budgetten op grond van output financiering.

Deze omslag naar persoonsgebonden budgetten in een periode dat de arbeidsmarkt op volle toeren draait, maakt het voor Delft en Arbeidsvoorziening Haaglanden onmogelijk om zelfstandig een voldoende basis te bieden voor het voortbestaan van de Leerwerkbank in de huidige vorm. Zowel inhoudelijke als financiële verbreding wordt om deze reden dan ook door beide opdrachtgevers noodzakelijk geacht.

2. Huidige positionering Leerwerkbank.

In januari 1993 is het Leerwerkbank-project van start gegaan onder de coördinatie van het Regionaal Bureau Onderwijs (RBO). Het Leerwerkbankproject is gestart als een pilot voor twee jaar; een samenwerkingsproject van de gemeente Delft, Arbeidsvoorziening Haaglanden en het vroegere Regionaal Opleidingscentrum (ROC) Zuid-Holland. Per 1 januari 1994 is de coördinatie overgedragen aan het Regionaal Opleidingscentrum Zuid-Holland (ROC). Later is dit ROC gefuseerd met diverse onderwijsinstellingen waaronder het MBO college Haaglanden en is verder gegaan onder de naam OnderwijsGroep Haaglanden (OGH). De coördinatie van de Leerwerkbank is daarbij overgedragen aan de OGH.

De OGH heeft in Rijswijk een aparte afdeling Toeleiding, Vorming en Training (TVT) , voorheen het vormingswerk. De Leerwerkbank is officieel bij deze afdeling ondergebracht. Zowel vanuit de gemeente Delft als Arbeidsvoorziening Haaglanden is de verwachting geweest dat het inbedden van leerwerkbankproducten binnen TVT-activiteiten zou leiden tot versterking van de positie van de Leerwerkbank.

Bij de overgang van de coördinatie van het ROC Zuid Holland naar de OGH is tevens van belang geweest dat hiermee naast een inhoudelijke inbedding ook werd verwacht dat in financiële zin de basis voor de Leerwerkbank zou worden vergroot.

De hiervoor genoemde synergie effecten zijn nooit tot stand gekomen. De Leerwerkbank is een "Delfts" project gebleven.

In 1999 heeft een inhoudelijke werkgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers van Arbeidsvoorziening Haaglanden en de Gemeente Delft, de herpositionering van de Leerwerkbank voorbereid. Het huidige voorstel is hiervan het resultaat.

3. Stappen herpositionering.

3.1. Inventarisatie overnamekandidaten

In november 1998 zijn er op initiatief van de wethouder oriënterende gesprekken gevoerd door de beleidsmedewerkers scholing van de Gemeente en het RBA bij de Regionale Onderneming voor Beroepskwalificering (ROB) en de TRE-onderwijsgroep.

Vervolgens is er in februari 1999 een interne bijeenkomst georganiseerd met medewerkers van Buro Werkplan, het Samenwerkingsverband Werkplan, de afdeling Beleid en beheer van de DMZ en de afdeling Onderwijs.

Tijdens deze bijeenkomst is er een inhoudelijke discussie gevoerd over het bestaansrecht van een voorziening als de Leerwerkbank in Delft. Gezien de ± 3000 uitkeringsgerechtigden met een in min of meerdere mate laag opleidingsniveau, deelde iedereen de mening dat een dergelijke opleidingsvoorziening noodzakelijk was.

Vanuit dit standpunt zijn er naast het ROB en de TRE-onderwijsgroep (afdeling contract) nog twee andere scholingsorganisaties benaderd, te weten de Stichting Technicom en het Centrum Vakopleiding Haaglanden. De OGH is niet afzonderlijk benaderd omdat inmiddels bekend was geworden dat de OGH zou fuseren met de TRE-onderwijsgroep met ingang van 1 januari 2000.

Aan alle vier de instellingen zijn de volgende vragen gesteld:

  • Mogelijkheid en motivatie tot overname van de producten en de deskundigheid van de Leerwerkbank.
  • Op welke wijze en voor welke termijn kan het productenaanbod zeker gesteld worden binnen de ‘overnameorganisatie’.
  • Welke voorwaarden stelt de organisatie aan een overname en hoe wordt een en ander geconcretiseerd.
  • Welke mogelijkheden zijn er om overige inkomsten te genereren uit het productenaanbod.

Drie instellingen (ROB, TRE en St. Technicom) hebben inhoudelijk positief gereageerd. Het Centrum vakopleiding Haaglanden toonde geen belangstelling.

Belangrijke ijkpunten voor de gemeente Delft en Arbeidsvoorziening waren de volgende:

  • Het productenaanbod moet zowel gewaarborgd als geflexibiliseerd kunnen worden.
  • De deskundigheid en de expertise dient behouden te blijven.
  • Zowel een inhoudelijke inbreng als een verbreding van de financiële basis wordt verlangd.

Een inhoudelijke werkgroep, samengesteld uit twee medewerkers vanuit Arbeidsvoorziening en twee medewerkers vanuit de gemeente Delft is naar aanleiding van een presentatie van de drie organisaties, gehouden in juni 1999, per organisatie tot de volgende conclusies gekomen.

3.1.1. Regonale Onderneming Beroepskwalificering (ROB)

De ROB is een praktijk-leerbedrijf dat via een bedrijfsmatige aanpak werkt. Deze onderneming heeft veel contacten met werkgevers en de uitstroom van leerlingen naar werk is gemiddeld 80%. De ROB kent tweejarige scholingstrajecten in het kader van het leerlingstelsel (Beroepsgerichte Begeleidende Leerweg). Voor cursisten die niet voldoen aan de instroomvoorwaarden hanteert zij een driejarig traject. Deze werkwijze wil zij voor de leerwerkbankcursist continueren. De motivatie van de ROB tot overname is de overeenkomst tussen beide instellingen in het praktijkgericht leren voor een doelgroep die theoretisch niet echt geïnteresseerd is en hierin extra begeleiding vraagt. De Leerwerkbank vormt voor de ROB een belangrijke opleidingsschakel en voorkomt versnippering in het scholingsaanbod in Delft.

De conclusies van de werkgroep zijn:

  • Zeer bedrijfsmatige aanpak op het gebied van techniek, administratie, horeca en groenvoorziening.
  • De flexibiliteit van de programma’s is gering.
  • Geen ervaring met de doelgroep.
  • Het programma van de ROB zal voor een enkele Leerwerkbankcursist een vervolgmogelijkheid kunnen zijn.
  • Met betrekking tot het tweede ijkpunt, behoud van expertise en deskundigheid, kon de ROB geen garanties afgeven.

 

3.1.2. Stichting Technicom

Technicom is de inleenorganisatie die vanaf het bestaan van de Leerwerkbank personeel beschikbaar stelt vanuit een ‘docentenpool’. Daarnaast kent deze Stichting nog twee kernactiviteiten. Aan de ene kant het opleiden van werkenden c.q. werkzoekenden in met name de proces- en de meet- en regeltechniek en aan de andere kant het verstrekken van adviezen op verschillende terreinen (inkoop, opleidingsbehoeften bij bedrijven, interim-management) Uit het gepresenteerde overnamevoorstel is het volgende geconcludeerd:

  • De flexibiliteit is hoog met betrekking tot het aanbod van producten in de sectoren als horeca, verzorging en techniek.
  • Het productaanbod en de expertise worden gewaarborgd.
  • De innovatieve bijdrage is gering. Stichting Technicom geeft aan dat de opdrachtgever bepaalt welke activiteiten worden aangeboden en tegen welke prijs. Toegevoegde expertise vanuit deze organisatie lijkt niet aanwezig.
  • De inkooprelatie kan gerealiseerd worden.
  • De positie van de Leerwerkbank wordt niet verbeterd, er is geen sprake van inbedding in een organisatie.
  • Het derde ijkpunt, inhoudelijke inbreng en verbreding van de financiële basis, ontbrak in de presentatie van Technicom.

 

3.1.3. TRE-Contractgroep.

De TRE-contractgroep is het particuliere opleidingsinstituut van de TRE-onderwijsgroep. De contractgroep kent een team Cursussen & Opleidingen, een team Bedrijven en een team Overheid. Activiteiten zijn het verzorgen van bedrijfsopleidingen, specifieke scholing en scholingsprojecten voor gemeenten en ministeries. Uit de presentatie kwamen de volgende punten naar voren:

De motivatie tot overname van de Leerwerkbank door de TRE-contractgroep is dat de activiteiten van de Leerwerkbank een aanvulling zijn op hun onderwijsaanbod waardoor de diversiteit aan doelgroepen binnen het onderwijs, onderwijsproducten en expertise in Delft gestroomlijnd kan worden. De doorlopende leerlijn in relatie tot de beroepsgerichte opleidingen kan op deze manier gestalte krijgen.

Conclusies:

  • Een doorlopende leerlijn kan geboden gaan worden in combinatie met de bestaande onderwijsinfrastructuur ROC; educatieve trajecten kunnen gekoppeld worden aan praktijkgerichte scholing.
  • Mogelijke inbedding binnen de kwalificatiestructuur Educatie en de kwalificatiestructuur Beroepsonderwijs.
  • Indien de inbedding haalbaar blijkt, kunnen ook reguliere onderwijsgelden benut worden.
  • Het aanbod van opleidingen kan op elkaar afgestemd worden door gebruik te maken van de verworvenheden van zowel TRE-onderwijsgroep als de Leerwerkbank.
  • De TRE-groep ziet het product Leerwerkbank als een structurele scholingsvoorziening binnen een projectmatige organisatie.
  • TRE-contractgroep werkt kleinschalig waardoor de lijnen tussen opdrachtgever en uitvoerder kort blijven.
  • De organisatie is in staat mee te werken aan vernieuwende projecten voor een steeds veranderende doelgroep.
  • De instelling heeft ervaring met de doelgroep.
  • Aan alle drie genoemde ijkpunten wordt door de TRE-contract voldaan.

3.3 Conclusie inventarisatie.

Naar aanleiding van de presentaties en de getrokken conclusies is besloten verdere besprekingen te voeren met vertegenwoordigers van de TRE-contractgroep.

4. Voorstel herpositionering.

  • Uit deze besprekingen is voortgekomen dat in vergaande mate helderheid is ontstaan over de volgende punten:
  • De TRE-contractgroep voldoet aan alle door ons te stellen kwaliteitseisen qua scholingsinfrastructuur; flexibele leertrajecten; sluitende leerroutes; afstemming op doelgroepenbeleid.
  • De TRE-contractgroep kan de positie van het personeel waarborgen onder voorwaarde dat er wel vanuit de beide opdrachtgevers (Gemeente en Arbeidsvoorziening) duidelijkheid gecreëerd wordt over de inkoop voor het jaar 2000.
  • Momenteel vinden de besprekingen plaats met arbeidsvoorziening en de gemeente Delft met betrekking tot de inkoop van scholingsproducten. Eind november is de inkoopbehoefte in kaart gebracht.
  • In januari 2000 kan de Leerwerkbank ondergebracht zijn binnen het nieuwe ROC, afdeling contract.
  • Overeenstemming is bereikt over de voorgenomen verwezenlijking van de uitbreiding van de financiële basis (reguliere gelden inzetten vanuit het Ministerie van OC&W) en het productenaanbod (op commerciële basis aanbieden aan derden). Het jaar 2000 zal besteed worden voor de verdere uitvoering van de doelstellingen op dit punt.

De algemene verwachting is dat hiermee de Leerwerkbank in haar waarde voor de gemeente Delft voor langere termijn structureel beschikbaar zal blijven.

Voorstel aan de commissie is: akkoord te gaan met het onderbrengen van het productenaanbod van de Leerwerkbank bij de TRE-contractgroep, met ingang van 1 januari 2000.

terug naar boven