De toekomst van het openbaar primair onderwijs in de gemeenten Rijswijk, Voorburg, Leidschendam en Nootdorp.

Inleiding

Sinds enige jaren is in het onderwijs landelijk beleid ingezet om te komen tot decentralisatie van regelgeving en beleid. Doel is besturen en scholen hiermee grotere autonomie en verantwoordelijkheid te geven. Als reactie hierop is de tendens ontstaan tot bestuurlijke schaalvergroting. Immers, het dragen van meer verantwoordelijkheden brengt ook op allerlei terreinen grotere financiële risico’s met zich mee.
Op het gebied van personeelsbeleid, zeker bij het huidige tekort aan leerkachten, is het nodig voor het personeel dezelfde faciliteiten te kunnen bieden als de grotere openbare en bijzondere schoolbesturen in de regio.
Een groter bestuur heeft meer mogelijkheden deze risico’s te dragen en faciliteiten te kunnen bieden.
Ook in onze regio is de tendens tot schaalvergroting waarneembaar, met name bij het bijzonder onderwijs. Om de toekomst van het openbaar onderwijs in de regio te waarborgen, is het wenselijk dat ook het openbaar onderwijs tot regionale besturenfusie overgaat.         Derhalve wordt een onderzoek naar regionale besturenfusie aanbevolen.

Om hiertoe te kunnen overgaan dient het openbaar onderwijs eerst te worden verzelfstandigd, aangezien de integrale bestuursvorm bestuurlijke fusie met andere besturen niet toestaat.

Deze notitie geeft een samenvatting van de redenen om tot regionale schaalvergroting en verzelfstandiging van het primair openbaar onderwijs te komen. Het doel van het stuk is een aanzet te geven voor de discussie  t.a.v. de vraag of een regionale stichting voor algemeen toegankelijk onderwijs in onze regio  wenselijk en haalbaar is.
Indien deze vraag in beginsel  positief wordt beantwoord, zal aan de betrokken schoolbesturen van Rijswijk, Voorburg, Leidschendam een intentieverklaring worden voorgelegd om te komen tot een regionale stichting.

De bestuurscommissies van de openbare basisscholen in Nootdorp en Pijnacker zullen op de hoogte worden gehouden met de voorbereidende stappen die nu worden genomen. Zodra het daadwerkelijk komt tot een intentieverklaring zal deze commissies worden gevraagd of zij willen deelnemen in een te vormen gezamenlijk schoolbestuur.

Daarnaast wordt het perspectief van toetreding van algemeen-bijzondere scholen (voor algemeen toegankelijk onderwijs) uitdrukkelijk opengehouden.

Er zijn globale indicaties te geven over de gewenste minimale omvang van een schoolbestuur, c.q. samenwerkingsverband. Om in te spelen op ontwikkelingen als lump sum en verantwoordelijkheid voor personeelsbeleid is in de momenteel bekende uitgangspunten een draagvlak van zeker 2.500 leerlingen nodig.

Het gezamenlijk potentieel van de openbare basisscholen in de drie gemeenten voldoet in elk geval nog niet aan deze norm. Ondanks zekere reserves die gevoeld worden ten aanzien van een, zeker gezien vanuit de bestaande situatie, nogal forse schaalvergroting ineens, lijkt het onvermijdelijk nu al direct te kijken naar verdere mogelijke fusiepartners.

De belangrijkste afweging hierbij is uiteindelijk: wat betekent dot concreet voor de scholen?

Tegenover de grotere afstand die zij, zeker in het begin, zouden kunnen ervaren ten opzichte van hun bevoegd gezag, staat dat een groter bestuur veel meer kan doen voor de scholen in de zin van ondersteuning en faciliterend beleid. Het gaat voorts om maatschappelijke ontwikkelingen in de omgeving van de school, waarvan  de school zich niet afzijdig kan houden; sterker nog, waarmee ze nu al direct wordt geconfronteerd, bijvoorbeeld bij de ‘opschaling’ van de samenwerkingsverbanden voor Weer  samen naar school of de onderwijsbegeleiding. 

Concreet zal de mogelijkheid om de openbare scholen in Delft bij een fusie te betrekken  tevens opengelaten worden.

De inzet is om voor het gezamenlijke bestuur een zo stevig mogelijke startpositie te creëren.

Argumenten voor verzelfstandiging openbaar onderwijs.

·         Binnen het onderwijs bestaat een duidelijke tendens tot bestuurlijke schaalvergroting vooralsnog met name in het bijzonder onderwijs.

·         De integrale bestuursvorm staat bestuurlijke fusie voor het openbaar onderwijs in de regio in de weg. Kleinere besturen kunnen hierdoor steeds moeilijker de risico's beheersen.

·         Het oogmerk is, in eerste instantie, de toekomst van het openbaar onderwijs veilig te stellen. Fusie met andere besturen is niet zonder meer mogelijk in de huidige situatie, c.q. levert – bezien voor elke gemeente afzonderlijk - niet meteen de gewenste minimale schaalgrootte op. Wel wordt het perspectief van toetreding van algemeen toegankelijk (algemeen bijzonder) onderwijs opengehouden.


·         De integrale bestuursvorm  brengt versnippering van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden over teveel sturingsniveaus met zich mee zoals scholen, bestuur en ondersteunend apparaat, terwijl met de voortschrijdende autonomie van scholen sterk integraal schoolmanagement binnen de kaders van een heldere en slagvaardige besturingsfilosofie noodzakelijk is. Een verzelfstandigd bestuur heeft  betere mogelijkheden te komen tot een heldere afbakening van rollen en verantwoordelijkheden t.a.v. bestuur, management en apparaat.

·         Zelfstandig en regionaal bestuur vergroot de mogelijkheden om een heldere positionering te bereiken voor het openbaar onderwijs t.a.v. onder meer ook het lokaal onderwijsbeleid.

·         Vanaf 2002 zal het mogelijk zijn dat gemeenten voor een periode van vijf jaar extra kosten administratie, beheer en bestuur  (abb) aan een verzelfstandigd openbaar onderwijs mogen vergoeden, zonder dat dit in de doorbetaling zal worden opgenomen.
De eerste twee kalenderjaren is dit maximaal vier maal de abb-vergoeding en gedurende het derde en vierde kalenderjaar is dit maximaal drie maal dat bedrag.
De regeling geldt voor maximaal zes jaar na inwerkingtreding.

 

Argumenten voor regionalisering.

·         Veel onderwijsvraagstukken lopen over gemeentegrenzen
B.v de WSNS-samenwerkingsverbanden, de verwijzing naar SBO-scholen, de OBD-regio,
het lerarentekort

 

·         Regionale samenwerking en samenwerking met andere besturen biedt het openbaar onderwijs de mogelijkheid zich als een gelijkwaardige partner t.a.v. de andere besturen te handhaven binnen de ontwikkelingen van bestuurlijke schaalvergroting.

 

Huidige stand van zaken.

 

Regionale samenwerking

Tussen Rijswijk, Voorburg en Leidschendam enerzijds en tussen Delft en Rijswijk is overleg gaande om vormen van samenwerking te onderzoeken.

Zoetermeer, dat reeds een verzelfstandigd openbaar onderwijs heeft, zal vooralsnog niet deelnemen.

Nootdorp en Pijnacker zullen benaderd worden om te bezien inwelk stadium zij eventueel bij de besprekingen betrokken willen worden.

Doel is op korte termijn te komen tot een intentie van besturenfusie tussen twee of meer van deze gemeenten als openbaar schoolbestuur en het instellen van een regionale stuurgroep die hieraan verder vorm zal geven.

De uiteindelijke doelstelling van de samenwerking zou een regionale stichting voor openbaar of algemeen toegankelijk onderwijs kunnen zijn. Dit einddoel zou in fases moeten worden bereikt.

 

Momenteel zijn Rijswijk, Voorburg, Leidschendam en Nootdorp deelnemer aan een overeenkomst m.b.t.  bestuurlijke krachtenbundeling
Zij houden een gezamenlijk Administratiekantoor in stand.
Gesproken wordt over verdere uitbreiding van het AK met o.a. personeelsbeleid en financiële expertise.

 


De weg naar het einddoel.

Alhoewel pas na bestuurlijke verzelfstandiging formeel tot samenwerking kan worden overgegaan, is het wenselijk daar waar mogelijk al te anticiperen. In dat kader kan worden  getracht te streven naar samenwerking die vergelijkbaar is met het uiteindelijke doel. Mochten de besturen de intentie uitspreken om dit proces in te gaan, dan dient een regionale stuurgroep te worden ingesteld om hieraan vorm te geven. Bij de stuurgroep wordt externe deskundigheid betrokken. 

 

Als voorwaarde om te komen tot een regionale besturenfusie zal een onderzoek worden ingesteld naar de mogelijkheden en voorwaarden van verzelfstandiging van het openbaar primair onderwijs en de gevolgen t.a.v.:

 

·         Onderwijspersoneel

·         De ondersteunende functies

·         Gebouwen en inventaris

·         Financiën, w.o. abb-kosten

·         Onderwijskundige aangelegenheden

·         Het tijdpad

En tevens een onderzoek naar de meest adequate bestuursvorm en de positie van de betrokken administratiekantoren.

 

Bij individuele gemeenten is momenteel sprake van voorbereidende stappen voor bestuurlijke verzelfstandiging. In het kader van het voorgestelde onderzoek zullen deze worden geïnventariseerd en onderling afgestemd.

Voor Voorburg en Leidschendam doet de noodzaak daartoe zich overigens zonder meer al voor, in het licht van de mogelijke fusie van deze twee gemeenten.

 

Kengetallen:

 

Aantal scholen              Rijswijk Voorburg          Leidschendam   Nootdorp

 

Bao                                         4                      2                      5                                  2

 

Sbo                                         1

 

Aantal vestigingen

 

Bao                                         5                      2                      6                                  2

 

Sbo                                         1

 

Aantal  leerlingen

 per 01-10-2000

 

Bao                                         1329                 491                  1206                            610

 

Sbo                                           51

 

 

Ambtelijke ondersteuning O.O. in fte’s

 

                                               __________________3.8 (AK)_________________________

 

                                               3.4