Nota

 

Datum

29-03-2000

Ons Kenmerk

01/000233

Opsteller

P.A. Robbins

Bijlagen

0        

Onderwerp

Bestedingsvoorstel EZH-projecten "Ouderen: informatie en zorg"

 

 


1.                  Inleiding

 

Bij de verdeling van de EZH-gelden is projectnummer 11 “Ouderen: informatie en zorg” op de 4e plaats geëindigd. Door de gemeenteraad is op 30 maart 2000 een bedrag van 7 miljoen gulden aan dit project toegekend. Vervolgens heeft de gemeenteraad op 25 mei 2000 besloten om de rente-opbrengst, en dus niet het kapitaal, aan te wenden. In het cluster “Ouderen: informatie en zorg” zijn namelijk enkele projecten opgenomen die een structureel karakter hebben. Door de rente-opbrengst in te zetten kan de continuďteit van dergelijke projecten op lange termijn worden gewaarborgd. Binnen het cluster “Ouderen: informatie en zorg” zitten echter ook enkele projecten die niet structureel van aard zijn. Om tevens aan dergelijke aanvragen te kunnen voldoen, wordt in deze nota voorgesteld om een deel van het kapitaal, namelijk fl. 567.500,=, te verdelen onder projecten die een eenmalig karakter hebben of een kortere tijdsperiode bestrijken. Dit houdt in dat er over een bedrag van fl. 6.432.500,= rente wordt gegenereerd.

            Er is jaarlijks fl. 321.625,= beschikbaar om de projecten die zijn geclusterd onder de noemer “Ouderen: informatie en zorg” te realiseren. Dit bedrag is de  rente-opbrengst die gegenereerd wordt op fl. 6.432.500,= tegen een rentekoers van 5%. De moeilijkheid van dit bestedingsvoorstel is echter dat de indieners van de tien projecten veel meer geld hebben aangevraagd dan het bedrag dat jaarlijks gegenereerd wordt. Dit impliceert dat het onmogelijk is om alle aanvragen (volledig) te honoreren. Om tot een weloverwogen verdeling van de gelden te komen, is het bestedingsvoorstel aan de projectindieners voorgelegd. Tevens is bekeken of de ingediende projecten overeenkomen met belangrijke gemeentelijke uitgangspunten. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsinhoudelijke uitgangspunten en uitgangspunten die gebaseerd zijn op gemeentelijke subsidiemethodieken.

Beleidsinhoudelijke uitgangspunten:

*          De projecten moeten gericht zijn op de vraagsturing. Dit betekent dat er mogelijkheden moeten worden gecreëerd om beter in te spelen op wat cliënten willen en belangrijk vinden (zie kader nota “beleidsvisie volksgezondheid en zorg”).

*           De projecten moeten breed toegankelijk zijn. Dit betekent dat er sprake is van laagdrempelige toegang tot de zorg (zie kader nota “beleidsvisie volksgezondheid en zorg”).

*.          Zorg moet gericht zijn op risicogroepen. Dit houdt in dat er aandacht is voor kwetsbare groepen in de samenleving. Risicogroepen bevinden zich o.a. onder ouderen (zie kader nota “beleidsvisie volksgezondheid en zorg”).

*           De projecten dienen het zelfstandig functioneren van ouderen te bevorderen (zie nota “ouderenbeleid op maat; opmaat voor ouderen”).

 

            Gemeentelijke subsidiemethodieken:

*           De EZH-gelden zijn bestemd voor projecten die nieuw of aanvullend zijn op het bestaande zorgaanbod en zo veel mogelijk overeenkomen met het gemeentelijk beleid. De EZH-gelden moeten niet de bestaande geldstromen vervangen.

*           Conform de subsidiemethodiek van het Jaarprogramma Maatschappelijke Activiteiten (JMA) komen alleen incidentele of structurele projectkosten in aanmerking. Er worden geen aanvragen gehonoreerd die beschouwd kunnen worden als algemene bijdragen in de exploitatie- of huisvestingskosten van instellingen of organisaties.

 

Om een goed beeld te kunnen vormen van de voorstellen die zijn ingediend, worden in de volgende paragraaf van deze nota alle projecten beschreven. Elke beschrijving van een project wordt gevolgd door een voorstel. In dat voorstel wordt aangegeven en beargumenteerd of er al of niet EZH-gelden voor het project zouden moeten worden ingezet. In de derde en tevens laatste paragraaf van de nota volgt het uiteindelijke bestedingsvoorstel dat een korte weergave is van alle voorstellen die per project zijn gedaan.

 

 

2.         Beschrijving van de projecten

 

Hieronder worden de tien projecten die behoren tot het cluster “Ouderen: informatie en zorg” beschreven. Elke beschrijving wordt gevolgd door een voorstel waarin wordt geadviseerd om de aangevraagde gelden al of niet (gedeeltelijk) toe te kennen.

 

2.1               Projectnummer 19: Ringleidingen

Dit projectvoorstel is ingediend door de Nederlandse Vereniging Voor Slechthorenden (NVVS). De NVVS laat weten dat in de meeste zalen van openbare gelegenheden, zoals kerken, aula’s, bioscopen, concertzalen, buurthuizen, scholen e.d., aangepaste geluidsvoorzieningen voor slechthorenden ontbreken. In veel vergaderzalen zijn zelfs de meest elementaire geluidsvoorzieningen niet aanwezig. Volgens de NVVS heeft het ontbreken van een goede en aangepaste geluidsversterking in zalen tot gevolg dat veel slechthorenden nauwelijks meer deelnemen aan een groot aantal maatschappelijke activiteiten.

            Om het sociaal isolement van slechthorenden te doorbreken, stelt de NVVS voor om fl. 330.000,= van de EZH-gelden te reserveren voor het aanleggen van 10 vaste ringleidingen en de aanschaf van een mobiele multimedia-installatie. Een vaste ringleiding kost fl. 25.000,= en bestaat minimaal uit een versterker, een aantal microfoons met bijbehorende kabels, ringleidingdraad en meetapparatuur. Bij de inwerkingstelling van de installatie wordt via het ringleidingdraad het geluid draadloos verzonden naar de gehoorapparaten van de slechthorenden. Een vaste installatie is geschikt voor plaatsen waar frequent bezoekers komen, zoals de aula’s van scholen en begrafenisondernemers, bioscopen, theaters, concertzalen buurthuizen, etc. Tijdens het gesprek met de projectindieners is naar voren gekomen dat er tevens mobiele ringleidingen bestaan. Deze ringleidingen kosten ongeveer fl. 18.000,= en zijn geschikt voor kleinschalige bijeenkomsten. Met het bedrag van fl. 25.000,= is een combinatie van een vaste geluidsinstallatie met mobiele elementen mogelijk. Tevens zijn er varianten mogelijk zoals het uitbreiden van bestaande geluidsinstallaties met vaste of mobiele ringleidingen.

Naast vaste ringleidingen heeft de NVVS ook een mobiele multimedia-installatie aangevraagd. De kosten daarvan bedragen fl. 50.000,=. Deze installatie bestaat uit een PC met bijbehorende randapparatuur, besturings- en toepassingssoftware, beamer, projectiescherm, audioversterker, microfoons, luidsprekers en ringleiding. De voorkeur van de NVVS gaat uit naar een mobiele multimedia-installatie omdat deze niet alleen voor eigen doeleinden kan worden ingezet. Ook ouderenorganisaties zouden van de mobiele multimedia-installatie gebruik kunnen maken. 10% van de aangevraagde gelden is ingecalculeerd voor project- en overheadkosten.

Er wordt voorgesteld om:

*           eenmalig fl. 110.000,= beschikbaar te stellen aan de NVVS. Gezien de lokaties die tijdens het gesprek zijn genoemd wordt voorgesteld om vaste ringleidingen aan te leggen in een theater en in de aula’s van de begraafplaatsen Lepenhof en Jaffa (de raadszaal in het gemeentehuis is reeds voorzien van een ringleiding). Het resterende bedrag zou aangewend kunnen worden voor de aanschaf van een mobiele multimedia installatie. In overleg met de NVVS zal nader bekeken moeten worden welke organisatie eventueel de beheer van een mobiele installatie op zich zal nemen. Hierbij zou gedacht kunnen worden aan de SOD.

 

 

2.2               Projectnummer 20: Steun Alzheimervereniging

In het kader van de EZH-campagne heeft de Alzheimer Vereniging het project “bezoek en mantelzorg ondersteuning” ingediend. De Alzheimer Vereniging heeft voor één jaar een bedrag van fl. 24.850,= aangevraagd. Voor een periode van tien jaar meent de Vereniging fl. 153.000,= nodig te hebben.

Door middel van het project “bezoek en mantelzorg ondersteuning” beoogt de Alzheimer Vereniging de mantelzorgers van een dementerende enige respijt te bieden door hen te ondersteunen. Het bieden van geestelijke ondersteuning en het geven van advies is daarbij van cruciaal belang. Tevens wil de Alzheimer Vereniging de taken van de mantelzorger enigszins verlichten door de zorg voor de dementerende één (mid)dag per week door één van haar vrijwilligers te laten geschieden. Een intensief en persoonlijk contact tussen de mantelzorger en vrijwilliger staat bij dit project centraal. Het is de bedoeling dat een mantelzorger te allen tijde bij een vrijwilliger te recht kan voor een luisterend oor en praktische tips.

            Het project “bezoek en mantelzorg ondersteuning” is reeds in februari 2000 gestart. Er wordt echter gewerkt met een minimaal aantal vrijwilligers. Op het ogenblik zijn er drie vrijwilligers werkzaam. Er wordt gehoopt het aantal vrijwilligers uit te kunnen breiden tot ongeveer tien. De Alzheimer Vereniging geeft aan vrijwilligers te willen werven door te adverteren in bladen en op radio en televisie. Op deze manier wordt het project tevens onder de aandacht gebracht van de mantelzorgers. Aangezien de Vereniging de kosten van het adverteren niet kan opbrengen, zouden de EZH-gelden een oplossing bieden.

            De EZH-gelden zullen ook gebruikt worden om vrijwilligers op te leiden. Scholing wordt met name van belang geacht voor vrijwilligers die één (mid)dag voor een dementerende gaan zorgen. Op één of twee avonden zullen deze vrijwilligers worden ingelicht over de ziekte dementie.

            “Bezoek en mantelzorg ondersteuning” is een lange termijn project. In de begroting zijn daarom de kosten voor PR, scholing, zaalhuur, gastsprekers, postzegels, een nieuwsbrief, de verzekering van vrijwilligers en kantoor, telefoon, infotheek, fl. 100,= per jaar per vrijwilliger, bloemen e.d. voor gastsprekers en een lokale brochure in een buitenlandse taal voor zowel één als tien jaar op een rij gezet. Op het ogenblik wordt het project gefinancierd door geld dat afkomstig is van de Stichting Alzheimer Nederland te Bunnik, de gemeente Delft, giften en fondsen (o.a. verkregen door het aanschrijven van bedrijven). De EZH-gelden zijn desalniettemin noodzakelijk om het aantal vrijwilligers uit te kunnen breiden en het project te voorzien van een structurele bron van inkomsten.

 

Er wordt voorgesteld om:

*           fl. 37.500,= beschikbaar te stellen aan de Alzheimervereniging. Het betreft een eenmalige bijdrage aan het project “bezoek en mantelzorg ondersteuning”. Het geld zal voor een aantal doeleinden worden aangewend, te weten: scholing van de coördinatoren en vrijwilligers, voorlichting (door middel van avonden en sprekers) en facilitaire ondersteuning (zaalhuur, postzegels, verzekering van vrijwilligers en kantoor, telefoonkosten en een infotheek).

*           voor het werven van vrijwilligers, het bekendmaken van projecten en het verstrekken van informatie te kiezen voor een meer gezamenlijke aanpak met andere thuishulporganisaties en de vrijwilligerscentrale. Op deze wijze kunnen capaciteiten en taken enigszins worden gebundeld en beter worden gestroomlijnd. Het voorstel is om een pagina in de Stadskrant voor vrijwilligers in de zorg te creëren (zie paragraaf 2.3, projectnummer 21).

*           voor het scholen van vrijwilligers en coördinatoren ook samen te werken met andere vrijwillige thuishulporganisaties. Het voorstel is om het Ondersteuningspunt Vrijwillige Thuishulporganisaties (OVT) de basisscholing te laten verzorgen (zie paragraaf 2.3, projectnummer 21). 

 *          niet het verzoek te honoreren om aan alle vrijwilligers fl. 100,= toe te kennen. Het vergoeden van vrijwilligers is geen gemeentelijke taak, maar in het kader van het waarderen van vrijwilligerswerk wordt voorgesteld om het OVT tegemoet te komen in de kosten die zijn gemaakt voor het organiseren van een bedankdag voor vrijwilligers  (zie paragraaf 2.3, projectnummer 21). Bovendien is middels het EZH-project “Bestrijden sociaal isolement en ondersteuning vrijwilligers” één maal een bijdrage van maximaal fl. 15.000,= beschikbaar gesteld voor de vrijwilligersmanifestatie op 15 september 2001, de landelijke vrijwilligersdag. Via hetzelfde EZH-project zijn tevens gelden gereserveerd voor het invoeren van de Delftse Pluim.

*           geen fl. 10.000,= toe te kennen voor een lokale brochure in een buitenlandse taal. De landelijke Stichting Alzheimer Nederland in Bunnik beschikt over een informatiebrochure in het Surinaams. Momenteel wordt er gewerkt aan een brochure in het Arabisch en Turks. Verwacht wordt dat deze brochures begin 2001 gereed zijn. In principe kan de Alzheimervereniging DWO deze brochures kosteloos opvragen. Indien er toch een eigen bijdrage wordt gevraagd zou eventueel geput kunnen worden uit het hierboven voorgestelde bedrag van fl. 37.500,=.

 

 

2.3               Projectnummer 21: Vrijwillige thuishulp

Het OVT heeft tot taak de activiteiten van vrijwilligersorganisaties te ondersteunen en coördineren. Het betreft organisaties die vrijwilligers inzetten om bij zorgvragers en mantelzorgers thuis praktische en sociale hulp te verlenen. Het OVT levert ook een belangrijke bijdrage om verschillende vrijwillige thuishulporganisaties nader tot elkaar te brengen. In het kader van de ondersteunende rol ten opzichte van thuishulporganisaties houdt het OVT zich o.a. bezig met het werven van vrijwilligers. Deze taak is van groot belang aangezien de vraag naar vrijwillige thuishulp in de toekomst zal stijgen door een aantal oorzaken, te weten de vergrijzing van de bevolking, een verschuiving van de zorg naar de thuissituatie en een tekort aan professionele krachten.

            Om mensen te motiveren vrijwilligerswerk te verrichten, heeft het OVT een wervingsbrochure uitgebracht. In de brochure, waarvan 10.000 stuks zijn gedrukt, wordt een aantal thuishulporganisaties met telefoonnummer genoemd. De brochure heeft tot doel aandacht te vestigen op organisaties die op zoek zijn naar vrijwilligers. Het vrijwilligerswerk is vaak onderbelicht. Het OVT heeft ook 300 affiches op A3-formaat laten drukken die samen met de brochures in openbare gebouwen worden verspreid. Als onderdeel van de wervingscampagne zal in het jaar 2001 een kwart van de bibliotheekkaartjes, namelijk 100.000 stuks, worden voorzien van informatie over het OVT en een stukje tekst inzake het nut van vrijwilligerswerk.

            Om het drukken en het grafisch ontwerpen van de brochures, affiches en bibliotheekkaartjes te kunnen bekostigen, heeft het OVT een eenmalig bedrag van fl. 10.000,= aangevraagd. De kosten zijn echter lager uitgevallen dan verwacht. Door een korting is namelijk niet het volledige bedrag in rekening gebracht. Uiteindelijk is fl. 6.724,= besteed aan het realiseren van de brochures, affiches en bibliotheekkaartjes. De rest van het aangevraagde geld is aangewend om een bedankdag voor vrijwilligers te  organiseren dat op 16 september 2000 heeft plaats gevonden. Voor ongeveer 120 vrijwilligers was een stadswandeling, boottocht, en lunch georganiseerd. Tevens werd op deze dag het startsein gegeven voor een wervingscampagne voor vrijwilligers.

            De kosten van de brochures, affiches en bibliotheekkaartes (fl. 6.724,=) en de bedankdag (fl. 5.464,=) bedroegen in totaal fl. 12.188,=. Dit bedrag is betaald van het geld dat door het zorgkantoor ter beschikking is gesteld. Het bedrag van fl. 10.000,= is aangevraagd omdat het geld van het zorgkantoor slechts toereikend is voor alle “reguliere” kosten zoals een coördinator, een kantoorruimte, de afschrijving van een computer en de portokosten.

 

Er wordt voorgesteld om:

*           eenmalig fl. 10.000,= beschikbaar te stellen aan het OVT om tegemoet te komen in de kosten die zijn gemaakt voor het uitgeven van brochures, affiches en bibliotheekkaartjes en het organiseren van de bedankdag voor vrijwilligers.

*           structureel fl. 20.000,= beschikbaar te stellen aan het OVT voor de basisscholing van vrijwilligers en coördinatoren van thuishulporganisaties zoals de Alzheimervereniging en de Stichting Terminale Thuiszorg.

*           jaarlijks fl. 15.000,= aan het OVT toe te kennen zodat elke maand één pagina in de Stadskrant kan worden gewijd aan vrijwilligers in de zorg (dit voorstel zou eventueel kunnen worden gecombineerd met het voorstel van de SOD ten behoeve van communicatie voor ouderen, zie paragraaf 2.7, projectnummer 31).

 

 

2.4               Projectnummer 24: Terminale thuiszorg

Het doel van de Stichting Terminale Thuiszorg (STT) is om de mantelzorger en de zorgvrager te ondersteunen gedurende de (pre) terminale fase van een ziekte. Vrijwilligers komen bij mensen thuis om praktische hulp te verlenen waardoor de mantelzorger de kans krijgt om tot rust te komen. Tevens kunnen de zorgvrager en de mantelzorger bij de vrijwilliger te recht voor een luisterend oor. Het aantal vrijwilligers van de STT schommelt rond de twintig. De Stichting beschikt ook over drie coördinatoren die huisbezoeken afleggen, contacten onderhouden met andere zorginstellingen, vrijwilligers begeleiden en introductiecursissen verzorgen voor vrijwilligers.

            In het kader van de EZH-campagne heeft de STT een projectvoorstel ingediend waarin duidelijk wordt gemaakt dat de EZH-gelden voor drie doeleinden zullen worden aangewend. Ten eerste zal het aantal uren van de betaalde coördinator worden uitgebreid. Op het ogenblik worden 12 uren van één coördinator door zorgverzekeraar DSW bekostigd. Gezien de uitbreiding van de werkzaamheden en de cruciale aard daarvan wordt het als enigszins vreemd ervaren dat twee coördinatoren hun werk op geheel vrijwillige basis moeten verrichten. De EZH-gelden zouden een eerste aanzet moeten zijn om dit verschil tussen de coördinatoren te verminderen. Tevens wordt te kennen gegeven dat het bestuur meer eisen kan stellen aan betaalde coördinatoren en dat die op hun beurt meer verantwoording hebben af te leggen. Door de EZH-gelden zal het aantal betaalde uren worden verdubbeld. Het totale aantal betaalde uren zou hierdoor op 24 komen.

            Ten tweede zullen EZH-gelden worden aangewend om een eigen kantoorruimte te realiseren. Coördinatoren opereren nu vanuit de thuissituatie. De STT is echter gegroeid doordat het aantal zorguren het afgelopen jaar sterk is gestegen. Door de groei van de Stichting wordt een eigen kantoorruimte noodzakelijk geacht. Daarbij bestaat de bereidheid om een ruimte met een andere instantie te delen. De voorkeur gaat uit naar een lokatie in de Van Bleyswijkstraat. Daar bevinden zich namelijk andere zorginstellingen, waaronder Stichting Maatzorg en Steunpunt Mantelzorg. Het voordeel van een kantoorruimte in deze straat is dat de communicatielijnen met andere zorginstellingen korter worden en mensen beter kunnen worden doorverwezen. Bovendien is het waarschijnlijk dat de naamsbekendheid van de STT wordt vergroot door zich in de omgeving van andere zorginstellingen te vestigen.

            Ten derde zullen EZH-gelden worden aangewend om boeken en video’s aan te schaffen en cursissen voor vrijwilligers te organiseren. Eén keer per maand is er een bijeenkomst voor vrijwilligers waar verschillende thema’s aan de orde worden gesteld en gelegenheid is tot evaluatie van o.a. de werkzaamheden. Aangezien veel onderwerpen zich voor meer diepgang lenen, zullen EZH-gelden aan cursissen of informatie-avonden voor vrijwilligers worden besteed.

 

Er wordt voorgesteld om:

*           eenmalig een bedrag van fl. 15.000,= toe te kennen aan de STT voor de aanschaf van een computer, de inrichting van een kantoorruimte en de aansluiting van een telefoon en fax.

*           eenmalig het gevraagde bedrag van fl. 20.000,= te honoreren voor de specifieke opleiding en scholing van vrijwilligers en de aanschaf van boeken en video’s.

*           eenmalig fl. 50.000,= aan de STT ter beschikking te stellen ten behoeve van de kosten van huisvesting en/of het uitbreiden van het aantal uren van een betaalde coördinator. Dit bedrag wijkt af van de aangevraagde gelden. In de totaalafweging van dit EZH-bestedingsvoorstel heeft meegespeeld dat een subsidiebedrag van fl. 85.000,=, gegeven de omvang van het project, redelijk lijkt. Daarbij spreekt de gemeente de bereidheid uit de STT te ondersteunen bij het vinden van (gedeelde en betaalbare) huisvesting.

*           voor het werven van vrijwilligers, het bekendmaken van projecten en het verstrekken van informatie te kiezen voor een meer gezamenlijke aanpak met andere thuishulporganisaties en de vrijwilligerscentrale. Op deze wijze kunnen capaciteiten en taken enigszins worden gebundeld en beter worden gestroomlijnd. Het voorstel is om een pagina in de Stadskrant voor vrijwilligers in de zorg te creëren (zie paragraaf 2.3, projectnummer 21).

*           voor het scholen van vrijwilligers en coördinatoren ook samen te werken met andere thuishulporganisaties. Het voorstel is om het OVT de basisscholing te laten verzorgen (zie paragraaf 2.3, projectnummer 21).

 

 

2.5               Projectnummer 28: Hulpverlening ouderen

Het projectvoorstel is ingediend door een individuele burger, mevrouw A. Lorenzo Moreno-Sprinkhuizen. Zij pleit voor het aanwenden van EZH-gelden ten behoeve van huisbezoeken aan zelfstandig wonende ouderen. Tijdens deze huisbezoeken krijgen ouderen aan de hand van hun vragen informatie over zowel financiële als immateriële aangelegenheden. De huisbezoeken hebben tot doel de zelfredzaamheid van ouderen te vergroten en stille armoede onder deze groep tegen te gaan. Veel mensen krijgen bij het ouder worden namelijk steeds meer moeite om (financiële) zaken zelf te regelen. Het traject van de dienstverlening wordt zo kort mogelijk gehouden zodat efficiënte en snelle hulpverlening gewaarborgd is en ouderen gemoedsrust kan worden gegeven. Mevrouw Lorenzo Moreno deelt mee dat de vraag om hulp in de toekomst verder zal toenemen aangezien veel ouderen langer zelfstandig blijven wonen.

            Ouderen worden dikwijls geconfronteerd met extra kosten omdat zij meer zorg behoeven. Mevrouw Lorenzo Moreno geeft te kennen dat door deze extra kosten het inkomen van ouderen vaak onder het bijstandsniveau ligt. Veel ouderen leven op of onder de armoedegrens en zijn gedwongen op de meest primaire levensbehoeften te bezuinigen. Mevrouw Lorenzo Moreno deelt mee dat is aangetoond dat ouderen vaak niet op de hoogte zijn van de mogelijkheden van de Bijstandswet, Wet Voorzieningen Gehandicapten, AWBZ en Ziekenfondswet. Door middel van huisbezoeken kunnen ouderen worden geďnformeerd over financiële tegemoetkomingen. Hierbij valt te denken aan vergoedingen op medische/sociale gronden zoals dieet- en vitamineprodukten en bezoeken aan een pedicure.

Mevrouw Lorenzo Moreno deelt mee dat zij in het verleden huisbezoeken heeft afgelegd om ouderen te helpen bij het regelen van immateriële en financiële vraagstukken. Zij verrichtte deze huisbezoeken namens de Stichting Ouderenwerk Delft (SOD). Zij pleit ervoor om huisbezoeken aan ouderen, met name als het financiële zaken betreft, in de toekomst te organiseren vanuit de gemeente Delft. Haar voorstel is om de huisbezoeken als onderdeel in te voegen bij het Delfts Uitkeringen en Informatie Team (DUIT). Dat wil zeggen dat de financiële huisbezoeken vanuit DUIT zouden moeten worden gestructureerd, gecoördineerd en uitgevoerd. DUIT heeft immers als taak het gebruik van voorzieningen te bevorderen door het geven van informatie. Mevrouw Lorenzo Moreno benadrukt dat het van cruciaal belang is dat ouderen worden bijgestaan door iemand die beschikt over grondige kennis van financiële regelingen en affiniteit heeft met de doelgroep. Volgens haar ontbreekt bij instellingen en organisaties dikwijls de specialistische kennis die noodzakelijk is om ouderen volledig te laten profiteren van financiële regelingen. Zij adviseert om deze vorm van dienstverlening niet door vrijwilligers te laten plaatsvinden omdat het voor hen vrijwel onmogelijk is om op de hoogte te zijn van alle financiële mogelijkheden die voor ouderen van belang kunnen zijn. Daar komt bij dat door wetswijzigingen de financiële regelingen regelmatig veranderen.

            Door huisbezoeken vanuit de gemeente te laten geschieden, meent mevrouw Lorenzo Moreno dat het traject kan worden verkort dat ouderen moeten doorlopen om aanspraak te maken op financiële regelingen. De communicatielijnen met de beslisser zijn immers korter geworden. Bovendien wordt de privacy van de aanvrager beter gewaarborgd doordat minder personen inzage hebben in de financiële stukken. Tevens geeft het ouderen een positief gevoel dat de gemeente de moeite neemt om naar hen toe te komen om bij bepaalde vraagstukken hulp te verlenen.

            Tevens vestigt mevrouw Lorenzo Moreno in het projectvoorstel de aandacht op financiële hulpverlening en voorlichting aan ouderen in verzorgingstehuizen. Deze bewoners vallen volgens haar vaak tussen wal en schip. In het verleden werd door DMZ elke maand spreekuren gehouden in verzorgingstehuizen. Aangezien hier veel animo voor bestond, is het volgens mevrouw Lorenzo Moreno een goede zaak om deze spreekuren vanuit de gemeente opnieuw te starten. Ook tijdens deze spreekuren zullen ouderen o.a. gewezen worden op financiële voorzieningen die op hun van toepassing zijn.

 

Er wordt voorgesteld om:

*           in het kader van bovengenoemd projectvoorstel jaarlijks een structureel bedrag van fl. 80.000,= beschikbaar te stellen voor het realiseren van DUIT (zie kader nota “samen aan de slag”). Bij DUIT staat namelijk het informeren van mensen met een minimum inkomen (waaronder ouderen) over diverse inkomensafhankelijke regelingen centraal. Deze regelingen zijn zeer divers maar hebben alle een link met inkomen in de breedste zin van het woord. Er is gebleken dat lang niet iedereen gebruik maakt van de voor hen van toepassing zijnde voorzieningen. DUIT probeert mensen met een minimuminkomen niet alleen te informeren maar ook te stimuleren deze voorzieningen, wanneer blijkt dat zij hier recht op hebben, aan te vragen. DUIT kan tevens helpen bij het invullen van aanvraagformulieren. Het verstrekken van informatie zal gebeuren via huisbezoeken, voorlichting aan groepen en een spreekuur. Het gaat in Delft om circa 5850 huishoudens.

*           eenmalig een bedrag van fl. 25.000,= beschikbaar te stellen voor het opstarten van DUIT.

*           eenmalig fl. 25.000,= beschikbaar te stellen aan organisaties die zich inzetten voor de bewoners van verzorgingstehuizen en verpleegtehuizen. In nader overleg met deze organisaties zal bekeken moeten worden voor welke doeleinden het geld zal worden ingezet. Ook in het voorstel dat is ingediend door mevrouw J.P. van Veen-den Hollander wordt aandacht gevraagd voor de bewoners van verzorgingshuizen (zie paragraaf 2.6, projectnummer 30).

 

 

2.6               Projectnummer 30: Zorg voor ouderen

Dit projectvoorstel is ingediend door een individuele burger, mevrouw J.P. van Veen-den Hollander. In haar voorstel noemt zij drie doelen waaraan de EZH-gelden besteed zouden kunnen worden. Ten eerste stelt mevrouw Van Veen voor om bijvoorbeeld Stichting Maatzorg financiële middelen te geven om zelfstandig wonende ouderen meer hulp en aandacht te geven. Ten tweede is mevrouw Van Veen van mening dat het erg belangrijk is om ook de bewoners van verzorgings- en verpleeghuizen aandacht en tijd te geven. Ten derde stelt mevrouw Van Veen voor om ouderen in bouw/woonprojecten veel te begeleiden zodat zij zelfstandig kunnen blijven functioneren en hun eigen leven kunnen leiden.

 

Er wordt voorgesteld om:

*           in het kader van dit project geen gelden aan te wenden voor meer hulp en aandacht voor zelfstandig wonende ouderen. Het OVT, de Alzheimervereniging, de STT en DUIT hebben zich hier immers al op toegelegd.

*           geld beschikbaar te stellen aan de bewoners van verzorgingshuizen. Bij paragraaf 2.5, projectnummer 28 is reeds voorgesteld om een eenmalig bedrag van fl. 25.000,= hiervoor uit te trekken.

*           geen EZH-gelden te besteden aan bouw/woonprojecten voor ouderen omdat de gemeente Delft op dit punt reeds stappen heeft ondernomen. De gemeente heeft al besloten een bijdrage te willen leveren aan het “opplussen” van woningen. Dat wil zeggen dat de gemeente wil meehelpen aan het vergroten van het aanbod van geschikte woningen voor mensen met uiteenlopende functiebeperkingen. Het betreft hier ook woningen waar mensen een beroep kunnen (blijven) doen op zorg.

 

 

2.7               Projectnummer 31: Delfts Ouderen Magazine

De SOD heeft een projectvoorstel voor het realiseren van een Delfts Ouderen Magazine ingediend. Door middel van een ouderenmagazine beoogt de SOD te bevorderen dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig actief blijven deelnemen aan de samenleving. Door het structureel verstrekken van schriftelijke en digitale informatie dienen ouderen beter inzicht te krijgen in hetgeen Delft te bieden heeft op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Het is de bedoeling dat ouderen beter gebruik zullen maken van voorzieningen, diensten en regelingen en meer deel zullen nemen aan activiteiten.

Tevens kan een ouderenmagazine een positief beeld van ouderen schetsen. Het biedt daarnaast aan instellingen en organisaties de mogelijkheid om op populaire wijze informatie te verstrekken. Mogelijke neveneffecten zijn dat een ouderenmagazine een positieve aantrekkingskracht heeft op vrijwilligers en dat zowel mantelzorgers als medewerkers van instellingen een goed beeld krijgen van de voorzieningen en activiteiten die in Delft voor ouderen bestaan.

            Het ouderenmagazine zal zich met name richten op mensen vanaf 70 jaar. Andere geďnteresseerden zouden zich kunnen bevinden onder ouderen jonger dan 70 jaar, mantelzorgers, vrijwilligers in het ouderenwerk en medewerkers van instellingen. Internet zal zich in eerste instantie richten op de jongere en/of mobielere oudere. De SOD zal op een website actuele informatie verstrekken en een overzicht van activiteiten bijhouden.

            De inhoud van het ouderenmagazine zal worden bepaald door de vragen van ouderen. Onderwerpen zoals wonen, vrije tijd, geld, recht, gezondheid en cultuur zullen aan bod komen en er zal informatie over Delftse instellingen en organisaties worden verstrekt. Tevens zullen interviews met ouderen en vrijwilligers, persoonlijke visies en ervaringen met instellingen worden gepubliceerd. Daarnaast wordt gedacht aan een advertentierubriek waar mensen oproepjes kunnen plaatsen op het gebied van hobby of kennismaking.

            Het ouderenmagazine zal zesmaal per jaar verschijnen en worden verspreid onder alle ouderen van 70 jaar en ouder. Eenmalig zal bepaald moeten worden of mensen op de verzendlijst willen. Andere geďnteresseerden krijgen het ouderenmagazine op aanvraag.

            Om een ouderenmagazine in Delft tot stand te kunnen brengen, is jaarlijks een bedrag van fl. 82.000,= nodig. Een deel van dit bedrag zal gegenereerd worden door middel van bijdragen van sponsors en adverteerders (fl. 5.000,=) en abonnementsgelden (fl. 5.000,=). De SOD zal fl. 20.750,= bijdragen. In het kader van het EZH-project heeft de SOD een jaarlijks bedrag van fl. 51.250,= aangevraagd. De gelden zullen worden aangewend voor drukkosten, porti, redactie van zowel de magazine als de website, vormgeving, fotowerk, administratiekosten en een lezersonderzoek. Het lezersonderzoek zal na een jaar plaatsvinden. Door middel van een vragenlijst die met het magazine verspreid wordt, zal onderzocht worden of de beoogde doelen zijn bereikt, de toonzetting goed is en het blad met plezier gelezen wordt.

 

 

Er wordt voorgesteld om:

*           jaarlijks fl. 35.000,= aan te wenden ten behoeve van communicatie voor de doelgroep ouderen. Er dient nader met de SOD bekeken te worden of dit wordt bewerkstelligd middels een eigen magazine, een website of een pagina in de Stadskrant (dit voorstel zou eventueel kunnen worden gecombineerd met het voorstel om in de Stadskrant een pagina voor vrijwilligers in de zorg te creeëren, zie paragraaf 2.3, projectnummer 21).

 

2.8               Projectnummer 29 = 33: zorggarantie voor ouderen

De commissie Wonen van de Samenwerkende Bonden van Ouderen (SBO) heeft het project “Service Pluspunt Centrum” ingediend. Het doel van dit projectvoorstel is om in de binnenstad van Delft een 24-uurs zorggarantie voor zelfstandig wonende ouderen te realiseren. Dit houdt in dat er op elk moment een coördinator telefonisch bereikbaar is om ouderen te ondersteunen bij het oplossen van problemen. Het is de taak van de coördinator om te achterhalen wat voor euvel zich voor doet en om vervolgens de juiste instanties in te schakelen. De coördinator fungeert als een intermediair tussen de zelfstandig wonende ouderen en de hulpverlenende instanties. Tevens kunnen abonnees zonder verwijzing van een huisarts of een aparte indicatie tijdelijk worden opgenomen in een verzorgingshuis. Dit project beoogt om het zorgaanbod dat reeds bestaat beter bereikbaar te maken. Hiermee wordt ingespeeld op de wens van ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Het abonnement geeft hen immers een gevoel van rust aangezien zij weten dat hulp door middel van één telefoontje kan worden ingeschakeld.

            Om het zorggarantie-abonnement in de binnenstad van Delft van de grond te krijgen, heeft de commissie Wonen van de SBO een bedrag van fl. 300.000,= aangevraagd. De begroting van de SBO illustreert dat het bedrag over een periode van een aantal jaren kan worden uitgekeerd. De EZH-gelden zullen voor een aantal doeleinden worden aangewend, te weten: het werven van abonnees en het aanstellen van coördinatoren met daarbijbehorende operationele lasten. Er wordt verwacht dat dit project in financieel opzicht na drie jaar self-supporting zal zijn. De benodigde inkomsten zullen dan door abonnementsgelden gegenereerd worden. De kosten voor een abonnement zullen fl. 300,= per jaar bedragen.

            Het project is bedoeld voor de binnenstad en kan dienen als pilot-project voor de rest van de stad. Het projectvoorstel gaat er van uit dat de coördinator opereert vanuit een bestaande zorginstelling met een actieve baliefunctie. Tijdens de indiening van het projectvoorstel werd nog gedacht aan Huize St. Cristoffel in de Papestraat. Nu dat inmiddels gesloten is, wordt nog omgezien naar een andere lokatie in de binnenstad. De indieners verwachten dat bij succes hun pilot-project zijn uitstraling zal krijgen naar de rest van de stad.

            De indieners van het project menen dat hulpverlening via een balie ook een sociaal element met zich mee zal brengen. Ouderen kunnen behalve van de balie ook gebruik maken van de openbare ruimte in een zorginstelling. Zo’n ruimte kan voor ouderen een ontmoetingsplaats zijn waar sociale contacten worden opgedaan. Op deze wijze wordt aangesloten op de trend om het zorgaanbod een extramuraal karakter te geven. Dat wil zeggen dat de zorg niet alleen gericht is op mensen die zich binnen de instellingen bevinden maar ook op de mensen die zich daar buiten bevinden.

 

Er wordt voorgesteld om:

*           de SBO tegemoet te komen door fl. 300.000,= te reserveren voor het realiseren van een zorggarantie-abonnement. Hierbij dient echter wel aan een aantal voorwaarden voldaan te worden, namelijk:

1.         Het alarmeringssysteem dient ingebed te worden binnen een breder Delfts verband.

Er bestaat in Delft reeds de Stichting Personenalarmering (SPA).  Ouderen kunnen zich hier voor fl. 30,= per maand op abonneren. Indien er sprake is van een indicatie op medische gronden bedragen de abonnementsgelden fl. 6,50 per maand. Ouderen die lid zijn van de SPA kunnen in geval van nood via een alarmtoestel hulp inschakelen. Door het dragen van een ketting kunnen zij op een knop drukken waardoor de centrale meldkamer in Vlaardingen wordt gealarmeerd. De centrale meldkamer zal vervolgens achterhalen wat het probleem is en de contactpersoon hiervan op de hoogte stellen. Het is de taak van de contactpersoon (bijvoorbeeld een familielid of buurvrouw) om de benodigde zorgaanbieders in te schakelen. Tegen een extra bedrag van fl. 5,= per maand kan ook Maatzorg als contactpersoon worden opgegeven. Voor ouderen die wonen in complexen die zijn aangesloten bij de Stichting Pieter van Foreest geldt dat zij zich tevens kunnen aansluiten bij het alarmeringssysteem van het verpleeghuis De Bieslandhof. Ongeveer 450 mensen zijn op dit ogenblik aangesloten bij de SPA. Over het algemeen zijn dit ouderen die al met problemen kampen of deze misschien in de toekomst verwachten. Ouderen die in een goede conditie zijn, zijn daarentegen minder geneigd om een abonnement af te sluiten waarbij ze een alarmketting moeten dragen. Om voor deze groep ouderen het zorgaanbod te optimaliseren, wordt voorgesteld om een centraal telefoonnummer te creëren dat aanhaakt bij één van de bestaande alarmcentrales. Een telefoonnummer is voor deze doelgroep toegankelijker dan een alarmketting. Er wordt daarom voorgesteld om tevens eenmalig een bedrag van fl. 56.218,75 beschikbaar te stellen voor het realiseren van een telefonische 24-uurs alarmering (behalve voor een centraal telefoonnummer, is het geld ook bestemd voor publiciteit en eventuele aanpassingen in het computerprogramma van de alarmcentrale).

2.         Het zorggarantie-abonnement moet voor iedere Delftenaar toegankelijk zijn.

Dit houdt in dat alle ouderen in de gehele stad de mogelijkheid moeten hebben om een zorggarantie-abonnement af te sluiten. In het kader van het waarborgen van een optimale toegang tot de zorg dienen ouderen (bijvoorbeeld in aanvraagformulieren) er op geattendeerd te worden dat een zorggarantie-abonnement valt onder de mogelijkheden van de Bijzondere Bijstand. Op deze wijze kunnen ook minder bedeelde ouderen zich abonneren.

3.         Het werk van de zorgcoördinator dient afgestemd te worden met de SOD (zorgloket en ouderenadviseurs) en andere zorgaanbieders.

Het doel is een helder en eenduidig zorgaanbod in Delft te realiseren dat aansluit bij het bestaande aanbod en de ontwikkelingen in het Delftse veld. Er bestaat in Delft een Informatiepunt Ouderen. Delftse ouderen kunnen hier tijdens kantoortijden (telefonisch) terecht voor advies, informatie, verwijzing en bemiddeling voor zaken omtrent wonen, welzijn en zorg. Ten aanzien van het projectvoorstel kan tevens opgemerkt worden dat de Stichting Pieter van Foreest reeds over 10 logeerbedden beschikt die bedoeld zijn voor de tijdelijke opname van ouderen in verzorgingshuizen. Enkel ouderen die geďndiceerd zijn, komen hiervoor in aanmerking. Deze bedden zijn verspreid over een aantal verzorgingshuizen in de gehele stad. Een recente ontwikkeling is dat een aantal partijen uit het zorgveld rond ouderen (SOD, Maatzorg, Delft Wonen en Pieter van Foreest) momenteel aan het nadenken zijn over het oprichten van servicepunten in de stad. Het doel hiervan is om naar aanleiding van een vraag van een klant direct de achterliggende voorzieningen en contacten in te schakelen (in plaats van het doorverwijzen van een klant).

                        Aan de SBO wordt gevraagd het projectvoorstel, met inachtneming van bovengenoemde voorwaarden, nader uit te werken (zie bijlage 1). Indien het uitgewerkte projectvoorstel wordt goedgekeurd, zal fl. 300.000,= ter beschikking worden gesteld voor het realiseren van het zorggarantie-abonnement.

 

 

2.9       Projectnummer 32 (=11): Aanstellen van ouderenadviseurs

In het kader van de EZH-campagne heeft de SOD samen met de SBO een project ingediend. Alhoewel het initiatief bij de SBO ligt, zal de SOD de uitvoering van het plan op zich nemen. Het betreft hier het aanstellen van drie ouderenadviseurs, waarvoor de kosten per jaar fl. 350.000,= bedragen.

De ouderenadviseur is een professioneel opererende deskundige die bevordert dat de oudere de regie over zijn eigen leven houdt. Met persoonsgerichte informatie, advies en begeleiding streeft de ouderenadviseur naar vergroting van de zelfredzaamheid en het welbevinden van de oudere. De ouderenadviseur werkt, op verzoek van de oudere, op de terreinen welzijn, zorg en wonen.

            De ouderenadviseur richt zich op zelftstandig wonende ouderen (veelal hoogbejaard) waarvan de mobiliteit of het probleemoplossend vermogen (tijdelijk) is afgenomen. Voor veel ouderen is het moeilijker geworden om de weg te vinden in het aanbod van voorzieningen. Door de toenemende individualisering en het wegvallen van sociale verbanden kunnen zij daarbij niet of onvoldoende terugvallen op hulp van familie of vrienden. Zij hebben behoefte aan iemand die zich verdiept in hun leefsituatie en hen ondersteunt en begeleidt todat zij weer zelfstandig verder kunnen, zonodig met hulp van mantelzorg, vrijwilligers en/of beroepskrachten.

            De ouderenadviseur werkt onafhankelijk en gaat uit van de vraag van de oudere. De adviseur organiseert een samenhangend hulppakket dat past bij de individuele leefsituatie. Er is geen enkel belang bij de afzet van bepaalde diensten of produkten. Een dienstverband bij de SOD lijkt in tegenspraak te zijn met het streven naar onafhankelijkheid in de adviseursfunctie. Ervaring elders heeft echter geleerd dat het onafhankelijk functioneren van de adviseur gewaarborgd kan worden middels een statuut, terwijl de adviseur tegelijkertijd alle voordelen heeft van het werken in een professionele organisatie.

Het contact tussen de oudere en adviseur is niet eenmalig, maar strekt zich uit over een kortere of langere periode. Binnen de periode van een half jaar sluit de adviseur de begeleiding van een oudere af. De adviseur heeft zich dan als het ware overbodig gemaakt. Er is een arrangement van voorzieningen en regelingen tot stand gekomen, waarmee de klant zelfstandig kan blijven wonen.

De primaire doelstelling van het project is het begeleiden van ouderen. Een bijkomstig gevolg van het project zou kunnen zijn dat de ouderenadviseurs belangrijke signalen uit de groep oppakken. Deze informatie kan input vormen voor het gemeentelijk beleid.

 

 

Er wordt voorgesteld om:

*           een eenmalig bedrag van fl. 40.000,= aan de SOD toe te kennen als tegemoetkoming in de kosten die worden gemaakt bij het opstarten van het project “ouderenadviseurs”.

*           elk jaar fl. 171.625,= aan te wenden voor het aanstellen van twee ouderenadviseurs. De ouderenadviseurs richten zich op persoonsgerichte informatie, advies en begeleiding. Ze zijn aanvullend op het huidige zorgaanbod, aangezien voor niet urgente zaken persoonlijke begeleiding nog ontbreekt. De opzet van ouderenadviseurs voorziet in een brede toegankelijkheid en laagdrempeligheid van het zorgaanbod, is gericht op de gehele stad en sluit aan bij de bestaande voorziening Informatiepunt Ouderen en de ontwikkeling van servicepunten.

 

Het is de bedoeling dat de ouderenadviseurs, DUIT, communicatie voor de

doelgroep ouderen en digitalisering worden ondergebracht bij het nog op te richten

zorgloket. Dit zorgloket is een uitbreiding van het Ouderen Informatiepunt en zal in

samenwerking tussen de gemeente en de SOD worden uitgewerkt. Het zorgloket kan er als volgt uitzien:

 

                                    Digitale informatie/Communicatiemedia/Stadskrant

 

 


Zorgloket

 
                                              

 

 


                                               DUIT                                        Ouderenadviseurs

 

In de toekomst kan het zorgloket mogelijk worden geďntegreerd met servicepunten. Voor de inrichting van het zorgloket zal in het tweede kwartaal van 2001 een voorstel volgen.

 

 

2.9       Projectnummer 46c: Ervoor zorgen dat al diegenen die bijzondere bijstand behoren te krijgen deze ook krijgen

Het projectvoorstel is ingediend door een individuele burger, de heer P.A. Eijgelaar. Het doel van het project is het bestrijden van armoede in Delft.

De heer Eijgelaar noemt drie mogelijkheden ten behoeve van het realiseren van bovengenoemd doel. Ten eerste stelt hij voor om alle aanvragen van bijzondere bijstand in de afgelopen tien jaar met terugwerkende kracht toe te kennen.

Ten tweede is de heer Eijgelaar van mening dat mensen die door hun minimum inkomen in aanmerking komen voor kwijtschelding van bepaalde lasten (zoals gemeentelijke belastingen) geen rekening zouden moeten ontvangen. Op deze wijze hoeft men geen aanvragen tot kwijtschelding meer in te dienen noch hoeft de gemeente deze meer te verwerken. Dit zou gerealiseerd kunnen worden door computerbestanden van de gemeente en de belastingdienst in Rijswijk aan elkaar te koppelen.

Ten derde stelt de heer Eijgelaar voor om het bedrag dat is gereserveerd voor de bijzondere bijstand daadwerkelijk te verdelen over diegenen die hiervoor in aanmerking komen. Op deze wijze wordt voorkomen dat mensen die niet om geld willen vragen worden uitgesloten van de bijzondere bijstand. Immers, de bijzondere bijstand moet niet slechts voorbehouden zijn aan mensen die geen schroom hebben hierom te vragen.

 

Er wordt voorgesteld om:

*           het eerste onderdeel van het projectvoorstel niet te honoreren. Uit het feit dat een aanvraag niet is goedgekeurd, kan worden geconcludeerd dat mensen niet aan de kriteria voldeden om voor bijzondere bijstand in aanmerking te komen.

*           in het kader van het EZH-project “Ouderen: informatie en zorg” geen gelden te reserveren voor het tweede onderdeel van het voorstel. De gemeente Delft is namelijk reeds bezig met het verwezenlijken van automatische kwijtschelding voor mensen met een minimum inkomen. Inmiddels is een koppeling van het bestand van de sector Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) en het bestand van de afdeling belasting tot stand gekomen. Momenteel wordt nog verder gewerkt aan de voorbereiding van de automatische kwijtschelding voor klanten van WIZ in 2001.

*           het derde onderdeel van het projectvoorstel van de heer Eijgelaar te koppelen aan DUIT. Immers, DUIT heeft tot doel om het gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen, waaronder de bijzondere bijstand, te bevorderen door het geven van informatie. Door middel van o.a. huisbezoeken en spreekuren kunnen mensen worden voorgelicht over de voor hen van toepassing zijnde voorzieningen. Tevens kunnen mensen geholpen worden bij het invullen van aanvraagformulieren. Door middel van deze actieve benadering beoogt de gemeente het niet-gebruik van de bijzondere bijstand tegen te gaan. Bij paragraaf 2.5, projectnummer 28 is reeds voorgesteld om een structureel bedrag van fl. 80.000,= voor het realiseren van DUIT uit te trekken.

 

3.         Financieel overzicht  

Van de 7 miljoen gulden die is toebedeeld aan het EZH-project “Ouderen: informatie en zorg” wordt in deze nota fl. 567.500,= gereserveerd voor projecten die een eenmalig karakter hebben of een kortere tijdsperiode bestrijken. Over het resterende bedrag, fl. 6.432.500,=, wordt op jaarbasis 5% rente gegenereerd. Wat betreft de rente-opbrengst dient voor het jaar 2000 echter opgemerkt te worden dat deze niet fl. 321.625,= bedraagt. Het kapitaal van 7 miljoen gulden is namelijk pas op 1 april toegekend. Dit houdt in dat er over drie-kwart jaar rente is gegenereerd. Het bedrag dat in 2000 aangewend kan worden voor het project “Ouderen: informatie en zorg” bedraagt dus fl. 241.218,75 (namelijk: ľ x fl. 321.625,=). Op 25 mei 2000 heeft de gemeenteraad besloten dat fl. 120.000,= van de rente-opbrengst van dat jaar besteed dient te worden aan projectmatige ondersteuning. De rente-opbrengst van 2000 dat nog aangewend kan worden voor de ingediende projecten bedraagt dus fl. 121.218,75,=.

            Samenvattend, de verdeling van het EZH-project “Ouderen: informatie en zorg” ziet er als volgt uit:

 

A.                 Eenmalig een bedrag toekennen van:

1.         fl.   110.000,=    aan de NVVS t.b.v. vaste ringleidingen en/of een mobiele

                                   multi-media installatie.

2.         fl.   37.500,=     aan de Alzheimervereniging t.b.v. scholing, voorlichting en

                                   facilitaire ondersteuning voor het project “bezoek en mantel-

                                   zorg ondersteuning”.

3.         fl.   10.000,=     aan het OVT t.b.v. het uitgeven van brochures, affiches en

                                   bibliotheekkaartjes en het organiseren van een vrijwilligers-

                                   dag.

4.         fl.   15.000,=     aan de STT t.b.v. de aanschaf van een computer, inrichting

                                   van kantoorruimte, telefoon- en faxaansluiting.

5.         fl.   20.000,=     aan de STT voor de specifieke opleiding en scholing van

                                   vrijwilligers en de aanschaf van boeken en video’s.

6.         fl.   50.000,=     aan de STT ter vergoeding van kosten van huisvesting en/

                                   of het uitbreiden van betaalde coördinatoruren.

7.         fl.    25.000,=    aan organisaties die zich inzetten voor de bewoners van

                                   verzorgingstehuizen en verpleegtehuizen.

8.         fl.  300.000,=     te reserveren voor het zorggarantie-abonnement.

            ------------------

fl.  567.500,=    

De overige posten met een eenmalig karakter (onder punt B) kunnen worden gefinancierd van het resterende bedrag van de rente-opbrengst van het jaar 2000.

 

B.                 Eenmalig een bedrag toekennen van:

1.         fl.    25.000,=    voor het opstarten van DUIT.

2.         fl.    40.000,=    voor het opstarten van het project ouderenadviseurs.

3.         fl.    56.218,75   voor het realiseren van een telefonische 24-uurs

                                   alarmering.

            -------------------

            fl.  121.218,75  

 

C.                 Per 1 januari 2001 structureel bedrag toekennen van:

1.                  fl.   20.000,=     aan het OVT voor de basisscholing van vrijwilligers en

coördinatoren van thuishulporganisaties zoals de Alzheimervereniging en de STT.

2.         fl.   15.000,=     aan het OVT zodat elke maand een pagina in de Stadskrant

                                   kan worden gewijd aan vrijwilligers in de zorg.

3.         fl.  80.000,=      aan DUIT.

4.         fl.  35.000,=      aan de SOD ten behoeve van communicatie voor de

                                   doelgroep ouderen.

5.         fl.171.625,=       aan de SOD ten behoeve van het aanstellen van twee

                                   ouderenadviseurs.

            ----------------

            fl. 321.625,=

 

 

 

4.         Voorstel

 

Er wordt voorgesteld om:

 

1.                  fl. 567.500,= te reserveren voor projecten met een eenmalig karakter.

2.                  van het resterende bedrag, te weten 6.432.500,=, jaarlijks de rente-opbrengst, fl. 321.625,=, in te zetten.

3.                  van de rente-opbrengst van het jaar 2000, fl. 241.218,75, fl. 120.000,= in te zettten voor projectmatige ondersteuning en fl. 121.218,75 in te zetten voor ingediende projecten.

4.                  akkoord te gaan met de bovenstaande verdeling van de gelden.

 

 

 

 

Delft, 29 maart 2001

 

 

 

M.E. Klijn

Hoofd vakteam Beleid en Projecten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P.A. Robbins

Beleidsmedewerker