|

naar agenda
|
|
Stuk 24 I Nr.
00/001246
Delft, 8 februari 2000.
Onderwerp:
Millenniumuitkering
Aan de gemeenteraad
Geachte dames en heren,
December 1999 is de
commissie Werk, Zorg en Onderwijs akkoord gegaan met een voorstel van het
college van Burgemeester en Wethouders om alle belanghebbenden die op 1
december een uitkering ontvingen van de DMZ een millenniumuitkering toe te
kennen. De uitkering werd verstrekt op basis van de aanname dat
belanghebbenden, gelet op de viering van de millenniumwisseling, extra
kosten hebben gemaakt.
Tevens werd besloten om in
de maand januari 2000 voorstellen te doen inzake een te verstrekken
millenniumuitkering aan de overige minima. Ook voor deze groep minima
wordt aangenomen dat zij in het kader van de millenniumwisseling extra
kosten gemaakt hebben om dit te vieren.
Wij stellen u voor om
overeenkomstig het advies van de commissie werk, zorg en onderwijs ook de
overige minima een millenniumuitkering toe te kennen. Financiering moet
plaatsvinden uit het naar 2000 overgehevelde overschot bijzondere bijstand
1999. Op dit moment wordt dit geraamd op een bedrag van ten minste ¦
400.000,-.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders
van Delft,
H.M.C.M. van Oorschot
,burgemeester.
N. Roos ,secretaris.
Stuk 24 II Nr.
00/001246
De raad der gemeente Delft,
gelezen het voorstel van
burgemeester en wethouders van 8 februari 2000;
b e s l u i t :
-
Delftse burgers
behorend tot de groep overige minima een millenniumuitkering te
verstrekken in verband met de aanname dat ook deze groep extra kosten
heeft gemaakt in verband met het vieren van de millenniumwisseling;
-
de uitkering voor deze
doelgroep (omschreven als de overige minima, dus exclusief de
studenten) vast te stellen op een bedrag van 75,- voor
alleenstaanden, ¦ 100,- voor alleenstaande ouders en 125,- voor (echt-)paren;
-
studerenden, woonachtig
in Delft, ouder dan 18 jaar met een inkomen lager dan de voor hen van
toepassing zijnde bijstandsnorm plus 10% mee laten profiteren in de
millenniumuitkering;
-
voor studerenden de
hoogte van de uitkering vast te stellen op een bedrag van
50,-, onafhankelijk van het huishoudtype;
-
als peilmaand de maand
januari te hanteren;
-
aanvragen te laten
indienen tot maximaal 1 maand na de eerste publicatie;
-
de uitkering, waarvan
de totale kosten, afhankelijk van besluitvorming in het college,
inclusief uitvoering geraamd worden op een bedrag tussen de
197.000,- en 485.000 te financieren uit het naar 2000 overgehevelde
overschot bijzondere bijstand 1999;
-
indien dit overschot
bijzondere bijstand 1999 onvoldoende is, het meerdere te financieren
uit de algemene middelen;
-
de aanvragen te
verwerken op een eenvoudige wijze (procedure kortingsregeling);
-
na besluitvorming
binnen de commissie Werk, Zorg en Onderwijs communicatie activiteiten
te starten;
-
na afloop
verslaglegging te zenden aan de commissie Werk, Zorg en Onderwijs
betreffende het aantal verstrekte uitkeringen en de daarmee gepaard
gaande uitgaven.
Aldus vastgesteld in de
openbare vergadering van 25 februari 2000.
,burgemeester.
,secretaris.
|