Nota

Datum

30-10-2000

Ons Kenmerk

Vul kenmerk

Opsteller

M. Verbaan

Bijlagen

div

Onderwerp

Productbegroting RIO 2001

Geacht College,

Inleiding

Hierbij treft u aan de begroting 2001 van het Regionaal Indicatie Orgaan Delft Westland Oostland (RIO DWO) en een brief waarin de gemeente Delft wordt verzocht om een borgstelling af te geven over een lening voor investeringen die het RIO DWO is aangegaan.

Het RIO DWO is met ingang van 1 april 1999 gestart met de indicatiestelling op het gebied van verzorging en verpleging, inclusief de thuiszorg. In 2001 wordt hieraan de indicatiestelling voor de Wet voorzieningen gehandicapten toegevoegd. Met deze ontwikkeling is in de begroting 2001 nog geen rekening gehouden.

Stand van zaken

Het RIO DWO draait dus nu ca 1 ½ jaar. Door de deelnemende gemeenten en de bestuurscommissie RIO is er vooral op ingezet om op de aanvragen om indicatie binnen de daarvoor gestelde termijn van 6 weken te besluiten. Dat dit in de praktijk ook lukt blijkt uit de volgende cijfers over de periode januari t/m augustus 2000

Gemeente	Aantal aanvragen	Aantal indicaties	Gemiddelde doorlooptijd in dagen
Delft	2129	1916	14,9
Totaal	4728	4304	13,6

Aanvragen voor gespecialiseerde verpleging worden binnen 2 dagen geïndiceerd.

De gemiddelde doorlooptijd wordt nog verhoogd omdat cliënten die zorg willen na een ziekenhuisopname al voor de opname zorg aanvragen. Op dat moment wordt de aanvraag reeds geregistreerd, terwijl de indicatie pas gesteld wordt op de eerste dag na thuiskomst uit het ziekenhuis. Dit zorgt voor een verlenging van de doorlooptijden.

De begroting 2000 ontwikkelt zich in positieve zin. Uit de rapportage over de eerste drie kwartalen van 2000 blijkt een voordelig saldo van f. 164.500,--. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door vacatureruimte die overigens zo snel mogelijk moet worden bezet met het oog op de productie.

In de begroting van het RIO 2000 is daarbij al rekening gehouden met de eerder dit jaar gevraagde extra verhoging van deze begroting. In de Zomernota is daartoe een extra structureel bedrag van f. 100.000,-- opgenomen.

Nieuwe begrotingssystematiek

Hoewel bij de start van het RIO is besloten voor 2000 een productbegroting in te voeren, gebeurt dit eerst met ingang van 2001.

Dit heeft te maken met het feit dat op het moment van samenstellen van de begroting 2000 slechts over een startperiode van 1 april tot 1 september 1999 gegevens beschikbaar waren.

Om die reden is de begroting 2001 voor de eerste keer opgezet als een productbegroting

(Ontwikkeling) Aandeel Delft in RIO DWO

Huidige systematiek
Tot en met 2000 worden de gemeentelijke bijdragen aan het RIO vastgesteld naar rato van het aantal inwoners en 65+ers. Dit is dezelfde systematiek als waarop de middelen aan het gemeentefonds zijn toegekend. Voor 2000 bedroeg het aandeel van Delft (op basis van het aantal inwoners en 65+ers) in de totale begroting 42,7%.

Nieuwe systematiek
Voor het jaar 2001 wordt de gemeentelijke bijdrage vastgesteld op basis van het aantal indicaties dat voor de desbetreffende gemeente wordt afgegeven.
Het RIO heeft op basis van een geschat aantal indicaties per gemeente, de Delftse bijdrage voor 2001 voorlopig vastgesteld op fl.1.328.400,-. De berekening hiervoor is gemaakt door middel van een extrapolatie van de productiecijfers van het eerste kwartaal 2000.
Dit betekent een verhoging van fl.291.465,- van de Delftse bijdrage aan het RIO vanaf het jaar 2001.
Op basis van deze geschatte productiecijfers komt het aandeel van Delft op 48,13%.

Productiecijfers 2000
Inmiddels zijn wat meer resultaten bekend over de geleverde producten in 2000. Het aandeel van Delft in de productie van januari t/m augustus 2000 komt op ca 45%

Demografische cijfers
Het merendeel van de aanvragen zal worden gedaan door 65+ers. Het aandeel Delftse 65+ers ten opzichte van het totaal aantal 65+ers in de regio is 43%. Met 48,13% (over 1^e kwartaal 2000) en ca 45% (januari t/m augustus 2000) indicaties worden dus verhoudingsgewijs meer aanvragen gedaan dan in de overige RIO gemeenten.

Wat precies daarvan de redenen zijn, is op dit moment niet te achterhalen. Het kan zijn dat in de periode waarop de berekening is gebaseerd er om wat voor reden dan ook verhoudingsgewijs meer aanvragen zijn gedaan of dat het de praktijk is dat vanuit Delft verhoudingsgewijs sowieso meer indicaties worden aangevraagd.
Dit moet wel duidelijker worden. Dat kan door per kwartaal de aantallen en soorten indicaties te monitoren. Het RIO zou daartoe ieder kwartaal een gespecificeerd overzicht van aantallen en soorten indicaties per gemeente (met aanvullende gegevens zoals leeftijd, geslacht e.d.) moeten leveren. Voor het eerste kwartaal 2000 is dat al gebeurd.

Monitoren van de ontwikkelingen in de omvang en soorten aanvragen om indicatie op basis van door het RIO DWO per kwartaal aan te leveren gegevens

Voorstel productbegroting 2001.

Het tekort voor 2001 wordt geraamd op f. 291.465,--
Voor de jaren na 2001 wordt verwacht dat het totale begrotingsniveau van het RIO DWO verder zal stijgen vanwege het oplopen van de automatiseringskosten van fl. 291.266 in 2000 tot fl. 397.376 in 2002 (zie tabel bladzijde 23 van de productbegroting, onderdeel ICT kosten per jaar).

De reden van deze toenames is te vinden in het feit, dat het RIO DWO flink heeft geïnvesteerd in automatisering om op termijn flexibeler en efficiënter te kunnen werken.

Ten opzichte van de bijdrage voor het RIO verwerkt in het gemeentefonds is het verschil nog groter. Met loon- en prijsstijgingen zou dit bedrag voor 2001 neerkomen op f. 722.000,--. Derhalve is in 2001 de eigen bijdrage van Delft in het RIO bijna f. 607.000,--

Voor het tekort in 2001 is geen andere dekking mogelijk dan vanuit de algemene middelen van de gemeente Delft.


Kanttekeningen bij begroting 2001

Reistijden
In de begroting 2001 wordt uitgegaan van 3 typen indicaties: eenvoudig, standaard en uitgebreid. Voor een standaard- en een uitgebreide indicatie wordt een reistijd van de indicatieadviseur gerekend van 25 minuten heen en 25 minuten terug. Deze reistijden lijken erg lang. Bij de logistieke planning van de reizen van de indicatieadviseurs kan de reistijd zo klein mogelijk gehouden te worden door bijvoorbeeld de huisbezoeken gecombineerd per gemeente te plannen. Bovendien kan bij deze logistieke planning rekening gehouden worden met het zo optimaal mogelijk gebruik maken van de beschikbare aanplugpunten in het Westland voor de laptop van de indicatieadviseurs. Daarom wordt voorgesteld voor 2001 uit te gaan van maximaal 40 minuten per reis (heen en terug). Voor Delft zou dat neerkomen op bijna 1/3 (minder productieve uren van) 1 FTE.
In 2001 zal bekeken moeten worden of de logistiek, mede in relatie tot de dan ook meer integrale indicatiestelling, nog beter gepland kan worden en of dit dan kan leiden tot een verdere reductie van de reistijd.
Inbrengen bij het RIO om voor een standaard- en een uitgebreide indicatie een reistijd te rekenen van maximaal 40 minuten per reis (heen en terug) en de reistijdduur in 2001 nader te bezien mede in relatie tot de dan ook meer integrale indicatiestelling.

Woonplaats en indicatiestelling
Bij de verdeling van de indicatiekosten over de gemeenten zou rekening gehouden moeten worden met de verhuisbewegingen van een cliënt. Dat betekent dat voor de toerekening van indicatiekosten de oorspronkelijke woonplaats van de cliënt zou moeten worden aangehouden als eerder door een indicatie een verhuizing naar een andere gemeente in de regio heeft plaatsgevonden.
De reden hiervoor is dat in de gemeente Delft een groot deel van de beschikbare zorgvoorzieningen in de regio DWO is gesitueerd, waardoor veel cliënten van een gemeente in het Westland of in het Oostland naar de gemeente Delft verhuizen. Hierdoor zouden alle daarna aangevraagde indicaties voor rekening van de gemeente Delft komen.
Inbrengen bij het RIO om bij de verdeling van de indicaties over de gemeenten in de regio DWO de oorspronkelijke woonplaats van een cliënt aan te houden als deze cliënt eerder op basis van een indicatie naar een andere regiogemeente is verhuisd

Benchmarking en monitoring
Er valt gezien de korte werkingsduur van het RIO en de op dit moment niet vergelijkbare (start)situaties van de andere RIO’s nog niet goed te beoordelen hoe de resultaten van het RIO DWO zich verhouden tot de andere RIO’s en hoe de normtijden zich ontwikkelen. In 2001 moet dat meer aandacht gaan vragen
Inbrengen bij het RIO om voor 2001 voor materiaal zorg te dragen dat vergelijking met andere RIO’s mogelijk is en een systeem op te zetten voor de normtijdontwikkeling van de producten

Garantstelling
Sinds de oprichting van het RIO DWO zijn belangrijke investeringen gedaan vooral ten behoeve van automatisering. De financiering daarvan heeft bij de start plaatsgevonden middels een lening van een aan het RIO DWO deelnemende gemeente en vanuit de reguliere exploitatie. Een meer structurele financiering is noodzakelijk.

De lopende exploitatiekosten van het RIO DWO kunnen uiteraard worden gedekt uit de tarieven, die immers kostendekkend zijn. Dit geldt echter niet voor de investeringen. Hiervoor is aanvullende financiering nodig. Hiertoe gaat het RIO een overeenkomst aan met de BNG voor een zogenaamde fixe lening ten bedrage van ƒ 560.000 met een looptijd van 5 jaar.

Het aantrekken van deze lening is dringend noodzakelijk om de financiering van het geïnvesteerd vermogen van het RIO een meer structurele basis te geven en daarmee liquiditeitsproblemen te voorkomen.

De BNG heeft echter als voorwaarde gesteld dat alle deelnemende gemeenten een gemeentegarantie afgeven bij deze lening. Bij deze garantstelling zal in principe het inwonertal van de gemeente ten opzichte van het inwonertal van alle participerende gemeenten gezamenlijk worden gehanteerd. Voor Delft komt dat neer op ca 40%.

Daarbij past wel de kanttekening dat de huidige opbouw van de begroting geen ruimte biedt aan het RIO om de lening na verloop van de vijfjaars-termijn af te lossen. De huidige tarieven zijn immers slechts kostendekkend en er wordt dus door het RIO geen reserve opgebouwd waaruit de lening zou kunnen worden afgelost. Er rest dus in de huidige begroting geen andere mogelijkheid dan de lening te verlengen, zij het wellicht voor een wat lager bedrag.

Om daarin nu te voorzien is het noodzakelijk om de tarieven enigszins te verhogen waarmee aan het RIO de mogelijkheid wordt geboden om een reserve op te bouwen. Een tariefsverhoging van 3 a 4 % zou in principe een reservering van ca. ƒ 100.000 per jaar (aandeel Delft ca. f. 45.000,--) moeten opleveren. Daartegenover staat dan een – zij het niet evenredige – verlaging van de rentelasten van het RIO na aflossing van de huidige lening. Dit betekent dat de gemeentelijke bijdragen over 2001 en volgende jaren nog wat verder zullen worden verhoogd. Wat het Delftse aandeel betreft zal uw college en de raadscommissie daar nader van op de hoogte worden gesteld.

In te stemmen met de gevraagde garantstelling mits de tarieven zodanig worden verhoogd dat voor de aflossing van de lening voldoende reserve wordt opgebouwd. Van het resultaat zal uw college en de raadscommissie nog in kennis worden gesteld.

Voorstellen samenvattend

· Akkoord te gaan met de productbegroting 2001 van het RIO DWO en de verhoging van de Delftse bijdrage voor het RIO ad. F. 291.465,-- ten laste te brengen van de algemene middelen en de begroting voor 2001 en volgende jaren dienovereenkomstig aan te passen

· Monitoren van de ontwikkelingen in de omvang en soorten aanvragen om indicatie op basis van door het RIO DWO per kwartaal aan te leveren gegevens

· Inbrengen bij het RIO om voor een standaard- en een uitgebreide indicatie een reistijd te rekenen van maximaal 40 minuten per reis (heen en terug) en de reistijdduur in 2001 nader te bezien mede in relatie tot de dan ook meer integrale indicatiestelling.

· Inbrengen bij het RIO om bij de verdeling van de indicaties over de gemeenten in de regio DWO de oorspronkelijke woonplaats van een cliënt aan te houden als deze cliënt eerder op basis van een indicatie naar een andere regiogemeente is verhuisd

· Inbrengen bij het RIO om voor 2001 voor materiaal zorg te dragen dat vergelijking met andere RIO’s mogelijk is en een systeem op te zetten voor de normtijdontwikkeling van de producten

· Inbrengen bij het RIO om vooralsnog uit te gaan van de voorgestelde productiecijfers, maar vanaf 1 januari 2000 te monitoren of de trend van het 1^e kwartaal 2000 zich voortzet en zo ja bij welke soort(en) indicaties en wat daarvan de redenen zouden kunnen zijn

· Voorgesteld wordt in te stemmen met de gevraagde garantstelling mits de tarieven zodanig worden verhoogd dat voor de aflossing van de lening voldoende reserve wordt opgebouwd.

· Deze notitie te bespreken in de raadscommissies werk, zorg en onderwijs en middelen en bijgaand voorstel tot garantstelling aan de gemeenteraad voor te leggen.

Hoofd Vakteam Beleid en Projecten

M. Klijn

Bijlagen

- productbegroting RIO DWO 2001

- brief RIO DWO met verzoek instemming lening BNG