ZIEKTEVERZUIMBELEID

 

 

Definitie ziekteverzuim:

verzuim als gevolg van verstoorde balans tussen arbeidsbelasting en belastbaarheid van het individu. Zwangerschap wordt in de regelgeving gelijkgesteld aan ziekteverzuim, in dit beleid wordt zwangerschap buiten beschouwing gelaten.

 

Ziekteverzuimbeleid is een onderdeel van het arbo beleid. Het arbo beleid beschrijft alle activiteiten ten aanzien van gezondheid, welzijn en veiligheid in de organisatie. Het ziekteverzuimbeleid vormt het geheel van activiteiten ter voorkoming en/of vermindering van verzuim en begeleiding van zieke medewerkers.

 

Doelstelling van het ziekteverzuimbeleid in het openbaar primair onderwijs Delft:

·      preventie van ziekteverzuim

·      verlagen van het ziekteverzuim percentage, zowel kortdurend als langdurend verzuim

·      begeleiden van zieke medewerkers

 

Waarom  ziekteverzuimbeleid in het openbaar primair onderwijs in Delft:

đ   het openbaar onderwijs streeft naar goede kwaliteit van onderwijs. Een beperkt ziekteverzuim bevordert de continuďteit van het onderwijs.

đ   laag verzuim vermindert de vraag naar vervangers. In de huidige arbeidsmarkt zijn weinig invallers beschikbaar.

đ   ziekteverzuim heeft invloed op de totale werkdruk binnen de school, zowel voor collega’s als leiding.

đ   een laag ziekteverzuim percentage verbetert het imago

đ   het openbaar onderwijs streeft een goed personeelsbeleid na, ziekteverzuim-

beleid is nauw verbonden met de overige personeelsinstrumenten

đ   ziekteverzuim kost tijd en geld:  -regelen van vervanging

                                                                       -inwerken van vervangers

-verlies van roostervrije dagen, Adv dagen vervallen tijdens ziekte

                                                                       -extra kosten aan de arbodienst

                                                                       -extra kosten aan het vervangingsfonds

đ   in de wetgeving is beschreven dat ziekteverzuimbeleid verplicht is

đ   het ziekteverzuim is in het openbaar onderwijs Delft sterk gestegen:

            1995/96 - 5,82 %                                                                                                               1996/97 - 6,83 %

            1997/98 - 7,43 %

                                                                                                                     

Ziekteverzuim is een complex verschijnsel, dat vele oorzaken kan hebben, zowel prive als op de werkplek. In dit beleid wordt ingegaan op alle aspecten die waarneembaar zijn in de werksituatie. De voorwaarden worden beschreven die noodzakelijk zijn om het verzuim beheersbaar te maken. Registratie en toepassing van de cijfers is een eerste vereiste. Het verzuim wordt bekeken vanuit twee invalshoeken, nl. op schoolniveau en individueel niveau.

 

 

Verantwoordelijkheden:

Er bestaat een gezamenlijke verantwoordelijkheid de doelstelling van het ziekteverzuimbeleid te behalen:

 

 

directeur:                               is verantwoordelijk voor arbeidsomstandigheden in de

school en uitvoering van het ziekteverzuimbeleid

 

medewerker:                        is verantwoordelijk voor de eigen gezondheid en voor het

tijdig afgeven van signalen indien de gezondheid negatief wordt beďnvloed door het werk.

 

bestuur:                                 is verantwoordelijk voor goede arbeidsomstandigheden in

het openbaar primair onderwijs

 

personeelsconsulent:           ziet toe op uitvoering van het ziekteverzuimbeleid en biedt

z.n. ondersteuning.

 

arbo dienst::                          is conform het contract verantwoordelijk voor de

begeleiding van zieke medewerkers, ondersteunt het

arbo-beleid. De bedrijfsarts bepaalt al dan niet het herstel

van de medewerker en de mate waarvoor.

 

Uszo:                                     voert de WAO uit

REGISTRATIE

 

Registratie van ziekteverzuim blijft vaak steken in een grote hoeveelheid aan gegevens. Voor de leidinggevenden is het voor verzuimbeheersing noodzakelijk dat zij op het juiste tijdstip beschikking hebben over de benodigde verzuiminformatie.

 

Weten is meten: toepassingen van de verzuimgetallen:

 

1.         cijfers spelen een rol bij de aanpak van het verzuim:

n    cijfers geven inzicht hoe hoog het verzuim is, zowel het percentage als de        frequentie

n    vergelijkingen kunnen gemaakt worden (o.a. ook op regionaal en landelijk niveau)

n    het verzuim is nader te lokaliseren naar school, functie, leeftijdsgroep, etc.

 

2.         cijfers zijn van belang voor het beleid:

n    welke daling van het verzuim is haalbaar

n    op welke groep wordt het beleid gericht (kort en/of langdurig verzuim )

 

3.         cijfers spelen een rol bij toezicht op de uitvoering:

n    ontwikkelt het verzuim zich in de gewenste richting ?

n    moet het beleid aangepast worden?

 

 

Wat wordt er geregistreerd :

 

·      ziekteverzuim per medewerker

Deze gegevens zijn op te vragen bij de PSA door de leidinggevende.

·      ziekteverzuim per school:

1.   gemiddelde ziekteverzuimpercentage

2.   gemiddelde ziekteduur (lang of kortdurend verzuim)

3.   ziekmeldingsfrequentie

Deze gegevens worden maandelijks naar de leidinggevende verzonden door de PSA.

·      directeur stelt een overzicht op met de afwezigen ( waaronder de zieken )en vervangers.

 


VERZUIM PER SCHOOL

 

Preventie:

In de organisatie wordt getracht preventief te werk te gaan, oftewel het beďnvloeden van werk en omstandigheden ter voorkoming van ziekte. Vanuit het werk kan verzuim ontstaan vanuit werkinhoud, werkomstandigheden, werkverhoudingen en personeelbeleid. Het is daarom van groot belang deze onderwerpen aan de orde te stellen:

·      ASV (algemene schoolverkenning)

dit onderzoek per school geeft een overzicht van de knelpunten ten aanzien van de arbeidsomstandigheden in een school. Eens per vier jaar wordt een dergelijk onderzoek gehouden. Vanuit deze gegevens en alle tussentijdse aanvullingen maken de directeur en arbo-contactpersoon een jaarplan en jaarverslag (zie bijlage). Op basis van het plan worden de verbeteringen gerealiseerd. Alle knelpunten worden in de planning genoemd. Indien er geen mogelijkheden zijn de knelpunten op korte termijn op te lossen wordt dit op een later tijdstip gepland.

·      Teamoverleg

in het teamoverleg wordt het verzuim eens per kwartaal geagendeerd, of indien

daartoe een aanleiding is frequenter. Het verzuim wordt bespreekbaar gemaakt om

te zoeken naar vermindering van de consequenties van het verzuim. Uiteraard

worden er geen medische gegevens aan de orde gesteld in dit overleg. Knelpunten

worden direct opgelost of op het

jaarplan vermeld.

 

·      Functioneringsgesprek

in het functioneringsgesprek komen de arbeidsomstandigheden aan de orde, indien

er sprake is van terugkerende knelpunten van diverse personen worden deze in het

werkoverleg besproken.

 

·      Medezeggenschapsraad

in de medezeggenschapsraad worden signalen ontvangen of gegeven, deze

informatie wordt met de leiding van de school besproken.

 

·      Voorlichting

voorlichting over arbeidsomstandigheden wordt gegeven door de leidinggevende en

arbo-contactpersoon. De verantwoordelijkheid voor de informatie voorziening ligt bij de leidinggevende.

 

 

 

 

 

 

 

 

VERZUIM PER INDIVIDU

Communicatie:

Motivatie door sociale contacten

Betrokkenheid van collegae en leidinggevenden met de zieke medewerker is belangrijk. Bij langdurend verzuim van  het werk kan vervreem­ding optreden wat een negatief effect heeft op de werkhervat­ting. Regelmatig contact (wekelijks) met de zieke kan dit voorkomen. Behalve telefoontjes, ziekenbezoek, bloemen enz. is het ook goed om relevante post door te sturen en andere infor­matie van de school. Vanuit de werkgever wordt na drie maanden een attentie bezorgd.

Het verzuimgesprek

De directeur houdt met iedereen die meer dan 4 maal per schoo­ljaar of anderszins afwijkend verzuim heeft, een verzuimge­sprek. In dit gesprek dient aan de orde te komen: het indivi­du­ele verzuimgedrag en de oorzaken en de gevolgen van de afwezigheid van betrokkene voor de school.

Het reďntegratiegesprek

Het reintegratiegesprek wordt tenminste na 6 weken ziektever­zuim door de directeur gevoerd. In dit gesprek zal het reďntegratieplan door de directeur aan de orde worden gesteld om een spoedige werkher­vatting te bewerkstelligen. Afspraken vanuit het plan worden uitgevoerd, eventueel in overleg met de arbodienst en/of personeelsconsulent.

Aangepast werk

Tijdelijk aangepaste werkzaamheden voor gedeeltelijk arbeids­ongeschikte werknemers hebben als doel het reďntegratieproces te bevorderen. Op deze wijze blijft de werknemer betrokken bij zijn werk en de kans wordt verminderd om in de WAO te belanden (na 12 maanden verzuim), terwijl de schoolleiding gebruik kan blijven maken van de kennis en capaciteiten van de werknemer. De bedrijfsarts geeft hierbij aan wat de mogelijkheden/beper­kingen zijn van de betrokken werknemer in algemene termen. De personeelsconsulent en leiding van de school bekijken samen met de medewerker welke deeltaken van de functie hierbij mogelijk zijn en bieden, indien mogelijk, dit werk aan.

Sociaal medisch teamoverleg

Gemiddeld vindt eens per zes weken het sociaal medisch teamo­verleg plaats (SMT). Aan het SMT wordt deelgenomen door de personeelsconsulent en/of de leidinggevende, de bedrijfsarts en evt. op verzoek van het bestuur een arbeidsdeskundige van USZO. De directeur geeft op het toegezonden formulier aan of hij het overleg zal bijwonen. In het SMT worden afspraken gemaakt over welke actie wie neemt ten aanzien van het verzuim of dreigend verzuim. Ter sprake komen de verzuimcijfers, het individuele verzuim en werkhervatting en de algemene arbeidsomstandigheden. De ziekteverzuimgegevens worden minimaal een keer per jaar besproken in het SMT.   

Protocol:  ziekmeldingsprocedure

 

De ziekmelding

·      De zieke medewerker meldt zich ziek  bij de leidinggevende of, bij afwezigheid, bij de plaatsvervan­ger voor 7.45 uur ‘s ochtends.

 

Indien de ziekmelding door een derde wordt ontvangen wordt de zieke werknemer de­zelfde dag teruggebeld door de directeur. De directeur informeert o.a.naar de  verwachte duur van de ziekte. Verder wordt een vervolgafspraak gemaakt met betrokkene over een volgend contact. In de eerste 6 weken van het verzuim gebeurt dit in ieder geval weke­lijks. Indien nodig neemt de directeur contact op met de bedrijfsarts of personeelsconsulent voor advies en/of nadere informatie.

·      De directeur meldt de medewerker ziek bij de PSA van de gemeente Delft met het verblijfadres van de medewerker. Als er sprake is van ziekenhuisopname wordt dit ook gemeld.

·      De PSA geeft de ziekmelding door aan de arbodienst. De PSA stuurt dezelfde dag het  formulier  Eigen Verklaring naar de zieke medewerker (zie bijlage).

·      De Eigen Verklaring wordt na ontvangst door de ziekgemel­de werknemer of door een verzorger  ingevuld en binnen drie dagen naar de directeur gestuurd. De directeur stuurt een kopie naar de personeelsconsulent. Indien daartoe aanleiding bestaat overlegt de directeur met de personeelsconsulent of bedrijfsarts. De Eigen verklaring wordt in het personeelsdossier geborgen.

 

Na 5 weken verzuim

·      Na 5 weken verzuim volgt normaliter de eerste spreekuur­oproep bij de bedrijfsarts. Op basis van dit spreekuur­contact neemt de bedrijfsarts een beslissing die kenbaar wordt gemaakt aan de zieke medewerker en middels een terugmel­dingsformulier ter kennis wordt gebracht aan de contact­persoon van het bestuur en aan de directeur van de s­chool. Hierop staat vermeld wat het resultaat is van het spreekuur, medische informatie wordt niet bekend gemaakt. Dit kan bijv. zijn:

·      nieuwe spreekuur afgesproken op d.d. .............

·      hervat: d.d.. ...............   eigen werk

·      kan: d.d.. ............... aangepast werk doen waar­bij rekening moet worden gehouden met de   volgende beperkingen ...........................

 

Zo nodig wordt, met instemming van betrokkene, door de be­drijfsarts informatie opgevraagd bij de behandelend huis­arts of specialist. Voor de terugkoppeling aan de school wordt dezelfde procedure gevolgd als na een spreekuurcon­tact. Er worden geen medische gegevens vermeld.

Na 10 weken verzuim

·      de zieke medewerker bezoekt in week 10 de bedrijfsarts, rapportage middels terugmeldingsformulier.

 

Na 11 weken verzuim

·      Er vindt in week 11 een reintegratiegesprek plaats tussen de directeur van de school en de zieke medewerker. Tij­dens dit gesprek wordt een begin gemaakt van een reďnte­gratie- of terugkeerplan. Afhankelijk van de situatie gebeurt dit indien nodig in  samenspraak met de bedrijfsarts en de personeelsconsulent.

In  het Sociaal Me­disch Teamoverleg wordt door de bedrijfsarts aangegeven of er sprake is van verzuim korter of langer dan 13 weken. De Psa stuurt een formulier naar de directeur. Bij een te verwachten verzuim korter dan 35 weken wordt een voorlopig reďntegratieplan opgesteld door de medewerker en directeur. Bij een te verwachten verzuim langer dan 35 weken wordt een volledig reďntegratieplan opgesteld (zie bijlage).

Dit reďntegratieplan moet in week 12 verzonden zijn naar de personeelsconsulent, die het plan doorstuurt naar de Uszo. Deze reďntegratieplannen zijn geen statische stukken; ze kunnen steeds worden bijgesteld, al naar gelang de situatie rondom het verzuim en de zieke medewerker dit vragen.

·      Bij voortdurend verzuim houdt de directeur contact met de zieke medewerker met een minimale frequentie van een maal per 6 weken. Tevens ontvangt de bedrijfsarts het betreffende personeelslid op het spreekuur in week 25, 34, 51 en na 18 maanden.  De directeur van de school draagt zorg voor eventuele bijstelling of verdere invulling van het reďntegratieplan.

 

Na 30 weken verzuim

·      indien de medewerker na 30 weken nog niet hersteld is wordt een volledig reďntegratieplan opgesteld door de directeur en medewerker en zo nodig in overleg met bedrijfsarts/personeelsconsulent ( voor zover dit nog niet is gebeurd). Dit plan wordt opgestuurd naar de personeelsconsulent, die het plan doorstuurt naar de USZO.

·      Na 10 maanden verzuim wordt door de USZO een arbeidsdes­kundige en medische beoordeling gedaan betreffende de arbeidsongeschiktheid voor het eigen werk dan wel de arbeidsgeschiktheid voor andere gangbare werkzaamheden. Indien de medewerker geschikt is voor passende arbeid wordt  in overleg met de medewerker bemiddeling op de arbeidsmarkt aangeboden. Dit kan o.a. door aanmelding bij het mobiliteitsbureau van de gemeente Delft.

·      Na 12 maanden verzuim kan de zieke medewerker in aanmerking komen voor een WAO-uitkering. De begeleiding door de arbodienst wordt gecontinueerd omdat ontslag pas na 24 maanden arbeidsonge­schiktheid mogelijk is.

·      Als het verzuim 18 maanden heeft geduurd zal bij de USZO een aanvraag advies functieongeschiktheid worden ingediend. Het functieongeschiktheidsadvies kan alleen worden aangevraagd als de ontslagdatum is vastgesteld en de betreffende medewerker in een gesprek en schriftelijk geďnformeerd is over het voorgenomen ontslag. De medewerker heeft het recht een arts te kiezen die een medisch advies uitbrengt aan de USZO.

·      De arts van de Uszo bekijkt of werkhervatting in eigen werk mogelijk is binnen een half jaar na de voorgenomen ontslagdatum. Vervolgens brengt hij/zij advies uit aan het bevoegd gezag. Op basis van dit advies kan na 24 maanden verzuim het bevoegd gezag overgaan tot ontslag.

 

Protocol: activiteiten tijdens ziekteverzuim

 

Gedurende de periode dat een personeelslid in school afwezig is, wordt regelmatig contact onderhouden tussen de schoollei­ding en het betreffende personeelslid. Enerzijds is dit nood­zakelijk om binnen de school op de hoogte te zijn van de aard, ernst en duur van het ziekteverzuim. Anderzijds is dit noodza­kelijk voor de overdracht van taken en voortgang van werkzaam­heden van het afwezige personeelslid.

De volgende activiteiten worden in dit kader uitgevoerd:

1. Bij de ziekmelding of anders in de loop van de eerste dag van het ziekteverzuim neemt de directeur (telefonisch) contact op met het afwezige personeelslid, uiteraard voor zover de gezondheidstoestand en de bereikbaarheid dit toelaten.

 

Tijdens dit telefonisch overleg wordt door de directeur geďnformeerd naar o.a.:

·      de te verwachte duur van de afwezigheid

·      de over te dragen werkzaamheden tijdens de afwezig­heid

Indien hierbij de verwachting ontstaat dat het verzuim langere tijd zal gaan duren worden tevens afspraken ge­maakt over:

đ   op welke wijze de vervanger contact onderhoudt met het afwezige personeels­lid (wie neemt initiatief, welk tijdstip, e.d.)

đ   op welke wijze het contact verloopt tussen de direc­teur en het afwezige personeelslid (wie neemt initiatief, welk tijdstip e.d.)

Tevens wordt dan met elkaar overlegd welke informatie betreffende het ziekteverzuim aan het onderwijsteam, kinderen en ouders dient te worden gegeven en op welke wijze dit zal gebeuren.

Duurt de afwezigheid wegens ziekte langer dan 1 week, dan vindt er (telefonisch) contact plaats tussen directeur en het afwezige personeelslid om na te gaan in hoeverre een huisbezoek door de directeur en/of colle­ga’s gewenst is. Indien het afwezige personeelslid aan­geeft een dergelijk bezoek op prijs te stellen, draagt de directeur er zorg voor dat dit op korte termijn wordt uitgevoerd.

2. Het personeelslid dient tijdens het ziekteverzuim bereik­baar te zijn voor de directeur van de school, als ook voor het bevoegd gezag, uiteraard voor zover de gezond­heids­toestand dit toelaat.

3. Van het afwezige personeelslid wordt verwacht dat hij/zij meewerkt aan een spoedig herstel en alles in het werk zal stellen om op zo’n kort mogelijke termijn te hervatten. Derhalve dienen o.a. aanwijzingen van de bedrijfsarts te worden opgevolgd.

4. Tijdens de afwezigheid is het voor het afwezige perso­neelslid niet toegestaan werk­zaamheden van welke aard dan ook te verrichten dan na toestemming van bedrijfs­arts en in overleg met het   bevoegd gezag, c.q. de directeur van de school.

5. Zo vlug de gezondheidstoestand het toelaat wordt het afwezige personeelslid bij langer durend verzuim uitgeno­digd om de school te bezoeken en deel te nemen aan socia­le activiteiten teneinde de band met de school in stand te houden.

Protocol: regels bij werkhervatting

 

 

Bij kortdurend verzuim ( < 6 weken)

1.  Wanneer een leerkracht na een periode van ziekteverzuim zijn/haar werkzaamheden wil hervatten, zonder dat hij/zij door de bedrijfsarts is gezien, dient uiterlijk een dag voor de werkhervatting contact opgenomen  te worden met de directeur.

2.  Bij gerede twijfel over de arbeidsgeschiktheid van de zieke medewerker kan de directeur alsnog de bedrijfsarts verzoe­ken betrokkene op te roepen voor het spreekuur en een uitspraak te doen over de medische geschiktheid t.a.v. werkhervatting.

3.  Bij een positief antwoord van de bedrijfsarts kan het afwezige personeelslid zijn/haar werkzaamheden hervatten.

4.  De directeur draagt bij de werkhervatting zorg voor de hersteldmelding, via de PSA.

 

Bij langdurend verzuim (> 6 weken)

1.  In deze gevallen waarbij contact tussen de zieke medewerker en de bedrijfsarts normaliter reeds heeft plaatsgevonden is voor werkhervatting altijd toestemming van de bedrijfs­arts noodzakelijk.

De bedrijfsarts licht de directeur in over de datum van werkhervatting en de eventue­le beperkingen waarmee reke­ning dient te worden gehouden.  

2.  In voorkomende gevallen dient deze werkhervatting zelfs planmatig te verlopen en is er niet sprake van een gewo­ne werkhervatting, maar van reďntegratie in het arbeids­proces.

Deze werkhervatting kan zowel plaatsvinden in de gehele of gedeeltelijke eigen functie als in een andere passende functie. Veelal is er dan sprake van therapeutische werk­hervatting waaraan geen loonwaarde is verbonden. Formeel blijft gedurende deze periode het betrokken personeelslid als ziek te boek staan. De begeleiding door de bedrijfs­arts blijft hierbij op gezette tijden noodzakelijk.

Zowel bij kortdurend als bij langdurend verzuim kan bij her­vatting van de werkzaamheden een zgn. hervattingsgesprek gehouden worden tussen de directeur van de school en de zieke medewerker, zodat een goede start gemaakt wordt na het verzuim.